Zes uur crossfitten voor Belinda’s zieke vriend: “Soms begrijpt hij het niet meer”

“Ik heb het gevoel alsof ik een heel belangrijk examen moet afleggen zo.” De spanning is op Belinda Standers gezicht te lezen. Over acht minuten start haar zes uur durende crossfit work-out, waarmee ze geld inzamelt voor onderzoek naar de ziekte CADASIL, waar haar vriend Johan (47) aan en onder lijdt.

Extreme vermoeidheid, depressie, vergeetachtigheid, verminderde empathie: het zijn een paar symptomen van de nog onbekende hersenziekte CADASIL. Bij Belinda’s vriend Johan zijn deze tekenen al zichtbaar, en dat valt haar zwaar. “Er zijn momenten dat ik heel verdrietig wordt van binnen.” Johan is niet meer de Johan die hij was. “Zijn gedrag is veranderd. Soms reageert hij bot, en dan denk ik: is dit nou Johan of een symptoom van CADASIL? Hij begrijpt bepaalde dingen gewoon niet meer.”

Johans moeder Ineke van Nimwegen is ook aanwezig bij Sero Crossfit in Alkmaar, om Belinda te steunen. Twee jaar geleden overleed Inekes man, Johans vader, aan de erfelijke ziekte. “De kans dat het wordt doorgegeven aan je kinderen is vijftig procent”, vertelt ze met een betrokken gezicht. “En wij hadden de hoofdprijs.” Na een test blijken Inekes beide kinderen ook CADASIL te hebben. (tekst gaat verder onder foto)

Sylvester Reimers (bruine trui), eigenaar van Sero Crossfit, legt de work-out alvast uit. Johan (wit shirt) heeft zijn ogen gericht op Belinda in de donkere kleding (foto: Streekstad Centraal)

Hoe de ziekte verder verloopt is onduidelijk, al krijgt een groot deel uiteindelijk TIA’s en herseninfarcten. Een behandeling is er nog niet, alleen symptoombestrijding. Wat wel zeker is, is dat Johan niet oud zal worden. “Als ik denk aan de toekomst voel ik me machteloos”, verzucht Belinda. “We praten over kindjes, maar tegelijkertijd zegt Johan: ‘Ik wil niet dat mijn kinderen dit krijgen. Hoe zal ik zijn als vader?'”

Wat haar daarnaast enorm frustreert is de onbekendheid van de ziekte. “Zelfs artsen moet ik uitleggen wat het inhoudt”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. Daarom moet er meer onderzoek komen, vindt Belinda. Daarom zijn ze hier.

De zitruimte naast de ‘box’, de crossfitruimte, is inmiddels volgelopen met supporters. Zij sporten met Belinda mee. Als een geheel staan ze op, en volgen elkaar naar de zaal. De spanning is voelbaar. In een kring spreekt Belinda de groep toe: “Ik vind het gewoon super lief…” Ze valt stil, haar ogen vullen zich met tranen, die ze wegveegt. Meer woorden zijn er niet nodig. (tekst gaat verder onder foto)

Applaus voor Belinda van haar medesporters, vlak voordat het sportgeweld losbarst (foto: Streekstad Centraal)

Opzwepende muziek luidt de eerste work-out in. Voor het ongetrainde oog ontstaat er chaos; iedereen loopt door elkaar heen, pakt gewichten, sportmachines. Dan ineens zijn alle crossfitters op hun plek, gaan armen in rap tempo de lucht in en de benen gehurkt. Er wordt geroeid, getild en aangemoedigd. Het is nu echt begonnen.

Zes uur later, de laatste minuten gaan in. Trillende spieren zijn verzuurd. En dit onderdeel is heftig voor Belinda: hoe harder ze fietst, hoe meer weerstand de fiets geeft. Haar gezicht is vertrokken van de pijn. “Mijn spieren wilden gewoon niet meer.” Maar gewoon doorgaan, zegt ze tegen zichzelf. Het aftellen tot de laatste seconde begint. (tekst gaat verder onder foto)

Zes crossfit work-outs in zes uur tijd, maar gelukkig mag er tussendoor wel een stuk ontbijtkoek in (foto: Streekstad Centraal)

En dan: kippenvel en tranen, maar vooral: helemaal leeg. Het zit erop. Belinda: “Als je me een paar jaar geleden had gevraagd of ik dit zou doen, had ik nee gezegd. Maar ik ben zó trots op mezelf, dat ik dit heb kunnen doen.”

