Zodra kinderen kunnen lopen, beginnen ze ook onwillekeurig tegen de bal te trappen. Al heel jong spelen kinderen samen een potje voetbal op het veldje dichtbij huis of op de speelplaats van de opvang – al zijn ze dan natuurlijk nog niet bezig met de regels van het echte spel. “Maar dat hoeft ook niet, een beetje dribbelen met de bal, dat is al heel goed. Dat is wat Peutervoetbal is.”
Aan het woord is Chihab El Boumeshouli van Voetbalacademie Alkmaar, die met een speciaal speels trainingsprogramma voor peuters is begonnen. Want daar was vraag naar, merkte El Boumeshouli in zijn eigen omgeving. “In Alkmaar bestond dit nog niet, maar we hebben nu al 15 peuters en dat gaat nog groeien.”
Dat voetbal voor peuters niet veel aangeboden wordt heeft te maken met de uitdaging die het is om peuters te ‘managen’. “Dat vind ik zelf moeilijk hoor”, bevestigt El Boumeshouli. Lachend: “Als ik dat probeer dan vliegen er acht kinderen alle kanten op.” Daarom denkt kinderopvang Klein Alkmaar mee, vertelt hij. “Zij laten ons kennismaken met mensen die hier echt goed in zijn.” Spelen blijft bij peutervoetbal het uitgangspunt: “Ze gaan geen echte partij spelen en ze gebruiken maar een klein gedeelte van het veld. Het gaat er echt om dat ze in aanraking komen met het spelletje.” (tekst gaat door onder de foto)
Ouders die hopen dat dankzij het peutervoetbal tijdig ontdekt wordt dat hun kind écht de nieuwe Johan Cruijff is zijn uiteraard ook welkom, maar El Boumeshouli moet die verwachtingen wel temperen: “Talent is heel moeilijk te definiëren, op deze leeftijd zie je dat nog niet zo. Wat je natuurlijk wel merkt is dat het ene kind wat voorloopt op het andere. Dat zien we wel.” Maar het uitgangspunt blijft spelenderwijs leren.
El Boumeshouli denkt dat de Voetbalacademie het nog druk kan gaan krijgen met het peutervoetbal. “Dit is zo goed ontvangen. Ik denk dat we kunnen doorgroeien…” Daarbij denkt hij aan een samenwerking met bestaande clubs in Alkmaar, zodat de peuters doorstromen als ze ouder zijn. Ook wordt er gewerkt aan een aparte website, zegt El Boumeshouli. Plannen genoeg dus. “Maar eerst dit maar tot iets moois brengen.”