Kind gewond na jaar ‘afhouden’ van gemeente Alkmaar: “Ik heb uitgelegd hoe onveilig de situatie is”

Al bijna een jaar mailen meerdere bewoners van het Wolfpad met de gemeente Alkmaar, keer op keer met hetzelfde bericht: onze straat is onveilig voor onze kinderen om te spelen. Maar tevergeefs; een oplossing blijft uit. “Er gaat een keer een kind onder een auto komen”, waarschuwden bewoners de gemeente meermaals. En vorige week kwam die voorspelling uit. “Het is triest dat wij ons continu hebben laten horen, maar niet gehoord worden.”

Het is juli 2023. Buurtbewoner Linda (gefingeerde naam -red) is het zat en mailt de gemeente Alkmaar. Auto’s rijden veel te hard over de 30 kilometerweg die direct grenst aan zowel de woonhuizen als aan de druk bezochte speeltuin. Spelende buurtkinderen die naar huis of naar de speeltuin willen moeten de weg oversteken. Maar door de hoge heggen en geparkeerde auto’s, is zowel de speeltuin als een overstekend kind haast onzichtbaar vanaf de weg.

“Ik heb uitgelegd hoe onveilig de situatie is”, zegt Linda. Ze woont, net als de meeste buurtbewoners, al op het Wolfpad sinds de wijk werd gebouwd, nu bijna zeven jaar geleden. “Kinderen rennen of steppen zo de weg op en niemand die ze ziet aankomen. Ik vroeg of onze straat het stempel woonerf en de daarbij horende maximale snelheid van 15 km p/u kon krijgen. Of dat een drempel mogelijk was, het maakt niet uit, als er maar wat gedaan werd.” (tekst loopt verder onder foto)

De ‘stoep’ naast de huizen is net zo vlak als de weg, waardoor auto’s soms vlak langs de deur voorbij rijden. Dus parkeren bewoners hun fietsen daar maar (foto: Streekstad Centraal)

Drie maanden na de mail komt de ‘beleidsmedewerker verkeer’ naar het Wolfpad, om de situatie te bespreken met Samantha, een andere buurtbewoner die ook graag verandering ziet. Er wordt over meerdere zaken gesproken, een eventuele snelheidswijziging en een optionele drempel komen ter sprake. Ook de mogelijkheid voor een hekje rondom de speeltuin komt aan bod. “Het voelde alsof er eindelijk iets gedaan werd”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. Maar na een bevestiging van de besproken punten door de beleidsmedewerker, volgt radiostilte. Ook als Samantha weer mailt.

Zes maanden later, maart 2024, zijn er onaangekondigde werkzaamheden bij het speeltuintje op het Wolfpad. Tot verbazing van de bewoners worden de stoepen van twee ingangen van de speeltuin verlaagd, zodat deze rolstoel- en kinderwagen toegankelijk zijn. “Terwijl de speeltuin al op twee plaatsen toegankelijk is hiervoor”, zegt Samantha verbijsterd. “Dat was terloops ook ter sprake gekomen, maar zeker niet het onderwerp van ons gesprek.” Het resultaat? “Een helling die kinderen alleen maar meer uitnodigt om de weg over te racen.” En de helling komt direct uit op de onoverzichtelijke weg. “Het was nóg onveiliger geworden.” (tekst loopt verder onder foto)

Het verlaagde stoepje. “We vroegen zelfs nog: mag in ieder geval de stoep weer verhoogd? Maar dat was geen optie.” (foto: Streekstad Centraal)

Tussendoor wordt de snelheid nog gemeten op het Wolfpad. “Maar de gemeente plaatste de meter aan het begin van de straat, waar je vanaf het Wolfpad via een drempel naar de Korte Vondelstraat rijdt. Ver van de speeltuin. Daar móet je wel afremmen”, vertelt Samantha. De conclusie van de gemeente was dan ook: geen snelheidsprobleem. “Wat hadden ze dan verwacht?” Intussen kochten buurtbewoners zelf maar pionnen en verkeerspoppen die motiveren vaart te minderen. “We zetten zelfs onze fietsen dwars op onze lage stoep, zodat de weg smaller wordt.”

