Groots mysterie in Akersloot: “In dertig jaar tijd niet meegemaakt”

Hoe hebben ze het gedaan, en waarom? Het Akersloter kunstwerk van maar liefst 17 meter stond er pas ruim een week, toen het zaterdagnacht spoorloos verdween. “Geen idee waar het gebleven is.”

“In 30 jaar heb ik dit nog niet meegemaakt”, zegt de Arnhemse kunstenaar Rob Sweere vol verbazing tegen NH, mediapartner van Streekstad Centraal. De dieven moeten wel een kraan hebben gebruikt om zijn Contemplatorium te stelen, denkt hij, “of een aanhanger.” Ook voor de politie Noord-Holland is de verdwijning uit het gebied De Hoorne een groot vraagteken. Wat ze wel weten: volgens de aangifte moet het op de nacht van 6 op 7 april gebeurd zijn.

Het verdwenen werk zorgt voor commotie op de sociale kanalen. Hier en daar wordt zelfs gesuggereerd dat het om een verlate 1-aprilgrap gaat. Rob Sweere ziet er de lol niet van in. Alleen al om de kosten: 20.000 euro om zo’n kunstwerk te maken, en 35.000 om het aan te schaffen.

“Prima dat het weg is, nu hopen dat het wegblijft”, wordt ook wel geroepen in een Facebookgroep. (foto: NH Media)

Het waarom is even geheimzinnig als de verdwijning. Want “de opening verliep heel goed”, zegt Sweere. Daar was geen tegenstand te bespeuren. Hij hoopt dat zijn kunstwerk uiteindelijk weer verschijnt. Ondertussen zoekt de politie naar getuigen, in de hoop meer te weten te komen.

“Vervelend voor de kunstenaar”, wordt er ondertussen ook geroepen op Facebook, “maar ik denk dat het niet wordt gemist.” Anderen hopen dat er een leuk speeltoestel voor in de plaats komt. Niet iedereen rouwt dus om het verlies van het kunstwerk.

Sluiting Bergense Taverne in zicht: “Iedereen is geschrokken en wil helpen”

Wat uitbater Steef van Leeuwen betreft is de strijd nog niet gestreden, maar de kantonrechter heeft al besloten: het huurcontract van de Taverne mag per 1 april 2025 worden gestopt. “Het hele team is ontzettend verdrietig, maar we steunen elkaar tot het einde.”

Het besluit komt hard aan bij Van Leeuwen en zijn omgeving; een hoop mensen zijn geraakt. “Ik krijg veel berichten van oud-werknemers en gasten”, laat hij weten aan NH, mediapartner van Steekstad Centraal. “Die zijn geschrokken van de uitspraak en willen helpen.”

Verhuurder Lex Schrama wil het Tavernepand gebruiken voor zijn kinderen, die daar een exclusief restaurant gaan starten. Als deel van een horecafamilie ziet hij geen heil in het pand blijven verhuren. “De locatie verdwijnt niet”, zegt Schrama, “er komt iets moois voor terug.” (tekst loopt verder onder foto)

Steef van Leeuwen wil de tijd nemen om uit te denken welke route hij wil bewandelen, nu de sluiting is aangekondigd (foto: NH Media)

Met regelmatige optredens van lokale bandjes, klaverjasavonden, cabaret en andere culturele activiteiten is de Taverne is een begrip in Bergen. Al sinds de jaren ’60 is het dé plek voor aanstormend talent. Voor Steef van Leeuwen is het nog lang geen tijd om te stoppen. Of hij het besluit op hoger niveau gaat aanvechten, weet hij nog niet.  De volgende stappen moet hij eerst met zijn advocaat bespreken. “En ik moet nadenken of ik iets soortgelijks kan voortzetten op een andere plek”, vertelt de uitbater. Hij sluit het niet uit.

Ondertussen moet de Taverne alweer terug naar de orde van de dag;  optredens en een druk weekend staan voor de boeg. Voorlopig blijft de Taverne waar hij is. “We blijven natuurlijk zo lang mogelijk open”, zegt Van Leeuwen. “Bij de comedyavond gisteren werd er wel gelachen.” Maar na afloop drong de uitspraak toch bij iedereen door. “Dan zie je hoe het leeft.”

