Het Openbaar Ministerie (OM) heeft celstraffen geëist tegen twee verdachten die bij elkaar tientallen mensen voor honderdduizenden euro’s hebben opgelicht met de verkoop van stukken grond. De 39-jarige Alkmaarder Franciscus S. dreigt voor drie jaar achter de tralies te verdwijnen, terwijl de 39-jarige Glenn van der H. uit Amstelveen een celstraf van een jaar boven het hoofd hangt.
Dat bleek dinsdagochtend tijdens de zitting in de Alkmaarse rechtbank, waarbij mediapartner NH Nieuws aanwezig was. De twee verdachten zouden hebben samengewerkt, en tussen 2014 en 2016 ten minste 24 slachtoffers bij elkaar honderdduizenden euro’s hebben opgelicht. Wat het OM betreft moeten de verdachten de door hen geïncasseerde bedragen terugbetalen aan de gedupeerden.
De Alkmaarder deed zich in de periode van 1 mei 2014 tot en met 19 december 2016 voor als medewerker van een gerenommeerd vastgoedbedrijf. In die hoedanigheid liet hij mensen betalen voor stukken grond die hij nooit heeft geleverd. De 6,5 maand die S. inmiddels in voorarrest heeft gezeten, mogen wat het OM betreft van drie jaar worden afgetrokken. Daardoor blijft een eis van bijna 2,5 jaar onvoorwaardelijke celstraf over.
S. zou tenminste 23 mensen hebben opgelicht. Zijn vermeende slachtoffers bestaan vooral uit oudere mensen. S. zou aan zijn praktijken zo’n 320.000 euro verdiend hebben, wat het OM wil terugvorderen.
Amstelvener Glenn van der H. zou in 2015 door S. zijn benaderd met ‘een job’. Tussen 1 juli 2016 en 27 december 2016 deed hij zich voor als medewerker van een grondverkoopbedrijf. Van der H. verstrekte lijsten aan S. met namen van mensen die in het verleden al in grond hadden geïnvesteerd. Ook had hij contact met mensen van wie in totaal zo’n 60.000 euro afhandig is gemaakt. Hierbij gaat het om vier slachtoffers.
Van der H. ontkent in de rechtszaak enige schuld aan oplichting; hij zou met de slachtoffers alleen ‘over koetjes en kalfjes’ hebben gesproken en ziet zichzelf ook als slachtoffer van S. Het OM vindt de redenering van Van der H. echter ongeloofwaardig. Dit komt mede door Whatsapp-gesprekken tussen de twee die in de rechtbank als bewijs worden opgevoerd.