En nu? Met een dekentje languit op de bank. Alvast nadenken over volgend jaar, want dan gaat ze weer. Want hoe groot de aanslag op haar lichaam ook was, het was het helemaal waard voor Belinda; deze heftige ziekte verdient aandacht. “Het heeft me geïnspireerd. Alles is ineens relatief. Hoe erg is het dan om één dag alles te geven wat je hebt?”

Als je Belinda en Johan wil helpen, kun je hier doneren voor onderzoek naar CADASIL.

Van brugpieper tot verbinder: Twee jaar Jelle Wittebrood (FVD)

Dat doe ik wel eventjes, dacht hij. “Ik heb 30 vervelende pubers in de klas gehad en dat ging prima.” Maar toen Jelle Wittebrood (39), fractievoorzitter van Forum voor Democratie, twee jaar geleden voor het eerst het Alkmaarse Stadhuis binnenliep, voelde hij zich als een brugpieper op z’n eerste schooldag. Hoe heeft hij die tijd beleefd? En wat drijft hem? “Mijn hele leven ben ik iemand die uitdagingen zoekt.”

Hij had nooit gedacht de politiek in te gaan. Wat dat betreft is Jelle, zoals hij het zelf zegt, een typisch kind van deze generatie. “Ik studeerde voor geschiedenisdocent. Dan denk je dat je gaat werken waarvoor je geleerd hebt, maar dat gebeurde niet.”

Hij vertrok eerst naar Duitsland, waar hij werkte voor een grote food-multinational. Terug in Nederland zette hij dit werk voort. En toen kwam corona. “Iedereen werkte ineens thuis. Een flink verschil met de gezelligheid op kantoor en de vrijdagmiddagborrels. Ik heb het zeven maanden gedaan en toen was ik er zó klaar mee.” Hij trok de stoute schoenen aan en nam een kijkje voor ‘iets’ bij het Forum. Misschien met klantcontact, communicatie of zo.

Van het een kwam het ander. Begin 2022, de verkiezingen kwamen eraan. “Jelle, stuur je cv nou op, doe het nou maar”, moedigden collega’s hem aan. Twijfelen doet hij niet. “Ik wilde wat betekenen voor de mensen om me heen, voor Alkmaar. Na overleg met zijn vriendin – met wie hij in april hun eerste kindje verwacht – ging Jelle ervoor. Niet veel later had de politiek onervaren Jelle, één zetel in de gemeenteraad. (tekst gaat verder onder foto)

Jelle die zojuist de eed heeft afgelegd; nu is hij officieel gemeenteraadslid

“Ik ging erin met het idee van: dit worden heel diepgaande, inhoudelijke gesprekken, en we gaan het over alles oneens zijn, en hele grote dingen bereiken.” Want dat zie je natuurlijk in de Tweede Kamer: speeches van twintig minuten, woeste interrupties. “Dat was mijn eerste les: in de gemeenteraad ga je niet heel diep de politiek in. Er is gewoon geen ruimte voor die discussies.” Je moet je beperken tot de kern. En daar kwam meteen les 2 om de hoek kijken: “Als je dát accepteert, heeft het ook weinig zin om heel hard tegen mensen in te gaan. Want je moet toch een compromis vinden.”

Over dat laatste wordt verschillend gedacht binnen de raad, weet Jelle. Zelf ziet hij weinig nut in om er met een gestrekt been in gaan. “Omdat ik weet dat iedereen vanuit hun eigen overtuiging iets goeds wil doen voor de stad. Iedereen investeert heel veel vrije tijd hierin en is enorm gedreven.”

Een bezoekje bij de Tweede Kamer hoort er voor raadsleden en medewerkers natuurlijk bij. Links van Jelle staat zijn commissielid Devon Zwierenberg

Natuurlijk is hij het wel eens oneens, dat hoort ook. Wat Jelle betreft kun je dan twee dingen doen: schreeuwen of kijken naar wat wel werkt. “Kijk bijvoorbeeld naar de coronamaatregelen, even los van hoe je je erbij voelt. Sommige mensen waren daar enorm boos over , gingen compleet met hun kont tegen de krib. Maar je had ook mensen die zeiden: ‘Joh, ik baal ervan, mijn vrienden gaan wel uit maar ik sta er niet achter met al die maatregelen. Weet je wat? Ik organiseer een barbecue.’ Voel je het verschil?”