Met 6800 handtekeningen van Taverne-fans die willen dat het pand blijft zoals het is, kan Van Leeuwen op een hoop steun rekenen. “Het zou eeuwig zonde zijn als Bergen een uniek café als de Taverne verliest.”

Hieronder een video die eerder in de Taverne gemaakt werd.

 

Verhalenvertellers gezocht: “Eigenlijk ben je een soort ambassadeur van Alkmaar”

“Kijk nou!” Ritske Velstra duwt z’n telefoon naar voren en tovert een foto tevoorschijn. Zijn ogen twinkelen. “Als je zulke kleine hummels hier hebt, en je vraagt: ‘Til die kaas eens op?’ Dan heb je ze, en hun ouders ook. Dan gaat je verhaal lopen.”

Liever had die-hard vrijwilliger Ritske natuurlijk in het ‘echie’ zijn kunsten als verhalenverteller bij de Alkmaarse Waag laten zien. Dat hij het vandaag moet doen met een foto, kwam door onverwachtse werkzaamheden aan het Waaggebouw. Op de achtergrond klinkt dan ook het harde gebonk van hamers en snerpende zagen. De deuren blijven vandaag daarom grotendeels dicht.

Sinds 2019 zijn de poorten van het Waaggebouw bijna dagelijks open. Hiervoor gebeurde dit alleen op vrijdagen, tijdens de kaasmarkt. Maar  toeristen konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen, vragen bleven dagelijks binnenstromen: wat zit er toch achter die indrukwekkende deuren? Daarop besloot het VVV De Waag met haar historische kaasschatten ook op andere dagen open te gooien.

Een groep van twaalf vrijwilligers ving toen de toeristen op. Nu – grotendeels afgebrokkeld in de coronatijd – zijn er vijf over. “Of, nee, zes”, zegt Claudia Wijma, vrijwilliger van het eerste uur. Ze wijst naar haar kersverse collega Marianne Kievit, die wordt ingewerkt. Maar zes is te weinig om dagelijks open te gaan. Tien, willen ze er het liefst. Dus het is tijd om hun passie met Streekstad Centraal te delen en te kijken wie er graag zou willen aansluiten bij de groep. (tekst loopt door onder de foto)

“Als die kinderen binnenkomen, durven ze eerst niks”, zegt Ritske (in het midden, met zijn petje op). “Maar dan geef je een stukje kaas, gaan ze op de foto, en luisteren ze naar je verhaal.” (foto: Ritske)

Die dichte deuren maken overigens geen verschil voor het enthousiasme waarmee de vrijwilligers hun liefde voor dit werk delen. “We vertellen zo levendig mogelijk over de 600 jaar geschiedenis van dit gebouw, maar ook over de kaasmarkt”, zegt vrijwilliger Claudia. De kunst is om zo’n verhaal van jong tot oud boeiend te maken.

“Moet je eens voorstellen!”, begint Ritske. Hij illustreert hoe hij zo’n boeiend verhaal aan toeristen aftrapt. “Dat de boer naar hier kwam, met z’n bootje roeiend vanuit de Schermer.” Druk gebarend met zijn handen, wisselt zijn blik van vervulling naar verbazing. “Die kwam voor de kade liggen en dan werden die kazen aangegooid, 60 tot 70 stuks van die kogeltjes.” Mariannes ogen lichten ondertussen op: “Ik word steeds enthousiaster!” (tekst loopt door onder de foto)

De ‘Malle Jan’ (links), die vroeger aan de Alkmaarse kade stond om de dozijnen kaas in de boten te laden. Deze replica wordt nog steeds gebruikt (foto: Streekstad Centraal)

“Je hoeft niet alles te weten als je start, hoor”, stelt Claudia potentiële vrijwilligers gerust. “Dat ga je allemaal leren als je hier staat.” Maar verlegen moet je niet zijn, mensen aanspreken en vragen beantwoorden is dagelijkse kost. “Niet alleen over hier, eigenlijk ben je een soort ambassadeur van Alkmaar”, zegt Ritske. Een beetje Engels spreken is wel handig, Duits helemaal, maar met de woordenlijst in de gids voor de verhalenvertellers kom je heel end. Al doende leert men.