Mails van meerdere bewoners gaan heen en weer. Het is niet onveiliger geworden, zegt de beleidsmedewerker. “Waar zijn de ouders die bij deze kinderen horen, die zijn toch ook verantwoordelijk voor hun veiligheid?”, mailt de gebiedsregisseur, verantwoordelijk voor de inrichting van de straat.

En dan gebeurt op 20 mei datgene waar buurtbewoners al maanden voor waarschuwen: een jong meisje stept van de helling de weg op, een automobilist ziet haar niet op tijd en rijdt haar aan. “We vroegen aan de aanwezige politie of ze niet de snelheid konden handhaven. Dat bleek niet mogelijk, want onze straat is ingericht alsof het een 50 km p/u weg is”, zegt Samantha. “Dat klopt”, bevestigt een woordvoerder van de politie. “De straat is bij de bouw verkeerd ingericht. Automobilisten kunnen eenmaal in de straat niet zien dat ze maar 30 km p/u mogen rijden. En dan kunnen wij niet bekeuren.”

Alleen helemaal aan het begin van het Wolfpad staat een 30 kilometerzonebord, wat niet voldoende duidelijk is, aldus de politie (foto: Streekstad Centraal)

Meerdere mails van bezorgde buurtbewoners na het ongeval, blijven onbeantwoord. Maar wanneer Streekstad Centraal vragen stelt aan de gemeente over de situatie, komt er toch beweging. Geen veertig minuten na ons contact, ontvangen de bewoners een mail, met “dat ze graag met ons in gesprek willen over de situatie en oplossingsmogelijkheden.” We blijven het proces volgen.

Alkmaar trekt uit voor afscheid Ben Bijl: “Hij liet het kaas niet van z’n brood eten”

Wanneer de rouwauto vanaf bij de Grote Kerk de hoek omrijdt – de Langestraat in – lijkt het alsof heel Alkmaar even stopt met praten. Alle ogen zijn gericht op de naderende wagen. Op het bordes van het Stadhuis wachten burgemeester Anja Schouten en de Alkmaarse wethouders hun collega met eerbied op, om vervolgens in alle rust achter de auto richting de Sint Laurentiuskerk te lopen. Een laatste tocht voor de overleden Ben Bijl (63), door zijn geliefde binnenstad.

Ferme schouderkloppen wisselen lichte omhelzingen af. Korte anekdotes worden zachtjes gefluisterd voor de afscheidsdienst start. Die begint later dan gepland, maar dat past helemaal, vertelt de uitvaartbegeleider: “Ben kwam vaak en graag te laat. Als je dan een entree moet maken, doe het dan groots.” (tekst loopt verder onder foto)

Ben Bijl wenste geen “foto’s van een leven lang” op de schermen tijdens de muzikale intermezzo’s, maar liever videoclips (foto: Marco Schilpp)

Niet alleen familie is afgekomen op het afscheid van de de voormalig BAS-fractievoorzitter, de kerk zit vol. Echt vol. Wanneer An Englishman in New York klinkt, staat de zaal als één op en wordt de kist, onder de Alkmaarse vlag, naar binnen gedragen. Met de kaarsen aangestoken door familie rondom de kist, start een dienst vol emotie en humor.

Vorig jaar werd Bijl ziek en toen het niet meer ging, trok hij zich terug uit de lokale politiek. Zijn partij liet hij met liefde na aan zijn vrouw Pien. Bijl was “een vechtertje”, iemand die “het kaas niet van zijn brood liet eten”, een jongen van de straat. Maar bovenal blijkt Ben Bijl blijkt iemand die opkwam voor Alkmaarders. En deze donderdagmiddag kwam Alkmaar op voor hem. (hoofdfoto: Marco Schilpp)

“Ze gingen als underdog toernooi in”: Pink Panthers softbalmeiden winnen NK en mogen naar Polen

“Ik heb heel hard gejuicht, ik heb net mijn stem weer terug.” Afgelopen weekend wonnen de softbalmeiden van Pink Panthers het Nederlands Kampioenschap. Els Schipper is hartstikke trots, op haar man als coach van het team en natuurlijk op haar dochter Jasmijn als aanvoerster. Het sofbalteam van meiden onder de 12 jaar mag met de winst over een maand spelen op het Europees Kampioenschap. In Polen.

