Veel vragen en weinig antwoorden. Dat is nog steeds de situatie in het onderzoek naar de dood van de 29-jarige Amir. De Alkmaarder werd precies een maand geleden gevonden in een sloot langs het Klippad in Koedijk. Volgens de politie is het onderzoek nog in volle gang en wordt geregeld met het Openbaar Ministerie gesproken over de zaak. “Dit heeft tijd nodig. We moeten echt honderd procent zeker zijn, voor we naar buiten komen met meer informatie.”
Dat vertelt politiewoordvoerder Joey Brink aan Streekstad Centraal. De afgelopen weken stonden in het teken van het opsporen van familieleden in Syrië, verhoren van verschillende getuigen en een nieuwe zoekactie in de Koedijkse sloot. Volgens woordvoerder Brink is het ‘bijzonder’ dat ook na weken van onderzoek niet uit te sluiten valt dat de 29-jarige Amir door een misdrijf om het leven is gekomen. “Je ziet niet vaak dat het zolang duurt, maar het komt weleens voor. Ik heb het zelf één keer eerder meegemaakt.”
Bronnen melden aan Streekstad Centraal dat ook een uitgebreider onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) geen duidelijkheid heeft gegeven over de doodsoorzaak. Maar daar wil de politiewoordvoerder vanwege het onderzoek niks over kwijt.
Terug naar woensdag 12 april. In het water langs het Klippad in Koedijk doen omstanders die middag een gruwelijke ontdekking. Ze vinden het lichaam van een man en bellen 112. De dagen die volgen tast de politie in het duister over de identiteit van de overleden persoon. Wie is het? Op die vraag krijgt de politie geen antwoord. Totdat ze de hulp van het publiek inroepen en de foto van een gevonden jas deelt. Iemand herkent het kledingstuk en binnen enkele uren is duidelijk wie de dode man is: een 29-jarige Alkmaarder.
Of hij om het leven is gekomen door een misdrijf? “Ik verwacht niet dat we snel met meer informatie kunnen komen. We weten simpelweg nog niet wat er precies is gebeurd op die woensdagmiddag in Koedijk en moeten secuur te werk gaan.”