Vrijdagavond rond 19.00 is brand uitgebroken in een schuurtje achter een woning aan het Noorderlicht in Heerhugowaard. De brandweer haastte zich naar het schuurtje en kon de brand snel blussen.
De bewoners waren voordat de brandweer aankwam zelf al begonnen met blussen. Vermoedelijk is de brand ontstaan door een barbecue. De schade die de brand aan het schuurtje heeft aangericht, is onbekend.
Ambulancepersoneel controleerde na de brand één persoon op rookinhalatie, maar die bleek geen grote gezondheidsschade te hebben opgelopen.
Wie zondagmiddag over de Kennemerstraatweg in Alkmaar reed kon het groene gevaarte niet missen: een groot Amerikaans amfibievoertuig ter hoogte van de Metiusgracht. De enorme DUKW – of zoals-ie meestal genoemd werd: de Duck – stond er naar aanleiding van de opening van een nieuw seizoen van Museum Bunker Alkmaar ’40-’45. “We vinden het zo ontzettend belangrijk om de Alkmaarse oorlogsgeschiedenis levend te houden.”
Sinds ze de bunker in De Hout in 2017 tot museum hebben omgebouwd, bedenkt Eric van Dijk samen met vier collega-vrijwilligers elk jaar een nieuw thema binnen de Alkmaarse Tweede Wereldoorlog-geschiedenis waarover ze een expositie kunnen maken voor in de bunker die ze hebben omgebouwd tot museum. Dit jaar was de keuze niet moeilijk: Alkmaar is dit jaar precies 80 jaar geleden bevrijd en dat is dan ook het thema van dit seizoen. (tekst loopt door onder de foto)
Eric is maar al te blij dat deze Amerikaanse DUKW zondag bij de bunker mocht staan. (foto: Streekstad Centraal/Marco Schilpp)
“Het is natuurlijk een ontzettend belangrijke gebeurtenis in de oorlogsgeschiedenis”, vertelt Eric van Dijk, de secretaris van het museum. “En het is daarom ook extra leuk om er een expositie over te maken. We wilden dan ook groots uitpakken.”
En dat deed het museum dat als doel heeft de Tweede Wereldoorlog-geschiedenis van Alkmaar te vertellen: bijna tien oorlogsvoertuigen stonden zondag op het grasveldje bij de bunker. De bezoekersopkomst bij de opening van de bunker dit jaar viel Eric niet tegen. “We hebben vandaag 164 bezoekers gehad die een kaartje hebben gekocht om de bunker in te gaan en nog veel meer die enkel buiten bij de oorlogsvoertuigen een kijkje hebben genomen.” (tekst loopt door onder de foto)
Op het grasveldje naar de bunker waren motoren, auto’s en tanks te zien die zijn gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog. (foto: Streekstad Centraal/Marco Schilpp)
Ook was er zondag hoog bezoek: burgemeester Anja Schouten en de Alkmaarse cultuurwethouder Anjo van de Ven kwamen een kijkje nemen bij de oorlogsvoertuigen en de nieuwe expositie. “Dat vind ik ontzettend bijzonder. Het doet mij heel goed dat zij het belang inzien van wat wij doen”, zegt Eric.
Wat Eric ook goed doet, is dat er zondag veel kinderen naar de bunker kwamen om een kijkje te nemen. “Het is mooi om te zien dat je hiermee niet alleen ouderen trekt, maar mensen van alle leeftijdsgroepen.” (tekst loopt door onder de foto)
Binnen in de bunker aan de Kennemerstraatweg in Alkmaar worden onder andere Duitse vuurwapens getoond. (foto: Streekstad Centraal/Marco Schilpp)
Even na vijven, wanneer de opening van het seizoen er eigenlijk al op zit, komt Sjoerd met zijn drie zoons nog even een kijkje nemen. De oorlogsvoertuigen spreken de jongens het meest aan, maar bij de bunkers durven ze niet allemaal naar binnen. “Die poppen die binnen staan die lijken wel heel echt. Ik schrok me dood toen ik bij de ingang een pop zag staan en ik hoorde dat er binnen nog meer staan. Ik vind het te eng.”