“Wat vooral mooi is, is dat de verbinding onderling heel groot is”, zegt Claudia. “We zijn een hechte groep. Als het met iemand niet goed gaat, houden we elkaar in de gaten.” Hier deel van mogen zijn, brengt Claudia veel; een niet te doven passie is haar meester geworden tijdens haar jaren in De Waag. “En iedere vrijwilliger vult dit werk op zijn eigen manier in, we vullen elkaar aan.”

“Weet je”, besluit Ritske. “We zijn allemaal heel verschillend. En daardoor juist een geheel.”

Alkmaar doet niets met Bergens onderzoek Lucebert: “Onderzoeken staan los van elkaar”

Na uitstel op uitstel, was de einddatum voor de besluitvorming over de Lucebert dichtregel op het Alkmaars Stadskantoor in zicht: eind 2024. En toen kwam de gemeente Bergen met haar eigen, onafhankelijk onderzoek naar de dichter, dat pas drie maanden later gepubliceerd wordt. Is dat reden voor nog meer uitstel?

Alkmaar doet geen duit in het zakje van het Bergense onderzoek. “Er is geen contact geweest tussen Bergen en Alkmaar hierover”, laat de gemeente Alkmaar weten. Ze blijft bij haar eigen einddatum en vertelt dat de Bergense resultaten niet meewegen in de besluitvorming. “Beide onderzoeken staan los van elkaar.” Of Luceberts letters het Stadskantoor blijven verlichten, weten we dus aan het einde van 2024.

Sinds bekend werd dat Lucebert sympathiseerde met de Nazi’s, breekt de gemeente Alkmaar haar hoofd over de welbekende Lucebert dichtregel op het Stadskantoor. Blijven ze, of moeten ze gaan? Zelfs de inwoners van Alkmaar worden betrokken bij het besluit.

Gulle geefster doneert flink bedrag aan KNRM: “Mijn man en ik waren bootjesmensen”

“Onze gedachten gingen uit naar de bemanning, die louter bestaat uit vrijwilligers, met een baan, of een gezin met kinderen. Dat zij alles in de steek moeten laten op het moment dat er een noodoproep komt. Dat zij bij nacht en ontij, vaak met een ruwe zee, hun werk moeten doen om anderen in nood te redden.”

Bovenstaand was de motivatie van de anonieme schenker om jaren terug te starten als Redder aan de Wal: ze doneert jaarlijks een bedrag aan de KNRM. Maar nadat haar man overleed, kwam het verlangen om een groot bedrag te schenken: 10.000 euro.

“Mijn man en ik waren bootjesmensen”, vertelt de anonieme Egmondse schenkster. Ze zaten veel op het water, maakten verre reizen. “Op onze reizen zagen wij met enige regelmaat een reddingsboot voorbij komen van de KNRM en dachten er dan aan dat de KNRM een vrijwilligersorganisatie is die zonder overheidssteun opereert.”

Het is niet het eerste grote bedrag dat de KNRM ontvangt. Maar het blijft wel broodnodig, want andere inkomsten zijn er dus niet. Vaak voelen deze gulle gevers zich verbonden met de KNRM, vertelt Henk Biesboer, woordvoerder van de KNRM in Egmond aan Zee. “Ze hebben een link met Egmond, met de zee. Of gewoon met ons station.” Zoals de vrouw die de 10.000 euro schonk. (tekst gaat verder onder foto)

Een deel van het geld wordt gebruikt voor nieuwe helmen. Want bovenstaande oudere helmen hebben zo hun beperkingen (foto: Streekstad Centraal)

Niet dat dit bedrag helemaal naar Egmond gaat. “En dat schuurt soms een beetje voor de donateurs. Zoals bij deze mevrouw, haar bedrag was echt voor ons station”, zegt Biesboer. Maar elke donatie, erfenis of nalatenschap gaat naar het algemene potje van de KNRM in IJmuiden. “En dat is maar goed ook”, benadrukt Biesboer aan Streekstad Centraal. Want gemiddeld kost het een ton per jaar om zo’n reddingsstation draaiende te houden. “Grotere stations in nautische gebieden met veel waterbedrijven, halen dat makkelijk binnen. Voor anderen is het een stuk lastiger en die halen minder binnen.”