Wat werkt wel, hoe ga ik mensen wel meekrijgen? Dat zijn gedachten die in Jelle omgaan. “En omdat ik dat niet met gestrekt been doe, krijg ik denk ik meer voor elkaar in de raad. Ik vind mezelf een verbinder.” Hij is ook een van de weinigen die de ene keer meestemt met het linkse blok en de andere keer met het rechtse. “Hè, wat doe jij nou?’, hoor ik dan soms. Dan vond ik een argument gewoon goed.”

“Kijk, ik ben net als elke puber ook wel eens vervelend en recalcitrant geweest, hoor”, nuanceert hij. “Maar in mijn jeugd ben ik met veel verschillende mensen in contact geweest. Mijn vader werkte op een manege en daar kwam iedereen, van havenarbeider tot kantoordirecteur. Het was, als ik het naar deze tijd trek, een plek waar veel ‘bubbels’ samenkwamen.” Daar leert Jelle dat er meerdere waarheden zijn. Dit blijft de forumman boeien. Sterker nog, zijn eerste antwoord op de vraag wat twee jaar gemeenteraad hem heeft gebracht, is: “Mensen ontmoeten die ik normaal niet zou ontmoeten.” (tekst loop verder onder foto)

Tijdens de jaarafsluiting van de raad, hielp Jelle het uitje organiseren. Hij staat hier met zijn commissieleden Tom Peetoom (l) en Devon Zwierenberg (r)

En dat is aardig gelukt de afgelopen periode. Net als het nodige meemaken binnen de raad. Wat maakt indruk op hem? “Ieder nieuw raadslid neemt de burgemeester een dag mee naar iets uit zijn leven, de mens achter het politieke, zeg maar. Ik ging naar een oude boerderij op de Helderseweg, waar een meisje zestig uur per week werkt zodat ze deze boerderij, die vroeger van haar oma was, volledig kan restaureren.”

Vergane glorie, het trekt hem. Veel mensen hebben zo’n hunkering naar het ‘mooie’ verleden, denkt Jelle. De geschiedenisdocent in hem heeft dat zeker. “Ik ben in de jaren ’80 geboren en dan romantiseer je de jaren ’90. Toen alles nog gezellig was. Vijftien miljoen mensen. Geen ruzie om kleine dingen.” Jelle gelooft juist in die kleine dingen. Het drijft hem. Op zijn basisschool in Heiloo zaten 80 leerlingen “en ik kende ze allemaal persoonlijk, net als hun ouders.” En naar die vertrouwde geborgenheid van het kleine, het lokale, blijft hij zoeken.

Al met al vraagt het best veel, raadslid zijn boven op zijn fulltime baan, Jelle levert een aanzienlijk deel van zijn sociale leven en gezinsleven in. Toch zou hij het voor geen goud willen missen. “Dat komt ook omdat ik altijd al iemand ben die uitdaging zoekt. Toen ik hieraan begon, wilde ik mensen ontmoeten, mooie gesprekken voeren, gelijk krijgen, ongelijk krijgen, mezelf laten overtuigen en verwonderd zijn. En dat is tot nu toe allemaal gelukt.”

Luxe ei hoort er niet altijd meer bij: “Grotere ketens gooien roet in het eten”

Red velvet, latte machiato of toch tiramisu? Zo’n kleurig chocolade-eitje hoort bij Pasen. Toch?  Bij Bon Choco Chocolaterie in Alkmaar vliegen de paasproducten nog over de toonbank, maar Elhorst Lunchroom en Patisserie merkt toch wel een verschil met vroeger en koopt nu anders in. “Als je ziet wat het aan inkoop en arbeid kost, zit je qua verkoop in de high-end prijsklasse.”

De chocolatier van Bon Choco in Alkmaar maakt overuren in de aanloop naar Pasen. Planken vol paashaaslollies, kuikenbonbons en gigantische chocoladehazen van een kilo per stuk. Vooral de hazen gaan hard. Kimly Maas, die met haar moeder de winkel runt, vindt het heerlijk dat er weer leven in de brouwerij komt. “Met kerst heb je topdrukte, maar daarna is er niks en is het een beetje leeg. Met de lente en Pasen staat het hier weer vol”, vertelt ze aan Streekstad Centraal.

