Natuurmonumenten gaat het Heilooërbos op een aantal plekken uitdunnen. Zo komt er meer licht in het bos, krijden de bomen meer ruimte en kan het leven op de grond zich beter ontwikkelen. De bomen die verwijderd gaan worden krijgen de komende tijd een gekleurde stip. Na het omzagen worden ze NIET weggehaald maar blijft het dode hout achter, zodat de flora en fauna het kan gebruiken.
Daarom gaat Natuurmonumenten de komende weken de eerste te verwijderen bomen selecteren en met een gekleurde stip markeren. Daarna worden ze weggehaald. Het publiek ondervindt door de werkzaamheden misschien hinder van machines en beperkte toegankelijkheid van de paden of wegen. Natuurmonumenten vraagt daarvoor begrip en zegt de overlast tot een minimum te beperken. „Na de werkzaamheden worden de paden weer hersteld.”
In dode bomen kan weer nieuw leven onstaan, zoals deze paddenstoelen.
In dode bomen kan weer nieuw leven onstaan, zoals deze paddenstoelen.
© Foto Natuurmonumenten
De dode of omgezaagde bomen worden vaak niet weggehaald, maar blijven staan als ze geen gevaar voor wandelaars opleveren, of worden in de buurt op de grond neergelegd. „In en onder het dode hout kunnen insecten leven, die weer voedsel zijn voor vogels en andere dieren. Ook veel paddenstoelen leven op en van dood hout”, legt Natuurmonumenten uit. De werkzaamheden worden gedurende diverse jaren in fases uitgevoerd.
Lanen
Het weghalen van bomen is echt nodig, stelt Natuurmonumenten. „De bomen staan dicht op elkaar, waardoor ze niet tot mooie, dikke bomen met brede kronen kunnen uitgroeien. Door bomen weg te halen, kunnen andere, vitale bomen groot, dik en breed uitgroeien. Zo zorgen we voor een gezonder bos.” En ook de bomen langs de lanen in het bos krijgen meer ruimte. „Zo herstellen we de lanen weer in hun volle glorie en maken we de historische wallen weer goed zichtbaar.”
Lees ook: De zichtbare en onzichtbare verrassingen in het Heilooërbos
Door het dichte bladerendak van de bomen valt soms te weinig licht op de bosgrond.
Door het dichte bladerendak van de bomen valt soms te weinig licht op de bosgrond.
© Archieffoto Erna Faust
Op de bosgrond zorgen bomen voor veel schaduw. „Door de diepe schaduw op de bosbodem groeien er bijna geen planten en struiken onder deze bomen, en kunnen hier weinig dieren leven.” Als er meer licht op de bodem komt, is dat een enorme stimulans voor het bosleven; voor planten en struiken en daarmee voor vogels, vlinders, insecten, zo stelt Natuurmonumenten.
Of de linde op de Kattenberg kan blijven staan is nog niet duidelijk. De driehonderd jaar oude boom werd in juli gespleten door storm Poly. Het wachten is op een rapportage van een bomendeskundige.