De zware explosie die maandagavond plaatsvond in een woning in de Johan Willem Frisostraat in Castricum, is veroorzaakt door een boiler. De exacte oorzaak is nog niet bekend, maar de boiler is de reden voor de explosie. Dat zegt de Veiligheidsregio na onderzoek. Ook de naastgelegen woning liep bij de explosie zoveel schade op dat de bewoners niet meer terugmochten hun huis in. Verder veroorzaakte rondvliegend puin in de hele straat schade aan ramen, auto’s en zonnepanelen
Een onderzoeksteam van de verzekeraar is op dinsdagmiddag bij de zwaar beschadigde woning gaan kijken, samen met het Team Brandonderzoek. Ook was er een constructeur aanwezig om te kijken of het veilig genoeg was om de woning überhaupt binnen te treden. De onderzoekers zijn de woning uiteindelijk niet binnen geweest, zegt Wendy van den Heuvel, woordvoerster van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord.
„Wat precies de oorzaak was kunnen we nog niet zeggen, maar we weten wel dat het aan de boiler lag”, aldus Van den Heuvel. Het gerucht dat de boiler de ontploffing zou hebben veroorzaakt, ging maandagavond al rond onder buurtbewoners.
Schade
De explosie veroorzaakte maandagavond omstreeks kwart over acht een enorme ravage in de Johan Willem Frisostraat. De 88-jarige bewoonster van de woning was thuis op het moment van de explosie, maar bleef ongedeerd. Ook in de rest van de straat raakte wonder boven wonder niemand gewond.
De woning waarin de explosie plaatsvond, is ten gevolge van de ontploffing onbewoonbaar. Het dak is er half afgeblazen en de ramen op de eerste verdieping liggen eruit.
Ook de naastgelegen woning liep dermate veel schade op, dat de bewoners het huis maandagavond niet direct weer in mochten. Verder veroorzaakte rondvliegend puin in de hele straat schade aan ramen, auto’s en zonnepanelen.
Met elke stap dichter bij de examenzaal, bonst je hart sneller in je borst. Vlagen koud zweet overschreeuwen je knikkende knieën. Het geroezemoes sterft af, terwijl de klok steeds luider lijkt te tikken. Iedereen gaat zitten. Snickers, mueslirepen en pakjes sap worden op tafeltjes uitgestald. Heb je wel een pen mee? Had je maar meer geleerd. Nee, je kan dit, je wéét dit. Toch?
Maandag startten de centrale examens van het voortgezet onderwijs. En ondanks dat de leerlingen van pakweg twintig jaar geleden anders zijn dan die van nu, is examenstress is iets van alle tijden, vertelt Sophie Versfeld, ondersteuningscoördinator van het Trinitas College in Heerhugowaard. Versfeld merkt een toename van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. “We zien bijvoorbeeld vaker dat leerlingen black-outs ervaren tijdens een examen. En dat probeer je vooraf zo goed mogelijk te trainen: hoe ga je daar mee om?”
Voor Kas van der Veen (18) is een blanco hoofd ver van zijn bed. Streekstad Centraal sprak de vwo’er van het Alkmaarse Jan Arentz twee uur voordat zijn examen biologie startte. “Ik had verwacht dat ik heel gespannen zou zijn, maar ik voel ik me eigenlijk heel rustig.” Hij is dan ook goed voorbereid – “veel geleerd, gesport en ik heb ervoor gezorgd dat ik genoeg slaap pakte” – en staat er in de basis al goed voor. “Maar”, vult hij aan, “als ik eenmaal in het lokaal zit en de toetsen worden uitgedeeld, dan gaan de zenuwen wel komen, hoor.” (tekst loopt verder onder foto)
In biologie had Kas wel vertrouwen. Het is de Duitse leestoets op vrijdag waar hij een beetje tegenop kijkt (foto: Streekstad Centraal)
Deze generatie kent ook leerlingen die juist wat meer motivatie nodig hebben. “Het is belangrijk om ze op scherp te zetten, want ze moeten het wel serieus nemen”, zegt Michiel Ubas, teamleider van de bovenbouw op het Trinitas College in Dijk en Waard. “Daarin zie ik best wat veranderingen. Ik denk dat sommige leerlingen examens vroeger spannender en belangrijker vonden. Ik generaliseer natuurlijk enorm, maar je ziet het wel.”
