Een ‘motie van afkeuring’ van VVD, SPA, OPA, D66 kwam donderdagavond niet door de Alkmaarse gemeenteraad. Met de motie toonden de vier oppositiepartijen hun ongenoegen over hoe het college van B&W handelde met betrekking tot het uitzonderlijk dure energiecontract voor 2023. Niet geheel verrassend schaarde de voltallige coalitie zich achter het eigen college, maar het statement was gemaakt.
In augustus, toen de energieprijzen vier keer hoger waren dan in 2021, besloot het college van Alkmaar toch maar het contract met HVC te verlengen en de tarieven voor gas en elektriciteit ‘vast te klikken’. Het college vreesde dat de prijzen nog hoger zouden worden en ging maar akkoord met 13,5 miljoen euro voor 2023. Dat is 10,2 miljoen meer dan vorig jaar. Slechts een paar dagen later doken de energieprijzen omlaag. Nu zijn ze op het niveau van september 2021 en de dalende trend zet nog voort. De klikdatum voor 2024 is 1 juni.
“Niet de meest slimme actie”, zei VVD-raadslid en ex-wethouder financiën Pieter Dijkman, toen hij het college in september aan de tand voelde over het prijzige contract. Nu noemt hij het “paniekvoetbal.”
Nou was natuurlijk niet te voorzien dat het college vrijwel perfect op de piek van de energieprijzen zou klikken, maar er was meer loos: volgens het budgetrecht gaat de gemeenteraad over uitgaven boven de 50.000 euro. Die werd echter pas achteraf geïnformeerd en had toen eigenlijk geen andere keuze dan maar in te stemmen met opname in de begroting 2023. Het college stelde dat het budgetrecht niet geldt voor privaatrechtelijke handelingen, en deze zouden voorheen ook op ambtelijk niveau besloten zijn.
En volgens de vier oppositiepartijen heeft het college nooit erkend fouten te hebben gemaakt en heeft het geen bereidheid getoond lessen te trekken uit de gebeurtenissen. Maar zoals gezegd, de coalitieleden vielen hun college niet af.