Gert-Jan Segers, voorman van de ChristenUnie, bracht vrijdag een werkbezoek aan Alkmaar om te kijken hoe de vluchtelingenopvang hier geregeld wordt. Hij sprak daar over met onder meer ChristenUnie wethouder Joël Voordewind en diverse lokale fractieleden. Segers had goede dingen gehoord over Alkmaar en wilde weten wat hier anders wordt gedaan. “Het gaat hier beter. Er worden hier meer vluchtelingen een plek geboden, dat is mooi, en we willen graag kijken hoe dat in de praktijk in zijn werk gaat.”
Na een bezoek aan Hotel De Rijper Eilanden, waar nog zo’n 200 Oekraïners verblijven, ging Segers langs bij het Regionaal Wooncentrum Picassolaan, waar het COA tot 230 statushouders kan opvangen en ook een klein aantal Alkmaarders met een urgentieverklaring. De woningen zijn sober maar goed uitgerust. Halte Werk is er voor werk-gerelateerde zaken, er wordt taalles gegeven, kinderen zitten op school en worden activiteiten georganiseerd. Ook heeft het COA goede contacten met de wooncorporaties.
Segers was dan ook onder de indruk: “Wat we zien is dat gezinnen hier een plek krijgen. We zien dat er zowel opvang is voor Oekraïners als mensen die van elders uit de wereld komen, en dat ze hier allemaal een fatsoenlijke plek krijgen, en dat er ook heel veel draagvlak is. Dat is mooi om te zien”. Een groot contrast met de meeste andere gemeenten. “Heel veel gemeenten kijken weg bij de taakstelling die er is en bij de opdracht die ons allemaal is gegeven, om namelijk te zorgen voor humane opvang. Alkmaar draagt zijn steentje bij en daar zijn we heel dankbaar voor.”
Om afvallige gemeenten in het gareel te krijgen, wil het rijk naar landelijke quota voor asielzoekersopvang op basis van inwoneraantallen. Ook wethouder Voordewind is daar een voorstander van: “Daarom zie je al die [crisisnoodopvang in] sporthallen, de mensen moeten buiten slapen in Ter Apel. Nou, dat willen we voorkomen door de spreidingswet, dat elke gemeente nu gaat meedoen met de opvang.”
De aangewezen locatie in Alkmaar is het voormalige AZC Robonsbosweg. Wanneer deze open gaat weet Voordewind nog niet: “We moeten het voorstel nog definitief in de raad neerleggen, maar het zal een aantal maanden gaan duren om het gebouw weer gebruiksklaar te maken.”