“Dat komt omdat de wereld van jongeren nu groter is”, vult collega Versfeld aan. “Er is meer naast school wat ze belangrijk vinden. Vrienden waren altijd al een grote factor, maar ze hebben ook hobby’s, werk, sport, socials. En sommigen hebben zelfs al een eigen bedrijfje.” Al die extra dingen maakt focussen soms lastig. (tekst loopt verder onder foto)
In de vroege ochtend deden drie leerlingen van het Trinitas college locatie Han Fortmann, waar Ubas en Versfeld werken, hun eindexamen Grieks (foto: Streekstad Centraal)
“Deze generatie is onzekerder”, zegt Ubas. “Ze hebben in de onderbouw corona meegemaakt, maar moeten wél een volwaardig examen doen.” Goede adviezen en ondersteuning zijn daardoor extra hard nodig. “Nóóit opgeven, altijd íets op schrijven, ook als je het antwoord niet weet.” Leerlingen kunnen zodra ze thuiskomen de antwoorden online opzoeken en zien hoe ze het gedaan hebben. “Ik hamer er altijd op: bedenk of je dat wel écht wilt weten. Faalangstige leerlingen kunnen in paniek raken en alles opgeven, als ze veel fouten hebben gemaakt.”
Laura Komen denkt dat ze wel de antwoorden wil bekijken, want dan weet ze tenminste hoe ze ervoor staat. De achttienjarige loopt opgelucht en ietwat vermoeid door de klapdeuren van PCC Het Lyceum, waar ze haar examen biologie achterlaat. “Doodzenuwachtig, was ik. Vooral het moment dat ik ging zitten. Gelukkig had ze haar ‘lucky charms’ mee, zoals een kettinkje van haar zus. “Aandenkens van mensen die me supporten, die weten dat ik het kan. Als ik er dan even doorheen zit kan ik daaraan denken.” Laura omschrijft de aanloop naar het examen als een achtbaan: “Eerst ga je omhoog, de spanning bouwt op, en nu zit de eerste erop en valt het wel mee.” Dat beamen ook de twee jongens die net havo wiskunde A achter de rug hebben. “Goed te doen”, melden ze met een duim omhoog. (tekst loopt verder onder foto)
Ook Laura’s t-shirt is een lucky charm, die kreeg ze van haar beste vriendin. (foto: Streekstad Centraal)
En nu? De mannen gaan naar huis. Leren, eten slapen. Laura hoopt in de tuin nog een stukje zon mee te pakken. Maar niet te lang, “want de NOS heeft in de avond spreekuren over examens zodat je nog de laatste tips kan meekrijgen.” Aan hun wil om te slagen zal het niet liggen. Nog twee weken buffelen, en dan is het voorbij.
Maandagavond heeft rond 20:15 uur een explosie plaatsgevonden bij een woning aan de Johan Willem Frisostraat in Castricum. Er is veel schade aan de woning en brokstukken lagen op straat. Het dak van de getroffen woning is voor een deel verdwenen.
Volgens getuigen werd voorafgaand aan de explosie een gaslucht geroken. De 88-jarige bewoonster van het huis is bij de explosie ongedeerd gebleven. Meerdere auto’s in de straat hebben schade opgelopen door vallende brokstukken.
De woning is onbewoonbaar verklaard en er is een onderzoek opgestart naar de oorzaak van de explosie.
Maandagmiddag zijn een moeder en haar dochtertje gewond geraakt bij een eenzijdig ongeval op de Hoeverweg (N512). Ze reed richting Castricum toen het ter hoogte van het fietstunneltje bij Egmond van den Hoef mis ging. De vrouw ramde frontaal tegen die plek beginnende vangrail.
Hoe het ongeval ontstond is niet bekend. Door de klap tegen de vangrail draaide de auto een slag en eindigde daarna tegen de vangrail. Zowel de moeder als het kind zijn per ambulance overgebracht naar het ziekenhuis.
Hulpdiensten waren zondag in opperste paraatheid bij het strand bij Castricum. Een visser vond een explosief, waarna een deel van het strand werd afgezet. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) kwam ter plaatse en heeft de bom tot ontploffing gebracht. “De visser heeft goed gehandeld door ons direct te bellen.”