De Pink Panters is een samengesteld team, met meiden uit Alcmaria Victrix uit Alkmaar en The Herons uit Heerhugowaard.  “Ze gingen als underdog het toernooi in”, vertelt Schipper. “Vorig jaar deden ze ook mee en hadden ze alle wedstrijden verloren. We dachten: we zien wel waar het schip strandt.” En het schip strandde bij winst. Een nipte overwinning van 1-2,  wat niemand had verwacht. “Oh, jee, dachten we, nu moeten we al over een maand naar Polen!”, lacht Schipper.

Tijdens de finalewedstrijd moesten de Pink Panthers tegen de beruchte South West Thunders, Zuid-Hollanders van wie ze eerder hadden verloren. Juist dat maakte de wedstrijd zo bloedstollend interessant. “De laatste twee minuten waren we enorm zenuwachtig”, vertelt aanvoerster Jasmijn Sierag (13). Ze had in eerste instantie niet direct door dat ze gewonnen hadden. “Ineens rende Bo, de catcher, heel blij op me af, en het publiek was hard aan het schreeuwen.” Toen kwam het nieuws pas echt binnen.

Naar Polen gaan heeft nog wel wat voeten in de aarde. “We moeten het zelf betalen. En we kunnen natuurlijk niet in iedereens portemonnee kijken”, vertelt Schipper, “daarom zetten we een crowdfunding op.” Als de softbalmeiden in Polen óók winnen, mogen ze naar de World Series in softbalwalhalla Amerika. “Maar, dat is wel hoog gegrepen hoor”, zegt Schipper met een lach. Haar dochter is het daarmee eens. Ze voelt ook niet veel spanning bij het idee van het EK spelen in Polen. “De druk is er nu af. Wat we met het NK hebben bereikt is alles wat ik wilde.”

Leerlingen De Stek in het zweet tegen kinderkanker: “We gaan stug door!”

“Drie, twee, één…” Onder luid gegil stuift de onderbouw met een noodgang door het lint. Waar de één na twee rondjes al rood aanloopt en met piepende ademhaling om limonade vraagt, racet de ander zonder een druppeltje zweet nog even door. Dinsdag renden alle klassen van basisschool De Stek in Alkmaar zich rot om geld op te halen voor KiKa. “Ik vind het heel zielig voor die kinderen en daarom wil ik ze graag helpen.”

Oranje vlaggetjes geven wapperend de route aan. Met een felblauwe lucht en een nog niet te warm zonnetje, trapt de onderbouw na een fikse warming-up en onder luid gejuich de sponsorrun af. Aangemoedigd en vergezeld door wethouder Jasper Nieuwehuizen en triatleet Sander van Staveren. Sander zag van dichtbij wat kanker kan doen, zowel bij zijn vader als de dochter van vrienden. “Als jonge kinderen de kans krijgen om te genezen, zet ik me daar graag voor in.” Dit is niet zijn eerste KiKa run en zeker niet zijn laatste: “Vrijdag had ik al een pinksterrun in Oudorp, eind april deed ik een hele marathon en mijn grootste uitdaging wordt een triatlon in Almere.” (tekst loopt verder onder foto)

Sander van Staveren houdt het lint vast voordat hij zo weer een rondje mee rent. “Helemaal leuk dat zo’n basisschool wil helpen voor KiKa.” (foto: Streekstad Centraal)

Even verderop staat de KiKa mascotte vakkundig high-fives uit te delen aan de voorbij rennende middenbouw. Dat dit een amateurbeer is valt totaal niet te zien. Bij navraagt blijkt de twaalfjarige groep 8’er Julie Bleeker in de warme vacht te schuilen. “Mijn moeder hielp met organiseren en ze vroeg of ik in dit pak wilde. Ik vind het super leuk!”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. Over een klein uurtje is het de beurt aan Julie om te rennen. Gelukkig is er een invaller die haar plek in het berenpak kan overnemen. “Heel goed dat we dit voor KiKa doen. Ik vind het heel zielig voor die kinderen en daarom wil ik ze graag helpen.”