Nu het nieuwe seizoen is geopend kunnen liefhebbers op elke eerste en derde zondag van de maand de nieuwe expositie in de in 1943 gebouwde bunker bekijken. Alleen in mei ziet de planning er nog even anders uit: op zaterdag 24 mei is het Nationale Bunkerdag en is de Museum Bunker Alkmaar ’40-’45 uiteraard geopend, zondag 25 mei slaan ze dan even over. (tekst loopt door onder de foto)
Ook burgemeester Anja Schouten kwam een kijkje nemen bij de opening van het seizoen van de museumbunker. (foto: Streekstad Centraal/Marco Schilpp)
Door de route die de enorme DUKW over het gras heeft afgelegd is er een stuk platgereden gras ontstaan naast de bunker. De vrijwilligers van Museum Bunker Alkmaar ’40-’45 zien aan het einde van de dag hun kans schoon en strijken – onder het genot van een biertje en een kipsaté – neer op het platte gras. Succes mag gevierd worden.
Zondagavond is een 84-jarige fietsster overleden na een aanrijding met een auto. Het incident vond plaats op de Tulpenstraat in Noord-Scharwoude. Een tweede fietser raakte zwaargewond.
Een groepje van drie fietsers reed op de Tulpenstraat en werd ingehaald door een bestelbus. De bestuurder reed twee van de drie fietsers aan, ramde een paal op de stoep omver en is daarna doorgereden.
Meerdere ambulances en een traumateam werden opgeroepen. De twee aangereden fietsers – en man en een 84-jarige vrouw – zijn met ernstige verwondingen naar het ziekenhuis gebracht, waar één van hen overleed.
De politie zocht onder andere met een helikopter naar de bestelbus en heeft deze uiteindelijk gevonden. De bestuurder is aangehouden en onderging een bloedproef, waarvan het resultaat later bekend zal worden. De politiedienst Verkeersongevallen Analyse (VOA) deed ter plekke sporenonderzoek.
Zondagmiddag is een 51 jaar oude Porsche in brand gevlogen in het centrum Bergen. De brand vond plaats bij de parkeerplaats bij de Albert Heijn aan de Breelaan.
Toen de klassieke Porsche de weg reed, ontstond er plotseling brand aan de achterkant van de auto. Omstanders pakten direct een schuimblusser toen ze het zagen gebeuren en konden het vuur zo snel bestrijden.
Bij de brand raakte niemand gewond. De Porsche kan door de brand wel als verloren worden beschouwd en zal door een bergingsbedrijf worden geborgen.
“Nou, zullen we hem nog een keer aanzetten?” Als Klaas-Jan aan de hendel van de motor draait, begint de diesel na een paar seconden te brullen. “Wat een prachtig geluid!”, zegt bezoeker Peter met stralende ogen. Zondagmiddag stonden de deuren van het Defensiegemaal in de Egmondermeer open. En dat gebeurt maar zelden. Een traktatie dus voor echte gemalenliefhebbers.
Om half tien in de ochtend waren Klaas-Jan en Herman er al. Nog even de foldertjes klaarleggen, de oude motor testen en de aanwijzingsbordjes langs de weg klaarzetten. En die bordjes zijn nodig, want het Defensiegemaal aan de Kolonel Sneepweg tussen Egmond en Bergen ligt verstopt achter een dijk en is daardoor lastig te vinden. (tekst loopt door onder de foto)
Klaas-Jan en Herman bij hun geliefde dieselmotor in het Defensiegemaal in de Egmondermeer. (foto: Streekstad Centraal)
“Dat maakt het een heel uniek gemaal”, vertelt Klaas-Jan, die al 23 jaar bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier werkt en samen met oud-collega Herman de hele dag bij het Defensiegemaal aanwezig is om de bezoekers van tekst en uitleg te voorzien. Het gemaal is in 1939 gebouwd. “Maar wij konden er in eerste instantie niet lang van profiteren”, vertelt Klaas-Jan, “want toen de Duitsers Nederland een jaar later binnenvielen, zeiden ze: ‘bedankt voor het bouwen, nu is ‘ie van ons’. Gelukkig is het gemaal niet beschadigd geraakt tijdens de oorlog. Als ze Duitsers overvlogen, zagen ze de bunker niet omdat hij achter een dijk verstopt zit. Daarom is het gemaal nooit gebombardeerd.”
