In de nacht van vrijdag op zaterdag is de Castricumse brandweer uitgerukt na een brandmelding op de Castricummer Werf. Eenmaal ter plaatse bleken een scooter en een afvalcontainer in brand te staan.
Ook al was de brandweer snel ter plaatse, er kon niet worden voorkomen dat zowel de scooter als de afvalcontainer volledig afbrandden. Het bedrijfspand waar de scooter en de afvalcontainer vlakbij stonden bleef ongedeerd.
Het is nog onduidelijk hoe de brand is ontstaan. Brandstichting is niet uitgesloten.
Aan het einde van de decembermaand vormt de oliebollenkraam van Polderparty een warme, vertrouwde plek in Grootschermer. Het is het derde jaar op rij dat tien vrijwilligers – en vrienden – de inwoners verblijden met oliebollen van ‘uitmuntende kwaliteit’. Ze zien het elk jaar drukker worden. “We krijgen ontzettend veel complimenten.”
“Wij proberen een dorps gevoel te creëren”, tussen het bakken door heeft Danny Regter (61) nog snel even tijd voor een gesprek met Streekstad Centraal om uit te leggen waarom de oliebollenkraam van Polderparty zo’n succes is. “Wat mensen denk ik vooral aantrekt, is het dorpse gevoel wat wij creëren. Daar hoort bij dat wij een hele menselijke benadering hanteren bij de verkoop. Ik merk dat dat heel erg aantrekt.”
Het initiatief voor het oliebollenbakken voor oud en nieuw begint allemaal wanneer Danny zijn vriend Erik ziet staan met zijn oliebollenkraam op de jaarlijkse kermis in Grootschermer. “Dat liep prima, zag ik, maar ik zag ook dat er meer uit te halen viel. Ik heb voorgesteld om met oud en nieuw ook oliebollen te verkopen. Dat vond hij een goed plan en zo zijn we gestart.”
Begonnen als grap, maar nu een vast eindejaarsonderdeel voor veel inwoners van Grootschermer: de bollen van Polderparty. (foto: aangeleverd)
Ze verzamelden een team van acht mensen – inmiddels zijn het er tien – en begonnen drie jaar geleden met oliebollenbakken. Inmiddels beschouwt Danny de oliebollenkraam als een uit de hand gelopen grapje. Naar zijn schatting wordt er dit jaar vijftig tot zeventig procent meer verkocht ten opzichte van het eerste jaar.
Danny, de hoofdbakker van de oliebollenkraam en snackbareigenaar, bakt niet alleen oliebollen: ook de Berlinerbol staat op het menu. “Onze oliebollen zijn heel goed, maar de Berlinerbol is denk ik toch onze specialiteit.”
Doet het succes van de afgelopen jaren Danny groter dromen? “Nee”, zegt hij resoluut. “Als we gaan uitbreiden verliezen we het dorpse gevoel. Dat is juist wat ons zo populair maakt.” Wel willen ze volgend jaar meedoen aan de wedstrijd voor de lekkerste oliebol van Nederland. Danny zou nog uren verder kunnen praten over de oliebollenkraam, maar daar is geen tijd voor. “Ik moet weer oliebollen bakken!”
“We hebben er weer heel veel zin in”, zegt DJ Didier glunderend. Zometeen sluit hij zich samen met zijn twee sidekicks voor vijf dagen op in een radiostudio in Café de Schelvis in Langedijk. Met de vijfde editie van Serieus Langedijk wordt geld ingezameld voor Stichting Jemagerzijn, die pleegouders en -kinderen gratis tweedehands spullen aanbiedt.
En voor het vijfde opeenvolgende jaar is Café de Schelvis het vertrouwde toneel voor Serieus Langedijk. De organisatie, die volledig draait op vrijwilligers, voert elk jaar het Serious Request-concept uit en probeert zo veel mogelijk geld op te halen voor een goed doel. (tekst gaat verder onder de foto)
DJ’s Didier, Dion en Marc zijn nog fris en fruitig, zo vlak voor het begin van de radiomarathon (foto: Streekstad Centraal)
De stichting voor wie de DJ’s huis en haard verlaten, ondersteunt pleegouders en hun pleegkinderen met allerlei spullen zoals kleding en speelgoed Om die hulp verder uit te breiden is meer geld nodig. Daarom is Monique Bak van de stichting verheugd dat er de komende dagen geld wordt ingezameld voor haar stichting.
