Het was een uitzonderlijk nat jaar, maar Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wist ieders voeten droog te houden vorig jaar. De opening van een nieuwe rioolwaterzuivering en een nieuw gemaal worden als hoogtepunten bestempeld. Het hoogheemraadschap kijkt dan ook positief terug op 2024, waarin het een begrotingsoverschot van bijna tien miljoen boekte. Ook innoveerde het hoogheemraadschap met artificiële intelligentie, het viel er zelfs mee in de prijzen. Tegelijkertijd zijn er nog genoeg uitdagingen.
Afgelopen jaar stond voor het hoogheemraadschap vooral in het teken van de vele regenval. Sinds 1903 zijn er maar twee jaren geweest waarin er meer regen viel dan in 2024. Het betekende voor het hoogheemraadschap dat er noodpompen geplaatst moesten worden om het water op het juiste peil te houden. “Hoewel er zeker sprake is geweest van wateroverlast, wordt toch geconcludeerd dat het watersysteem de hoeveelheid neerslag aankon”, is te lezen in het jaarverslag.
Wat uiteraard ook niet ontbreekt in het jaarverslag, is een financieel deel. Op dat vlak ging het het hoogheemraadschap vorig jaar voor de wind. Er bleef met een exploitatieoverschot van 9,8 miljoen meer geld over aan het einde van het jaar dan verwacht. Er is op sommige gebieden meer begroot dan uitgegeven, zoals op energiekosten. Ook zijn er meerdere vacatures vorig jaar niet vervuld, waardoor personeelskosten lager uitvielen dan gedacht. Keerzijde daarvan is dat er werk blijft liggen voor het hoogheemraadschap. (tekst loopt door onder de foto)
Het nieuwe gemaal in Heerhugowaard: ‘de Waardse Dijk’ (foto: HHNK)
Ook beschrijft het hoogheemraadschap hoe het stoeit met klimaatverandering en vooral de aangescherpte wet- en regelgeving die daarmee samenhangt. “Europese normen voor stedelijk water zorgen voor aanvullende technologische, organisatorische en financiële uitdagingen”, zegt het hoogheemraadschap. Door de nieuwe regels is het noodzakelijk dat er nieuwe rioolwaterzuiveringen komen. Halverwege 2024 werd er een nieuwe zuivering in Oosthuizen opgeleverd.
Een andere uitdaging zijn de nieuwe eisen voor waterkwaliteit vanuit Den Haag. Die zijn vastgelegd in de zogenoemde Kader Richtlijn Water (KRW). Het behalen van die doelen blijkt echter lastig. Over de oorzaak daarvan, vertelt het hoogheemraadschap verder niets. Wel zullen ze er met een ‘impulsprogramma’ een schep bovenop doen om de doelen alsnog te behalen voor 2027.
Ook op het vlak van innovatie werd er gas gegeven. Voor het eerst het hoogheemraadschap AI in om scheuren in dijken te detecteren. Door AI geanalyseerde dronebeelden hielpen inspecteurs bij de uiteindelijke beoordeling van de dijken. Voor dit foefje ontving het hoogheemraadschap in februari 2024 de Waterinnovatieprijs.
Een bijzondere vermelding was er tenslotte voor gemeente Dijk en Waard waarmee het hoogheemraadschap afgelopen jaar intensief heeft samengewerkt. Die samenwerking leverde ‘de Waardse Dijk’ op, een gemaal dat er onder andere voor moet zorgen dat de Polder Heerhugowaard ‘klimaatrobuust’ wordt.
De 35-jarige man die woensdagochtend ontsnapte uit een GGZ-instelling in Heiloo, is gevonden door de politie. Hij werd gevonden in Den Bosch, zo’n vijftien uur na zijn ontsnapping. Na de ontsnapping zat de schrik er goed in.
“We maken ons zorgen om zijn veiligheid en die van zijn omgeving”, laat de politie weten. Er werd gevraagd uit te kijken naar de man, maar hem niet zelf te benaderen. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn.