“Of een paaseitje lekker is, hangt af van de kwaliteit van de chocola”, zegt Kimly

Vorig jaar was het hele paasassortiment zelfs een week voor Pasen uitverkocht. “Bijmaken doen we dan niet, hoor, want je blijft aan de gang”, lacht de eigenaresse. Wel kochten ze daardoor dit jaar extra in. Nu, enkele dagen voor Pasen, grijnzen de kleurrijke paashaasjes je nog tegemoet. Hoeveel ze ook verkopen, het blijft gissen hoeveel paaschocola ze per jaar moeten maken. Het is, net als het inschatten welke smaken dít jaar populair zijn, een gevoelsdingetje.

Voor Kees Elhorst is het geen kwestie van gissen meer. Geen schalenvol hazen en eitjes meer in Elhorst Lunchroom & Patisserie. Toen hij het winkelgedeelte vorig jaar startte, wilde hij de paaschocolaatjes nog een kans geven. Maar hij zag al snel dat het weinig zin had. “De grotere ketens gooien wat dat betreft een beetje roet in het eten.”

Drie soorten paaseitjes en kuikenbonbons sieren nog wel de schappen van Elhorst (Foto: Streekstad Centraal)

Dat hoort Kees ook terug van zijn klanten. “Paaseitjes, oh, ik kom vanavond nog bij de supermarkt, neem ik het daar wel even mee.” Hij mag niet klagen hoor, en dat doet ‘ie ook niet. “Natuurlijk is jammer, maar we hebben het het alsnog hartstikke druk. Onze bonbons zijn een exclusiviteit die we nog wel kunnen bieden.”

En in het uiterste geval, voor diegenen die een chocoladeloos leven (willen) leiden, is er natuurlijk altijd nog het allerbekendste eitje voor tijdens de paasdagen: die van de kip.

 

“Deze zilte zeebonk is van schipbreuk gered”: stormschade Egmondse Theo toch vergoed

Hij slaapt al maanden op de grond, in het hoekje van zijn woonkamer waar het nog droog is. De verwarming is stuk. Na zomerstorm Poly is het huis van oud-zeeman Theo Hassink een ravage. Een schade-expert oordeelde dat de Egmonder zelf voor de kosten moest opdraaien, want er was achterstallig onderhoud. Wekenlang loopt de schade op. En dan gaat de telefoon.

“Het was echt even paniek”, vertelde 84-jarige Theo begin maart, toen een deel van het dak van zijn markante huisje in Egmond aan Zee door de zomerstorm werd weggerukt. Ramen braken door stukken vallend hout. “Het water kwam daardoor met bakken tegelijk naar binnen.”

De ramen werden snel gerepareerd, na een telefoontje aan zijn verzekeraar Interpolis. Maar de rest moest Theo toch echt zelf betalen, want volgens een schade-expert was sprake van achterstallig onderhoud. Niet waar, aldus Theo, maar toch lijkt hij zelf voor de kosten op te moeten draaien. (tekst loopt door na foto)

De wateroverlast zorgde ervoor dat de schade in het vissershuisje van Theo alleen maar opliep (Foto: NH)

Weken gaan voorbij. Weken waarin Theo’s houten vloertje kromtrekt en de schimmel het plafond ‘siert’. Tot overmaat van ramp gaat ook zijn verwarmingsketel stuk door lekkage. Nu is Theo als voormalig IJslandvaarder best wat kou gewend, maar deze kou is zelf met dikke dekens moeilijk te bestrijden. “Het is steenkoud. Ik kan niet douchen en moet afwassen met koud water”, zegt hij. De stroom heeft hij zelf maar afgesloten, want straks komt er kortsluiting.

En dan komt het verlossende telefoontje: de schade wordt toch vergoed. Nog deze week komt iemand langs met een bouwplan. Straks is Theo’s huisje weer waterdicht, met werkende kachel, stroom en warm water, vertelt hij aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Deze 83-jarige zeebonk kan straks eindelijk weer van zijn welverdiende rust genieten.”

