Maandagavond is er bliksem ingeslagen in een woonhuis aan de Hiemerwaard in Alkmaar. De inslag ging gepaard met een harde klap die in de wijde omtrek te horen was, waarna er rook onder de dakpannen vandaan kwam.
De brand werd al snel opgeschaald naar middelgroot en meerdere tankautospuiten en ladderwagens kwamen erop af. De beginnende brand was inmiddels vanzelf uitgegaan door de hevige regenbui. (tekst gaat verder onder foto)
Brandweerlieden kijken toe terwijl collega’s kijken of er brand in het dak van het huis zit. (foto: Marco Schilpp)
Brandweerlieden op de hoogwerker namen hun tijd om goed te controleren of er in het dak niks meer smeulde, door meerdere dakpannen te verwijderen en gebruik te maken van een warmtekijker. Er bleek geen dakbrand te zijn.
Wie het dinsdag of donderdag lukt om zijn fiets in het rek te zetten bij station Alkmaar, kan zomaar een dikke duim omhoog én een fietslampje krijgen van de gemeente Alkmaar. Met deze actie, inclusief #posifiets, wil de gemeente aandacht te vragen voor het juist parkeren van de tweewielers.
Sinds de gemeente het project Alkmaar Fietst is gestart, om zoveel mogelijk mensen te laten fietsen, staat alles wat hiermee te maken heeft hoog op de agenda. Betere fietspaden, het aanpakken van onveilige kruispunten en handhaving op foutgeparkeerde fietsen – wat straks op het Hofplein ook mogelijk is, wanneer het fietsparkeerverbod daar in oktober ingaat.
Oftewel: fietsen, fietsen, fietsen. En nu door op een positieve manier aandacht te vragen voor het probleem rondom verkeerd geparkeerde fietsen. Want je kunt iedereen wel beboeten als ze iets fout doen, maar belonen als ze iets goed doen zou zomaar beter kunnen uitpakken. Dat is een beetje het idee achter de actie, opgezet door de gemeente, NS en ProRail. Op 25 stations krijgen ‘nette fietsparkeerders’ een fietslampje als het voorwiel in het fietsenrek zit en zijn en tips voor diegenen die er maar niet uitkomen hoe dat moet.
De actie is op dinsdag 24 september om 07:30 uur en donderdag 26 september om 15:00 uur op station Alkmaar. Als je het lichtjesuitdeelteam mist, zie je ongetwijfeld de posters die worden opgehangen op het station. (foto: gemeente Alkmaar)
De Alkmaarse volleybalvereniging ALVOCO introduceert samen met Sport-Z de sport zitvolleybal. Voor iedereen die nieuwsgierig is naar deze sport, organiseren zij op zaterdag 12 oktober een gratis clinic.
Zitvolleybal lijkt erg op het reguliere volleybalspel, alleen het veld is kleiner en het net hangt lager. Ook moeten de spelers altijd met een deel van hun romp of zitvlak de grond raken. Zitvolleybal wordt veel gespeeld door oud-volleyballers die door een blessure of door hun leeftijd het volleybalspel niet
veilig meer kunnen volgen. Ook met een lichamelijke beperking, of in het proces van revalidatie is zitvolleybal een mooie sport om te beoefenen.
Iedereen vanaf 12 jaar is welkom om te komen op zaterdag 12 oktober, van 15:00 tot 16:00 uur in Sportcomplex Oosterhout in Alkmaar. Aanmelden kan door te mailen naar de regiocoördinator aangepast sporten, Floor Wiemer. Kijk voor meer informatie op de website van Sport-Z. (Foto: Robert Hoogendoorn)
Afval, stenen, glasscherven een sterke urinegeur. Ook al hoopt Marcel (50) dat de gemeente een keer komt schoonmaken, hij verkiest zijn tentenkamp onder de Nollenbrug nog altijd boven een andere vorm van groepsopvang. Al ruim een jaar woont hij daar met drie andere daklozen, wat de gemeente Alkmaar gedoogt.
“Mijn vrouw ging bij me weg en nam de kinderen mee”, vertelt Marcel. Vervolgens verloor hij ook zijn baan en zijn huis. Inmiddels leeft hij zo’n vijftien jaar op straat, waarvan dus ruim een jaar onder de Nollenbrug. Wie wel eens onder de brug doorvaart, heeft zijn ‘huis’ vast al eens opgemerkt. (tekst gaat verder onder foto)
Toen alle ‘pilaren’ in Marcels leven omvielen, belandde hij op de straat. (foto: NH Media/Priscilla Overbeek)
Het viertal gebruikt een klein gasstelletje om te koken, en Marcels slaapplek, afgedekt met een plastic zeil, is bezaaid met vliegen. Fijn of hygiënisch kun je zijn slaapplaats niet noemen. En warm zal het ook niet zijn, in de winter. Maar dat komt wel goed, zegt Marcel tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. ”Vorige winter hebben we maar drie koude nachten gehad.”