De politie verspreidde later een gedetailleerde beschrijving van de man en deelde – na een vergeefse zoektocht op woensdagochtend – zelfs een foto van hem.
Hoe de man in Den Bosch is beland en hoe de politie hem heeft kunnen pakken, is nog onduidelijk. De politie deelt vanwege privacy geen details over de zaak.
Het is niet de eerste keer dit jaar dat er iemand ontsnapt uit een psychiatrische inrichting. In Den Dolder ging het dit jaar al twee keer mis. Daar ontsnapte begin januari de Heerhugowaarder Mert P. Hij stak een 76-jarige vrouw neer die later overleed aan haar verwondingen. Nog in dezelfde maand ontsnapte een andere man uit de kliniek in Den Dolder. Hij werd na een nachtelijke klopjacht opgepakt.
Regelmatig gaat hij met zijn metaaldetector op pad. Soms vindt hij wat, soms niet. Maar de vondst die Stan Hoenderdos uit Alkmaar vorig jaar deed, was wel heel uniek. Hoe uniek de vondst daadwerkelijk was, daar kwam hij pas later achter. “Dit is toch ongelofelijk.”
Toen Stan afgelopen najaar hoogte kreeg van wegwerkzaamheden in Schoorl, kon hij het niet laten om een kijkje te gaan nemen, met zijn metaaldetector bij de hand uiteraard. Hij vond er een aantal met modder aan elkaar geclusterde munten en kon alleen zien dat er een kruisje op stond. “Het komt diep uit de grond, vlak bij de kerk. Het is de enige plek waar zo diep gegraven is”, vertelt Stan.
Toch wist Stan wel direct dat zijn vondst uniek was. “Toen ik de munten uit de grond haalde, was ik bijna verstijfd van verbazing. Ik dacht eigenlijk dat het om munten ging van rond 1200. Toen ik ze schoonmaakte, zag ik al dat ze veel ouder waren.” (tekst loopt door onder de foto)
De munten moesten nog goed gereinigd worden na de vondst (foto: NH Nieuws)
Na reiniging bleek het te gaan om munten die in de 9e eeuw in Nederland zijn gemaakt door Vikingen. Een unieke vondst waar uiteraard meer onderzoek naar moest worden gedaan.
Dat deed Jan de Koning van Hollandia Archeologen samen met zijn team. Nu dat onderzoek erop zit en Stan het verhaal achter de muntstukken weet, brengt hij het nieuws naar buiten. Van de negen munten tellende schat komen er acht uit de periode 840 tot 855. De meest recente komt uit de periode 810 tot 840. Ook blijkt na het onderzoek dat Keizer Lotharius rond die tijd een machtig man was; zijn naam staat op de munten.
Alleen stond de naam van Lotharius er in dit geval niet op om de keizer te eren. “Die Vikingen die zaten de keizer eigenlijk gewoon te dissen. Ze hebben, zonder uitzondering, zijn naam verkeerd geschreven. En ook zijn titel ‘Imp’ van Imperator hebben ze verhaspeld”, legt De Koning uit aan NH Nieuws. (tekst loopt door onder de foto)
De negen munten zijn veilig opgeborgen. (foto: NH Nieuws)
Ondanks dat de munten zo’n 1100 jaar oud zijn, wisten de onderzoekers er toch nog veel te weten over te komen en kwamen ze er ook achter hoe uniek de vondst is. Spectaculair, zo noemt De Koning de vondst. “Het is de enige muntschat uit die tijd die is gevonden in Noord-Holland. We weten ook uit andere bronnen wat de negen munten samen waard zijn geweest ongeveer. Het gaat dus om negen denarii en dat was in die tijd zo’n kwart koe waard. Dat was dus best veel geld.”
Ook kwamen de onderzoekers erachter dat de munten waarschijnlijk in een leren of textielen beurs zaten. Aanwijzing daarvoor waren sporen op de munten die het zakje zouden hebben achtergelaten.