En helpen gaat vandaag door zo hard mogelijk te rennen, voor geld. “We zitten nu op zo’n 5.000 euro”, vertelt Christel Folmer, die de run mede organiseert. “We gaan stug door!” Christel kreeg zelf kanker toen ze 24 was. “Iets ouder dan dan de KiKa leeftijd. Toen ik hoorde dat Sander ging rennen voor KiKa, sloeg ik daar op aan. Toen hebben we onze krachten gebundeld en dit georganiseerd.” Ze hoopt dat meer scholen zich aansluiten. “Want er is 60.000 euro nodig om een onderzoek naar kinderkanker te starten.” Een vijfde van de kinderen overleeft de ziekte niet. Voor hen doen ze het. (tekst loopt verder onder foto)

Een opgeluchte  en warme Julie Bleeker, nadat zij en haar moeder met gepast geweld de berenkop van haar hoofd kregen (foto Streekstad Centraal)

Mid-rondje spreekt Streekstad Centraal nog wat renners aan. “Gaat goed!”, hijgen buurjongens Dani (8) en Fender (bijna 8). Ze hebben keihard getraind voor deze dag,  “gewoon door te rennen, zo hard als je kan.” Tien rondjes gaan ze voor. Met zes op de teller en nog vijftien minuten te gaan, moet dat lukken.

Ondertussen wordt de zon steeds warmer, de gezichten roder en de grijzen steeds breder. “Goed bezig!”, roepen ouders vanaf de kant. Gulzig slokken de rennertjes snel wat klaargezette limonade weg. Opzwepende muziek moedigt, samen met Julie in haar inmiddels bloedhete berenpak, de kinderen aan tijdens hun laatste rondje. Als opgetogen energie en wilskracht een kind konden genezen, zou er na deze ochtend op Het Stek geen ziek kind meer zijn.

Stress en op scherp staan tijdens eerste eindexamens: “Doodzenuwachtig, was ik”

Met elke stap dichter bij de examenzaal, bonst je hart sneller in je borst. Vlagen koud zweet overschreeuwen je knikkende knieën. Het geroezemoes sterft af, terwijl de klok steeds luider lijkt te tikken. Iedereen gaat zitten. Snickers, mueslirepen en pakjes sap worden op tafeltjes uitgestald. Heb je wel een pen mee? Had je maar meer geleerd. Nee, je kan dit, je wéét dit. Toch?

Maandag startten de centrale examens van het voortgezet onderwijs. En ondanks dat de leerlingen van pakweg twintig jaar geleden anders zijn dan die van nu, is examenstress is iets van alle tijden, vertelt Sophie Versfeld, ondersteuningscoördinator van het Trinitas College in Heerhugowaard.  Versfeld merkt een toename van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. “We zien bijvoorbeeld vaker dat leerlingen black-outs ervaren tijdens een examen. En dat probeer je vooraf zo goed mogelijk te trainen: hoe ga je daar mee om?”