Er is sinds vorig jaar een alternatief: de 24-uursopvang aan de Helderseweg, maar dat ziet Marcel niet zitten. In zo’n opvang voelt hij zich opgesloten. “Hier ben ik vrij om te gaan en staan waar ik wil.” Zowel politie als gemeente nemen soms een kijkje, maar gedogen het tentenkampje. (tekst gaat verder onder foto)
In de 24-uursopvang zijn privéslaapkamers, een woonkamer en keuken, maar Marcel woont liever in zijn tent. (foto: NH Media/Priscilla Overbeek)
Dat dit wordt gedoogd komt volgens de gemeente omdat deze mensen geen andere plek hebben om te wonen: “En indien deze mensen ervoor openstaan worden ze gesteund door medewerkers van het Vangen & Adviesteam van de GGD en Presentiewerkers van Reakt.” Ook daklozenstichting dnoDoen kent de vier daklozen, zegt directeur Hil Rabenberg.
“Er zijn mensen die het vervelend vinden om in groepsverband te wonen”, legt de directeur uit.” Een andere vorm van opvang is er simpelweg nog niet.” En daarnaast: “Sommige daklozen zijn ook niet te handhaven, omdat ze verslaafd zijn of gevaarlijk gedrag vertonen naar begeleiders en cliënten.” Dan zijn ze niet meer welkom in de opvang. (tekst gaat verder onder foto)
Een grote schoonmaak vanuit de gemeente zou geen verkeerd plan zijn, aldus Marcel (foto: NH Media/Priscilla Overbeek)
Nu zijn er sinds een jaar ook zogenoemde Skaeve Huse in Heiloo. Een experiment van de gemeente met twee kleine, afgelegen woningen, voorzien van alle gemakken, om daklozen van de straat te houden. Meer van dit soort plekken in de regio ziet Rabenberg wel zitten. Want waar de problemen rondom opvang van daklozen zich eerst vooral in grote steden liet zien, ziet hij de tenten steeds meer naar de regio komen. Hij geeft toe: “Niet iedereen is te helpen, maar je moet het wel blijven proberen.”
Een andere vorm van opvang zou het begeleiden van deze mensen ook makkelijker maken. “Dan kun je het beheersen en controleren”, zegt de directeur. Maar voorlopig zit zo’n alternatieve woonvorm er voor Alkmaar niet in, zegt de gemeente. “Het is nog niet gelukt een locatie te vinden waar we dat in onze regio kunnen realiseren, behalve in Heiloo.”
“Zo, ga jij nog op vakantie?” Oog in oog met – bijvoorbeeld – de kapper, komt zo’n vraag soms voorbij. Of onder ouders, op het schoolplein. Smalltalk. De één veert er van op, de ander loopt er op leeg. Terwijl deze ogenschijnlijk onbeduidende gesprekjes juist voor verbinding kunnen zorgen. Daarom organiseert Langedijker Gido Dirkmaat (23) Nationale Smalltalkdag. “Luchtige gesprekken kunnen juist waardevol zijn.”
“Voor mijn werk sta ik in supermarkten en geef ik kookdemonstraties of deel ik samples uit.” Bij uitstek een situatie voor smalltalk, dus Gido is inmiddels een pro op dit gebied. “Ik merk dat veel mensen behoefte hebben aan zo’n kort praatje.” De Langedijker ziet dan ook het mooie in deze “betekenisloze” gesprekken. Ze zorgen voor verbinding en er kunnen zelfs vriendschappen uit ontstaan. Daar moet ik wat mee, dacht hij.