“De Vikingen werden eigenlijk door de Frankische keizer, tegen wil en dank, als een soort bescherming tegen andere invallen dan maar geaccepteerd. Ook omdat de keizer ze niet weg kon krijgen. Langs de Noord-Hollandse kust hebben ze, maar zo’n 80 jaar gezeten”, vertelt archeoloog De Koning.
Stan smulde van de informatie die tijdens het onderzoek werd achterhaald. Want de verhalen achter de munten, dat is precies waar het Stan om gaat. “Het idee dat ik de eerste ben die de munten weer in handen heeft na de vorige eigenaar. Dat is wel zo’n 1100 jaar geleden. Dat is toch ongelofelijk.” (tekst loopt door onder de foto)
De voor- en achterkant van de munten. (foto: NH Nieuws)
Dat de muntstukken nu pas zijn gevonden, is geen toeval. In politiek instabiele tijden werden ze regelmatig begraven door de eigenaar uit voorzorg, vertelt De Koning. “Dat gebeurde bij de Romeinen ook al. Zo op de helft van de 9e eeuw gaan we naar een overgangsperiode en dan verandert er van alles. Mensen stopten toen hun belangrijke bezittingen in de grond in de hoop dat ze niet gevonden werden.”
Dat de munten 1100 jaar later pas zijn teruggevonden, getuigt van goede verstopvaardigheden van de Vikingen. De vondst is voor De Koning dan ook een ‘enorme bonus’. “We hebben nog veel andere voorwerpen gevonden in Schoorl. Vooral uit de 13e en 14e eeuw. Tot nu toe wisten we eigenlijk nog heel weinig over die vroege geschiedenis van het dorp. We hebben nu, bij wijze van spreken, heel veel informatie uit het riool weten te redden. Daar komt zeker nog meer over naar buiten.”
Voor Stan is dit (‘voorlopig’) zijn meest unieke vondst. “Ik viel bij deze vondst van verrassing in verrassing. Je moet zoveel geluk hebben. Ik hoopte altijd al één zo’n muntje te vinden en dan vind je een hele schat. Heel bizar.”
Op de doorgaans rustige Omval, verstopt in een hoekje tussen Alkmaar en de Schermer, kwamen zondagmiddag honderden mensen af. En niet voor niets: het is dit jaar precies 450 jaar geleden dat Jan Adriaanszoon Leeghwater is geboren én precies 200 jaar geleden dat het Noordhollands Kanaal werd aangelegd. Dus kon naar aanleiding van beide jubilea gesnoven worden aan de geschiedenis van beide.
En daar is animo voor, bleek zondagmiddag. “Ik vreesde dat er bijna niemand zou komen, met dit matige weer”, vertelt Noor Ney, historicus en initiatiefnemer van het evenement in de Omval. “Maar er zijn echt honderden mensen gekomen vandaag. Echt heel leuk.” (tekst loopt door onder de foto)
Noor Ney bracht de geschiedenis van de Omval zondag weer tot tot bloei (foto: Streekstad Centraal)
Sommige mensen kwamen ‘gewoon’ met eigen vervoer, maar anderen maakten gebruik van de boot die elk half uur tussen de Bierkade en de Omval voer. “Het draait vandaag om het Noordhollands Kaneel én om Leeghwater. De twee hebben raakvlakken, maar we wilden echt iets specifieks doen met het Noordhollands Kanaal. Dus er vaart de hele dag een boot van de Bierkade, over het Noordhollands Kanaal, naar de Omval. Mensen vinden dat prachtig”, vertelt Ney.
Rijpers Bart en Dirk verzorgen de boottochten met de sloep van Museum In ’t Houten Huis in De Rijp. Eigenlijk zouden ze tijdens de boottocht verhalen vertellen over het Noordhollands Kanaal en Leeghwater, maar dat zat er zondag niet in. “Met die harde wind moet ik m’n kop er goed bij houden”, zegt Bart. “Ook het aanmeren bij de Omval is lastig omdat ik een rare bocht moet maken.” Elk half uur worden er dan ook groepjes mensen met een harde klap tegen de oever afgezet bij de Omval. (tekst loopt door onder de foto)
Dirk en Bart naderen de Omval (foto: Streekstad Centraal)
Met de boot of met eigen vervoer, wie zondagmiddag de Omval binnenliep, werd ontvangen door de man hemzelf. In klassieke kledij was Jan Adriaanszoon Leeghwater naar de Omval gekomen zodat bezoekers hem, 450 jaar na zijn geboorte, konden vragen naar wie hij precies was en wat hij deed.