“We zien in de praktijk dat het voor pleegouders soms nog een behoorlijke opgave is om een pleegkind de spullen te bieden die het nodig heeft”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “Veel pleegkinderen zijn vrij abrupt van huis weggegaan en hadden weinig tijd om hun koffer in te pakken. Dat betekent dat ze soms met vrijwel niks aankomen bij hun pleegouders.”
“Wij zouden willen dat de tieners die in ons magazijn komen wat meer keuze hebben in de kleding die ze meenemen. Ook zouden we vaker uitjes willen organiseren, zoals een dagje naar Monkeytown. Dat hebben we al een keer gedaan, maar we hebben de financiële middelen nu niet om dat vaker te doen.” (tekst gaat verder onder de foto)
De DJ’s interviewen Monique Bak over Stichting Jemagerzijn (foto: Streekstad Centraal)
En daar wil Serieus Langedijk dus verandering in brengen. Het goede doel is altijd de grootste drijfveer voor DJ’s Didier, Dion en Marc om zich vijf dagen lang op te laten sluiten. Ze zijn net met paard en wagen naar de studio gebracht en hebben zich voorbereid om het resterende deel van 2024 in een radiostudio door te brengen.
De een heeft zich wel wat beter voorbereid dan de ander. Zo heeft Didier wat extra uurtjes geslapen vannacht, maar begint Dion met een kerstkater aan de rit. Hoewel dit de vijfde editie is voor Didier en pas de tweede editie voor Dion en Marc, moet iedereen nog wel even zijn plek vinden. “Maar over een paar uurtjes zijn we weer helemaal gewend denk ik”, vertelt Didier uit ervaring.
Gesterkt door veel support uit Langedijk en maar liefst 62 sponsoren hebben de DJ’s er alle vertrouwen in dat dit jaar weer een succes wordt. “We voelen de steun die we krijgen enorm, en dat motiveert ons om er weer iets moois van te maken dit jaar”, vertelt Dion. “En omdat het gewoon heel leuk is om te doen hebben we er sowieso heel veel zin in.” (tekst gaat verder onder de foto)
Met paard en wagen worden de DJ’s naar Café de Schelvis gebracht, waar Serieus Langedijk al voor het vijfde jaar plaatsvindt. (foto: Streekstad Centraal)
Het meeste geld wordt ingezameld met de aangevraagde nummers. Daarvoor is een minimale donatie van 2,50 euro nodig. Daarnaast staan er potjes klaar waar mensen geld kunnen doneren. “En”, zo benadrukt Bak, “mensen kunnen ook altijd spullen voor pleegkinderen naar ons magazijn of Café de Schelvis brengen.”
Over het doel van dit jaar spreekt Didier voorzichtig de wens uit om meer geld op te halen dan vorig jaar. Toen werd er ruim 20 duizend euro opgehaald voor Wonen Plus Welzijn. Wanneer de DJ’s bij het ingaan van 2025 de radiostudio mogen verlaten, zal duidelijk worden of dat doel is behaald. Gevraagd naar wat de jongens als eerst doen wanneer de radiomarathon voorbij is zeggen ze in koor: “Een pilsje openen!”
Waarschijnlijk ging het de voorgaande keren altijd goed, maar vrijdag ging het mis. Toen een pony – onder begeleiding van twee verzorgers – naar de overkant van de Boogaardsloot in Sint-Pancras werd gebracht, gleed het dier uit en kwam het klem te zitten tussen de reling.
De pony kon zelf niet meer overeind komen, waarop besloten werd de hulp van de brandweer in te roepen. Toen die ter plaatse was, hebben de brandweerlieden de pony met een brandweerslang geholpen overeind te komen.
Vanwege de lichte verwondingen die de pony heeft opgelopen bij het avontuur werd het dier voor controle naar een dierenarts gebracht.
“We wilden de wereld beter maken”, zegt Tim stralend. Voor hem staat de Key Guide, een constructie die parkinsonpatiënten en slechtzienden helpt het sleutelgat te vinden. Het blijkt een gat in de markt.
Aan het begin van dit schooljaar worden vijf studenten van vier verschillende studierichtingen aan elkaar gekoppeld voor de minor ‘Innoveren en ondernemen’ aan Hogeschool Inholland Alkmaar. De naam van het bijvak zegt het al: de studenten moeten een innovatief product ontwerpen en vermarkten.
