Er zijn opnieuw minder padden geteld tijdens de paddentrek. De paddenwerkgroep Heiloo telde er dit jaar bijna 1500. Vorig jaar as dat nog het dubbele. Eén van de mogelijke oorzaken is het toegenomen verkeer. De groep is negen weken lang, iedere avond met minstens vier mensen actief geweest. Padden, kikkers en salamanders worden voor het oversteken van de weg gevangen en naar het water aan de andere kant gebracht.
Tijdens de paddentrek dit voorjaar zijn er opnieuw veel minder dieren aangetroffen op de overzetpunten op de Zanderslootweg en de Belieslaan. De Paddenwerkgroep Heiloo telde bijna 1500 dieren, tegen bijna het dubbele vorig jaar.
Dat meldt Els Meurs van de Paddenwerkgroep Heiloo. „De dieren in onze regio Noord-Kennemerland hebben het erg moeilijk. Des te belangrijker is ons werk. Aan de inzet van de vrijwilligers ligt het niet, want we hebben negen weken lang elke avond met minstens vier mensen gelopen.’’
Padden worden overgezet naar het water om te paren, en terug.
Padden worden overgezet naar het water om te paren, en terug.
© Foto Mirjam Matthaei-Van Eck
De padden, kikkers en salamanders worden voor het oversteken van de weg opgevangen en overgezet naar het water aan de andere kant. Aan het eind van de paddentrek gaat het andersom.
Onneembaar
De paddenwerkgroep trof bij de Belieslaan meer dode dieren aan dan vorig jaar. Merkwaardig, want de weg is opnieuw ingericht, waardoor het verkeer minder hard zou moeten rijden. „Maar het is een onneembare weg geworden voor de padden vanuit het weiland naar de vijvers in de wijk”, zegt Meurs. „Het is er zo ontzettend druk, vaak zien we een lange rij auto’s.” Maar ook op de Zanderslootweg wordt het drukker, zegt Meurs. „Er wordt ook harder gereden, met al die fatbikes en zo. Het lijkt af en toe wel een fietssnelweg.”
Een kikker wordt opgevangen in het gaas langs de weg.
Een kikker wordt opgevangen in het gaas langs de weg.
© Foto Mirjam Matthaei-Van Eck
De vrijwilligers proberen zo veel mogelijk dieren te redden. „Maar we kunnen niet overal zijn. Padden lopen door het hele dorp. Ze trekken nu nog steeds van de vijvers, waar ze een dag of veertien zijn om te paren, terug naar het land. Dus als je een pad vindt, zet hem dan niet in het water, maar tussen de bosjes op het land. Wees niet bang om ze in je tuin te zetten. Ze eten slakken en insecten op, het zijn heel nuttige dieren.”
Paddentrappetjes
Meurs is er blij met de ongeveer zestig paddentrappetjes van de gemeente Heiloo, die in de putten zijn gezet, zodat padden die daarin zijn gevallen er weer uit kruipen. „We gaan nog kijken welke effecten die hebben.”