“De brandhaarden zijn uit. De keuken stond in de fik en een kantoor”, vertelt een jonge brandweerman. Het is onrustig zaterdag in Bergen. De hele dag rijden brandweerwagens door de gemeente, maar de sirenes blijven uit. Jonge brandweerhelden uit het hele land nemen het tegen elkaar op tijdens het Nederlands Kampioenschap Jeugdbrandweer.
“Er komen hier negentien jeugdkorpsen uit heel Nederland een wedstrijd spelen”, vertelt Renate Peters van Nijenhof. Ze is ploegchef van de jeugdbrandweer in Bergen. Haar eigen jeugdkorps is niet aanwezig, maar die van Alkmaar en Heerhugowaard wel. Aan hun de taak om de eer in onze regio hoog te houden. “Dit is bloedserieus. Net als bij elke wedstrijd, ze willen natuurlijk winnen.” (Tekst gaat verder onder de foto)
Waar de volwassen vrijwilligers opgeroepen kunnen worden voor een brand of de bekende kat in de boom, is dat voor de jeugdbrandweer anders. Zij mogen nog geen geen echte branden blussen. Oefenen en meedoen aan regionale en landelijke wedstrijden is hoe zij de skills aanscherpen. En daar komt meer bij kijken dan je wellicht zou denken.
“Het is meer dan alleen maar slangen rollen. Hoe pak je de brandbestrijding aan. Ook in de achtergrond van het bestrijden worden ze steeds slimmer”, weet brandweerman Robert de Kraker. “De jeugdbrandweer is de kweekschool, de aanloop om uiteindelijk brandweer te worden. Het is een hele leuke hobby voor gasten van die leeftijd, maar we hopen dat ze in opleiding gaan als ze eenmaal achttien zijn.” (Tekst gaat verder onder de foto)
Overigens: voor wie denkt dat vele gebouwen kunnen worden afgeschreven door de rook- en blusschade heeft het mis. “Heel veel mensen denken dat we met vuur oefenen, maar dat doen we niet”, zegt Peters van Nijenhof. “Het zijn allemaal slangetjes en lampjes.” Ze lacht. “Je kan niet elke keer alles in de fik steken.”
De bokaal en de felicitaties gaan naar team Zwolle. Alkmaar eindigde als zesde en Heerhugowaard als zevende. “Voor ons gevoel ging het wel heel goed, maar helaas is het toch niet gelukt”, vertelt de Alkmaarse bevelvoerder Kimberly Abbo. “We gaan nog harder oefenen en gewoon lekker plezier maken. Dat is vooral het belangrijkste.”