Het gemaal werd in 1955 gerenoveerd en kreeg onder andere een gloednieuwe motor, die via het dak naar binnen werd getakeld. “Dat was een hele operatie”, zegt Klaas-Jan. “Daarna is het gemaal nog enkele tientallen jaren in gebruik geweest, maar op een gegeven moment raakte hij uit functie.” (tekst loopt door onder de foto)
Op de achtergrond krijgen bezoekers uitleg over de oude motor, op de voorgrond de nieuwe, elektrische motoren. (foto: Streekstad Centraal)
Elf jaar geleden wilde het hoogheemraadschap het gemaal toch wel weer inzetten. Er werden twee nieuwe motoren geïnstalleerd, waardoor de oude motor overbodig werd. Toch is die nooit verwijderd. Het starten en lopen van deze motor is voor velen het hoogtepunt van de open dag.
“Het geluid van die oude dieselmotor is zo krachtig en zo herkenbaar”, vertelt gemalenliefhebber Peter. Hij geniet dit weekend volop van de Nationale Molen- en Gemalendag. “Gisteren was ik bij een molen in Heerhugowaard”, vertelt hij, “en vandaag wilde ik heel graag hier naartoe. Ik wilde het gewoon heel graag zien en had een aantal vragen over het gemaal. Daar heb ik nu allemaal antwoord op.” (tekst loopt door onder de foto)
Gemalenliefhebber Peter Maas maakte dankbaar gebruik van de open dag. Op de achtergrond het gemaal, verstopt achter een dijk. (foto: Streekstad Centraal)
Toch deelt niet iedereen het enthousiasme van Peter. “Het werd groots aangekondigd, dus we dachten: hier gaan we heen. Maar er is eigenlijk best weinig te zien binnen. De verhalen achter het gemaal vind ik wel interessant”, laat een bezoekster weten. “Technologie gaat natuurlijk een steeds grotere rol spelen bij dit soort gemalen, maar daardoor is er ook veel minder te zien”, vult een ander aan.
Even later komt ook Arie wat beduusd naar buiten gelopen. “Voor degenen die uren geïnteresseerd naar een oude dieselmotor kunnen kijken is dit waarschijnlijk heel leuk, maar ik vond dat er niet veel te zien was.”
Binnen geven Klaas-Jan en Herman nog steeds uitleg over het gemaal. Ze moeten hun stem verheffen, want anders komen ze niet boven het gebrul van de motor uit. Wat Klaas-Jan bezoekers het liefst wil meegeven zondagmiddag, is kennis over oude techniek. “Die kennis is in de hele samenleving aan het wegzakken. Dat vind ik heel jammer en ook een beetje zorgelijk. Ik hoop de mensen vandaag aan de hand van de oude motor wat meer te leren over oude techniek.” (tekst loopt door onder de foto)
Herman legt alle ins en outs van de oude motor uit aan Duuk (midden) (foto: Streekstad Centraal)
Ook had hij gehoopt dat er meer jongeren naar de open dag zouden komen. “Maar dat zit er tegenwoordig gewoon niet meer in. Enerzijds begrijpelijk, anderzijds heel jammer.” De enige jongeren die tot lunchtijd langskwamen voor de open dag, waren zijn zoon Duuk en zijn vriendin. “Ik ging vroeger wel vaak met m’n vader mee naar gemalen en heb daardoor wel wat affiniteit ermee. Maar als hij hier vandaag niet was geweest, was ik ook niet langsgekomen”, geeft Duuk toe.
Ondertussen blijven groepjes mensen binnendruppelen. De opkomst valt Klaas-Jan dan ook niet tegen. “De doorloop is flink, dat doet me goed. Ik had verwacht dat alle mannen vandaag thuis moesten blijven met Moederdag.”
De brandweer is zaterdagavond rond 23:00 uur uitgerukt voor een brandende scooter aan het Excelsiorhof in Heerhugowaard. De scooter stond in een schuurtje, dat ook vlam vatte. Het vuur zorgde voor een oranje gloed en veel rook zichtbaar boven het schuurtje.
De bewoners konden hun woning via de voorzijde ontvluchten en raakten niet gewond. De brandweer kwam snel ter plaatse en kon de brand onder controle krijgen. Wel is de scooter volledig afgebrand en liep het schuurtje zware schade op.