En dat kon. Want naast zijn promotorbaan studeert Gido op de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, waar hij een minor Activistische Kunst doet. “Wat zou ik graag onder de aandacht willen brengen”, vroeg hij zichzelf af. En toen kwam alles samen: het idee voor Nationale Smalltalkdag was geboren. (tekst gaat verder onder foto)
Gido: “Bij smalltalk is het het fijnst om over iets te praten wat iedereen ervaart, zoals het weer of de bus die te laat is.” (foto: aangeleverd)
Maandagmiddag flyert de student in Alkmaar en plakt hij stickers met ‘Wat een weertje, hè’, op bushaltes, muren en waar dan ook een mens te vinden is. Zijn wens? Dat smalltalk, in al zijn onbelangrijkheid, weer belangrijk wordt. Met Nationale Smalltalkdag op 18 oktober als kers op de taart. “Mensen zitten nu toch vaak op hun mobiel, of met een koptelefoon op terwijl ze op de bus wachten.” Niet dat daar iets mis mee is, dat doet Gido zelf soms ook. “Maar ik merk zelf dat ik veel positieve gevoelens krijg van die korte praatjes en mijn medemens denk ik ook. Voor mijn gevoel heeft smalltalk een groot effect op de mentale gesteldheid. Ook een luchtig gesprek kan waardevol zijn.”
“De schoonheid van smalltalk”, gaat Gido verder, “is volgens mij juist dát het nergens over gaat. Dit zal natuurlijk verschillen per persoon, maar soms overheerst het gevoel dat alles serieus moet zijn. Er is zoveel chaos in de wereld, wie heeft er ruimte voor een onnozel praatje over het weer?” Maar smalltalk heeft weinig lading, het hoeft even niet belangrijk te zijn. “Als ik naar mezelf kijk en ik sta bijvoorbeeld in de rij bij kassa vier, dan praat ik ook liever over iets luchtigs als een voetbalwedstrijd dan dat ik daar de hele wereldproblematiek ga aankaarten.” (tekst gaat verder onder foto)
“Zo, dat is een groot kunstwerk!” is een makkelijke opening als je in het museum staat. (foto: aangeleverd)
Maar goed, niet iedereen staat te springen om even te babbelen over niks. Een ander aanspreken, zeker een vreemde, kan immers spannend zijn; de kans op afwijzing loert. “En dat is ook normaal, je wilt iemands grenzen respecteren, er zijn zat mensen die liever muziek luisteren onderweg naar huis.” Maar als je die behoefte wel voelt, doe het dan gewoon. En weet je niet waarover te praten? “Het belangrijkste om te beseffen is dat als jij iets ervaart, de kans groot is dat een ander dat ook ervaart. Sta je in een museum bij een enorm kunstwerk, dan zal negen van tien mensen om je heen het met je eens zijn dat het een groot ding is.”
Hij hoopt dan ook dat iedereen die geen fan is van smalltalk, toch een uitzondering wil maken op 18 oktober. “Het zou helemaal leuk zijn als iemand zo’n sticker ziet bij een bushalte of een flyer in z’n kontzak heeft en deze dag zelf het smalltalkonderwerp kan zijn.” En anders hebben we altijd nog ‘wat een weertje’, Gido’s persoonlijke favoriet. “Want het is altijd wel ‘een weertje’ dus je kan het altijd zeggen.”
Op zaterdag 5 oktober neemt Denisa Silvanova je mee in de wereld van Ayurveda. Ayurveda komt uit India en is waarschijnlijk de oudste, nog bestaande geneeswijze ter wereld. Omdat geneeskunde, filosofie en spiritualiteit steeds meer als een geheel worden gezien, wordt Ayurveda in het westen steeds populairder.
Denisa Silvanova vertelt deze avond over de geneeswijze en beantwoordt vragen. Zij is tenniscoach, pilatesdocent en ayurvedisch massagetherapeut. Silvanova moest eerder haar professionele tenniscarrière stoppen wegens een blessure. Hierdoor begrijpt ze goed hoe belangrijk een goede balans tussen inspanning en ontspanning is.
De informatieavond is op zaterdag 5 oktober en start om 19:30 uur in de bibliotheek in Heerhugowaard. Toegang is gratis, maar aanmelden is gewenst en kan via de website van de bibliotheek.
Op zondag 29 september opent de Manege de Hoef haar deuren om iedereen kennis te laten maken met de paardensport. Tijdens deze open dag zullen ruiters van de manege demonstraties geven van onder andere dressuur, springen en cross.
Naast de demonstraties kunnen kinderen zelf worteltaarten maken voor de paarden. In de stallen kunnen pony’s verzorgd worden tijdens ‘pimp je pony’.
Manege de Hoef biedt paardrijlessen voor jong (6+) en oud, van beginner tot gevorderd. Ook kun je hier terecht voor het rijden van buitenritten door de duinen en over het strand.
De open dag is van 12:00 tot 16:00 uur op Manege de Hoef, Herenweg 130 in Egmond aan den Hoef.
Als je iemands leven kan redden, doe je dat dan? Ook als je daarvoor met je handen in de buurt moet komen van borsten? Daar komt soms toch wat aarzeling en schaamte bij kijken, met #metoo nog vers in het geheugen. Maar dat is niet de enige reden dat reanimatietrainer Marjolijn Rodenburg oefenpoppen met borsten heeft aangeschaft.
