De stoelen waarop en de tafels waaraan op 5 mei 1945 de capitulatie van Duitsland werd getekend, stonden jarenlang vergeten in de kelder van het verzorgingshuis, de Prins Hendrik Stichting, in Egmond aan Zee. Totdat Martijn Visser van stichting Egmond ’40 – ’45 hiervan hoorde. Nu gaat het meubilair terug naar hun oude adres. Zondagmiddag werden de echte ‘capitulatietafels’ en twee stoelen overhandigd aan Stichting Nationaal Erfgoed in Hotel de Wereld in Wageningen.
Op 5 mei 1945 werden in Hotel de Wereld in Wageningen de Duitse capitulatievoorwaarden ondertekend. Na vijf jaar oorlog zitten in de gelagkamer van het hotel de Duitse generaal met zijn tolk en de geallieerden tegenover elkaar aan meerdere aaneengeschoven tafels.
Een dag eerder heeft de Duitse bezetter zich overgegeven, maar de voorwaarden worden op deze zaterdagmiddag in het hotel uitgewerkt en de handtekeningen gezet. De afvaardiging van de geallieerden onder leiding van de Canadese commandant bestaat uit vijf man. Prins Bernhard, de vader van prinses Beatrix, zit er ook bij als Bevelhebber der Binnenlandse Strijdkrachten. Aan de andere kant van de tafels zit de eveneens vijf man sterke Duitse delegatie. De tafels en stoelen waarop ze zitten komen uit het huis van de Prins Hendrik Stichting in Egmond aan Zee.
In 1942 moesten de bewoners van de Prins Hendrik Stichting, het tehuis voor oud-zeelieden in Egmond aan Zee, hun dorp verlaten. De Duitsers bouwden aan hun verdedigingswerken en alle inwoners werden geëvacueerd. Zo’n 150 bewoners en verzorgend personeel van de Prins Hendrik verhuizen naar een hotel in Oosterbeek. Tot ook dat in 1943 door de Duitsers wordt ingenomen. De bewoners worden verdeeld over twee hotels in Wageningen en zo komt de groep in Hotel De Wereld terecht.
Omdat er in de hotels niets meer stond, namen ze hun eigen huisraad mee. “In twee vrachtwagens van circus Boltini”, vertelt Martijn Visser van de stichting Egmond ’40 – ’45. “Zo kwamen de tafels en stoelen terecht in Hotel de Wereld.”
In 1944 lag Wageningen ineens in de frontlinie. “Het hotel werd beschoten. De bewoners van de Prins Hendrik Stichting moesten daar halsoverkop weg en lieten de meubels achter. Daardoor stonden de tafels en stoelen daar nog tijdens de capitulatie-onderhandelingen”, zegt Visser tegen mediapartner NH Nieuws. “Na de oorlog gingen de meubels terug naar Egmond aan Zee.”
Een paar jaar na de oorlog vraagt Hotel de Wereld of ze wat meubels terug mogen om tentoon te stellen ter herinnering aan de historische gebeurtenis. Dat gebeurde en de meubels bleven daar staan tot het hotel in verval raakte en in de jaren ’60 de deuren sloot. De tafels en stoelen belandden in een depot van het gemeentehuis van Wageningen. Om daar jaren later verloren te gaan bij een grote brand.
Naar nu blijkt was niet al het meubilair terug naar Wageningen. De bewoners van het tehuis in Egmond aan Zee zaten nog tot in de jaren ’90 aan hun oude tafels. Daarna verhuisden de tafels en stoelen naar de enorme kelders van de Prins Hendrik Stichting en werden ze vergeten. Totdat ze onlangs tijdens het opruimen van die kelders werden herontdekt tot grote opwinding van Martijn Visser. “Ik kreeg ze letterlijk in de schoot geworpen”, vertelt Visser. “Mijn eerste reactie was er een van grote vreugde.”
De kleinste tafel blijft in Egmond en komt in het Bunkermuseum Jansje Schong van Martijn Visser te staan. Ook het oud-zeeliedenhuis stelt er één tentoon in het eigen museum. Maar de grootste tafel met twee van de stoelen verhuizen voor de derde keer naar Wageningen waar ze opnieuw komen te staan in de gelagkamer van Hotel de Wereld, de plek waar de geschiedenis werd geschreven.