De in De Rijp geboren Leeghwater is een pionier in de Nederlandse waterbouwkunde. Met verschillende uitvindingen speelde hij een grote rol bij het droogleggen van meerdere polders, waaronder die in de Beemster en de Schermer.
“Hij heeft enorm veel betekend voor Nederland, zo ook voor de Omval. Hier werd vroeger het deels door Leeghwater ineens erg levendig”, legt Ney uit. “Toen de Schermer mede door zijn uitvindingen was drooggelegd, kwam daar een aardige landbouwproductie op gang. Veel van die producten moesten dan naar Alkmaar, maar via het water was er geen goede doorgang van de Schermer naar Alkmaar. Ook niet via de Omval, wat wel de meest logische doorgangslocatie zou zijn.”
“Daar bedacht men wat op”, vervolgt Ney. “Er werd een overhaal aangelegd. Schepen die vanaf de Noordervaart naar Alkmaar wilden, werden een stukje over het land getrokken en dan aan de andere kant weer in het te water gelaten. Zo kon men uit de Schermer alsnog producten in Alkmaar verkopen. De meesten noemen het nu een overhaal, maar vroeger zou het ook wel een omval worden genoemd, vandaar de naam van deze plek hier.” (tekst loopt door onder de foto)
Vroeger was de trein van zijn ouders, nu is ‘ie van hem. (foto: Streekstad Centraal)
De Omval werd dus een cruciaal punt voor vervoer van landbouwproducten en daardoor ook een levendige plek, net zoals zondagmiddag weer even het geval is. Op het veldje tussen de huizen van de Omval is er veel te beleven. Zo is er een shantykoor opgetrommeld, worden er klassieke ambachten, zoals zeisschaven, gedemonstreerd, kunnen kinderen in de zogenaamde techniekbus een eigen houten molen maken en is verspreid over het hele veld informatie te vinden over de geschiedenis van de Omval.
Maar misschien wel de meeste bekijks trekt een kleine, oude trein, die moet herinneren aan het treinspoor dat vroeger langs de Omval liep. “Ja, mensen vinden dit geweldig”, zegt Frank, trots eigenaar van de trein. “De oudere mensen laat ik rustig kijken en met de kinderen rijd ik er een rondje mee.” Zelf kan hij er ook van genieten. “Dat geluid in combinatie met de geur. Ik kan er geen genoeg van krijgen.” (tekst loopt door onder de foto)
Aan de kade van de Omval ontvangt Wim van Bokhorst, de reïncarnatie van Leeghwater, bezoekers. Hij moet z’n hoed goed vasthouden tegen de wind. (foto: Streekstad Centraal)
Even verderop geeft de Wim van Bokhorst, die Jan Andriaanszoon Leeghwater verpersonaliseert, uitleg over wie de waterbouwkundige precies was. “Ik vind de verhalen rondom zijn persoon zelf erg interessant en ik hoop dat ik die interesse vandaag ook over kan brengen op anderen.”
Bij bezoeker Aad is hij in die missie geslaagd. “Ik vind waterbeheer erg sowieso al interessant, maar na al die verhalen over Leeghwater is die interesse alleen nog maar meer aangewakkerd.”
De plannen om meer dan 300 woningen te bouwen in een weiland bij Stompetoren-West lagen jarenlang stil. Maar daar komt nu wellicht verandering in: de provincie wil de status ‘bijzonder landschap’ voor het gebied aanpassen en zo vrij baan maken voor woningbouw. Jongeren in het dorp staan in ieder geval te popelen.
