De cijfers van het CBS laten zien dat de koopkracht in 2017 is toegenomen. Vooral de kinderrijke gemeenten scoren daarbij boven het landelijke gemiddelde van 0,5 procent. Deels komt dit voor rekening van het kindgebonden budget dat gezinnen met kinderen ontvangen. Werkenden gingen er echter het meeste op vooruit, terwijl de koopkracht van gepensioneerden juist afnam.
Heerhugowaard scoort van de drie HAL-gemeenten het beste met 0,8 procent koopkrachtstijging. Zo’n 31 procent van de Heerhugowaardse bevolking bestaat uit paren met kinderen en 27 procent geniet van het pensioen. Langedijk volgt Heerhugowaard op de voet met een stijging van 0,6 procent. In Langedijk wonen relatief gezien meer gezinnen met kinderen (32,2 procent) maar heeft relatief ook meer gepensioneerde inwoners (30,2 procent).
De koopkracht van Alkmaar ligt in lijn met het landelijke gemiddelde van 0,5 procent. De Alkmaarse bevolking bestaat voor 26,7 procent uit gepensioneerden en heeft dus procentueel gezien minder gepensioneerden dan Heerhugowaard en Langedijk. Ook wonen er relatief minder gezinnen met kinderen in Alkmaar: 24,1 procent.
Het CBS merkt op dat hoge inkomens geen garantie zijn tot koopkrachtstijging. Als in een gemeente de koopkracht stijgt en veel huishoudens heeft met een relatief laag inkomen, dan blijft de welvaart over het algemeen ook laag. Andersom geldt dit ook.