Voor Kas van der Veen (18) is een blanco hoofd ver van zijn bed. Streekstad Centraal sprak de vwo’er van het Alkmaarse Jan Arentz  twee uur voordat zijn examen biologie startte. “Ik had verwacht dat ik heel gespannen zou zijn, maar ik voel ik me eigenlijk heel rustig.” Hij is dan ook goed voorbereid – “veel geleerd, gesport en ik heb ervoor gezorgd dat ik genoeg slaap pakte” – en staat er in de basis al goed voor. “Maar”, vult hij aan, “als ik eenmaal in het lokaal zit en de toetsen worden uitgedeeld, dan gaan de zenuwen wel komen, hoor.” (tekst loopt verder onder foto)

In biologie had Kas wel vertrouwen. Het is de Duitse leestoets op vrijdag waar hij een beetje tegenop kijkt (foto: Streekstad Centraal)

Deze generatie kent ook leerlingen die juist wat meer motivatie nodig hebben. “Het is belangrijk om ze op scherp te zetten, want ze moeten het wel serieus nemen”, zegt Michiel Ubas, teamleider van de bovenbouw op het Trinitas College in Dijk en Waard. “Daarin zie ik best wat veranderingen. Ik denk dat sommige leerlingen examens vroeger spannender en belangrijker vonden. Ik generaliseer natuurlijk enorm, maar je ziet het wel.”

“Dat komt omdat de wereld van jongeren nu groter is”, vult collega Versfeld aan. “Er is meer naast school wat ze belangrijk vinden. Vrienden waren altijd al een grote factor, maar ze hebben ook hobby’s, werk, sport, socials. En sommigen hebben zelfs al een eigen bedrijfje.” Al die extra dingen maakt focussen soms lastig. (tekst loopt verder onder foto)

In de vroege ochtend deden drie leerlingen van het Trinitas college locatie Han Fortmann, waar Ubas en Versfeld werken,  hun eindexamen Grieks (foto: Streekstad Centraal)

“Deze generatie is  onzekerder”, zegt Ubas. “Ze hebben in de onderbouw corona meegemaakt, maar moeten wél een volwaardig examen doen.” Goede adviezen en ondersteuning zijn daardoor extra hard nodig. “Nóóit opgeven, altijd íets op schrijven, ook als je het antwoord niet weet.” Leerlingen kunnen zodra ze thuiskomen de antwoorden online opzoeken en zien hoe ze het gedaan hebben. “Ik hamer er altijd op: bedenk of je dat wel écht wilt weten. Faalangstige leerlingen kunnen in paniek raken en alles opgeven, als ze veel fouten hebben gemaakt.” 

Laura Komen denkt dat ze wel de antwoorden wil bekijken, want dan weet ze tenminste hoe ze ervoor staat. De achttienjarige loopt opgelucht en ietwat vermoeid door de klapdeuren van PCC Het Lyceum, waar ze haar examen biologie achterlaat. “Doodzenuwachtig, was ik. Vooral het moment dat ik ging zitten. Gelukkig had ze haar ‘lucky charms’ mee, zoals een kettinkje van haar zus. “Aandenkens van mensen die me supporten, die weten dat ik het kan. Als ik er dan even doorheen zit kan ik daaraan denken.” Laura omschrijft de aanloop naar het examen als een achtbaan: “Eerst ga je omhoog, de spanning bouwt op, en nu zit de eerste erop en valt het wel mee.” Dat beamen ook de twee jongens die net havo wiskunde A achter de rug hebben. “Goed te doen”, melden ze met een duim omhoog. (tekst loopt verder onder foto)

Ook Laura’s t-shirt is een lucky charm, die kreeg ze van haar beste vriendin. (foto: Streekstad Centraal)

En nu? De mannen gaan naar huis. Leren, eten slapen. Laura hoopt in de tuin nog een stukje zon mee te pakken. Maar niet te lang, “want de NOS heeft in de avond spreekuren over examens zodat je nog de laatste tips kan meekrijgen.” Aan hun wil om te slagen zal het niet liggen. Nog twee weken buffelen, en dan is het voorbij.

Muziekfietstocht door de groene voortuin van Alkmaar: “Het is een soort instuif”

Klassiek kerstconcert in sfeervol versierde Noordeinder Vermaning

Mocht je op Tweede Pinksterdag zwermen mensen al neuriënd door de Eilandspolder zien fietsen: dat doen ze niet alleen om het mooie weer. Deze wielrijders trekken van kerk naar kerk voor de muzikale fietstocht ‘4 de Muziek in de Polder’. “De mensen die dit al hebben ontdekt, vinden het heel erg leuk.”