De kinderen die betrokken waren bij het incident heeft de brandweer een traumabeertje gegeven om hen troost te bieden. De oorzaak van de brand is nog onbekend.
Op woensdag 14 mei organiseert hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) een open middag op hun hoofdkantoor in Heerhugowaard. Dat doen ze naar aanleiding van de Week van de Vis (12 t/m 16 mei). Bezoekers kunnen op deze open middag meer leren over de onderwaterwereld.
De open middag is voor jong en oud. Bezoekers kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten, waterdiertjes van dichtbij bekijken en zien wat HHNK doet om waterdieren te beschermen. Ook wordt de nieuwe expositie van het HHNK ‘Als een vis in het water, vroeger, nu en later’ geopend. In die expositie worden verhalen verteld over vis en visserij van vroeger en van nu.
De open middag vindt plaats op Stationsplein 136 in Heerhugowaard en duurt van 14.00 tot 17.00. Gezien het beperkte aantal parkeerplekken bij het hoofdkwartier van de HHNK adviseert het hoogheemraadschap om op de fiets of met de trein te komen.
Hoe bereid je je vandaag voor op morgen? Over die vraag kunnen senioren zich woensdagmiddag 14 mei buigen in de Cultuurkoepel in Heiloo tijdens de regiobijeenkomst ‘Krachtig ouder worden – praat vandaag over morgen’.
Senioren kunnen met elkaar in gesprek gaan om te praten over onderwerpen die hen bezighouden. De gesprekken worden ondersteund door een ervaren gespreksbegeleider. De gesprekken zijn bedoeld om senioren voor te bereiden op de toekomst en hun zelfredzaamheid te vergroten.
De bijeenkomst wordt georganiseerd door de Seniorencoalitie en lokale organisaties. Pieter Hilhorst (politicus en publicist), Marlies Claasen (presentator en zangeres) en Jan Smelik (van Nederland Zorgt voor Elkaar) zijn te gast en zullen komen vertellen hoe zij kijken naar hun toekomst. Na afloop vindt er een borrel plaats.
Deelname is gratis, aanmelding is wel nodig. Dat kan via deze link. De bijeenkomst vindt plaats op woensdag 14 mei in de Cultuurkoepel in Heiloo aan de Kennemerstraatweg 464. De inloop is om 12.30 en de bijeenkomst zelf duurt van 13.00 tot 17.00.
Tachtig jaar geleden werden Alkmaar en omgeving bevrijd van de Duitse bezetting. “De vreugde was ongelofelijk, maar tegelijkertijd was er in Alkmaar ook spanning na de Duitse capitulatie”, vertelt de Alkmaarse historicus Gerrit Valk. Hij woont zelf op enkele honderden meters van de plek waar de Canadezen Alkmaar 80 jaar geleden kwamen bevrijden.
Vanaf Heiloo reden de Canadezen op dinsdagmiddag 8 mei 1945 de Kennemerstraatweg in Alkmaar op. Het is een gebeurtenis waar Gerrit Valk alles vanaf weet. De Alkmaarse historicus schreef zelfs een boek over Alkmaar in de Tweede Wereldoorlog: Alkmaar in oorlogstijd (1940-1945).
Met het boek op tafel, vertelt Valk bevlogen over de Alkmaarse Tweede Wereldoorlog-geschiedenis, van begin tot eind. “Begin 1940 zag men in Alkmaar zag de bezetting al aankomen. Toen Alkmaar in mei 1940 daadwerkelijk werd bezet door Duitsland, was er best wat angst. Maar tegelijkertijd was er ook wel gelatenheid in de stad. Veel mensen dachten: laten we gewoon kijken hoe we de oorlog zo probleemloos mogelijk kunnen doorkomen.” (tekst loopt door onder de foto)
Canadese militairen rijden de Kennemerstraatweg in Alkmaar op (foto: Regionaal Archief Alkmaar/Bosman, P.J.)
In de jaren daarna bleek dat het probleemloos doorkomen van de oorlog een illusie was. “Niet alleen werden honderden Joodse Alkmaarders gedwongen om hun eigen treinkaartje naar de vernietiging te kopen en op de trein te stappen. Ook voor veel niet-Joodse Alkmaarders waren oorlogsjaren, ondanks een relatief mild begin, uiteindelijk zwaar. Toen de Duitsers door Alkmaar trokken om mannen mee te nemen naar Duitsland om ze daar te laten werken, ging er een golf van afschuw door de stad.”