Bonnema-buurtje bijna beschermd: “Bewoners hebben een stem”

Bonnema-buurtbewoners hebben volgende week weer een bijeenkomst over de beschermde status van hun opvallende wijk (foto: Streekstad Centraal)

De petitie moet nog worden aangeboden aan de wethouder, maar het aantal ja-zeggers is dusdanig groot dat het raar moet lopen, wil de Bonnema-buurt géén beschermd stadsgezicht worden. “Ik wil het morgen eerst bevestigd zien.”

Begin dit jaar hield de gemeente een enquête onder de bewoners. Van de 72 adressen reageerden er 37 en tweederde daarvan was voorstander. Een procentuele meerderheid, maar geen absolute. Onvoldoende draagvlak, vond wethouder Anjo van de Ven. Weg beschermde status.

Maar dat een absolute meerderheid nodig was, bepaalde de wethouder pas nadat de enquête was ingevuld. Waarom? “Toen dit proces begon – het loopt al jaren, nog voordat ik er was –  is er denk ik niet goed nagedacht over dat je één maatstaf niet op alle situaties kunt leggen”, vertelt Anjo van de Ven aan Streekstad Centraal. “Bij deze situatie dacht ik, ja, het gaat hier wel over privébezit van mensen. Wat je als gemeente doet met bijvoorbeeld een parkeerplaats, publieke ruimte, is wel even wat anders dan wat je doet met iemands huis.” (tekst gaat verder onder foto)

De gemeente heeft al jaren contact met de bewoners van de Bonnema-wijk. Anjo van de Ven: “Het is niet handig gegaan, er was veel onduidelijk voor bewoners.” (Foto: Streekstad Centraal)

Daarop startte een aantal bewoners een petitie, waaronder Jan-Willem Snieder, die langs de deuren in zijn buurtje ging. Hij sprak zelfs in de gemeenteraad, waarin hij Anjo van de Ven hoorde zeggen dat als tweederde van alle huishoudens voorstemde, dit voldoende was. Moet lukken, dacht Jan-Willem. En dat klopt. Nu zien 53 van de 72 huishoudens zo’n beschermde status wel zitten. “We hebben het ruimschoots overschoten”, zegt Jan-Willem. “Ik ben er heel blij mee, natuurlijk, en het is fijn dat het ondersteund wordt door een duidelijke meerderheid.”

Dinsdagavond is de bewonersbijeenkomst waar de petitie aan de wethouder wordt overhandigd. “Daar ga ik luisteren en met de mensen praten”, zegt Van de Ven, “ook met degenen die niet zo’n beschermde status willen.” Guus Aben is zo’n bewoner en zag een beschermde status op zich wel zitten, maar niet dat de gemeente vervolgens voor altijd kan bepalen wat er met zijn huis gebeurt. (tekst gaat verder onder foto)

Wethouder: “Ik denk dat we voortaan grofweg kunnen denken: als het om gemeentelijke grond gaat, moet je een andere maatstaf hebben dan met publieke grond.” (Foto: Streekstad Centraal)

Volgens Van de Ven hebben de bewoners daar inspraak in. “Het is niet zo dat wij een pak met regels hebben klaarstaan. Bewoners krijgen een stem in wat die regels zijn. Wat laat je in stand en wat niet? Hopelijk krijgen de mensen die het niet zien zitten hierdoor ook vertrouwen.” Want aan zo’n beschermde status, stelt de wethouder, zitten eigenlijk alleen maar voordelen. 

COA overvalt Castricum met statushouders in Hotel Akersloot: “Het is onwenselijk”

Ze stonden niet bepaald te springen bij de gemeente Castricum  toen het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) meedeelde dat Hotel Akersloot één dag later het nieuwe onderkomen werd voor 80 statushouders  “We werden er door overvallen.”

Op zich gebeurt het vaker dat het COA gemeenten pas kort van te voren informeert. Al was dit wel érg kort. “Donderdag lieten ze het weten dat er vanaf die vrijdag 40 kamers werden verhuurd in Hotel Akersloot”, vertelt de gemeente Castricum aan Streekstad Centraal. Van de 80 statushouders die in het hotel verblijven, zijn er 24 die uiteindelijk ook in Castricum moeten wonen.