Beter goed gejat dan slecht bedacht, dacht de organisatie enkele jaren geleden. De muzikale fietstocht bestond al even in Purmerend, toen de kerken van Schermerhorn, Stompetoren, Grootschermer en Noordeinde in 2019 besloten het concept over te nemen. “Het paste hier heel mooi. Alle kerken liggen in het natuurgebied en relatief dicht bij elkaar”, vertelt Remco Gerretsen van het muziekevenement aan Streekstad Centraal.

Elk heel uur start in elke kerk een concert. Van coversbands tot Ierse folkmuziek, van jazz tot klassiek. Zo’n concert duurt een klein half uur, waarna je drie tot vijf kilometer trapt en weer bij een volgend concert kan aansluiten. Het maakt niet uit bij welke kerk je begint of eindigt. Koffie, thee of een biertje is aanwezig voor de liefhebber. Kunnen we dan lallende fietsers in de sloot verwachten einde dag?  “Nee, hoor”, stelt Remco gerust. “Er is tussendoor tijd drankje, maar niet om je vol te gooien.” (tekst loopt verder onder foto)

Fietsen is overigens geen must om de concerten bij te wonen. Bij slecht weer of andere ongemakken is de auto ook een optie (foto: aangeleverd)

“Mensen die dit hebben ontdekt, vinden het heel erg leuk”, sluit Remco af. “Ook omdat het zo laagdrempelig is. Voor een tientje mag je naar vier concerten en tussendoor fiets je door een schitterend mooi gebied. Het is een soort instuif: mensen komen en gaan. Juist die beperkte tijd maakt het bijzonder.”

Kaartjes zijn tien euro (alleen contant) voor vier concerten en vooraf bij elke kerk te koop. Informatie over de bands, speeltijden en concertlocaties staat op de website van de Dorpskerk Grootschermer

Op 4 mei denkt veteraan Johann ook aan huidige staat van de wereld: “Dat wens je niemand toe”

Op 4 mei schieten de beelden van vroeger door het hoofd van oud-onderofficier Johann de Jong. Hij denkt aan iedereen die is weggevallen, toen, maar ook nu. “Ik sta stil bij mijn eigen verleden en alle shit die daar aan vooraf is gegaan.” En dat doet hij samen met zijn collega- veteranen, tegen wie hij “niet veel hoeft te zeggen, om elkaar toch te begrijpen.”

Ongekend belangrijk, die verbondenheid tussen veteranen, aldus Rob Kuiper, voorzitter van Stichting Veteranen Alkmaar. Zelf was Kuiper actief bij de luchtmobiele brigade. “Oud-collega’s vinden steun en begrip bij elkaar. Ze spreken dezelfde taal en hebben vaak dezelfde soort ervaringen gehad.” (tekst loopt door onder de foto)

Afgelopen vrijdag mocht de Stichting Veteranen Alkmaar de kaasmarktbel luiden. Voor voorzitter Rob Kuiper niet de moeilijkste missie. (foto: Streekstad Centraal)

Stichting Veteranen Alkmaar begon ooit als een werkgroepje om de gemeente te adviseren. Kuiper: “Van daaruit zijn we gegroeid, kwam de formele status en konden we niet meer genegeerd worden”, zegt hij tegen Streekstad Centraal. Dat wierp zijn vruchten af: de stichting is vaker zichtbaar. Zo ook vrijdag 3 mei, toen de veteranen de kaasmarkt openden door de kaasbel te luiden. Tijdens de herdenking op 4 mei zijn ze prominent aanwezig en ook op het Bevrijdingsfestival in Alkmaar staat een veteranen-stand.