Dat ziet Sander Abelskamp (23) ook. Hij is barman bij het enige restaurant in Stompetoren en ziet dat veel van zijn leeftijdsgenoten lastig aan een woning kunnen komen. “Veel vrienden van mij zoeken juist iets hier in de polder, maar dat lukt vaak niet, dus vertrekken ze naar Alkmaar”, vertelt hij aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Hij hoopt dan ook dat de nieuwe woningen in Stompetoren er komen. Niet alleen omdat zijn vrienden dan in het dorp kunnen blijven wonen, maar ook omdat hij zelf hoopt over een paar een eigen woning te kunnen bemachtigen. (tekst loopt door onder de foto)
Met een nieuwe woonwijk in Stompetoren hoopt Sander Abelskamp ook op nieuwe werknemers en bezoekers voor het restaurant (foto: NH Nieuws)
Ook een vrouw bij de supermarkt van Stompetoren hoopt dat er snel woningen vrijkomen voor jongeren. “Mijn zoon is 27 en woont nog thuis. Dat zegt genoeg”, vertelt ze.
Wanneer er nieuwe woningen in Stompetoren-West worden gebouwd, zal dat ook de leefbaarheid van het dorp verbeteren, denkt barman Sander. “We hebben nu al hele gezellige feesten als de kermis, carnaval en Koningsdag”, vertelt Sander. “Nieuwe inwoners betekent dat we alleen maar meer vrijwilligers gaan krijgen en ook de sportverenigingen weer gaan groeien.”
De nieuwe woonwijk moet zo’n 350 woningen gaan tellen. Het duurt nog minimaal een jaar voordat de eerste schop de grond in gaat. Volgens een gedeputeerde neemt het aanpassen van de status ‘bijzonder landschap’ behoorlijk wat tijd in beslag.
Het was het moment waarvan iedereen al een paar jaar wist dat het eraan zat te komen. Zaterdag was het zover: de allerlaatste wedstrijd van De Flamingo’s ’64. Het einde van een tijdperk, afgesloten met een doelpuntenfestijn: 10-1 winst voor De Flamingo’s. Ondanks de winst was het voor sommigen toch even slikken. “Deze club was… m’n leven eigenlijk.”
“10!, 10!, 10!”, klinkt het vanaf het oude, maar volgens velen o zo mooie terras van de kantine. Op het gortdroge hoofdveld doet De Flamingo’s er met een stand van 9-1 alles aan om met dubbele cijfers te winnen van BOL Zaterdag 3. En met succes.
Als Flamingospeler Bruce de bal aan de rand van de zestienmetergebied ontvangt, een mannetje uitkapt en vervolgens met een droge knal de 10-1 binnenschiet is het juichen geblazen voor De Flamingo’s. Maar als er direct na het doelpunt wordt afgefloten door de scheidsrechter (tevens trainer van De Flamingo’s), daalt het besef in dat dit de laatste keer was dat gejuicht kon worden voor De Flamingo’s. Dat dit het allerlaatste doelpunt was, de allerlaatste wedstrijd, de allerlaatste herinnering. (tekst loopt door onder de foto)
Voor de laatste keer worden er handjes geschud na een wedstrijd van De Flamingo’s (foto: Streekstad Centraal)
Met het verdwijnen van De Flamingo’s, verdwijnt een voetbalclub die jarenlang een prominente plaats innam in het Alkmaarse amateurvoetbal. Maar die de laatste jaren te kampen had met een sterk teruglopend ledenaantal.
“De voornaamste oorzaak daarvan is dat de wijk die aan onze vereniging grenst, Overdie, sterk van karakter is veranderd de laatste tientallen jaren”, legt aanvoerder Dolf Henschen (57) uit. Hij speelt al sinds zijn 11e bij de club. “Er zijn veel mensen met een migratieachtergrond komen wonen en je merkt dat zij toch iets minder snel verbonden raken met onze voetbalclub.”
