De afkeuring van dijken van Starnmeer hebben geleid tot een schoolvoorbeeld van kavelruil tussen een groot aantal bedrijven en organisaties. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier had ruimte nodig om de waterkeringen breder te kunnen maken. De provincie startte een ruilproces met vijftien partijen op. Dat had heel wat voeten in aarde, maar uiteindelijk is totaal 56 hectare geruild. “Een huzarenstukje waar wij veehouders verder mee kunnen”, aldus Klaas Reijne.
Connie Karsten-Sjerps van HHNK: “In 2015 is een deel van de boezemkade van Starnmeer afgekeurd, onder meer op binnenwaartse stabiliteit. Om de stabiliteit van de dijk te verbeteren wordt een steunberm aangelegd. Ook wordt de teensloot 8 tot 10 meter landinwaarts verplaatst om ruimte te maken. Het hoogheemraadschap heeft voor deze dijkversterking een flink aantal hectare grond nodig die grotendeels eigendom is van melkveehouders.”
Het waterschap had land van tien boeren nodig om dijken te versterken. Aanvankelijk was er veel onzekerheid en weerstand, vooral onder melkveehouders. Maar een van hen wilde wel ruilen en zijn buurman wilde volledig verhuizen om dat hij door het Natura2000-gebied Wormer- en Jisperveld niet kon uitbreiden. Banken werkten echter niet mee waardoor het totale plan op losse schroeven kwam te staan. Als uitweg sloot de provincie pachtcontracten met hen af, met de optie om de grond alsnog te kopen. Zo kon de rest van het proces worden doorgezet.
Fleur Broekman van de provincie: “Een melkveebedrijf wilde toekomstbestendiger worden en verplaatsen. De provincie heeft daarom in 2021 de stikstofrechten en een groot aantal hectare grond gekocht. Een deel van de grond is gebruikt voor de kavelruil, zodat het hoogheemraadschap de dijken kan versterken. Hiervoor was ongeveer 10 hectare landbouwgrond nodig. Als compensatie hebben wij de betrokken agrariërs provinciegrond aangeboden. Dit heeft een paar voordelen. Het verbetert de agrarische structuur, omdat deze geruilde grond dichterbij de bedrijven ligt, en het is goed voor de extensivering van de landbouw: er komt meer grond beschikbaar voor dieren.”
Agrariër Klaas Reijne was de eerste die wilde ruilen. “Er waren echter onvoldoende hectares beschikbaar. Vervolgens werd ik benaderd door mijn ´landbuurman’. Hij wilde zijn bedrijf beschikbaar stellen voor een kavelruil als hij kon verplaatsen naar een groter bedrijf buiten de polder. In Starnmeer was uitbreiden namelijk lastig door het Natura 2000-gebied van Wormer- en Jisperveld.”
“Met hulp van de provincie en Stichting ter Verbetering van de Agrarische Structuur (Stivas) is dit gelukt”, vervolgt Reijne. “Mijn buren zijn verhuisd naar een mooi bedrijf in het gebied Bergen–Schoorl en de provincie nam tijdelijk het meeste van hen land over. Nu kon Stivas de puzzel gaan leggen. Er moest nogal wat geschoven worden om iedereen compensatiegrond plus een beetje extra te geven. Sommige banken doen moeilijk over geldleningen en de stikstofcrisis gooide roet in het eten. Bovendien moet iedereen het eens zijn met de getaxeerde waarde. Uiteindelijk heeft Stivas alle betrokkenen over de streep getrokken. Met vijftien deelnemers en 56 geruilde hectare grond is deze kavelruil een huzarenstukje waar wij veehouders verder mee kunnen.”