Desondanks hebben de Egmondse redders het wél voor elkaar gekregen om van een deel van dit bedrag nieuwe helmen aan te schaffen. “Draadloze helmen met intercom”, zegt Biesboer trots. Die zijn nodig zodat er meer mensen mee kunnen op de reddingsboot bij hulpacties. Er zijn vier zitplaatsen op zo’n boot, maar “als iemand is, vermist zijn extra ogen welkom,” zegt Biesboer. Met deze helmen is het mogelijk dat er ook ‘opstappers’ aan de zijkanten van het schip staan, en dat ze draadloos met elkaar kunnen praten. (tekst gaat verder onder foto)

Binnenkort kunnen alle ‘opstappers’ op de reddingsboot draadloos met elkaar communiceren (foto: KNRM)

Bij elkaar ontvangt de KNRM per jaar zo’n 14 miljoen euro. “En de exploitatie is zo’n 20 miljoen.” Daar moeten ze het mee doen. Dus doet de KNRM er alles aan om dat gat te verkleinen. “Best een bijzonder bedrijf, zonder die overheidssteun”, concludeert Biesboer. Dat de KNRM bijzonder is, vindt ook de anonieme geefster: “Als inwoners van Egmond zagen we vele malen de reddingsboot uitvaren. Maar ook dat hij retour kwam, en dat alles zorgvuldig werd afgespoten, de pakken werden opgehangen in een droogkamer; dat alles werd klaargezet voor de volgende oproep. Met grote mate van zorgvuldigheid, dat was duidelijk zichtbaar.”

Bergen trots op welwillendheid opvang statushouders: “Anders dan andere gemeenten in de regio”

Verrast was de gemeente Bergen wel, toen ze het hoorden. Maar ook heel positief. “Wij hebben een welwillende houding, anders dan in andere gemeenten in de regio.” Vanaf maandag vangt Bergen 40 statushouders op in twee hotels. Waar andere gemeenten hun zorgen uitten over opvang in hotels, is Bergen vooral trots. 

Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) huurt hotelkamers voor de statushouders in Hotel-Restaurant Marijke in Bergen en Hotel-Restaurant Jan van Scorel in Schoorl. Voor in ieder geval twee maanden. “Als gemeente hopen we van harte dat deze tijdelijke noodoplossing op draagvlak van de Bergense samenleving kan rekenen”, zegt Bergense burgemeester Lars Voskuil, “net zoals bij eerdere opvang het geval was.”

Bergen is vooral bekend met Oekraïense vluchtelingen. “En met een aantal van hen hebben we een erg speciale band gekregen”, vertelt een buurtbewoonster. Zij maakt zich daarom niet echt zorgen om de mogelijke overlast “waar sommige andere inwoners van Bergen bang voor zijn.” Er is veel begrip in de buurt, mensen willen graag helpen door bijvoorbeeld taalmaatje te en werknemers staan te springen om personeel. Maar er zijn ook zorgen en vragen.

Hotel Jan van Scorel in Schoorl waar tijdelijk 20 statushouders wonen. (foto: NH Media)

“Waar ik me zorgen om maak is waar ze uiteindelijk gaan wonen. Er is hier al nauwelijks plek voor jongeren uit de buurt”, vertelt een andere buurtbewoner. Het is nog onduidelijk of deze statushouders uiteindelijk ook in de gemeente komen wonen. De gemeente wenst dat voortaan te weten. “Als we weten dat ze hier ook echt gehuisvest gaan worden, kunnen we ze de hulp bieden die ze nodig hebben om hier in te burgeren”, zegt Bergense burgemeester Lars Voskuil.

Bergen is de derde gemeente in de regio die recent hoorde statushouders te moeten opvangen in hotels. Eerder kreeg het Fletcher Hotel in Heiloo dezelfde boodschap, net als het Van der Valk Hotel Akersloot. Bij de laatstgenoemde noemde de gemeente Castricum de situatie “onwenselijk”, onder andere omdat ondernemers zo inkomsten mislopen. Of Bergen die zorgen deelt, is bij navraag onduidelijk. “Daar gaat de portefeuillehouder economische zaken over, die heeft het wel onder de aandacht gebracht bij de staatssecretaris.”