“Daarnaast was het vroeger nog zo dat Room-Katholieken uit de hele omgeving naar De Flamingo’s kwamen omdat wij van oorsprong een Rooms-Katholieke club zijn. Maar door de ontzuiling hebben we die aantrekkingskracht ook al jaren niet meer.” Nadat AZ het complex verliet waarmee het jarenlang samen met De Flamingo’s gebruik van maakte, kreeg De Flamingo’s een behoorlijke financiële klap. (tekst loopt door onder de foto)
Voorzitter Dick Bleek (l) samen met aanvoerder Dolf Henschen (r) (foto: Streekstad Centraal)
Het aantal jeugdteams nam sterk af en een kleine tien jaar geleden waren er zo weinig jonge leden over dat werd besloten de jeugdtak van de club op te heffen. Ook in de seniorentak werd de spoeling dun. Het ene na het andere team werd opgeheven en zo was vier jaar geleden alleen nog de Zaterdag 2 over.
Henschen vindt het na een 46-jaar lange carrière bij De Flamingo’s enerzijds heel jammer dat het er nu op zit bij de club die in zijn hart zit, anderzijds kan hij zich er ook goed bij neerleggen. “Het zat er natuurlijk al heel lang aan te komen, dus ik heb me erop kunnen voorbereiden. Maar het is spijtig dat het hier ophoudt voor de club.”
Dat De Flamingo’s ermee stopt, betekent echter niet dat Henschen en zijn team er ook mee stoppen. Het merendeel van de Zaterdag 2 van De Flamingo’s gaat volgend seizoen met elkaar in de clubkleuren van Alkmaarsche Boys spelen. “Het is een ontzettend hecht team”, zegt Dick Bleek, voorzitter van de club. “We gaan al tientallen jaren elke zomer een week met elkaar weg, ook dit jaar weer. Dat zegt denk ik alles over hoe hecht deze groep is. (tekst loopt door onder de foto)
Een gedeelte van de prijzenkast van de club wordt verdeeld over de laatst overgebleven leden (foto: Streekstad Centraal)
Bleek is gelaten onder het feit dat zaterdag de allerlaatste wedstrijd van De Flamingo’s was. “Het is echt zonde, maar het contract met de beheerders van het terrein loopt af en verlengen zit er gewoon niet in.” Ook hij gaat met het team mee naar Alkmaarsche Boys. In welke functie weet hij nog niet precies, maar hij moet en zal betrokken blijven. “Wat moet ik anders doen op zaterdag?”
Enkelen uit het team twijfelen nog of ze volgend jaar de overstap gaan maken naar Alkmaarsche Boys. Onder hen Maurice Gijzen. Met een 40-jaar lange carrière op Sportcomplex ’t Lood en als all-time topscorer van de club – ook zaterdag scoorde hij er drie – is hij uitgegroeid tot een waar clubicoon. “Flamingo’s is, tja… eigenlijk mijn leven. Ik loop hier al m’n hele leven rond en mijn hele netwerk heb ik ook opgebouwd rond deze club. Toen het laatste fluitsignaal net klonk, was het ook echt even slikken. Nu De Flamingo’s wegvalt, valt er een fundament van mijn leven weg.”
Als hij overstapt naar Alkmaarsche Boys, doet hij dat met pijn in het hart. Daarom twijfelt hij nog. “Ik weet dat het heel gek gaat voelen om dan na veertig jaar bij De Flamingo’s, lid te worden van een andere club en een ander logo op m’n borst te dragen.” (tekst loopt door onder de foto)
Deze zomer zal AZ Sportcomplex ’t Lood tijdelijk in gebruik nemen (foto: Streekstad Centraal)
Na de wedstrijd wordt het Flamingo’s-karakter van Sportcomplex ’t Lood direct al ontmanteld. “Oh ja, de cornervlaggen”, zegt trainer Ron Weinbrecher, “die moeten we nu natuurlijk ook weghalen.” In de wetenschap dat hij de Flamingo’s-cornervlag nooit meer gaat terugzetten, haalt hij ze uit de houder.
