Het dak van de voormalige drukkerij aan de Marconistraat in Alkmaar wordt mogelijk een meeuwen hotspot. Een ecologisch adviesbureau heeft het aangewezen als meest geschikte gedoogplek in de gemeente. Het hanteren van gedoogdaken is het laatste middel in de strijd tegen de meeuwenoverlast. Ook op andere bedrijventerreinen wordt gekeken naar gedoogdaken. Meeuwen zouden dan uit andere delen van de stad verjaagd kunnen worden. De beschermde meeuw zorgt al jaren voor veel overlast in Alkmaar.
Wordt het dak van culturele broedplaats De Drukkerij aan de Marconistraat op bedrijventerrein Oudorp dé meeuwenbroedplaats van Alkmaar en omgeving? Zou zomaar kunnen.
De gemeente Alkmaar ziet op basis van een rapport van ecologisch adviesbureau BEC het dak van de vroegere drukkerij van het Noordhollands Dagblad als de meest geschikte gedoogplek voor meeuwen. Datzelfde geldt voor het daarnaast gelegen bedrijvenverzamelgebouw De Letterbak.
Het creëren van ’meeuwengedoogdaken’ is het jongste middel van de gemeente om meeuwenoverlast in de stad te verminderen. Ook de bedrijventerreinen Boekelermeer en Beverkoog kunnen van die gedoogplekken komen, want ook dat zijn gebieden waar vrijwel geen mensen wonen.
Op de platte daken van de Drukkerij en de Letterbak broeden al veel meeuwen. Het zit in de aard van meeuwen om zich aan te sluiten bij bestaande broedplekken. Volgens de opstellers van het ecologische rapport kunnen er hier nog wel zo’n tweehonderd broedende meeuwenparen bij. Dat kan door grind, schelpen of sedum (’groendak’ van vetplantjes).
Alkmaar heeft in het verleden onder meer eieren geolied en nesten vernietigd, maar een groot succes is het niet geworden. Die maatregelen zijn bovendien niet toegestaan voor de zilvermeeuw en de stormmeeuw. Als het gaat om de meest voorkomende soort – de kleine mantelmeeuw – mag er op deze manier wel worden ingegrepen om overlast te beperken. Maar staat dan weer tegenover dat er alternatieve broedlocaties in de omgeving aangewezen moeten worden.
Meeuwen zijn in Alkmaar al jaren een bron van overlast en ergernis. Vorig jaar kwamen 548 meldingen online bij de gemeente binnen, verreweg de meeste tijdens het broedseizoen van april to en met augustus. Het vaakst wordt geklaagd over geluidsoverlast. Met voorlichting kan de gemeente daar volgens het adviesbureau wat aan doen. Zo kan er op gewezen worden dat het ’s nachts sluiten van ramen en luchtroosters nogal wat kan schelen.
Mensen grijpen ook zelf illegaal in als ze genoeg hebben van het gekrijs. De onderzoekers constateerden dat dit vorig jaar meer dan 125 keer gebeurde bij de in totaal 580 nesten van de kleine mantelmeeuw, wat neerkomt op circa 22 procent van de broedpopulatie.
De gemeente moeten met de bedrijvenverenigingen communiceren over de meeuwen. Enerzijds om ze er op te wijzen wat ze wél tegen broedende meeuwen op hun dak mogen doen. Met netten kan het broeden legaal onmogelijk worden gemaakt. Anderzijds om duidelijk te maken dat op andere manieren in te grijpen volgens de Wet Natuurbescherming niet is toegestaan.