“We zijn er geen voorstander van dat hotelkamers worden onttrokken hiervoor”, zegt de gemeente. “Ondernemers lopen zo inkomsten mis. Een hotel moet gebruikt worden voor verblijfstourisme en zakelijke bezoekers, dat is vanuit economisch perspectief belangrijk.” Het COA kiest voor deze oplossing, omdat de doorstroming daar niet goed loopt, licht de gemeente toe.

Het is de bedoeling dat de statushouders tot 1 juni verblijven in Hotel Akersloot (foto: Streekstad Centraal)

Wat daarnaast speelt is dat Castricum al achterloopt met het onderbrengen van asielzoekers met een verblijfsvergunning, waaronder de de 56 statushouders die momenteel nog op de Picassolaan in Alkmaar wonen, maar weer terug moeten naar Castricum. “Deze mensen ook in het hotel onderbrengen is geen optie voor het college. Verblijf in een hotel is geen structurele oplossing.”

Blij of niet, de gemeente heeft het te accepteren. “Iedereen heeft een mening over de huisvesting van statushouders. Vanuit de gemeente is het beleid dat we geen voorrangsregeling geldt voor statushouders. De markt is krap. Er zijn meer mensen die op zoek zijn naar een woning, en dat moet op een goede manier gebeuren.”

Nog steeds wateroverlast op fietspaden in duinen: ‘winnaar’ ligt in Schoorl

Sierlijk de plas ontwijken, of de met de benen omhoog er dwars doorheen? Naast campings, moestuinen en wandelroutes kampt ook een groot aantal fietspaden in de regio nog steeds met wateroverlast. De Fietsersbond nam een kijkje en peilde het water op de soms blank staande fietspaden.

De reden voor de grote hoeveelheden water is overigens glashelder volgens de Fietsersbond Bergen: de afgelopen tijd lijken neerslagpatronen te wijzigen en er is soms sprake geweest van een dubbele hoeveelheid neerslag vergeleken met ‘normaal’. (tekst loop door onder foto)

Op de Schoorlse Zeeweg stond op 19 maart maar liefst 22 cm water (foto: Fietsersbond Bergen)

Waar kunnen de enkels nat worden? In Bergen bij de Korteweg en Helmweg-west zijn de fietspaden afgezet en ligt er ruim 20 cm water. Forse watermassa’s zijn ook nog te vinden op de Schoorlse Zeeweg, en in Egmond-Binnen moet de fietsliefhebber uitkijken bij de Middenweg, waar het water 11 cm hoog is. De “winnaar” is deze categorie is de Dr. van Steijnweg in Schoorl, met een overtuigende 30 cm regenwater. (tekst loop door onder foto)

Erdoorheen fietsen met de benen in de lucht is bij dit ‘winnende’ fietspad misschien niet voldoende (foto: Fietsersbond Bergen)

Op sommige fietspaden zakt het water wel al weer aardig: ten noorden van de Castricumse Zeeweg droogt het aardig op, evenals de Uilenvangersweg en de Woudweg richting Bergen aan Zee. Desondanks kan het handig zijn ook hier  regenlaarzen mee te nemen.

Tweedracht in Bonnema-buurt om beschermde status: “Ze zijn al de hele dag bezig in de groepsapp”

“Ze zijn al de hele dag bezig in de groepsapp”, verzucht een bewoner van de Bonnema-buurt in Alkmaar-Noord. Ze houdt niet van de discussies over de eventuele beschermde status van hun wijk; het gaat er soms fel aan toe. Volgens haar doet het de sfeer geen goed, in de voorheen zo hechte buurt.

Het is een flinke klus voor Jan-Willem Snieder; de deuren langsgaan met een inwonerspetitie om ervoor te zorgen dat zijn Bonnema-wijk ‘De Vier Vierkanten’ een beschermd stadsgezicht wordt. De petitie kwam omdat de gemeente heeft besloten de wijk géén beschermde status te geven.