 

Burenruzies in de Egmondse spotlight: “Kleine irritaties worden steeds groter”

Je nukkige, gesloten buurman voert dagelijks de meeuwen in zijn tuintje. Allemaal leuk en aardig, maar ondertussen zien jouw zwarte tuintegels wit van de meeuwenpoep en wordt je gek van het oorverdovende gekrijs. De buurman gooit continu de deur dicht als je erover wilt praten. Inmiddels kook je van woede. Helder denken gaat niet meer. Nog één deur in je gezicht en zijn tuin gaat in de fik…

Burenruzies: het moment waarop (ogenschijnlijk) kleine dingen groot worden. Escalatie loert om de hoek. Bovenstaande verzonnen situatie zou zomaar kunnen binnenkomen bij de Bemiddelingskamer. Donderdag 11 april zit de Bemiddelingskamer aan tafel bij PostaanZee, Egmond aan Zee, om toe te lichten hoe dat nou in z’n werk gaat, burenbemiddeling.

Geluidsoverlast, pesten, tuinperikelen, ruzie over de erfgrens. “Soms ging het bij de kennismaking tussen buren al niet lekker, hebben ze niet verteld dat ze gingen verbouwen of is iemand bemoeizuchtig. Zo worden kleine irritaties steeds groter”, legt Marije Koopmans van de Bemiddelkamer uit. Dan kun je als buur in nood bellen naar de Bemiddelingskamer voor advies. “Soms is dat in de vorm van tips, of het helpen van het schrijven van een warme brief. Alleen als buren het samen écht niet kunnen oplossen, komen we langs.” (tekst gaat verder onder afbeelding)

Er komen altijd twee bemiddelaars, en altijd een man en een vrouw, zodat een de kans op een klik het grootst is (afbeelding: Bemiddelingskamer)

“Het is vooral belangrijk dat mensen tijdens deze gesprekken hun emotie kwijt kunnen”, gaat Koopmans verder. “Vaak is iets al lang opgestapeld. Dus we luisteren veel. Als je tot rust komt, kun je beter in oplossingen denken.” Bij zo’n face-to-face bezoek gaan twee bemiddelaars eerst naar de bellende buur, en vervolgens naar de andere partij. En als beide buren ervoor openstaan, volgt een gesprek met iedereen. Op een neutrale plek.

“Ik heb zelf meegemaakt dat mensen in het begin heel argwanend zijn, maar uiteindelijk zo blij zijn dat het is opgelost. Veel burenruzies zijn gebaseerd op aannames. Mensen moeten er zelf achter komen dat niet alles bedoeld is zoals ze dachten. Iedereen heeft een eigen, tijdelijke waarheid”, vertelt Koopmans.

Na zo’n bemiddelingsgesprek kun je er ineens achter komen dat de eerder genoemde fictieve meeuwenman lijdt aan beginnende Alzheimer, en geen gesprekken meer durft te voeren met mensen die hij niet goed kent. (tekst gaat verder onder foto)

De Bemiddelingskamer komt naar plekken als PostaanZee, zodat mensen weten dat ze bestaan en wat ze doen (foto: Facebook/postaanzee)

Met een oplossingspercentage van 70 procent, lijkt de Bemiddelingskamer te weten wat ze doet. Als ze de elfde van april neerstrijkt in PostaanZee (13:30 – 15:00 uur), hoopt Marije Koopmans naast informatie ook mensen warm te maken voor dit werk. “Het is prachtig werk, maar er is wel een strenge selectie, niet iedereen kan dit doen.” Een beetje bemiddelaar moet communicatief sterk zijn, oprecht en boven alles natuurlijk verder kunnen kijken dan zijn of haar eigen waarheid.

Lucebert: nazi-sympathisant of verliefde tiener? Bergen onderzoekt het

“Heil Hitler”, zo sloot dichter Lucebert meerdere brieven af naar zijn jeugdvriendin Trijn Koppijn, tijdens de Tweede Wereldoorlog. De kunstenaar bleek een fascinatie te hebben voor het naziregime. Of was het gewoon verliefde naar-de-mondpraat richting Trijn? Reden genoeg voor de gemeente Bergen, waar de Lucebertschool staat, om onafhankelijk onderzoek te laten doen.

