De woningbouw in Dijk en Waard verschuift de komende twintig jaar van uitbreiden naar inbrijen. Ook wil de gemeenteraad dat bedrijventerreinen worden verdicht om te kunnen blijven ontwikkelen. De verdichting is nodig voor een gemeente waarin landbouw en natuur en recreatie niet het onderspit delven. Verder legt de raad de prioriteit bij wandelen, fietsen en het OV in plaats van de auto en wil het de leefbaarheid van woonwijken verbeteren.
e gemeente Dijk en Waard gaat de komende jaren kijken hoe bestaande bedrijventerreinen beter kunnen worden benut. Het is een van de maatregelen die voortkomt uit de vorig jaar vastgestelde strategische omgevingsvisie.
De visie, die werd vastgesteld door de gemeenteraad, schetst een toekomstbeeld voor het jaar 2047. De meest in het oog springende verandering is dat Dijk en Waard als het gaat om woningbouw niet langer inzet op het benutten van uitbreidingslocaties, maar in bestaande wijken gaat verdichten.
Maar ook bedrijven zullen als vestigingsplek vooral moeten kijken naar bestaande bedrijventerreinen. Weliswaar komen er met De Vaandel Noord en Breekland 2 nog twee bij, maar Dijk en Waard wil vooral dat de bestaande terreinen veel efficiënter worden benut. Ook wil de gemeente inzetten op de komst van bedrijven die per vierkante meter meer werkgelegenheid opleveren, beter aansluiten op lokale opleidingen en de omgeving minder belasten.
Hierin staat dat er een initiatiefplan wordt opgesteld voor de revitalisering van bedrijventerrein Zandhorst. In een later stadium komt ook bedrijventerrein Beveland aan de beurt. Ook voor dit terrein zal dan worden gekeken hoe er ’verdicht’ kan worden. Bijvoorbeeld door te bouwen op bestaande bedrijfsgebouwen. Verder moeten er op Beveland en in het Stationsgebied allerlei faciliteiten komen voor het beroepsonderwijs.
Ook gaat de gemeente onderzoeken hoe circulariteit op bedrijventerreinen versterkt kan worden. Zo wordt er onder meer gekeken hoe wenselijk en haalbaar een regionaal depot voor de opslag van bouwmaterialen is.
Als het gaat om mobiliteit krijgen lopen, fietsen en openbaar vervoer de prioriteit boven de auto. De gemeente gaat analyseren welke maatregelen er nodig zijn om de afstand binnen de gemeente naar het station, het Stadshart, de winkelcentra en de scholen sneller per fiets dan per auto af te leggen. Ook wordt de komende jaren verkend of er bewaakte fietsenstallingen kunnen komen in zowel het Stadshart als het stationsgebied.
De ontwikkeling van een modern, duurzaam treinstation is een belangrijke ontwikkeling die al in gang is gezet. De gemeente wil graag een verhoogde frequentie van snellere verbindingen van Heerhugowaard naar Amsterdam. En ook bepleit de gemeente een belangrijkere rol van het station als knooppunt voor het busvervoer. Verder wil de gemeente deelmobiliteit introduceren in het Stationskwartier en daarna mogelijk ook in De Frans en het Stadshart en in bestaande woonwijken.
Gezond
De gemeente wil in de bestaande wijken niet alleen meer woningen toevoegen, maar ook investeren in leefbaarheid. Onderzocht wordt hoe er gezonde woonomgevingen kunnen worden gecreëerd. Hier zou een gezonde leefstijl worden gestimuleerd door de komst van meer gebruiksgroen, verbetering van de kwaliteit van het zwemwater en het ontmoedigen van ongezonde voeding in de buurt van scholen.
In de Rivierenwijk wordt de komende jaren een proef gestart waarin wordt gekeken hoe de inrichting van straten bijdraagt aan ontmoetingen. Daarnaast streeft de gemeente er naar dat er in elke buurt binnen 300 meter van een woning een ontmoetingsplek is en op strategische punten grotere ontmoetingsplekken.
Verder wil de gemeente in de toekomst de hoogwaardige natuurgebieden uitbreiden. De Groene Loper die vanaf het recreatiegebied Geestmerambacht naar het Park van Luna wordt gerealiseerd, zou moeten worden verbonden met Veenhuizen door middel van een groene gordel om Heerhugowaard heen.
Het college wil steeds uitvoeringsagenda’s opstellen voor periodes van drie jaar. In 2027 wordt beoordeeld in hoeverre de gemeente op koers ligt richting 2047.