Auteur: Robin Korving

Gemeente Alkmaar versoepelt de regel voor verplichte bewoning van nieuwe sociale koopwoningen. Nu mogen kopers hun huis pas vijf jaar nadat ze erin zijn gaan wonen doorverkopen. Doel is het tegengaan van huizenhandel. Maar de huidige regel kan volgens de gemeente ontmoedigend werken voor starters en het is nadelig voor de doorstroming. Vanaf 1 maart gaan de vijf jaren tellen vanaf de aankoop, met terugwerkende kracht.

“Starters kunnen een drempel ervaren om een sociale-koopwoning te kopen door de huidige voorwaarden voor de zelfbewoningsplicht en het verbod op doorverkoop voor een periode van vijf jaar”, legt de gemeente uit. “Omdat de woning dan nog gebouwd moest worden, betekende dit dat de koper soms tot wel acht jaar lang niet kon doorstromen naar een andere woning. Behalve als het college een ontheffing verleende van het verkoopverbod. Dit kan een reden zijn voor startende kopers om geen sociale-koopwoning te kopen in een nieuwbouwproject. Want vooral bij starters kan er in acht jaar tijd veel veranderen in de persoonlijke situatie.”

Denk aan een stelletje dat een woning koopt en anderhalf jaar wacht op de oplevering. Een jaar nadat de kopers erin zijn gaan wonen, krijgen ze een kindje. Nog een jaar later komt de tweede. De ouders willen doorstromen naar een grotere woning, maar ze moeten nog drie jaar wachten. Met de regel die op 1 maart ingaat is dat nog maar anderhalf jaar.

“Voor sommige woningeigenaren betekent dit dat de termijn van vijf jaar hierdoor nu verlopen is, waardoor de woning verkocht mag worden zonder dat daarvoor een ontheffing nodig is van het college van burgemeester en wethouders.”

De nieuwe regel geldt straks ook voor het ‘antispeculatiebeding’ dat geldt voor woningen waarvoor de gemeente grond afgaf. Wanneer het college toestemming geeft voor doorverkoop binnen vijf jaar, claimt het een deel van de overwaarde. Dit wederom om huizenhandel tegen te gaan. De termijn van vijf jaar gaat straks voor het beding ook in op de koopdatum.

Het cameratoezicht in het Alkmaarse winkelcentrum De Mare is verlengd tot eind september 2027. Volgens burgemeester Anja Schouten hebben de drie camera’s een goede preventieve werking en vergroten ze het gevoel van veiligheid onder de winkeliers, bewoners en bezoekers. Bovendien bewezen ze meermalen hun nut tijdens incidenten en als bewijsvoering bij strafzaken.

Eens in de zoveel tijd moet de inzet van permanent cameratoezicht worden geëvalueerd en al of niet worden verlengd. “Specifiek voor winkelcentrum De Mare werd gesteld dat met het signaleren van één incident per maand de camera’s nauwelijks productief zijn”, wijdt burgemeester Schouten uit. In 2023 werden in het winkelcentrum 558 incidenten geregistreerd, en daarbij is twaalf keer assistentie verleend vanuit de centrale voor cameratoezicht.

“Ondanks dat de camera’s van De Mare nog steeds relatief weinig incidenten waarnemen, hebben ze, volgens de leden van het gebiedsteam Noord (gemeente, politie en handhaving) hun meerwaarde bewezen in de preventieve werking op het voorkomen van criminaliteit en overlast van vooral jongeren”, constateert Schouten. “Daarnaast dragen de camera’s positief bij aan het bevorderen van het veiligheidsgevoel van ondernemers, bezoekers van De Mare en omwonenden, én het bevorderen van strafrechtelijke onderzoeken.”

De burgemeester heeft het daarbij niet alleen over de beveiligingscamera’s van de gemeente, maar ook die van winkeliers. En de ondernemers hebben aangegeven die samenwerking uit te willen breiden. Dat heeft wel wat voeten in aarde, want dan moeten de diverse systemen wel compatibel zijn. “Hierbij zal door middel van technologische ontwikkeling gekeken worden hoe we gestuurd toezicht kunnen houden op geweld, val- en onwel wordingen.”

De verlenging is tot aan 27 september 2027. Die datum is gekozen om de termijnen te stroomlijnen met de aanwijsbesluiten voor cameratoezicht in het centrum en het stationsgebied.