De oorlog duurde voort, Alkmaar wachtte in spanning af of het de geallieerden zou lukken terug te vechten tegen nazi-Duitsland. Na D-day en al helemaal na operatie Market Garden en de bevrijding van Zuid-Nederland in de herfst van 1944, veerde Alkmaar op van hoop. “In Alkmaar dacht men dat de Duitse bezetting nog slechts een paar weken zou duren, dat Alkmaar binnenkort weer in vrijheid zou kunnen leven”, vertelt Valk. (tekst gaat verder onder de foto)
Het namenmonument bij het station vermeldt de honderden namen van de Joden die vanaf daar vertrokken om in vernietigingskampen te worden vermoord. (foto: Streekstad Centraal)
Maar dat viel tegen; de geallieerden rukten maar moeizaam op richting Noordwest-Nederland. “Vanaf de bevrijding van Zuid-Nederland heeft het uiteindelijk nog bijna een half jaar geduurd voordat Alkmaar werd bevrijd. Dat half jaar is ongetwijfeld het zwaarste geweest van de Tweede Wereldoorlog voor Alkmaar en omgeving. Hoewel de hongerwinter in Alkmaar minder heftig was dan in Amsterdam, was het alsnog een hele zware periode voor de mensen hier.”
Stukje bij beetje wisten de geallieerden in het voorjaar van 1945 de Duitsers in Nederland steeds meer onder druk te zetten. “De capitulatie van Duitsland zat eraan te komen, dat voelde iedereen. En iedereen verheugde zich op dat moment.” (tekst loopt door onder de foto)
Gerrit Valk in zijn zitstoel met zijn boek Alkmaar in oorlogstijd en nog een ander werk van hem in zijn handen (foto: Streekstad Centraal)
De vreugde in Alkmaar barstte echter al los voordat Duitsland op 5 mei 1945 officieel capituleerde. “Toen de Engelsen en Amerikanen begin mei 1945 voedselpakketten dropten in Bergen, was er enorme opluchting en blijdschap. In Alkmaar en de wijde omgeving rende men de straat op om naar de vliegtuigen te zwaaien. Na een winter die Alkmaar in zijn greep hield door een hongersnood, was er na die voedseldropping ineens eten voor iedereen. En er werden niet alleen een paar broden naar beneden gegooid, er zaten ook luxeproducten tussen, zoals varkensvlees. Men was uitzinnig.”
Een aantal dagen later was het daadwerkelijk zover: Duitsland capituleerde in Nederland en de bevrijding van Alkmaar was een kwestie van tijd. Op dinsdagmiddag 8 mei was die tijd aangebroken. Via Castricum, Limmen en Heiloo reden de Canadezen Alkmaar binnen, waar ze via de Kennemerstraatweg naar de Langestraat reden. “Ook al zat de bevrijding er al een tijdje aan te komen, was de vreugde enorm. Ik denk dat het in Alkmaar sinds de bevrijding van de Spanjaarden in de 16e eeuw nog nooit zo’n groot feest is geweest. Iedereen verzamelde zich langs de straat. Er kwamen zo’n tienduizend Canadezen de stad binnen en ze werden als helden onthaald. Wel leverde de intocht van de Canadezen soms gevaarlijke situaties op omdat ze gewend waren om links te rijden. Maar daar kon ook wel om gelachen worden, iedereen was uitzinnig.” (tekst loopt door onder de foto)
Gerrit Valk bladert door een fotoboek over de geschiedenis van Alkmaar (foto: Streekstad Centraal)
Bij hun onthaal zouden sommige Canadezen hebben gezegd dat hun onthaal in Alkmaar nog feestelijker was dan in Parijs. Enkele honderden verbleven dan ook een tijdje in Alkmaar, en sommigen daarvan vonden ook de liefde in Alkmaar. Zo sloeg een Canadese militair de Alkmaarse Nelly Kroon aan de haak. “De Alkmaarse meisjes keken enorm op tegen de Canadezen die hen kwamen bevrijden”, vertelt Valk. “Ze zagen er een aantal knappe koppen tussen zitten en zo zijn er de nodige liefdes ontstaan op die 8 mei in Alkmaar.”
