Als je iemands leven kan redden, doe je dat dan? Ook als je daarvoor met je handen in de buurt moet komen van borsten? Daar komt soms toch wat aarzeling en schaamte bij kijken, met #metoo nog vers in het geheugen. Maar dat is niet de enige reden dat reanimatietrainer Marjolijn Rodenburg oefenpoppen met borsten heeft aangeschaft.
Reanimatieschaamte. Marjolijn wist al langer dat het een ding was. Jarenlang werkte ze als verpleegkundige op de hartbewaking en deed veel reanimaties. Inmiddels traint ze anderen dit te doen. “En tijdens die trainingen hoorde ik dat veel mensen – vooral mannen – het toch moeilijk vonden om vrouwen te reanimeren. Soms moest ik mensen echt overtuigen”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder foto)
Afgelopen maandag was er in Heerhugowaard zo’n cursus – aangeboden door Marjolijns bedrijf en Univé – waarbij reanimatieschaamte centraal stond. Hier waren dan ook poppen met borsten, om te oefenen en aarzeling weg te nemen. Dat kan levens redden. Uit onderzoek van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (UMC) blijkt namelijk dat er bij mannen in 74 procent van de gevallen direct gereanimeerd wordt, maar bij vrouwen is dit 69 procent.
“Het is niet alleen borstenschroom”, vertelt Marjolijn, “een hartinfarct kwam vroeger ook gewoon vaker voor bij de man.” We zijn het ritmisch duwen op vrouwenlijven simpelweg minder gewend, dus. “En als een vrouw neervalt op de werkvloer wordt ook vaak een vrouwelijke collega erbij geroepen. Mannen durven het minder en #metoo heeft dat verergerd.”
Daar komt nog bovenop dat vrouwen meestal heel andere klachten ervaren bij hartproblemen dan mannen. “Als een vrouw valt denken mensen sneller: oh, ze valt flauw. Veel mensen weten de verschillen in klachten ook niet. Mannen grijpen bijvoorbeeld vaker gericht naar het hart, ervaren pijn op de borst. Maar bij vrouwen zijn de klachten bij een hartinfarct soms vager.”
Vermoeidheid, misselijkheid, angst en onrust, pijn in de arm en tussen schouderbladen of zelfs maagklachten kunnen een indicatie zijn voor een hartaanval bij vrouwen. “Het vrouwenhart is anders dan dat van mannen. Daar wordt nu nog onderzoek naar gedaan, maar we weten wel dat vrouwen meer last hebben van krampen in de kleine bloedvaten van het hart en dat er bij mannen juist vaker sprake is van stolsels in de grote kransslagaderen.”
Hoe je deze genderspecifieke klachten kan herkennen en welke risicofactoren vrouwen hebben, was dan ook onderdeel van de workshop afgelopen maandag. “De cursisten waren heel blij dat er vrouwenpoppen lagen. Dat wisten ze niet en sommigen, voor wie deze cursus een herhaling was, hadden dat nog nooit meegemaakt.” In tegenstelling tot de klachten verloopt het reanimeren van mannen en vrouwen overigens wél hetzelfde. (tekst gaat verder onder foto)
De onzekere gevoelens bij het reanimeren van vrouwen lopen nog meer op wanneer er een AED (defibrillator, red.) moet worden ingezet. “Dat moet namelijk op een ontbloot bovenlichaam, ook zonder bh. Dit moeten mensen gewoon leren durven en dat doen ze in zo’n cursus: durf te handelen.”
Dat leren is een kwestie van wennen. En wennen kost tijd. “Als je alleen al googelt op hartaanval zie je alleen maar mannen die naar hun hart grijpen. Lekker feministisch”, lacht ze. Kortom: Marjolijn maakt zich hard voor het hart van de vrouw. “Maar vrouwen mogen zelf ook wat mondiger worden als het niet pluis voelt”, wil ze nog toevoegen. Ze zoeken vaak te laat hulp en hun hartklachten worden soms te makkelijk gewijd aan bijvoorbeeld een burn-out. “Je moet er echt zelf achteraan.”