Het C-meidenteam (<16 jaar) van AV Hera is tijdens de landelijke competitiefinale in Lisse nét naast het podium geëindigd. Evengoed is de vierde stek een prachtig resultaat voor de relatief kleine club uit Heerhugowaard. Voor het eerst waren er voor C en D-junioren drie ‘troost’ finales voor de top 13 t/m 48. De Hera-jongens en meiden <14 jaar plaatsten zich als derde en elfde voor de B-finale in Edam en eindigden als tweede en vijfde. Bovendien scoorden ze meer punten dan een aantal teams in de hoogste finale.
De C-meiden plaatsten zich als achtste in de door corona enige tellende voorronde. Ze begonnen sterk met een 4x80m estafetterecord van 41,10s (4e). De grootste puntenpakker was Meike Rozemeijer, die na de estafette haar records op de 800m (2:20,08 min. – 3e) en de 300m horden verbeterde (50,09s – 7e). Manon Hoedjes zat bij het kogelstoten dicht bij haar beste prestatie (12,73m – 2e) en kwam met de discus weer eens over de 30 meter (30,24m – 3e).
Malin Schouten was voldoende hersteld van haar voetblessure om in ieder geval het hoogspringen te doen. Ze sprong zowaar met 1,60m (6e) haar tweede resultaat ooit. Op de 300m horden werd ze goed vervangen door Mirre Eising (51,28s – 10e) en Sofie Nieuwenhuis deed het met 4,72m (9e) netjes bij het verspringen, al begon ze met twee verdere, maar ongeldige sprongen.
Bij de D-jongens is Zeb Tesselaar de grote puntenverzamelaar. De 12-jarige De Noorder behaalde records op twee van zijn drie onderdelen: op de 80m kwam hij tot 10,49s (2e) en bij het kogelstoten tot 10,68m (2e). Bovendien werd hij tweede op de 80m horden in 13,22s (2e). Fimme de Vries was begin van de week nog ziek maar deed het toch goed op de 1.000m (3:16,72 min. – 6e) en had zelfs een dik hoogspringrecord (1,45m – 6e).
Bij de D-meisen pakten Rosalie ten Bruggencate en de jongste, Lotte Kok, de meeste punten. Het 4x60m estafetteteam met Rosalie liep een record van 33,92s (7e) en daarna verbeterde ze zichzelf nog eens op de 800m (1:43,39 – 2e) en de 60m (8,74s – 10e). Lotte ging niet zo goed op de 60m horden (12,17s – 21e), maar was daarna sterk bij het speerwerpen (25,56m – 6e) en het verspringen (4,42m – 2e).