Auteur: Richard van der Veen

De gemeente Bergen inventariseert momenteel de schade aan het kunstpaard ’Stairway to Ringo’, dat dinsdagnacht wederom werd vernield. Daarna wordt besloten wat er met het beeld zal gebeuren.

De maker van het beeld, kunstenares Hellen van Meene uit Heiloo, vindt in ieder geval dat het beeld zo snel mogelijk opgeknapt moet worden en op exact dezelfde plek worden teruggeplaatst. “Ja, dat kost de inwoners van de gemeente belastinggeld. Maar als we het niet repareren belonen we vandalisme. Het moet in volle glorie hersteld worden zodat we uitdragen dat we dit niet tolereren”, vertelt ze aangeslagen aan mediapartner NH Nieuws.

Het beeld is onderdeel van ‘De Paardenparade’, een permanente kunstroute van tien paarden die Alkmaar, Egmond, Heiloo, Schermer, Graft en De Rijp met elkaar verbindt. Het Egmondse exemplaar is sinds de plaatsing in 2016 regelmatig beklad, onder andere met blauwe verf, zebrastrepen en een roze kraag. Ook heeft een onbekende het beeld bewerkt met een decoupeerzaag en werd het hondje Ringo al eens van de rug van het paard gerukt. Reparaties kostten duizenden euro’s. Er waren ook positieve acties, waarbij het paard kledingstukken aangemeten kreeg. Sindsdien hielden vandalen het al maanden met rust.

Rita Koppedraaijer van Facebookgroep Hart Voor Egmond liet als uitgesproken tegenstander van het beeld veelvuldig van zich horen. Hellen van Meene is haar geklaag nu zat. Volgens Van Meene vindt de meerderheid het beeld prachtig, en is het de schreeuwende minderheid die nu het meeste aandacht krijgt. “Waarom probeert zo iemand als Rita niet te verbinden? Ze strooit telkens zand in de machine. Alleen maar omdat zij het niet mooi vindt, betekent het niet dat het weg moet. Waar gaat het over? Het beeld is niet aanstootgevend, niet pornografisch, niks. Het is gewoon een beeld van een paard met een hondje. Grow up.”

Het beeld een andere plek geven, zoals Rita oppert, vindt de kunstenares geen goed idee. “Ze kan wel willen dat het op de maan wordt gezet. We hebben samen besloten dat het hier moet staan, bij het begin van het dorp en genoeg mensen vinden het prachtig. Ik ben het gezeur van die paar mensen zo zat. Het is kortzichtig. Alleen maar omdat jij het niet mooi vindt, hoeft het nog niet weg. Waarom kunnen we niet wat positiever zijn en houden we op met het gepest?”

Rita herkent zich niet in het beeld dat Hellen van haar schetst en zegt juist haar best te doen om mensen te verbinden. (foto’s paard na vandalisme: Frits van Eck; foto paard vóór vandalisme: Duinstreek Centraal).

Opiniemaker en voormalig Powned-presentator Jan Roos (43) is onterecht veroordeeld door de politierechter in Alkmaar voor het mishandelen van een 16-jarige dorpsgenoot uit Bergen. Dat vinden Jan Roos en zijn advocaat in ieder geval, en daarom gingen ze in hoger beroep bij het Gerechtshof in Amsterdam. Daar diende de zaak woensdag.

Op vrijdag 18 mei 2018 was er een confrontatie tussen Roos en de tiener op het terras van een café in Bergen. Er is een versie van het gebeuren zoals door Roos wordt beschreven en door zijn vriendin bevestigd, waarin het woord zelfverdediging voorkomt. En er is een andere versie van het slachtoffer, wiens verhaal door vier getuigen wordt ondersteund.

De politierechter veroordeelde Roos in april 2019 voor zijn gedrag tot een onvoorwaardelijke geldboete van 750 euro en een schadevergoeding van 700 euro. Het Openbaar Ministerie eiste woensdag in hoger beroep het dubbele van de eerder opgelegde geldboete: 1500 euro. Ook de schadevergoeding is Roos volgens de advocaat-generaal verschuldigd. De jonge Bergenaar claimt aan de mishandeling een hersenschudding, nekpijn, mondbloedingen en een losse voortand te hebben overgehouden.

De advocaat van Jan Roos pleitte voor vrijspraak, omdat er tegenstrijdige getuigenverklaringen zijn, en er volgens hem geen enkele onafhankelijk is. De advocaat-generaal bestreed dat. Van de vier getuigen die de verklaring van het slachtoffer onderschrijven, had één geen enkele binding met dader en slachtoffer.

Het wachten is nu op het Gerechtshof in Amsterdam, dat op 19 augustus uitspraak doet.