De huisvesting van statushouders in Castricum – of het gebrek daaraan – is de laatste tijd uitgebreid in het nieuws geweest. Broodnodige flexwoningen die niet klaar zijn, tijdelijke huisvesting die ook nog niet klaar is of die volgens statushouders ongezond is. Maar volgens wethouder Paul Slettenhaar heeft Castricum niet meer problemen dan andere gemeenten.
“Wij hebben de voorrang voor statushouders op een sociale woning afgeschaft”, licht wethouder Slettenhaar toe tegenover NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. “In veel andere gemeenten krijgen ze die voorrang wel, waardoor de eigen inwoners achtergesteld worden. Statushouders bieden we tijdelijke woningen, omdat we hen volgens de wet natuurlijk wel moeten huisvesten. We bouwen gemiddeld 250 permanente woningen per jaar, alleen geven we ze niet met voorrang aan statushouders. Ze kunnen zich daarvoor gewoon inschrijven bij de woningbouwvereniging, net zoals ieder ander. Wij vinden dat we iedereen hetzelfde moeten behandelen.”
Ondertussen hielp buurgemeente Alkmaar Castricum uit de brand met tijdelijke huisvesting, en later door zes gezinnen Alkmaarder te laten worden. Ondertussen zijn de geplande 96 flexwoningen, gedeeltelijk voor statushouders, nog niet klaar zijn en de volgende 100 laten nog even op zich wachten. Ook de tussentijdse opvanglocaties zijn nog niet klaar. (tekst gaat verder onder de foto)
Castricum liet de 54 statushouders in Alkmaar weten dat ze gewoon konden blijven zitten, tot de opvangplekken klaar waren. Oftewel ze mochten de door Alkmaar opgelegde deadline van 1 april negeren. Verbijstering in Alkmaar, want daar was geen overleg over geweest. Na spoedberaad bood het Alkmaarse college hen aan om Alkmaarder te worden, zodat ze niet dakloos zouden worden. Bovendien loopt er nog een onderzoek naar de woonomstandigheden op De Puikman.
“De gemeente Castricum loopt niet achter met het huisvesten van statushouders als je dat bijvoorbeeld vergelijkt met een gemeente als Amsterdam, die wel die voorrang geeft. We doen het zelfs beter. We zitten dan ook niet in de situatie dat de provincie gaat ingrijpen”, stelt wethouder Slettenhaar. Een bedankje richting Alkmaar lijkt daarbij gepast.
Gemeenteraadslid Ralph Castricum van Forza vindt dat zelfs dat Castricum een voorbeeldgemeente is: ‘Als alle gemeenten sobere opvang invoeren, zou Nederland een stuk minder aantrekkelijk land zijn om naartoe te komen’, Twitterde hij. “Ralph Castricum mag als volksvertegenwoordiger zeggen wat hij wil zeggen. Ik heb als bestuurder een opdracht uit te voeren en dat is: iedereen hetzelfde behandelen. Daar zit geen ander doel achter dan dat”, reageert Slettenhaar.
“Er zijn in Nederland veel jongeren, gescheiden mensen en gezinnen die een woning zoeken. Dus die woningnood raakt iedereen. Wij helpen ook mensen buiten Castricum die nergens een woning kunnen vinden. Ik spreek mensen die in hun auto leven, gezinnen die niets hebben, dus we proberen voor iedereen het beste te doen.” (tekst loopt door onder de foto)
“Wij proberen op een snelle manier voor iedereen een oplossing te vinden, dus kiezen we voor tijdelijke woningen”, vervolgt de wethouder. De flexwoningen zijn voor starters, mensen met een urgentieverklaring en dus ook statushouders. “Niet omdat we dat graag willen, maar omdat er te weinig woningen zijn. Het is uit noodzaak geboren. Belangrijk is dat mensen begrijpen dat het een schaarsteprobleem én verdelingsprobleem is. Het neerzetten van tijdelijke woningen is efficiënt grondgebruik. Deze kunnen vaak tien jaar blijven staan en worden daarna meestal vervangen door permanente woningen.”
“De nieuwe tijdelijke woningen zijn heel mooi. Niet zoals de eerste generatie, de containerwoningen aan de Puikman”. Slettenhaar erkent dat die woningen te wensen overlaten. “Tussenoplossingen zijn altijd suboptimaal. Er zijn veel bewoners op de Puikman die daar goed wonen, maar ook mensen die daar klachten over hebben. Dat neem ik serieus. Als er klachten zijn, spreken we de verhuurder daar altijd op aan.” (tekst loopt door onder de foto)
“Het is en blijft natuurlijk wel een behoorlijke opgave”, zegt de wethouder over de huisvesting van statushouders. “We liggen midden in een duingebied, omgeven door bijzonder provinciaal landschap. Je kunt niet zomaar ergens een grasveld nemen, je moet ruimte creëren in een gebied waar al mensen wonen. Daar zijn ook weer allerlei procedures aan verbonden en dat geeft uitdagingen.”
Maar zoals Slettenhaar al aangaf: veel gemeenten stoeien met de quota voor de opvang van statushouders en asielzoekers. “Ik hoop en heb er vertrouwen in dat de nieuwe regering dit tot behapbare porties weet terug te dringen. We moeten niet tot het onmogelijke worden gehouden. Dat wachten we rustig af.”