Dat Lucebert in zijn jongere jaren leek te sympathiseren met de nazi’s, was natuurlijk niet bekend toen in Bergen de Lucebertschool kwam, of toen de zijn dichtregel ‘Van teveel spektakel wankel je allicht’ bovenop het  Alkmaarse stadskantoor werd geplaatst. Maar nadat in 2018 Luceberts biografie uitkwam, waar zijn voorliefde voor de nazi’s werd belicht, gingen steeds meer wenkbrauwen in de regio omhoog. Raadsvragen werden gesteld, onderzoeken gestart. Moet hier iets mee gebeuren? (tekst gaat verder onder foto)

“Schrijf me of de censuur zo goedaardig is geweest deze tekening door te laten”, schreef Lucebert in één van zijn brieven (foto: Literatuurmuseum)

Volgens onderzoeker Graa Boomsma was Lucebert gewoon een verliefde jongen, die zijn Trijn graag naar de mond praatte, schreef NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Het nazi-gedachtegoed was meer van haar dan van hem. Daarnaast werden brieven in tijden van de oorlog grondig doorzocht, en kan de Duitse censuur, volgens Boomsma, Lucebert woordkeuze hebben beïnvloed.

De gemeente Bergen, die al jaren van het Joods Overleg Bergen de vraag krijgt of de Lucebertschool een andere naam mag krijgen, vindt het tijd voor een onafhankelijk onderzoek. De komende maanden duikt het Literatuurmuseum in de brieven van Lucebert, om de context te kunnen bepalen. “Ze worden vanuit verschillende invalshoeken bekeken”, zegt Bertram Mourits, Hoofd Collecties van het Haagse Museum, “zodat we tot een zo breed mogelijk beeld kunnen komen.”  De resultaten worden vóór april 2025 verwacht. (tekst gaat verder onder foto)

Al ruim anderhalf jaar is het college in gesprek met belanghebbenden, waaronder de nazaten van Lucebert, om te besluiten of de dichtregel blijft of gaat (foto: Streekstad Centraal)

Ook de gemeente Alkmaar worstelt al lang met Lucebert. Het besluit over of de bekende rode letters op het Alkmaarse stadskantoor mogen blijven, is al een aantal keer uitgesteld. Momenteel doet de gemeente onderzoek naar wat de inwoners van Alkmaar zelf vinden.

Voor het eind van 2024 wordt de definitieve keuze over de letters gemaakt, zei de gemeente eerder tegen Steekstad Centraal. Het is ook bij navraag, onduidelijk of de gemeente Alkmaar betrokken is geweest bij het ontstaan van het Bergense onderzoek, er van op de hoogte is, of de uitslag betrekt bij de eigen beslissing.

Door kilo’s kleding knallen de confettikanonnen: winnaar Textielrace eindelijk bekend

Thomas Boomsma (10) werd vandaag al wakker met een voorgevoel. Dat gevoel was zo sterk dat hij besloot zijn mooiste pak aan te trekken naar school. En dat was terecht. Want zijn klas van basisschool De Regenboog in Alkmaar won vandaag de vier wekende durende Textielrace. 

Tientallen vuilniszakken vol jassen, broeken, beddengoed en andere stoffen, vullen de gangen van basisschool de Regenboog. De chauffeurs van Rataplan, waar alle textiel naartoe ging, maakten de afgelopen weken overuren en zijn stiekem blij dat de Textielrace voorbij is.

“Ik heb maar even wat extra mensen opgetrommeld”, zegt de medewerker van Rataplan. Zó veel zakken had hij niet verwacht (foto: Streekstad Centraal)

Elf scholen uit de gemeente Alkmaar streden de afgelopen week tegen elkaar in de textielrace waarbij bewustwording rondom het gebruik van textiel centraal stond. Wie de meeste kilo’s stof ophaalt, wint. Het project werd destijds afgetrapt met een gastles – “Wisten jullie dat het maken van een nieuwe spijkerbroek zo’n 8000 liter water kost?” – en eindigde vandaag met een beker – van gerecycled textiel uiteraard – en de prijs: een geheel verzorgde schoolreis naar Nemo voor de winnaars.

Schelle kreetjes gieren door het klaslokaal wanneer wethouder Christiaan Peetoom officieel het eindresultaat bekendmaakt. De Regenboog heeft een totaal van 2442 kilo kleding ingezameld. Kleine handjes laten de confettikanonnen knallen. “Heel speciaal”, zegt de tienjarige Thomas, dat ze hebben gewonnen. Thomas was de manager. “Ik heb alle zakken gewogen en iedereen aangemoedigd om elkaar te helpen”, vertelt hij aan Streekstad Centraal. Dat was dan ook z’n favoriete onderdeel van de race.