Begin dit jaar hield de gemeente een enquête. Van de 72 adressen reageerden er 49 en bijna 70 procent koos voor de beschermde status. Toch werd het voorstel afgewezen. Jan-Willem is groot voorstander van bescherming. “Het is een heel bijzonder wijkje. In ’79 was dit het winnende ontwerp van een architectuurprijsvraag, door architect Bonnema uitgevoerd.” Jan Willem is zelf architect en kwam in 1994 met zijn gezin speciaal naar Alkmaar om in deze wijk te wonen. (tekst loopt verder onder foto)

Jan-Willem: “Het ontwerp van de wijk is uitgevoerd in een stijl die toen heel populair was, het structuralisme.” (foto: Streekstad Centraal)

Maar inmiddels, zo’n 45 jaar nadat de iconische wijk werd gebouwd, zit groot onderhoud eraan te komen. Daken zijn aan het eind van hun levensduur, planken moeten worden vernieuwd. Zijn angst is dat al die nieuwe daken en planken straks niet meer in de stijl van de wijk passen. Jan-Willem: “Als de samenhang uit de architectuur verdwijnt, zal het geheel uit elkaar vallen.” Wanneer de buurt een beschermd stadsgezicht wordt, mag dat niet gebeuren en komen er subsidies voor het onderhoud. Dat is wellicht van harte welkom, want er is asbest verwerkt in de daken.

In dat opzicht is buurtbewoner Guus Aben het met Jan-Willem eens: de plek moet beschermd worden. Alleen niet op de manier zoals de gemeente dat volgens hem wil. Guus: “Ik vind dat wij als buurt er met elkaar voor moeten zorgen dat het stadsgezicht behouden blijft. Maar de gemeente wil hier naartoe: als wij ons huis in de originele staat behouden op elementen die volgens de gemeente belangrijk zijn, krijgen we subsidie. Handtekening bij het kruisje en we zijn voor eens en altijd verplicht om te doen wat de gemeente wil. En anders komen ze handhaven.”

Bonnema-buurtbewoners hebben volgende week weer een bijeenkomst over de beschermde status van hun opvallende wijk (foto: Streekstad Centraal)

Een subsidieregeling vindt Guus prima, maar dan wel in een andere vorm. “Misschien kan onze buurt een pilot zijn, om moderner om te gaan met subsidieregelingen. Dat zou een prachtig participatieproject zijn: ervoor zorgen dat in Alkmaar een beschermd stadsgezicht behouden wordt, zonder dat je vervalt in regels, dwang, bureaucratie en handhaving.”

Wat beide bewoners verbindt is hun hart voor de wijk en het verlangen dat het behouden wordt. Jan-Willem hoopt dat dit dan ook de boventoon voert bij de volgende bewonersbijeenkomst op 26 maart. “We hebben hetzelfde doel”, licht Jan-Willem toe, “alleen verschillende we van mening over de methode om dat te realiseren.”

Grootschermer komt in actie, kleine Driessenschool blijft open: “Wij zijn als dorpsraad nu aan zet”

Weer een kleine school moeten sluiten? Dat mag niet gebeuren, dachten de inwoners van Grootschermer. Dankzij hun harde werk mag de Driessenschool met haar 42 leerlingen de deuren openhouden. “Het is mooi dat we het voortbestaan nu kunnen garanderen.”

Vorig jaar vond scholenkoepel ISOB een fusie met een school in Driehuizen de enige oplossing, omdat de Driessenschool één leerkracht miste. Eind 2023 sloot de kleinste school van Noord-Holland al. Dat sluiting hier ook op de loer lag, zorgde voor ophef in het dorp. “Een drama voor de leerlingen, maar ook voor de leefbaarheid en vitaliteit van het dorp“, vertelt Jan Wind van de dorpsraad tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.

De dorpsraad kwam in actie. “We zochten zelfs contact met BBB in Den Haag, die wil dat kleine plattelandsscholen blijven”, vertelt Sven van Truijen, wiens kinderen naar de Driessenschool gaan. Daarbovenop kwam volledige steun van de gemeenteraad: de fusie was van de baan en ISOB ging akkoord met de overdracht van het schoolbestuur. Jan: “Dat is fantastisch! Ze hebben ons positief verrast, want eerder leek er geen beweging in te krijgen.” (tekst loopt verder onder foto)

Nu is het aan de dorpsraad om een passend schoolbestuur te vinden voor de Driessenschool (foto: foto: NH / Anne Klijnstra)

“Nu is het aan de dorpsraad om uit te zoeken wat voor school we willen zijn”, gaat Jan Wind verder. Wat wordt de visie en identiteit van de school? Een extern ingehuurd bureau gaat daarbij helpen. “Daarna kunnen we ons bijvoorbeeld bij een andere koepel aansluiten, of zelf een schoolbestuur oprichten”, zegt Wind.