En zo beginnen Tim Karels (21), Bram van der Molen (20), Roel Groot (20), Teun van Sinderen (22) en Stan Goeman (19) in september met brainstormen. Ze gaan op zoek naar problemen die ze met een innovatief product zouden kunnen oplossen.
Zo’n probleem vinden ze bij de opa van Roel Hij lijdt aan Parkinson en heeft moeite om met zijn sleutel het slot van zijn voordeur te vinden, tot ze de Key Guide uitvinden.
De Key Guide helpt mensen het sleutelgat te vinden door een trechtervormige constructie op een slot te plaatsen, zodat de sleutel door de trechter automatisch naar het sleutelgat wordt gestuurd. (tekst gaat verder onder de foto)
Tim Karels demonstreert de werking van de Key Guide aan Streekstad Centraal. (foto: Streekstad Centraal)
Tim Karels en Bram van der Meulen vertellen aan Streekstad Centraal over het project: “We begonnen met de opa van Roel als ijkpersoon, maar de doelgroep bleek groter te zijn dan we dachten. Niet alleen parkinsonpatiënten, maar ook slechtzienden of mensen met een aandoening aan hun handen.” Nederland kent 63.500 parkinsonpatiënten en 200 duizend slechtzienden, waarvan er 50 duizend blind zijn.
“Uit ons doelgroeponderzoek bleek dat er veel meer mensen dan Roel’s opa moeite hebben met het vinden van een sleutelgat. We gingen kijken of er hier al producten voor op de markt waren, maar die bleken er niet te zijn. We beseften toen dat we een gat in de markt hadden gevonden”, vertelt Tim.
Dat zorgt voor veel motivatie. Ze ontwerpen al snel een eerste model, maar daar moet nog wat aan geschaafd worden. “We gingen bijvoorbeeld naar een Parkinsoncafé toe om te kijken hoe we het eerste ontwerp konden verbeteren. Het leverde nuttige feedback op”, vertelt Bram. (tekst gaat verder onder de foto)
Eén van de protoypes van de ‘studentenuitvinding’. (foto: aangeleverd)
Maar zoals dat gaat met ondernemen zijn er ook tegenslagen. “We dachten een bepaald onderdeel nodig te hebben en bestelden er 450 uit onze eigen spaarpot. Maar die bleken helemaal niet nodig te zijn.”
Om de het product nog verder te optimaliseren stapten de jongens op Gosse Postma af, eigenaar van de Alkmaarse ijzerwarenzaak en sleutelwinkel Postma en Postma. “Ik werd gelijk enthousiast van hun project en heb ze wat technische tips gegeven”, vertelt Postma. “Die tips hebben ze heel goed opgepakt.”
Dan moet het definitieve ontwerp aan de laatste test worden onderworpen. Uit alle macht proberen ze de Key Guide kapot te maken. Dat lukt niet. “Toen hebben we het op de markt gebracht”, vertelt Tim. Inmiddels zijn er zo’n 50 Key Guides verkocht. Een aantal daarvan aan Gosse Postma. “Ze hebben zo’n goed product gemaakt dat ik hem ook wel in mijn winkel wil hebben.”
Nu de opdracht er bijna op zit, kijken de jongens met veel genoegen terug. “We kenden elkaar nog niet, maar vanaf het begin klikte het. Er is altijd een goede groepsdynamiek geweest”, vertelt Bram. (tekst gaat verder onder de foto)
Het project is bijna voorbij, maar het avontuur nog niet. Van links naar rechts: Stan Goeman, Teun van Sinderen, Roel Groot, Bram van der Molen, Tim Karels. (foto: aangeleverd)
Ook van elkaar leerden de jongens veel. “Je zit in een groep waar vier totaal verschillende studierichtingen samenkomen. Met al onze specifieke kennis vulden we elkaar heel goed aan en staken we veel van elkaar op.”
Gevraagd naar de ambities beginnen de ogen van Bram en Tim te glinsteren. “Tot nu toe was het toch vooral een studieopdracht, maar nu de minor afgelopen is, stopt ons project niet; we willen begin 2025 een doorstart maken. Daar zijn we het allemaal over eens.”, zegt Bram.
Inmiddels reikt de visie tot (ver) over de horizon. “Over de hele wereld zijn er parkinsonpatiënten en slechtzienden. We willen ons eerst op de Nederlandse markt focussen, maar hopelijk wordt .nl ooit .com.”
