Het college van Alkmaar wil een eenmalige uitkering in het leven roepen om inwoners in de bijstand een zetje te geven richting een betaalde baan. Een aantal andere gemeenten heeft deze uitstroompremie, die oneerbiedig ook wel een ‘oprotpremie’ kan worden genoemd, al ingevoerd.
Veel mensen in de bijstand willen best wel aan het werk, maar voelen zich niet erg geprikkeld als ze er niet duidelijk op vooruit gaan. De gedachte is dat men deels “voor niets” werkt. Immers, hoe meer inkomen, hoe minder overheidssteun. Boven 130 procent van het sociaal minimuminkomen vervallen de meeste subsidies. Het Alkmaarse college wil een eenmalige beloning instellen om mensen over de streep te trekken.
Daarnaast voert de gemeente in het kader van de Uitvoeringsagenda Armoede & Schulden hoe de hulpverlening beter af te stemmen op behoeften. De focus ligt met name op mensen met een inkomen tussen de 100 en 130 procent van het sociale minimum. Dit is een groeiende groep in Alkmaar. De hoeveelheid bijstandsuitkeringen is de laatste tijd namelijk weer wat afgenomen, maar het aantal mensen dat boven de 130 procent uitkomt nam niet toe.