De inbraakgolf bij horecaondernemers in onze regio blijkt nog niet voorbij. Maandagnacht was het raak bij Café De Schelvis in Zuid-Scharwoude en restaurant De Burg in Noord-Scharwoude. De daders maakten geen buit. “Ze slopen vooral, en dat maakt me kwaad”, zegt uitbater Ton Horseling van De Burg.
Het is inmiddels een lange lijst aan gedupeerde ondernemers. Na Rust Wat in Sint Pancras, Duingroet in Groet, Dansen bij Franssen in Sint Maartensvlotbrug en Marktzicht in Broek op Langedijk, probeerden inbrekers in de nacht van maandag op dinsdag hun slag te slaan in Noord- en Zuid-Scharwoude. “Maar bij ons en bij café De Schelvis hebben ze geen buit gemaakt”, stelt Horseling in gesprek met mediapartner NH. “Bij het café hebben ze een dubbele deur en kwamen ze niet verder dan de hal. Bij ons hebben ze met een koevoet geprobeerd binnen te komen. Ook dat is niet gelukt. We hoopten dat het was opgelost nadat die twee zich gemeld hadden voor die inbraak in Sint Maartensvlotbrug. Daar lijkt het niet op.”
“Weet je, ik ben er vooral pissig om. Er wordt vooral meer vernield dan gejat. Het lijken wel amateurs of avonturiers. Ze denken dat er goud te halen is in de horeca, maar het is vooral tin. Er ligt geen geld, want alles gaat met de pin, en de fooienpot maken we ook altijd leeg. Dus waar kom je dan voor? Een paar flessen drank? Is daar al die schade voor nodig?” Inmiddels is bij De Burg de boel weer gerepareerd. “En daarmee ben je zo 2.000 euro lichter”, stelt Horseling verbolgen. “De horeca is echt nutteloos voor inbrekers. We zijn allemaal goed beveiligd met een alarm en voorzien van camera’s. En wat ik al zei: er valt hier niets te halen.”
“En dus zeggen we maar weer tegen elkaar in de groepsapp: ‘blijf waakzaam'”, vertelt Horseling, die ook voorzitter is van Koninklijke Horeca, afdeling Dijk en Waard. Ondertussen neemt de politie de inbraakgolf ook hoog op. “We zien sinds de jaarwisseling een opvallende stijging bij de horeca in en om Dijk en Waard”, stelt woordvoerder Derk Burger. Het is nog niet duidelijk of alle inbraken door dezelfde groep wordt gepleegd. “De donkere maanden staan bekend als favoriete tijd voor inbrekers. Dat zien we al jaren terug in de cijfers. Al deze recente inbraken hebben we in onderzoek, en kijken ook naar mogelijke verbanden er tussen. We hopen dat getuigen zich melden die wat gehoord of gezien hebben.”