Hoe maak je homoseksualiteit en transseksualiteit bespreekbaar in een asielzoekerscentrum? In Heerhugowaard werd daar tijdens de Internationale Dag tegen Homo- en Transfobie alles voor uit de kast getrokken: met onder meer een heuse dragshow. “Homoseksuelen en transgenders voelen zich ook binnen de muren van het azc vaak onveilig”, vertelt Majid uit Iran aan mediapartner NH.
De internationale dag tegen homo- en transfobie (IDAHOT) is een jaarlijks evenement waar aandacht wordt besteed aan inclusiviteit en diversiteit binnen het COA en azc’s. Bij het azc in Heerhugowaard klinkt vrolijke muziek en het is er druk. Veel van de mensen die er rondlopen, moesten hun land door hun identiteit of geaardheid noodgedwongen verlaten. Een van de bezoekers is Efe (23) uit Nigeria. Hij woont sinds 2,5 jaar in Nederland. Gehuld in een regenboogvlag staat hij buiten op het plein te dansen met zijn vriend John. Omdat ze niet getrouwd zijn, leven ze apart van elkaar in verschillende azc’s, vertelt Efe. Maar geen afstand is te groot voor hun liefde. “We zien elkaar veel buiten het azc. In de toekomst willen we zeker gaan trouwen. Er is hier zoveel acceptatie voor homoseksualiteit. Ik ben blij dat ik hier ben, samen met hem. In mijn eigen land kan ik mezelf niet zijn.”
Arshia (24) en Majid (26) ontmoetten elkaar zo’n twee maanden geleden in het azc van Heerhugowaard en raakten al gauw smoorverliefd op elkaar. Maar hun huisgenoten moesten daar niets van weten. Ze werden verstoten uit hun Iraanse vriendengroep in het azc. “Binnen een dag kregen we een nieuwe kamer toegewezen. Nu wonen we samen. We delen het appartement met vier anderen.” Ook voor Arshia was het niet veilig in zijn thuisland te blijven. Verraden door zijn eigen vrienden moest hij Iran, en zijn familie, vaarwel zeggen. “Ik was in Armenië toen mijn vader belde om me te waarschuwen. Ik mocht niet terugkeren. Soldaten waren ons huis binnengedrongen en hadden alle laptops en telefoons meegenomen. Een paar vrienden van mij hadden tegen hun vaders verteld dat ik homoseksueel ben. Die bleken een hoge functie te hebben bij de Iraanse Revolutionaire Garde (IRG).”
Nog altijd zegt hij te worden lastiggevallen door de IRG. “Soms krijg ik berichten van een vreemd nummer met coördinaten van het azc in Heerhugowaard. ‘We weten waar je zit’, staat er dan bij. Maffiapraktijken. Het beangstigt me soms, maar ik laat me niet meer bang maken.”
Vanuit Nederland blijven de twee mannen actievoeren tegen de strenggelovige moellahs in Iran. “We zijn als volk eindelijk opgestaan tegen het regime, met dank aan de jongere generatie. Wij gaan zeker weer terug naar ons eigen land, maar pas als homo’s niet meer worden opgepakt of gelyncht. Hier heb ik mijn vrijheid terug en voel ik me veilig”, zegt hij, terwijl hij een arm om zijn nieuwe vlam slaat.
Op het buitenplein van het azc staan verschillende informatiekraampjes, waar foldertjes worden uitgedeeld en aanwezigen staan te kletsen. Even verderop zingen twee mensen uit volle borst mee met een karaoke nummer. Er zijn hapjes en drankjes en er wordt gedanst en meegezongen. Dan haast iedereen zich naar de sporthal: de show gaat beginnen. De dragshow begint fashionably late, bijna dertig minuten. Twaalf drags uit verschillende azc’s in Nederland lopen heupwiegend in hoge hakken over de rode loper.
“Wat is dit allemaal”, vraagt de 30-jarige Rana uit Pakistan verbaasd. Het hele tafereel lijkt hem eerst wat ongemak te bezorgen, maar al gauw klapt hij toch mee met ieder applaus. De zaal lijkt vol te zitten met enthousiaste mensen, uit allerlei verschillende landen. Er wordt luid gejoeld en gezwaaid met regenboogvlaggetjes. Maar buiten bij de poort staat Mohamad uit Libië. In stilte rookt hij een sigaret. Terwijl hij grijze wolkjes de lucht inblaast, staart hij naar iets in de verte. Alsof hij de beelden van vandaag even moet verwerken. “Ik vind het wel lastig vandaag”, erkent hij. “In mijn eigen land kunnen dit soort dingen echt niet. Homoseksualiteit en transgender zijn, is daar streng verboden.”
Ondanks het ongemak bij sommigen, is de dag volgens Ronald Smallenburg van het COA “verrassend positief” verlopen. “Er zijn gelukkig geen incidenten geweest. Iedereen ging respectvol met elkaar om en ik heb vooral blije gezichten gezien.”