Die zichtbaarheid is hard nodig, volgens Kuiper. Want het beeld dat sommige mensen hebben van veteranen klopt niet: “Men dacht: dat is een oude man met een wandelstok die heeft gevochten in de Tweede Wereldoorlog of Indië. Maar dat is, op een enkeling na, al dertig jaar niet meer zo.” De jongste veteranen zijn 25 jaar, vertelt Kuiper, en misschien wel jonger. (tekst loopt door onder de foto)

Wat zijn veteranen, wat doen ze nou? Gaan ze een beetje oorlogje voeren of zit het toch anders? Dit soort vragen beantwoordt de stichting bijvoorbeeld tijdens het Bevrijdingsfestival (foto: aangeleverd / Lotte photography)

Zelf is Kuiper, net als zijn oud-collega Johann de Jong, van de generatie die vredesmissies deed. “Vanaf Libanon zijn we niet meer op missie gegaan voor oorlog, maar alleen om rust, hulp en stabiliteit te brengen.” Dat weet niet iedereen. Dat is dan ook één van de functies van de stichting: zorgen voor begrip in de maatschappij. “We vertellen onze verhalen: hoe is het om te helpen daar? Mensen zitten hier in een veilige bubbel, ver van hun bed, maar wij zijn daar geweest.”

Dat hun inspanningen voor anderen soms een ver-van-je-bedshow is, weet gepensioneerde marinier Johann de Jong ook. Terwijl de dreiging in de huidige staat van de wereld – kijk naar Oekraïne of Israël en Palestina – nu heel voelbaar is. “Ik prijs mezelf gelukkig dat ik mijn periode heb gehad”, zegt de vredessoldaat. “Stiekem ben ik toch bang dat mijn collega’s, militairen, met gevechtsomstandigheden geconfronteerd worden. De impact die daarvan kunnen ondervinden, is vele malen groter dan de impact die ik ondervond. Dat wens je niemand toe.” (tekst loopt door onder de foto)

“Waarom laten we elkaar niet gewoon met rust?”, vraagt Johann de Jong zich soms af, als hij naar de huidige staat van de wereld kijkt (foto: NH Nieuws/Aline Bleeker)

Des te belangrijker is zo’n herdenking. Juist omdat niet alleen het verleden passeert, maar ook het belang van vrede. Dat herdenken doet De Jong overigens niet alleen op 4 mei. “Het is altijd in mijn achterhoofd aanwezig, noem het beroepsdeformatie. Maar als je het nieuws volgt wordt je er ook continu mee geconfronteerd.”

Ja, stilstaan bij al dat leed is van belang, “maar je moet daarna ook direct ruimte maken om te kunnen genieten van je vrijheid.” Dus dat doet De Jong ook, en dat begint al op 4 mei. “Bij wijze van spreken al om vijf over acht op het Kerkplein, met een biertje in de hand.”

Met een bommetje in het ijskoude diepe; het Baafje is weer open: “Ik hou van dit zwembad!”

Featured Video Play Icon

“Drie, twee , één…! Na een grote sprong van de duikplank, landt het bommetje in de vorm van een jongetje, plonzend in het officieel heropende Baafje. Opluchting in Heiloo: het zwembad is van de ondergang gered. Al is de temperatuur van het water nog wel even wennen: “Een ijsbad!”

Bij de actiegroep Red het Baafje, inmiddels omgedoopt tot Vrienden van Heiloo, kijkt tevreden terug. “De afgelopen maanden waren natuurlijk best hectisch, voor ons allemaal”, vertelt Lotte Blesgraaf van de Vrienden. Trots, is ze, op alle inzet en de bergen werk die zijn verzet. “Ik ben superblij met dit resultaat, en ook nog met een zonnetje erbij.”

In maart besloot de gemeenteraad alsnog een duit in het zakje te doen voor het openblijven van het Baafje. Daarnaast waren er maar liefst 150 vrijwilligers nodig. Een groot deel daarvan meldde zich al snel. (tekst loopt door onder foto)

Van het schoonmaken van de goten tot het verstevigen van duikplanken  (foto: NH Media )

Een paar van die vrijwilligers namen woensdag ook een eerste duik in het bad. “Echt geweldig”, zegt één van hen, terwijl ze dobbert in het water. “Dat dit in zes weken tot stand is gekomen.” Aan de temperatuur van het zwemwater valt op sommige plekken echter nog wél wat te wensen. “Maar als je eenmaal door bent, valt het wel mee.