Nederland vergrijst en dementie is een uitdijend probleem. Daarom moet er in De Mare in Alkmaar een nieuw zorgcentrum komen. Maar wie bouwen wil, krijgt ook te maken met tegenstanders. Want maar weinigen willen zo’n centrum in zijn achtertuin hebben. Zeker niet nu dat zorgcentrum groter blijkt dan gedacht. “Als alle plannen straks doorgaan, moet ik tegen een enorme wand aankijken.”
Noord-Holland Noord kent al relatief veel mensen met dementie ten opzicht van andere Nederlandse regio’s, en naar schatting verdubbelt het aantal dementiepatiënten in de regio de komende 25 jaar. Dat betekent dat er meer opvangplekken voor dementiepatiënten moeten komen.
Alkmaar ziet in de locatie van de voormalige basisschool De Griffel aan de Elgerweg een optie voor een nieuw zorgcentrum dat moet gaan opereren naast het al bestaande Rekerheem. (tekst loopt verder onder de foto)
Desnoods komt de rechter er aan te pas, wat betreft het strijdbare kwartet. (foto: NH Media/Priscilla Overbeek)
Afgelopen zomer liet de gemeente een eerste schets zien voor het nieuwe zorgcentrum. Vlak daarna bleek dat meer bouwruimte vrijkwam en dat er meer plekken nodig waren. Dat leidde in november tot een tweede ontwerp met een hoger en breder gebouw. Omwonenden reageerden ontsteld: “Een groot U-vormig gebouw van vier verdiepingen hoog, midden in ons rustige woonwijkje. Het is te gek voor woorden”, zegt Gerard tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Samen met Karlijn, Peter en Rik vormt hij daarom een verbond dat de buurt wil beschermen tegen het nieuwe zorgcentrum. Ze snappen dat er een nieuw wooncomplex voor dementiepatiënten moet komen, het gaat ze vooral om de grootte van het ‘kolossale’ gebouw. (tekst loopt verder onder de foto)
Links het oude ontwerp, rechts het nieuwe, grotere ontwerp uit november. (afbeelding: NH Media/Priscilla Overbeek)
Ze vrezen dat de rust die altijd heerste in de wijk verleden tijd wordt. “Verkeersdrukte, licht- en geluidsoverlast”, Peter ziet het met lede ogen aan. Ook vreest Peter dat het nieuwe gebouw ten koste gaat van het zonlicht dat zijn huis bereikt. “Als alle plannen doorgaan, moet ik straks tegen een enorme wand aankijken. Eerst ging het nog om een hoek van 16 graden, dat is nu 20 graden. Weg zonlicht.”
Daarnaast is er vrees voor daling van de huizenprijzen en bodemverzakkingen als gevolg van het nieuwe zorgcentrum. Niet alleen het viertal uit de klankgroep vindt de grootte van het zorgcentrum zoals het nu gepresenteerd is onacceptabel. “We hebben in totaal met dertig huishoudens gesproken. Niemand is het eens met dit plan.” (tekst loopt verder onder de foto)
De beoogde locatie van het nieuwe zorgcentrum, waar nu nog basisschool De Griffel staat. (foto: NH Media/Priscilla Overbeek)
De gemeente probeert de bewoners rondom de plek waar het nieuwe zorgcentrum gebouwd moet worden gerust te stellen. “Bij de bouwplannen wordt rekening gehouden met parkeerruimte, bodemverzakking en de maximale bouwhoogte.”
Maar Karlijn, Peter, Gerard en Rik zijn sceptisch en blijven strijdbaar.
“Als er geen ruimte meer blijkt om de plannen te wijzigen, willen we juridische stappen ondernemen.” Dat zoiets niet eenvoudig zal zijn snappen ze. “We zoeken nog iemand die ervaring heeft met dit soort zaken.”
Pelle Nijdam kijkt met trots naar een grote bak met biologische appels, geteeld tussen Hoorn en Enkhuizen. Die appels liggen – letterlijk – binnen in één rit in de schappen van de vier Ekoplaza-vestigingen in regio Alkmaar. “Dit zijn de puurste producten die er zijn!”
Afgelopen zaterdag werd de campagne Bio Dichtbij gelanceerd. Een campagne om de verkoop van biologische producten uit eigen regio te stimuleren. ‘Van boer tot bord in één rit’, luidt de slogan van de campagne dan ook. De campagne is opgezet door Pelle Nijdam, eigenaar van de vier regionale Ekoplaza-vestigingen, biologische ondernemersvereniging Bio HN en de provincie.