Dat is ook nodig, want maandag al gaat het hoofdveld van De Flamingo’s volledig op de schop. AZ gaat zijn eigenlijke trainingscomplex in Wijdewormer verbouwen en strijkt daarom tijdelijk neer op Sportcomplex ’t Lood. Later moet het terrein in worden gebruikt worden voor de politieopleiding. (tekst loopt door onder de foto)
Deze trouwe Flamingo’s-supporters stonden zaterdag uiteraard volledig achter hun ploeg (foto: Streekstad Centraal)
Maar nu ze het terrein nog even tot hun beschikking hebben, haalt het laatst overgebleven team van De Flamingo’s samen met de supporters onder het genot van een biertje nog alle herinneringen op die de club hen dierbaar maken. De laatste bladzijde in de geschiedenis van De Flamingo’s is geschreven, maar die zal door velen in gedachten nog vaak nagelezen worden.
Op de Middenweg in Heerhugowaard is zaterdagmiddag een scooterrijdster hard ten val gekomen na een botsing met een stilstaande auto. De automobilist stond op het punt in te parkeren toen de scooterrijdster, die de auto vermoedelijk over het hoofd zag, hard op de achterkant van de auto klapte.
Hulpdiensten waren snel ter plaatse. Ambulancepersoneel verleende ter plekke eerst hulp, maar al snel werd duidelijk dat dat niet voldoende was: de vrouw is overgebracht naar het ziekenhuis.
De automobilist kwam met de schrik vrij. De auto liep lichte schade op, maar de scooter raakte wel zwaar beschadigd. Vanwege het ongeval werd de Middenweg tijdelijk afgesloten tussen de Stationsweg en de Van Eedenstraat.
Een grote klopjacht van de politie hield Overdie vrijdagmiddag flink bezig. Rennende en roepende agenten, politiemotoren en -auto’s maakten duidelijk dat er ‘iets’ gaande was. Het bleek echter minder ernstig dan het op het eerste gezicht leek.
Overdie was vrijdag het toneel van een nieuwe politie ‘hunt’, waarbij de politie zo veel mogelijk jongeren probeerde te ‘arresteren’. De meer dan honderd deelnemende jongeren probeerden ondertussen zo veel mogelijk stempels binnen te halen. (tekst loopt verder onder de foto)
De hunt kan niet beginnen voor er een ‘mugshot’ is gemaakt en een nummer is verkregen. (Foto: Streekstad Centraal/ Marco Schilpp)
Nadat er van alle ‘voortvluchtigen’ een mugshot is gemaakt, krijgen de surrogaatcriminelen een nummer op hun rug en probeerden ze – terwijl politie en handhaving op ze jaagt – op drie locaties in de wijk een stempel binnen te halen.
De jongeren die zich met drie stempels én hun nummer nog op de rug binnen twee uur weer meldden bij het startpunt, hebben ze de politie verslagen. Meestal lukt dat niet. (Tekst loopt door onder de foto)
Met de hunt wil de politie aan jongeren laten zien benaderbaar te zijn (foto: Streekstad Centraal/Marco Schilpp)
Naast de jongeren een leuke middag bieden, hoopt de politie met de hunt ook toenadering te zoeken bij de jongeren, laat een politiewoordvoerder weten. “We willen hiermee de toegankelijkheid naar jongeren toe vergroten, zodat we niet voornamelijk worden gezien als boemannen, maar ook als benaderbare en toegankelijke mensen.”
De reacties van de deelnemers waren erg positief, zegt de politie. Een jongen vond het zelfs zo leuk dat zijn moeder zich zorgen ging maken; hij kwam maar niet thuis.
Nadat haar vader zelfmoord pleegde – ze was toen zelf 18 – wil ze nu aandacht vragen voor mensen die net als haar vader vroeger te maken hebben met mentale problemen. Daarom staat de Castricumse Sara Eenhoorn aan de start van een untratrailrun in Zuid-Limburg van 101 kilometer. “In vergelijking met wat mijn vader heeft meegemaakt is zo’n ultratrailrun van 101 kilometer natuurlijk niks.”
Zaterdagochtend om 05.00 uur ging Sara met zo’n negentig anderen van start. Ze hoopt het parcours van 101 kilometer voor 20.00 uur te hebben afgelegd. “Het is een combinatie van wandelen en hardlopen”, legt ze uit. “Je gaat over onverharde paden in het bos en door zand en modder. En er zitten hoogtemeters in.”