Een chic geklede Thomas Boomsma (10, maar al bijna 11) in het midden met de gerecyclede trofee, hij is trots op wat ze bereikt hebben (foto: Streekstad Centraal)

“Armoede helpen!”, “Samenwerken met je vrienden!”, “Alles!”, en zo volgden nog vele antwoorden op de vraag wat ze het het leukst vonden aan de strijd. De klas maakte zelfs een Youtube-video, waarin een waardig staaltje acteerkunst te zien is, over wat je kan doen met oud textiel. Want dat leverde toch weer 200 punten extra op.

In jubelstemming geven de kinderen toe ook iets geleerd te hebben de afgelopen tijd: “Als iets kapot is moet je het niet gelijk weggooien.” Een ander belooft vaker kleding bij Rataplan te kopen. Deze race was hopelijk de start van een duurzamer leven, concludeert projectleider Esty Meijer: “Want nu weten jullie hoe het moet.” Er wordt driftig geknikt. Maar eerst maar eens dat schoolreisje naar Nemo.

Onderwijs veranderen kost tijd: “Dat gaat nooit in één klap met donder en bliksem”

“Mevrouw wat is uw naam, dan krijgt u een programmaboekje!” Leerlingen van het PCC staan met rode wangetjes aan de ingang. Bij vlagen lopen tientallen bezoekers van het Dit is onderwijs festival tegelijkertijd het AZ stadion binnen. Achthonderd, zijn het er in totaal, en allemaal uit het onderwijs. Ze zijn hier om elkaar te ontmoeten, van elkaar te leren en vooral: nieuwsgierig te zijn. 

“Onderwijs zit vaak in het verdomhoekje”, vertelt Kees Hoogvorst. Hij is bestuurder op het Jan Arentz, en één van de vijf bestuurders van het platform Dit is onderwijs, waar het festival deel van is. “PISA-scores (kennis- en vaardighedentest voor 15-jarigen) gaan achteruit, de werkdruk is hoog. Terwijl er elke dag zo veel mooie dingen in het onderwijs gebeuren. Mensen weten dat vaak wel binnen hun eigen school, maar hoe het in de regio zit?”

“Je zou bij wijze van spreken door Alkmaar kunnen lopen met een ‘Dit is onderwijs’-sticker, en die overal kunnen opplakken”, spreekt Igor Verettas de bezoekers toe (foto: Streekstad Centraal)

Dat moet anders, dacht het onderwijsbestuur van SAKS in 2019. En het platform was geboren. Nu, ruim vijf jaar later, zijn vier andere schoolbesturen aangehaakt, zijn er allerlei initiatieven waaronder deze derde editie van het festival. “Het gaat om het delen van nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs”, zegt Hoogvorst, “of juist iets dat binnen school al heel specifiek gebeurt.” Meditatie in de klas, bijvoorbeeld, of een muziekdocent van Artiance invliegen als je wel wat muzikale hulp in de klas kan gebruiken.

Alkmaar is rijk aan initiatieven rondom onderwijs, maar vaak blijft die kennis binnen een school, “terwijl je onderwijs niet alleen kan maken, het wordt sterker als je al dat moois dat er al gebeurd, samenbrengt”, zegt Hoogvorst. (tekst gaat verder onder de foto)

“Dit is onderwijs begon klein”, vertelt Kees Hoogvorst. “Nu staan we voor het eerst met alle schoolbesturen bij elkaar in Alkmaar. Dat geeft kracht” (foto: Streekstad Centraal)

Eén van de tientallen stands staat vol microfoons, koptelefoons en een mengpaneel. “Hiermee kunnen kinderen door de school heen gesproken verhalen opnemen, met special effects”, legt een groep 7 lerares aan haar collega’s uit. Knikkende, lachende gezichten. Zo kan een leerling het verhaal van Anne Frank opeens op een totaal andere manier tot zich nemen.

“Als we vandaag met z’n allen onze beroepstrots vinden, en beseffen hoeveel goeds we doen voor onze jeugd, dan is dat fantastisch”, concludeert Hoogvorts. Het onderwijs veranderen kost tijd, weet hij, “dat gaat nooit in één klap met donder en bliksem. Maar als alle onderwijsprofessionals hier morgen nét iets anders voor de klas staan dan vandaag, is deze dag geslaagd.”