Nijdams achtergrond en passie voor biologisch eten vormen een persoonlijke drang om het project te laten slagen. Nijdam kwam al vanaf jongs af aan in aanraking met biologisch eten: zijn vader was vroeger biologisch tuinder. Daarnaast merkte hij dat hij zich beter voelt door biologisch eten.
Als het aan winkeleigenaar Pelle Nijdam ligt, eet straks iedereen producten die uit de eigen streek komen. (foto:Streekstad Centraal)
“Biologische producten uit de regio zijn de puurste die er zijn”, zegt Nijdam tegen Streekstad Centraal. Daarom verkoopt hij altijd al zoveel mogelijk groente en fruit uit de regio. Een boost daarvan is dus van harte welkom. “Daarom hebben we een campagne opgezet waarmee we regionaal geteelde producten onder de aandacht willen brengen.”
De campagne wordt positief ontvangen, vertelt Nijdam. “Voor de meeste mensen is gelijk wel duidelijk waar de campagne over gaat.” Dat blijkt als we een klant aanspreken die langs het Bio Dichtbij-schap loopt: “Deze producten zullen uit de regio komen denk ik? Maar ik kom hier omdat ik biologisch eten wil, of het uit de regio komt of niet maakt me niks uit.”
Toch is dat wel een belangrijke boodschap van de campagne, onderstreept ook projectleider Erik Bekkering van Bio Dichtbij: “Ons doel is om voor komende zomer de verkoop van producten onder het label van Bio Dichtbij met 10% te laten groeien. Dat doel is zeker haalbaar denk ik.”
En dat zal ook moeten, want het doel van de provincie is dat in 2030 de biologische landbouwgrond 15% van het totaal beslaat. Op dit moment is dat slechts 4%. De producten moeten dan wel afgenomen worden en dat betekent dat er vooral mensen bereikt moeten worden die nog niet elke week in een winkel als Ekoplaza komen.
Ook de provincie vindt dat ‘Bio dichtbij’ gewoner moet worden en zet in op 15% van alle geconsumeerde voeding die uit de regio moet komen. (foto: Streekstad Centraal)
Marketingdeskundige Damir Grcic heeft wel een idee hoe dat te realiseren is. “Op de website licht Ekoplaza de Bio Dichtbij producten niet uit. Wanneer ze dit wel doen bereiken ze publiek dat niet vaak in de winkel komt, maar wel soms op de website.”
Ook zouden winkelborden met uitleg over het project kunnen helpen, denkt Grcic. “Je moet de regionale producten uniek maken door het verhaal erachter te vertellen. Klanten moeten een gevoel krijgen bij de regionale producten, ze moeten er binding mee krijgen.”
Maar aan het plaatsen van borden twijfelt Nijdam: “Mensen gaan dat denk ik niet helemaal lezen.” Toch wil hij het ook niet helemaal wegwuiven. “Misschien dat we dat nog gaan doen. Om dit doel te behalen hebben consumenten de doorslaggevende factor. Als zij meer producten uit de regio gaan kopen, kopen wij meer producten bij boeren uit de regio en dan kunnen zij weer opschalen.”
De campagne is nog maar net gestart, maar wanneer het een succes wordt, kan dat volgens Nijdam veel betekenen voor de regio. “Het vraagt om samenwerking van alle betrokkenen, maar als iedereen zijn steentje bijdraagt, zetten we samen een stap richting een duurzamer en regionaal voedselsysteem.”
Zwembad De Beeck bedient zwemliefhebbers op hun wenken in de kerstvakantie. Het Bergense zwembad is extra lang open en biedt leuke activiteiten aan.
Vanaf 27 december is De Beeck elke dag geopend, met uitzondering van nieuwjaarsdag. In de kerstvakantie vinden meerdere activiteiten plaats in het zwembad. Zo ligt de Zeemeerminnen Stormbaan vanaf zaterdag 28 december elke middag in het 25-meterbad en zijn er op vrijdagavonden een kerstdisco. Van 19:30 tot 21:00 uur staat de muziek aan en kan er gedanst worden op kersthits. Een A-diploma is verplicht.