Sara zegt uit een normaal gezin te komen. Op jonge leeftijd verhuisde ze samen met haar ouders en haar tweelingzus van het kleine dorpje De Woude naar Alkmaar. Met Nico, haar vader, bouwde ze al vroeg in haar leven een sterke band op.
Nico was ondernemer en nam Sara onder schooltijd soms mee naar het buitenland voor zijn werk. Sara werd gepest op school en haar vader wilde haar daartegen behoeden. “Hij meldde me dan ziek van school om me tegen het pesten te beschermen. We hebben toen echt een fijne band opgebouwd”, vertelt Sara aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. (tekst loopt door onder de foto)
Al op jonge leeftijd ontwikkelde Sara een sterke band met haar vader Nico (foto: NH Nieuws)
Nico kampte al langere tijd met depressieve periodes, maar toen hij met zijn bedrijf achttien jaar geleden een zware financiële tegenslag te incasseren kreeg, ging het echt mis. “Van het ene op het andere moment hadden we niets meer”, vertelt Sara. “Dat was zo confronterend en verdrietig. Mijn ouders stonden ineens met lege handen.”
Nico kreeg minder en minder het gevoel dat hij voor zijn gezin kon zorgen. “Financieel gezien was dat ook waar, maar in liefde was het juist de beste vader die je je kon wensen. Net zoals mijn moeder, die altijd sterk en positief bleef. We waren sterk als gezin, maar ik denk dat mijn vader dat nooit heeft verwerkt.”
“Dat werd ons duidelijk uit de brief die hij schreef voor zijn zelfdoding. Hij voelde zich schuldig dat hij ons niet kon geven wat hij wilde geven. Dat is heel triest, want voor ons was hij wel genoeg. Hij was een fantastische vader. Alleen overkwamen hem bepaalde dingen, waar hij zelf ook niks aan kon doen.”
Op 58-jarige leeftijd besloot Nico een einde te maken aan zijn leven. Sara was toen 18 en het was voor haar, haar moeder en haar tweelingzus het begin van een ontzettend moeilijke periode. “Iedereen kan met je praten als je vertelt dat je vader is overleden aan kanker. Maar welke vraag moet je stellen als je vader zelfmoord heeft gepleegd? Dan stopt het.”
Om die reden rent Sara vandaag de ultratrailrun. Door het 101-kilometer lange parcours te lopen, zamelt ze geld in voor Stichting MIND, een organisatie die zich inzet voor psychologische gezondheid. “Het is zo’n onzichtbare ziekte. Er wordt ook niet veel over gepraat, omdat mensen niet weten hoe ze moeten reageren. Ik wil er juist wel over praten, zodat ik anderen daarmee kan helpen om open te zijn.”
(tekst loopt door onder de foto)
Zo liep Sara zaterdagochtend door de bossen aan het begin van het parcours (foto: NH Nieuws)
Of het gaat lukken om de trainrun helemaal te lopen weet Sara nog niet. “Het wordt natuurlijk echt heel zwaar. Maar ik dacht ook meteen: ‘Wat is 101 kilometer afzien nou in vergelijking met wat iemand doormaakt die door een depressie gaat?’. Dan zie je wel duizend keer af. Dan is zo’n trailrun natuurlijk niks.”
“Ik ga ongetwijfeld halverwege willen stoppen, maar ik moet me er dan toch doorheen slepen en zeggen: ‘We gaan door’. Dat vond ik een mooie metafoor om aan die trailrun te koppelen.”
Vrijdagavond rond 21.30 verloor een man de controle over het stuur en botste hij tegen het gebouw van een afhaalrestaurant bij het winkelcentrum in de Muiderwaard in Alkmaar. Daarbij raakte het gebouw beschadigd.
De politie voerde een alcoholtest uit bij de automobilist. Hij bleek onder invloed te zijn en is daarvoor aangehouden. Zijn auto is licht beschadigd door de botsing.