Kunsthandelaar Jan Six presenteerde in mei een voor alsnog onbekende Rembrandt uit circa 1634, nadat dit veertig jaar niet was gebeurd. Als enige zou hij het meesterwerk hebben herkend. De Alkmaarse kunsthandelaar Sander Bijl beschuldigt hem van bedrog. Het NRC gaat diep in op het conflict.
Handelaren maken regelmatig afspraken voor prijzige stukken, maar dat gaat op goed vertrouwen. Het is dan ook “not done” om afspraken niet na te komen, laat staan dubbele deals te maken voor als er eentje mis gaat.
De richtprijs van het veilinghuis was 15.000 tot 20.000 pond. Sander Bijl zou met Jan Six afgesproken hebben hooguit één bod boven 100.000 pond te doen, destijds krap 140.000 euro, omdat er geen signalen waren dat anderen vermoedden dat het om een échte Rembrandt uit circa 1634 ging. Het kunstwerk werd voor zo’n 156.000 euro verkocht. Later pas leert Bijl dat Six een van die kopers was.
Middels e-mails en chats kan de 39-jarige Alkmaarder aantonen dat hij het schilderij zelf had onderzocht en dat er een deal was. Six meent echter dat Bijl niet op eigen initiatief onderzoek had gedaan. Kunsthistoricus Ernst van de Wetering zou zijn mond voorbij hebben gepraat bij zijn vriend Bijl senior, nadat Six een foto van het schilderij had laten zien. Martin Bijl, gerenommeerd restaurator, zou zijn zoon hebben ingelicht. Zowel Van de Wetering als vader Bijl spreken dit tegen.
Ook stelt Six dat er geen deal was. Hij zou alleen maar op Sander Bijl’s verzoek een stroman bieder zoeken. Maar dat is een zeer vreemde uitleg. Er was uitgebreid contact kort voor de veiling en je zou niet verwachten dat iemand ook maar enige kennis prijsgeeft tegenover een concurrent over mogelijk een Rembrandt voor een prikkie. Vier gerenommeerde collega’s vinden de uitleg dan ook “totaal onlogisch” of zelfs “bullshit”.
Ook het verhaal in Six’s boek rammelt, waarop deze toegaf dat er een aantal „dichterlijke vrijheden” in staan. Van de Wetering had het voorwoord geschreven maar las het boek pas na publicatie met “verbazing”. Hij noemt het verhaal zwak.
Van de Wetering is er overigens van overtuigd dat het portret een echte Rembrandt is, maar dat het om een rechthoek uit een veel groter doek gaat. Dat verklaart volgens hem ook de monotonie in het gezicht van de jongeman die sommige kenners zo stoort. (foto: deel van de cover van Six’s boek)