Reanimatieschaamte. Marjolijn wist al langer dat het een ding was. Jarenlang werkte ze als verpleegkundige op de hartbewaking en deed veel reanimaties. Inmiddels traint ze anderen dit te doen. “En tijdens die trainingen hoorde ik dat veel mensen – vooral mannen – het toch moeilijk vonden om vrouwen te reanimeren. Soms moest ik mensen echt overtuigen”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder foto)
Bij de cursus in Heerhugowaard waren nu nog mannenpoppen met “opgeplakte” borsten, maar de echte vrouwenpoppen zoals Marjolijn hier vasthoudt, komen in oktober. (foto: aangeleverd)
Afgelopen maandag was er in Heerhugowaard zo’n cursus – aangeboden door Marjolijns bedrijf en Univé – waarbij reanimatieschaamte centraal stond. Hier waren dan ook poppen met borsten, om te oefenen en aarzeling weg te nemen. Dat kan levens redden. Uit onderzoek van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (UMC) blijkt namelijk dat er bij mannen in 74 procent van de gevallen direct gereanimeerd wordt, maar bij vrouwen is dit 69 procent.
“Het is niet alleen borstenschroom”, vertelt Marjolijn, “een hartinfarct kwam vroeger ook gewoon vaker voor bij de man.” We zijn het ritmisch duwen op vrouwenlijven simpelweg minder gewend, dus. “En als een vrouw neervalt op de werkvloer wordt ook vaak een vrouwelijke collega erbij geroepen. Mannen durven het minder en #metoo heeft dat verergerd.”
“Als een vrouw ligt vallen de borsten een beetje naar beneden.” Bij een reanimatie duw je op het borstbeen. “Met borsten heb je eigenlijk weinig te maken”, zegt Marjolijn. (foto: aangeleverd)
Daar komt nog bovenop dat vrouwen meestal heel andere klachten ervaren bij hartproblemen dan mannen. “Als een vrouw valt denken mensen sneller: oh, ze valt flauw. Veel mensen weten de verschillen in klachten ook niet. Mannen grijpen bijvoorbeeld vaker gericht naar het hart, ervaren pijn op de borst. Maar bij vrouwen zijn de klachten bij een hartinfarct soms vager.”
Vermoeidheid, misselijkheid, angst en onrust, pijn in de arm en tussen schouderbladen of zelfs maagklachten kunnen een indicatie zijn voor een hartaanval bij vrouwen. “Het vrouwenhart is anders dan dat van mannen. Daar wordt nu nog onderzoek naar gedaan, maar we weten wel dat vrouwen meer last hebben van krampen in de kleine bloedvaten van het hart en dat er bij mannen juist vaker sprake is van stolsels in de grote kransslagaderen.”
Hoe je deze genderspecifieke klachten kan herkennen en welke risicofactoren vrouwen hebben, was dan ook onderdeel van de workshop afgelopen maandag. “De cursisten waren heel blij dat er vrouwenpoppen lagen. Dat wisten ze niet en sommigen, voor wie deze cursus een herhaling was, hadden dat nog nooit meegemaakt.” In tegenstelling tot de klachten verloopt het reanimeren van mannen en vrouwen overigens wél hetzelfde. (tekst gaat verder onder foto)
“Reanimatie is dúrven handelen”, vertelt Marjolijn. “De theorie is niet de praktijk.” (foto: aangeleverd)
De onzekere gevoelens bij het reanimeren van vrouwen lopen nog meer op wanneer er een AED (defibrillator, red.) moet worden ingezet. “Dat moet namelijk op een ontbloot bovenlichaam, ook zonder bh. Dit moeten mensen gewoon leren durven en dat doen ze in zo’n cursus: durf te handelen.”
Dat leren is een kwestie van wennen. En wennen kost tijd. “Als je alleen al googelt op hartaanval zie je alleen maar mannen die naar hun hart grijpen. Lekker feministisch”, lacht ze. Kortom: Marjolijn maakt zich hard voor het hart van de vrouw. “Maar vrouwen mogen zelf ook wat mondiger worden als het niet pluis voelt”, wil ze nog toevoegen. Ze zoeken vaak te laat hulp en hun hartklachten worden soms te makkelijk gewijd aan bijvoorbeeld een burn-out. “Je moet er echt zelf achteraan.”
