Wat hebben een scooterhelm, babyfoto’s en schoenen met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal gevonden bij het restafval in Dijk en Waard. De afgelopen weken zijn uit alle wijken afvalmonsters meegenomen en gesorteerd, om te kijken wat mensen nog verkeerd gesorteerd weggooien. “We vonden zelfs een keer een dode slang.”
Die slang vonden de afvalsorteerders overigens niet in Dijk en Waard, maar in een gemeente verderop in het land. Een eerste blik over de net-niet dampende hoop afval, liggend in een loods midden in de Heerhugowaardse polder, toont echter wel een schat aan ranzige spullen. Fotoboeken, een babypop, schoenen maatje 45. Maar ook groenafval, bergen beschimmeld eten en glas. De geur – een weeïge, zure vuilnislucht – is overigens niet zo erg als je zou verwachten. (tekst gaat verder onder foto)
“Sinds januari is de inzamelfrequentie in Dijk en Waard veranderd, restafval wordt nog maar eens in de vier weken opgehaald. Daarom is dit een mooi moment om te kijken: hoe staan we ervoor?”, legt Ramon Wolkorte uit. Hij is toezichthouder grondstoffen bij de gemeente en coördineert de afvalsorteerproef, waarbij uit alle 42 wijken in Dijk en Waard afvalmonsters worden genomen.
Sorteerder Has Wijnen – net als zijn andere collega’s verpakt in een witte overall en dikke handschoenen – graait willekeurig in de afvalberg. Een wijk aan afval ligt hier. Wat Has grijpt mag in een kliko, en als die eenmaal 750 kilo aan afvalmonsters bevat, begint het sorteren. Met de hand. Tientallen afvalbakken staan geopend voor een tafel, en elke bak heeft zijn eigen inhoud. Fruit, groenten, drukwerk, staal, glas, en zo verder. (tekst gaat verder onder foto)
Met een soepele polsbeweging werpt Has geroutineerd de juiste dingen in de juiste bakken. Hier, hangend boven de groen aangeslagen mandarijnen, voelt de penetrante geur als een onverwachte klap in je gezicht. “Ja, als je boven zo’n zak staat komen de walmen wel los”, zegt Has lachend. “Nu valt het nog mee. Maar als het heet is…” Has deert het niet meer, hij is eraan gewend. Zelfs een mondkapje, dat zijn collega wel draagt, laat hij inmiddels achterwege.
“Het blijft een lastig ding, dat afval sorteren”, zegt Ramon. Hij wijst naar de afvalberg. “Zie je die pizzadoos? Mag die nou bij het papier of niet?” Niet dus. Tenzij het een volledig schone doos is. Maar de plastic verpakking waar je biefstuk van eergisteren in lag, mag dan weer wél bij het plastic. “Dat is verwarrend voor inwoners.” Daarom doen ze dit, al weken. Om te kijken wat mensen dan verkeerd weggooien. “Als er bijvoorbeeld veel glas bij zit, moet Dijk en Waard misschien meer glasbakken hebben.” (tekst gaat verder onder foto)
Maar vaak is verkeerd weggegooid afval gewoon gemakzucht, weet ook Ramon. En dan kun je wel meer glasbakken plaatsen, maar wat heeft dat voor nut? “Weinig. Dus het kan ook de conclusie zijn dat we meer in de communicatie moeten doen naar inwoners.” Inwoners weten het overigens niet, als hún afval bij de proef zit. “En wij weten ook niet van wie het precies is.”
Donderdag was de allerlaatste dag met de handen in de prut. Eigenlijk zouden ze eerder klaar zijn, maar er was vertraging doordat er asbest was gevonden. “En dan staat alles stil. Mensen realiseren zich niet wat voor effect het heeft om dingen verkeerd weg te gooien. Ook in de kosten, die we moeten doorberekenen. Als iedereen een klein beetje z’n best doet, kunnen we ervoor zorgen dat de kosten niet omhoog gaan.” (tekst gaat verder onder foto)
Over twee weken volgt een officieel rapport van de meest verkeerd weggegooide dingen. Als we naar andere gemeentes kijken zijn het vooral luiers en etensresten, maar we gaan het zien. De shift van Has en zijn collega’s zit er in ieder geval bijna op. En de geur blijft gelukkig meestal niet zo hangen. “Mijn vriendin zegt dat het wel meevalt. Maar toch ga ik wel altijd even douchen na m’n werk!”