De vondst werd rond 09:00 uur gedaan, waarna het strand het domein werd van politieagenten. Eerst stuurde de agenten een foto naar het team Explosieven Verkenning en vervolgens werd de explosievendienst opgeroepen. “We dachten dat het een geschutgranaat met springstof zou kunnen zijn, maar het bleek uiteindelijk een antitankgranaat”, vertelt politiewoordvoerder Ilse Heemskerk in gesprek met Streekstad Centraal.
Dit soort granaten worden gebruikt tegen tanks of andere gepantserde voertuigen. Het gevonden projectiel stamt uit de Tweede Wereldoorlog. “We zijn de visser echt dankbaar, hij heeft goed gehandeld”, benadrukt Heemskerk opnieuw. “We hebben ook weleens mensen aan de balie die iets verdachts meenemen. Dat zorgt voor een hele consternatie. Zeker als het pand moet worden ontruimd. Wanneer je iets verdachts ziet, denk dan vooral aan de veiligheid van jezelf en anderen.”
Ondanks de oproep van 3FM, klinkt dinsdagmiddag geen Europapa in Alkmaar. Na de diskwalificatie van Joost Klein, wil de radiozender de artiest een hart onder de riem steken. Maar de Alkmaarse beiaardier Christiaan Winter doet niet aan mee. En daarin staat hij niet alleen. “De diskwalificatie is niet helemaal onbesproken. Het carillon is er om te verbinden en zolang we niet weten wat er is gebeurd, kunnen we dit niet ondersteunen.”
Winter is niet alleen beiaardier van Alkmaar, maar ook voorzitter van Beiaardcentrum Nederland. “We hebben het besproken, maar als vereniging gaan we het ook niet ondersteunen”, zegt hij in gesprek met Streekstad Centraal. Een sympathiek initiatief, maar wat hem betreft te vroeg.
En: “Een aantal jaar geleden hebben we een ode gebracht aan de Golden Earring, omdat ze stopten. Sindsdien hebben we tal van aanvragen gekregen. Uit ervaring kan ik zeggen dat bij radio en televisie de neiging is om mensen kunstjes te laten doen die de media zelf leuk vindt.”
De beiaardiersvereniging steunt de actie dus niet. “Maar beiaardiers kunnen natuurlijk zelf wel beslissen mee te doen”, benadrukt Winter. Inmiddels hebben beiaardiers door het hele land zich aangesloten bij de actie. Van Groningen tot Venlo en van Weesp tot Bergen op Zoom. Maar dus niet in Alkmaar. “Het is maar de vraag of het een succes wordt. Niet alle beiaardiers kunnen op een doordeweekse dag om 12:00 uur.”
Sasja Janssen heeft dit jaar de Roland Holst oeuvreprijs gewonnen. De dichteres komt daarmee in een illuster rijtje van winnaars. Onder andere Eva Gerlach en Anton Korteweg kregen de prijs eerder. “De poëzie van Sasja Janssen doet iets wat waarschijnlijk alleen poëzie, en alleen echt goede poëzie kan doen: ze geeft de waardigheid terug aan de taal”, aldus de jury.
De Adriaan Roland Holst oeuvreprijs is een echte Bergense onderscheiding. De dichter woonde jarenlang in het kunstenaarsdorp. In de jaren tachtig ontstond het idee voor de prijs. Om dichters te eren die weinig prijzen ontvangen, maar wel een constante kwaliteit laten zien.
Maar voor Sasja Janssen is het zeker niet de eerste prijs. Het zijn mooie tijden voor de dichteres, zouden we wel kunnen zeggen. Donderdag werd bekend dat ze de Johan Polak Prijs krijgt voor de bundel Virgula en vrijdag kwam het nieuws over de Bergense oeuvreprijs naar buiten. “Het duizelt me”, reageert ze op Facebook.
Sasja Janssen is al jaren een vaste waarde in de literatuurwereld. Ze schreef romans als De Revisor en De Kamerling, maar het bekendste werd ze toch wel met poëzie. De uitreiking staat gepland op zaterdag 25 mei in de Ruïnekerk. Naast een bronzen penning krijgt Janssen ook een beurs van 10.000 euro.