Hoewel Alkmaar was ondergedompeld in feestvreugde op de dag dat de Canadezen binnenreden, kwam de stad uit drie dagen – de periode van de Duitse capitulatie op 5 mei tot de bevrijding van Alkmaar op 8 mei – waarin de stad al feest vierde, maar waarop er ook een aantal grimmige incidenten plaatvonden. “In die drie dagen was er een machtsvacuüm. De Duitsers waren al gecapituleerd maar zaten nog wel overal in de omgeving. Totdat de geallieerden waren gearriveerd zagen de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) hun kans schoon. Zij wilden dat de Duitsers zich aan hen zouden overgeven, maar dat was voor de Duitsers onbespreekbaar. Zij zagen de Binnenlandse Strijdkrachten als een groep terroristen.” (tekst loopt verder onder de foto)
BS’ers Jan Baas en Jan Smit worden kort na de bevrijding begraven op de Begraafplaats Sint Barbara in Alkmaar (foto: Regionaal Archief Alkmaar/Bosman, P.J.)
“Die situatie heeft voor een aantal grimmige situaties in de stad gezorgd”, vervolgt Valk, “bijvoorbeeld de schietpartij in de Sint Annastraat in het centrum van Alkmaar. Daar stuitten in de nacht van 6 op 7 mei drie mannen van de BS op een groepje, naar alle waarschijnlijkheid dronken, Duitsers. Daar heeft toen een schietpartij plaatsgevonden waarbij twee mannen van de BS zijn overleden. Dit is echt een zwarte bladzijde in de Tweede Wereldoorlog-geschiedenis van Alkmaar.” De twee overleden BS’ers liggen nog altijd begraven op de Begraafplaats Sint Barbara in Alkmaar.
Tachtig jaar na dato kan de Alkmaarse Tweede Wereldoorlog-geschiedenis nog helder verteld worden. Dat de kennis daarover ooit zal verwateren, daar is Valk niet bang voor. “Ik geloof dat we alle verhalen levend kunnen houden. Ik denk dat die kennis niet meer gaat verdwijnen.” Hij doet er zelf in ieder geval alles aan om die kennis te blijven behouden: binnenkort gaat hij aan de slag met zijn volgende werk over de Alkmaarse Tweede Wereldoorlog-geschiedenis. “Ik wilde altijd nog een boek schrijven dat meer gaat over het dagelijkse leven in Alkmaar tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar begin ik binnenkort aan.”
Al vijftig jaar ontfermt Bart Slooten zich over de Grebmolen, gelegen tussen Koedijk en Schoorldam. Zijn assistent-molenaar Julius Meijer zette Bart naar aanleiding van dit jubileum deze week in het zonnetje. “Vijftig jaar is echt bijzonder, een hele lange tijd.”
“Hij werkt nog precies zoals vroeger”, vertelt Bart trots aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. “Het mooie is dat je met de natuur bezig bent en een techniek beoefent die eenvoudig is, maar zeker niet primitief.”
De 79-jarige Bart hoeft het werk al een tijdje niet meer alleen te doen. De 22-jarige molenfanaat Julius Meijer helpt hem al sinds zijn tiende. Er is de afgelopen twaalf jaar een bijzondere vriendschap ontstaan tussen de twee molenaars. Samen kunnen ze urenlang praten, niet alleen over molens, maar ook over het leven. “Bart is markante man met een berg aan kennis, ervaring én verhalen”, zegt Julius. (tekst loopt door onder de foto)
Al heel wat uren brachten Bart en Julius samen door in de Grebmolen (foto: NH Nieuws)
Bart koestert dan ook de wens dat ze zich samen nog lang kunnen ontfermen over de Grebmolen. “Ik ben herstellende van een dubbele hernia, maar dat gaat nog altijd vooruit. Ik ben ook zeker nog niet van plan om te stoppen.”
Samen met Julius de molen nog lang draaiende houden, is niet zijn enige wens: ooit hoopt hij dat Julius hem zal opvolgen. “Misschien viert hij hier dan ook ooit zijn vijftigjarige jubileum hier”, fantaseert Bart. “Dat zou een droom zijn”, zegt Julius instemmend.