Op maandag 30 december organiseren buurtsportcoaches van 10:00 tot 11:30 uur een Dreumesdag en van 12:30 tot 15:00 uur een Sportspektakel voor basisschoolleerlingen. Meedoen kan voor 2,50 euro. Inschrijven is verplicht.
Op vrijdagochtend 27 december, maandagochtend 30 december en vrijdagochtend 3 januari is het mogelijk om te banenzwemmen in het 25-meterbad.
Vanwege onderhoud en de kerstdagen is Zwembad De Beeck van 23 tot en met 26 december gesloten. Voor meer informatie over de activiteiten en openingstijden in de kerstvakantie, kijk in de kerstvakantieplanning van De Beeck.
“Wat betekent dat?” vraagt een meisje zich af. Haar basisschool is net OBS Saenewijs gaan heten. Andere kinderen kijken ook verbaasd om zich heen, maar één springt een gat in de lucht: de door hem ingezonden naam is uitgekozen tot de nieuwe naam van zijn basisschool. Vanaf nu zit hij op OBS Saenewijs.
Omdat het aantal basisscholen en het aantal kinderen in Bergen niet meer in balans was, fuseerde afgelopen zomer de Lucebertschool met de Van Reenenschool. Die fusie verloopt gestroomlijnd, maar wat nog ontbrak was een nieuwe naam voor de nieuwe school. Er wordt begonnen onder de naam Openbare Bergense Basisschool, maar vanaf het begin was al duidelijk dat dit maar een tijdelijke naam is. (tekst loopt door onder de foto)
Directeur Wilco Stoffelen bouwt de spanning op bij kinderen en ouders richting de onthulling van de nieuwe naam. (foto: Streekstad Centraal)
Om tot een nieuwe naam te komen doet de school daarom een oproep aan leerlingen en ouders om ideeën in te zenden voor nieuwe namen. Het levert 340 inzendingen op. “Sommige waren wat minder serieus, maar de meeste hebben we echt wel bekeken”, laat directeur Wilco Stoffelen aan Streekstad Centraal weten.
“Uiteindelijk zijn we met een lijst van 280 namen aan de slag gegaan, en daar is vandaag Saenewijs als favoriet uitgekomen. Deze naam past het best bij de waarden van onze school: verbinding, samenwerking en ontwikkeling.”
“Saene is de buurt waarin deze school staat en lijkt bovendien op samen,” gaat Stoffelen enthousiast verder. “Daarnaast vinden we het woord ‘wijs’ ook heel goed bij de school passen omdat wijs voor ons niet alleen gelijk staat aan kennis, maar ook een mening kunnen vormen op basis van kennis. Het doel van onze school is dat we kinderen een goed onderbouwde mening kunnen laten vorm, waardoor ze later de wereld kunnen verbeteren”. (tekst loopt door onder de foto)
Een mooie prijs voor Justin uit groep 7: hij mag een weekendje weg omdat hij de nieuwe naam inzond. (foto: Streekstad Centraal)
Voor wie de winnende naam zou inzenden, lag een prijs klaar: een weekendje weg in eigen land voor vijf personen. De gelukkige blijkt Justin uit groep 7. Hij brainstormde een aantal avonden met zijn ouders en ze kwamen tot de naam Saenewijs. “We waren een beetje aan het puzzelen en uiteindelijk zijn we op deze naam uitgekomen”, vertelt Justin, nog steeds een beetje beduusd dat de door hem ingezonden naam is gekozen.
“Ik wist helemaal niet meer dat ik deze naam had ingezonden, we hadden er meerdere ingezonden.” Naar het weekendje weg met zijn ouders, broertje en zus kijkt hij nu al uit. Nu de scholen zijn samengevoegd en er ook een gezamenlijke nieuwe naam is, ontbreekt alleen nog een nieuw logo. ‘Daar moeten we nog over gaan beslissen’, vertelt Stoffelen. (tekst loopt door onder de foto)
De ‘onthullers’ krijgen nog de laatste instructies en dat is best spannend, zo op de gezichtjes te zien. (foto: Streekstad Centraal)
Wanneer de onthulling van de nieuwe naam er op zit, peilen we nog even de stemming over de nieuwe naam. “Een erg mooie naam”, laat een vader met twee kinderen op OBS Saenewijs weten. “Leuk gevonden”, vindt een ander. Alle kinderen mogen na de bekendmaking van de nieuwe naam naar huis. Morgen gaan ze weer naar dezelfde school, maar dan met een andere naam.