Al met al staat het Baafje een zonnige toekomst in het verschiet. “Ik ben blij dat we met z’n allen de instelling hebben om er een langdurig verhaal van te maken”, zegt Blesgraaf. “Dat het niet voor één seizoen is, maar minstens de komende tien jaar.”

Ritje naar bloemenkweker Bergen eindigt in kop-staartbotsing

Op de N510 in Bergen heeft dinsdag een kop-staartbotsing plaatsgevonden tussen twee personenauto’s. De Bergerweg was hierdoor geblokkeerd, waardoor andere automobilisten over het fietspad langs het ongeluk moesten rijden.

De botsing ontstond doordat de bestuurder van een auto met een Belgisch kenteken linksaf wilde slaan, richting een bloemenkweker. Wachtend op tegemoetkomend verkeer, werd hij te laat gezien door een andere auto, die op de achterkant klapte. Er is niemand gewond geraakt.

Schitterend schone stolpersteine sieren straten van Bergen: “Het grijpt me bij de keel”

Op de knieën, met een staalborstel in de ene hand en koperpoets in de ander, had Klaas Wits zondag maar één missie: boenen tot ze weer glimmen. Want met 4 mei in het vooruitzicht, verdienen de Bergense stolpersteine het er mooi bij liggen. “Nu ik erover praat, merk ik dat het me weer emotioneert.”

In het dorp Bergen liggen twaalf stolpersteine, ook wel bekend als struikelstenen, met daarboven borden die het verhaal vertellen van de Bergense Joden die daar voor het laatst in vrijheid verbleven. De stenen konden wel een opknapbeurt gebruiken.  “We gingen ze allemaal langs om ze eens goed in de Brasso te zetten”, zegt Klaas Wits van het 4 mei comité. (tekst loopt verder onder foto)

Wat een beetje koperpoets al niet kan bewerkstelligen (foto: Hans Brouwers/Habrofotografie)

Vanwege de spit in Klaas’ rug – “Ik heb pijnstillers en weet gelukkig heel goed wat ik wel en niet kan” – vroeg hij zijn dochter hem te helpen met de schoonmaak. Een ander comitélid haakte ook aan.

Een gewone klus is het zeker niet voor Klaas. “Ik voel daar iedere keer iets bij, het grijpt me bij de keel. Nu ik erover praat, merk ik dat het me weer emotioneert;  dat we dit mensen hebben aangedaan.” Klaas werd lid van het 4 mei comité als eerbetoon aan zijn vader, “omdat hij vroeger de juiste keuze maakte.” Klaas’ vader zat in het verzet. “In 1942 werd hij opgepakt in Rotterdam, en in 1965 is hij uiteindelijk overleden. Ik was toen 13. Ik heb nooit met hem kunnen praten over die tijd. Er werd niet over gesproken.” (tekst gaat verder onder foto)

Klaas (rechts) en zijn dochter Linde. Klaas merkt dat praten over de oorlog nu meer gebeurt dan vroeger. “Je ziet grootouders in gesprek gaan met kleinkinderen, vertellen wat ze hebben meegemaakt.” (foto: Hans Brouwers/Habrofotografie)

Klaas praat er wél over, bij elke kans die hij kan krijgen. Al poetsend op de knieën hadden de drie figuren natuurlijk wel wat bekijks in Bergen, “en ik spreek mensen die langslopen altijd aan. Dan vraag ik of ze weten waar ze naar kijken, het verhaal erachter kennen. Soms is het echt een eye-opener.”

Al met al was de klus met een uur geklaard. De stolpersteine glimmen weer als nieuw. “En krijgen de aandacht die ze verdienen. Het is een joodste traditie: zolang een naam nog gelezen of uitgesproken wordt, ben je niet vergeten.”