Na vijf maanden vol bezoekers en veel enthousiasme, is de afbouw van de Klim naar de Hemel op de Grote Kerk in Alkmaar begonnen. Rob Marijn, projectleider van de Klim, spreekt van pure weemoed nu de attractie verdwijnt. “Het is wel een kindje geworden en een soort vanzelfsprekend spektakel hier in het hartje van de stad.”
Ook zakelijk gezien was de Klim een groot succes. Met ruim 93.000 bezoekers op de teller heeft het financieel ook ruim voldoende opgeleverd, maar volgens Marijn is het vooral in andere opzichten een geslaagd project. “Ontzettend veel mensen, Alkmaarders, toeristen, blij gemaakt met een geweldig evenement. Dat uitzicht, heel spectaculair. Maar een geweldig visitekaartje ook voor al die toeristen die hier geweest zijn.
Genoeg vrijwilligers vinden om mensen te begeleiden en de verhalen van de kerk te vertellen, bleek geen enkel probleem te zijn. “Het enthousiasme daarvoor was overrompelend. Ontzettend veel mensen hebben zich heel snel aangemeld”, weet Marijn. Er hebben ruim 400 vrijwilligers meegewerkt aan het project. Ook het aantal bezoekers van de Klim was niet te zuinig: “De toestroom van bezoekers was van meet af aan zo sterk en zo constant.” En dat bleek aan te houden: “Je hebt geen ervaringen of vergelijkcijfers, maar we zagen toch wel na een paar maanden dat het hartstikke goed ging”, vertelt de projectleider.
Marijn vindt het wel een spannend idee dat er al is gezegd dat het project ‘voor herhaling vatbaar is’. “Het is een uniek evenement geweest, ik denk wel dat het zo moet blijven en dat we daar voorlopig niet aan moeten denken. Het is iets unieks en zo moet je het ook beschouwen, dan moet het niet elk jaar een dergelijk feest zijn.” Marijn heeft medelijden met de Alkmaarders die de klim niet gemaakt hebben: “Die zullen tot in einder der dagen ontzettend veel spijt hebben, want zij waren er niet en dat is natuurlijk niet best”, besluit hij zijn verhaal lachend.