Het Openbaar Ministerie in Amsterdam eist in hoger beroep opnieuw vijf jaar celstraf tegen de 29-jarige Yousef el M., die is veroordeeld voor het verminken van een medegevangene in Heerhugowaard. Dit meldt mediapartner NH Nieuws. Op 22 november 2016 zou hij een beker ovenreiniger in het gezicht van de man hebben gegooid. Het slachtoffer raakte verminkt en vrijwel volledig blind.
Het slachtoffer liep door de hal in de gevangenis en kreeg een beker met bijtende vloeistof in het gezicht gegooid. Volgens bewakers klonk een “een gil die door merg en been ging”. Toen zij gingen kijken, troffen ze het slachtoffer kruipend over de vloer aan. De ogen van het slachtoffer zijn direct in de doucheruimte uitgespoeld en nog dezelfde middag is hij geopereerd. De man ziet vrijwel niets meer met zijn linkeroog, heeft rechts beperkt zicht en is blijvend verminkt.
De advocaat-generaal drukte ter zitting de ernst van de zaak uit: “Wat het slachtoffer is aangedaan is een daad van buitengewone agressie. De gevolgen zijn afschuwelijk en onomkeerbaar. Hij zal nooit meer kunnen zien zoals hiervoor. Hij heeft al meerdere operaties moeten ondergaan en zijn situatie kan ook nog verslechteren in de loop der tijd. Niets kan rechtvaardigen dat iemand zoiets gruwelijks wordt aangedaan.”
De dag voor de aanval zou het slachtoffer nog door de verdachte en een groep medegevangenen zijn gewaarschuwd. De verdachte zelf houdt vol dat hij onschuldig is en zijn advocaat wijst op tegenstrijdigheden in verklaringen. Het slachtoffer noemde El M. samen met drie andere gedetineerden, maar één daarvan was in de sportzaal, niet in de gang. Twee getuigen verklaarden dat El M. hen zelf verteld had over de daad, maar ze krabbelden later terug. De één zou verkeerd begrepen zijn door de politie, de ander zou het alleen van horen zeggen gehad hebben. Dit meldt het NHD. In 2018 meldde iemand zich die stelde dat El M. samen met hem in de keuken was tijdens de zuuraanval. De advocaat sprak van een dossier ‘vol list en bedrog’.
Het OM eiste eerder ook vijf jaar celstraf en de rechtbank ging daar in mee, omdat het de zaak voldoende bewezen achtte aan de hand van de verminking en de verklaringen. Ook moest de veroordeelde ruim 186.000 euro aan schadevergoeding betalen aan het slachtoffer. De uitspraak in het hoger beroep is op 13 maart.
Een van de twee medeverdachten is al onherroepelijk vrijgesproken, de zaak tegen de ander werd geseponeerd vanwege gebrek aan bewijs. De uitspraak in het hoger beroep is op 13 maart.