Het dorp heeft er alle vertrouwen in dat dit lukt. Dat blijkt ook uit de pas opgerichte stichting ‘Hart voor Driessen’. “We bestaan nu een maand en gaan de school financieel steunen als daar vanuit het bestuur geen geld voor is. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe laptops”, zegt Niels Zijlstra. Hij is betrokken bij de stichting en zit in de ouderraad van de school. (tekst loopt verder onder foto)

Niels Zijlstra, Sven van Truijen, Stephan Tot en Jan Wind zetten zich allemaal in voor de Driessenschool (foto: NH/ Anne Klijnstra)

De inwoners van Grootschermer zaten ook niet stil, verzekert Niels. “Twee jaar geleden hebben we nog met hele dorp het schoolplein aangepakt.” Het onderhoud daarvan ligt nu in handen van de stichting, evenals goede reclame voor de school. “Na alle onzekerheid hebben we nu wat positiviteit nodig”, zegt Sven. Met een open dag op woensdag 20 maart en flyeren in omliggende dorpen, hoopt iedereen nieuwe leerlingen te werven.

Van een lerarentekort is helemaal geen sprake meer. “Een paar kanjers van leraren hebben zich gemeld. We zijn nu aan het passen en meten om die in te kunnen zetten. Wind lacht. “We hebben er nu zelfs te veel.”

Boa’s Dijk en Waard dragen nu bodycams: “Je lost het uiteindelijk op met je mond”

Drie jongens in zwarte jackies geinen met elkaar bij het fietsenrek van parkeerplaats bij Winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard. Met hun ogen volgen ze de opvallende auto van boa Emma Beukema die voorbij rijdt. Ze komt hier dagelijks.

Het is nu betrekkelijk rustig buiten, meer dan een indrukwekkend harde boer klinkt er niet. Op de parkeerplaats valt het dan ook meestal wel mee, vertelt Emma. Ze is nu vijf jaar boa en weet: de echte overlast hier zit vaak binnenin het winkelcentrum. “Jeugd die gaat hangen, harde muziek draait en lekker binnen gaan roken, bijvoorbeeld.”

Zo’n situatie is nog geen reden om haar nieuwe bodycam, die sinds dinsdag op haar borst zit, aan te zetten. Maar in sommige gevallen gebeurt dat wel. Wanneer precies hangt af van de situatie. “Je moet naar je eigen gevoel luisteren: loopt het gesprek goed of dreigt het de verkeerde kant op te gaan? Als je je als boa niet veilig voelt, druk je op de knop.”

Het idee achter de bodycams is dat mensen zich bewuster gaan gedragen en situaties minder snel uit de hand lopen. Emma draagt de bodycam met een goed gevoel. “Het geeft toch een stukje veiligheid voor mij en ook voor de inwoners van Dijk en Waard.” (tekst loopt verder onder foto)

Alleen als een situatie echt uit de hand dreigt te lopen, doet boa Emma Beukema haar bodycam aan (foto: Streekstad Centraal)

Ze heeft de hare nog niet hoeven gebruiken, maar kent het proces wel. “We kondigen het altijd aan: meneer of mevrouw, bij deze zet ik mijn bodycam aan, wat u en ik zeggen wordt opgenomen. Iets in die trant.”

Verwacht ze niet sommige mensen juist agressief reageren als ze gefilmd worden? “Die heb je er vast tussen. Logisch ook, want het is niet niks als je gefilmd wordt.” De recordknop wordt dan ook niet zomaar ingedrukt. “Er zitten strenge regels aan het gebruik van de bodycam. Binnen de gemeente zijn er maar een paar mensen die de beelden mogen zien.” Zelf mag ze dat niet zomaar.

De bodycam is een stap in de ontwikkeling van de handhaving binnen Dijk en Waard. “We breiden steeds een stapje verder uit”, zegt Emma. Dat begon met geweldsbevoegdheden en handboeien en nu dus ook de bodycam. Is de volgende stap dan een wapenstok? Ze schudt haar hoofd. “Ik denk niet dat we dat in deze gemeente nodig gaan hebben. En weet je, je lost het uiteindelijk op met je mond.”