Natuurorganisaties en vogelwerkgroepen maken zich zorgen over de aanleg van bovengrondse hoogspanningslijn tussen het Noordzeekanaal en Middenmeer. Volgens hen gaan jaarlijks al zeker 800.000 vogels dood door de lijnen tussen hoogspanningsmasten. Ze pleiten voor de beoogde route vanaf Beverwijk via Oterleek, of de route van Amsterdam Noord via Hoorn. Deze twee zijn het minst schadelijk.
denken dat de maatregelen die Tennet wil nemen te weinig effect hebben.
Tennet wil het aantal ‘draadslachtoffers’ juist verminderen en neemt maatregelen.
Een grote zwerm vogels vliegt over een open grasveld, met bladerloze bomen en een elektriciteitsmast op de achtergrond onder een grijze hemel.
Tennet wil vanwege de groeiende vraag naar elektriciteit het stroomnet de komende jaren flink verzwaren. Het net zit namelijk nu al bomvol. Daarom moet er volgens de netbeheerder een nieuwe, zware hoogspanningslijn komen tussen Beverwijk-Oostzaan en Middenmeer.
Deze wordt bovengronds aangelegd, met 100 tot 150 hoogspanningsmasten en kilometers aan draden. En dat baart natuurorganisaties en vogelwerkgroepen zorgen.
Jaarlijks vliegen 800.000 tot één miljoen vogels in Nederland zich te pletter tegen een hoogspanningslijn. Hoeveel van die vogels in onze provincie zo’n fatale klap maken, is niet duidelijk.
“Draadslachtoffers”, noemt ecoloog Jac Hakkens ze. Hij werkt sinds vijf jaar bij Tennet en houdt zich onder meer bezig met het beschermen van vogels.
De vogels raken vooral de dunnere, bovenste bliksemdraden die tussen de masten gespannen zijn. Dat zijn draden die de bliksem, wanneer deze inslaat, afvoert naar de grond.
Hakkens legt uit hoe dat komt: “Deze zijn dunner dan de dikkere stroomdraden die eronder hangen en zijn daardoor moeilijker te zien waardoor ze een gevaar voor vogels vormen.” Dat gebeurt meestal ’s nachts of als het schemert. “Maar ook bij slecht weer zoals mist of motregen.”
Volgens de ecoloog zijn het vooral ganzen en zwanen, maar ook weidevogels, die deze bliksemdraden raken en daardoor gewond raken of zelfs overlijden. “Het is vaak al te laat als ze de draden zien, omdat ze log en weinig wendbaar zijn.”
Natuurorganisaties uiten hun zorgen
Nu Tennet voornemens is om een nieuwe hoogspanningslijn aan te leggen, uiten natuurorganisaties en vogelwerkgroepen in een brief hun zorgen.
“De aanleg van 30 tot 40 kilometer aan masten heeft een grote impact op het landschap”, legt Martijn de Jong van Landschap Noord-Holland uit.
De netbeheerder bekijkt daarvoor meerdere routes, waaronder over het beschermde natuurgebied Zeevang, tussen Edam en Hoorn. “Dit is een belangrijk natuurgebied voor weidevogels zoals kieviten, tureluurs en grutto’s.”
Voor weidevogels betekenen de masten extra verstoring, waardoor ze de omgeving als broedgebied zullen mijden, zegt De Jong. “Deze vogels houden van uitzicht, willen roofvogels van ver weg zien aankomen, terwijl roofvogels zelf zo’n mast als uitkijktoren gebruiken.”
“Binnen een straal van driehonderd meter aan weerszijden van een mast gaat geen weidevogel zitten. Dat betekent dat over de hele linie een gebied van zeshonderd meter breed niet langer geschikt is als broedplaats.”
Hans Stapersma, die als voorzitter de vogelwerkgroepen vertegenwoordigt, sluit zich daarbij aan. Volgens hem loopt deze route dwars door de trekroute van ganzen, die vanuit het Markermeer naar hun foerageergebieden in het westen vliegen. ‘Dagelijks passeren zo’n 60.000 ganzen deze route’, schrijft hij in een brief.
Ook loopt er een route door de polders Mijzen en Westerveer, tussen de Beemster en Schermer, die het gebied in tweeën kan splitsen. Stapersma: ‘Dit tracé doorsnijdt gebieden waar grote aantallen goudplevieren overwinteren en die tevens slaapplaatsen van lepelaars en grote zilverreigers zijn’.
De Jong begrijpt de noodzaak van Tennet, maar: “We realiseren ons dat het niet mogelijk is om dit soort grote ruimtelijke ingrepen te doen zonder impact op natuur en landschap, maar de ene route is wel veel schadelijker dan het andere”, benadrukt De Jong. Zijn voorkeur gaat, net als die van de andere natuurorganisaties, uit naar de rode of de lichtblauwe route (zie infographic hierboven). “Deze zijn het minst schadelijk.”
Hakkens begrijpt deze zorgen en zegt dat Tennet het aantal slachtoffers juist wil verminderen en daarom extra maatregelen neemt om dit aantal verder terug te dringen.
Op nieuwe hoogspanningslijnen worden nu standaard varkenskrullen aangebracht om te voorkomen dat vogels tegen deze draden vliegen, zegt Hakkens. Die zijn volgens Tennet bewezen effectief en maken de dunnere bliksemdraden breder en dus ook zichtbaarder. “Daarbij kunnen ze tientallen jaren mee en zorgen ze voor zestig tot zeventig procent minder slachtoffers.”
Firefly in plaats van varkenskrullen
Een andere maatregel: de zogeheten firefly, een type markering die met een klem kan worden bevestigd aan het bliksemdraad.
“Het mooie hiervan is dat deze uv-reflectoren hebben. Die wekken gedurende de dag energie op en stralen deze weer in de nacht uit als er veel vogels vliegen. Ze zijn effectiever dan de varkenskrullen en veel beter zichtbaar”, zegt Hakkens.
Op basis van proeven in het buitenland, volgens Hakkens, is de verwachting dat het aantal slachtoffers met ongeveer 90 procent vermindert. Toch plaatst de ecoloog er een kanttekening bij. “Vanaf het moment dat ze hangen, draaien ze continue rond. Dat kan op termijn slijtage opleveren, zeker in de buurt van de kust waar het vaker en harder waait.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Close-up van elektriciteitsleidingen die tussen metalen zendmasten hangen, dwars door een groen landelijk landschap met een rivier en bomen op de achtergrond.
Een hoogspanningslijn voorzien van varkenskrullen die moeten voorkomen dat vogels ertegenaan vliegen – Foto: Tennet
De natuurorganisaties en vogelwerkgroepen pleiten ervoor om zoveel mogelijk ondergronds te gaan met het aanleggen van de hoogspanningslijnen. Tennet benadrukt dat dit nog niet mogelijk is voor grotere afstanden.
De netbeheerder heeft al wel op een paar plekken ondergronds aangelegd, zoals bij het Noordzeekanaal en Schiphol, maar volgens Tennet heeft dat niet de voorkeur. Bovengrondse lijnen zijn makkelijker en sneller te repareren en minder gevoelig voor storingen dan ondergrondse lijnen.
“Deze 380 kV-verbindingen zijn dé belangrijkste stroomsnelwegen van Nederland die betrouwbaar moet zijn en stroomuitval moet voorkomen”, aldus Tennet in een reactie.
Planning
In de tweede helft van dit jaar mogen gemeenten en provincie een advies uitbrengen over de voorkeursroute. Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) neemt vervolgens in april 2026 een besluit over de definitieve route. De daadwerkelijke werkzaamheden beginnen naar verwachting pas in 2030.