Donderdagochtend werd een fietsster aangereden op de rotonde van de Ruiterweg in Castricum. De fietsende vrouw had voorrang moeten krijgen van de bestuurder in een naderende bestelbus, maar dit gebeurde niet.
De vrouw werd aangereden en raakte gewond. Ze is met onbekend letsel meegenomen naar het ziekenhuis. De man in de bestelbus kon zijn weg vervolgen.
Kleurrijke ‘wijkmoeder’ Karin van der Vliet (60, “maar zo voel ik me niet”) deed al veel voor Dijk en Waard, maar daar kon best nog wat bij. Toen ze hoorde over het Ogen & Oren project in Winkel, wist ze: dat kunnen we hier ook gebruiken. Dat zij het zou coördineren was dan ook meer dan logisch: “De mensen weten me altijd te vinden.”
Karin mag je gerust een duizendpoot noemen. Naast raadslid bij Lokaal Dijk en Waard houdt ze zich ook bezig met sociaal werk, deed ze jarenlang de knutselclub en zamelt ze in voor de voedselbank. Vrijwilliger hier, luisterend oor daar; de lijst met haar bezigheden gaat eindeloos door. En door al die ervaring is ze een schakel tussen de gemeente, politie en inwoners. Iedereen kent haar wel en zij kent iedereen.
Dat zij het Ogen & Oren project zou coördineren was dan ook voor de hand liggend. Het project loopt nu een klein half jaar en draait op vrijwilligers die meermaals per week door wijken in Dijk en Waard wandelen – altijd in koppels. Zien ze iets dat niet klopt? Dan wordt dat gemeld. “De wandelaars zijn de ogen en oren voor de politie: ze nemen waar, signaleren en geven door.” Maar soms betekent waarnemen ook actie ondernemen. “Als iemand bijvoorbeeld een ladder tegen zijn huis heeft staan, dan bel je aan en zeg je: dat is niet zo handig, want zo is het huis inbraakgevoelig.” Maar ook bijvoorbeeld niet brandende lantaarnpalen worden gemeld of losse stoeptegels. (tekst gaat verder onder foto)
“Soms vergeet ik dat ik raadslid bent”, lacht ze, “ik ben gewoon Karin van der Vliet.” (foto: aangeleverd)
Lantaarnpalen, tegels, het klinkt allemaal nog redelijk onschuldig. “Maar soms heb je te maken met hangjongeren, die zitten dan op het dak van een huisje in een speeltuin. De mensen die rondlopen en dat zien, melden dat aan mij. Ik zet het dan in de Fixi-app zodat boa’s daar op kunnen inspelen.”
De Fixi-app is een meldsysteem voor inwoners om problemen in de wijk aan te geven. Hoe snel zo’n melding wordt opgepakt, hangt af van het probleem. “Staat er een kapotte fiets bij een bushalte, dan maak ik een foto en hangt er al snel een briefje aan.” Maar een melding over bijvoorbeeld overhangend groen duurt dan weer wat langer, omdat de gemeente dat dan bij een ander moet uitzetten. (tekst gaat verder onder foto)
Van de week plaatste Karin deze foto nog op de facebookpagina van het Ogen & Oren project; een gestolen bakfiets. (foto: aangeleverd)
Naast de Fixi-app is er ook een groepsapp voor de deelnemers van het project, waar ook iemand van jongerenwerk in zit. “Want soms durven mensen deze jongeren niet aan te spreken, straks heb je een mis tussen je ribben.” Aanspreken is dan ook niet verplicht, zegt Karin. “Alleen als het goed voelt.” Karin meldt zelf heel veel, ook voor mensen die de app niet snappen. Soms weten de mensen haar zelfs beter te vinden dan de wijkagent. Vrij is ze dan ook nooit écht. “Zelfs in de vakantie staan ze voor mijn deur.” En dat vindt ze juist geweldig.
Voorlopig is Karin dan ook niet klaar met haar bijdrage aan de buurten en wijken. “Als je leuke dingen doet, kost het weinig energie”, zegt de zestiger. “Zo was ik gisteren op de kermis en dan spreek ik wat jongeren aan. Eén van hen gaf me zo’n plastic eendje. ‘Mevrouw, u bewaart ‘m wel, hè! Ik zie u vaker op Facebook dan m’n eigen moeder.’” (tekst gaat verder onder foto)
Een foto van dat eendje moest natuurlijk even op Instagram, waarbij ze zich meteen heeft ‘geconnect’ aan de desbetreffende jongere. (foto: Karin van der Vliet)
Het Ogen & Oren project is naarstig op zoek naar meer vrijwilligers. Voel je je geroepen? Dan kun je mailen naar Karin.