“Ik heb hem in z’n torso geschoten. Hij viel neer, probeerde meerdere malen op te staan, maar viel telkens weer.” Dat heeft Glenn V. uit Noord-Scharwoude volgens een medegevangene tegen hem gezegd over de dodelijke overval op Berkhouter Sjaak Groot, juni vorig jaar. Maar zelf ontkent hij in alle toonaarden: “Ik heb geen bloed aan mijn handen.”
De medegevangene is met het verhaal naar een gevangenismedewerker gestapt en die heeft het doorgespeeld aan het Openbaar Ministerie, zo bleek dinsdagochtend tijdens een tussentijdse zitting. Volgens de officier van justitie is het niet het enige bewijs tegen V. Zo zit onder meer zijn DNA op meerdere plekken van het wapen waarmee Sjaak Groot werd doodgeschoten. Dat gebeurde vermoedelijk tijdens een worsteling toen hij de overvallers in zijn huis betrapte. Ook heeft de ex-vriendin van V. daar een verklaring over afgelegd.
Zelf reageerde hij boos op alle aantijgingen. Onder andere richtte hij zich op de media. “Ik lees dat ik ben aangewezen als schutter. Door mijn ex-vriendin en mijn moeder. Maar die hebben dat nooit gezegd. Het is smaad en laster.” V. koos ook de aanval richting het Openbaar Ministerie dat volgens hem lijdt aan tunnelvisie. “Ik ben nergens binnen geweest. En op het wapen is DNA van vijf mensen gevonden. Dus mensen kunnen wel van alles zeggen, maar er moet bewijs zijn. Ik word al aan de schandpaal genageld. Maar hoe zit het met onschuld totdat schuld is bewezen?”
Ook zijn advocaat Malou Hoekzema zette haar vraagtekens bij de warrige verklaringen tegen haar cliënt en ander bewijs. Ze vroeg daarom haar cliënt, die al langere tijd in voorarrest zit, vrij te laten. Maar volgens de officier van justitie bewijs genoeg. Niet alleen voor zijn betrokkenheid bij de overval op Sjaak Groot, maar ook bij gewelddadige overvallen in Noord-Scharwoude en De Goorn. Zijn moeder herkende hem op beelden van de overval in Noord-Scharwoude van Opsporing Verzocht. En medeverdachte Martijn G. verklaarde met onder meer Glenn V. en een andere verdachte Mark V. betrokken zijn geweest bij de overval in De Goorn.
V. zou één van de zeven leden zijn van een overvalbende die in wisselende samenstellingen toesloeg bij slachtoffers tussen Hoorn en Alkmaar en één in het Gelderse Dreumel. Volgens justitie op plekken waar ze dachten dat er snel en veel cash kon worden binnengehaald.
Naast V. stond dinsdag ook Ruviëni M. voor de rechter. Hij wordt ook verdacht van de overvallen in Berkhout en Noord-Scharwoude, en nog een andere in Avenhorn. Ook hij ontkent iedere betrokkenheid. “Alles is gebaseerd op chatgesprekken, die ook nog eens door anderen naar mij zijn verstuurd. En die je verschillend kan interpreteren”, zei M. Zijn advocaat Maarten Kuipers vulde het aan: “Er is niet één stevig bewijsmiddel dat hem ergens plaatst bij een plaats delict. Dus wat er blijft dan nog over?” Ook hij vroeg om zijn cliënt vrij te laten.
Maar volgens het OM moeten alle verdachten die nu vast zitten, in voorarrest blijven totdat de zaak eind 2023 inhoudelijk voor de rechter komt. “De zaken zijn zonder uitzondering van de buitencategorie. Waar weerloze slachtoffers zonder aanleiding zijn beschoten, bedreigd, gemarteld, mishandeld en bedreigd of gedood.”
De rechter moet nog een besluit nemen of de twee wel of niet langer in voorarrest blijven, schrijft mediapartner NH Nieuws. De zaak gaat op 23 januari verder. Dan komen alle verdachten tegelijk voor tijdens regiezitting. Dan moet ook duidelijk worden wie definitief van welke overval wordt verdacht en welke onderzoekswensen er nog zijn.