“Stiekem zitten de piemels overal verstopt, maar er zijn aanzienlijk minder piemels.” Het is misschien niet het alleroudste beroep op aarde, maar veel zal het niet schelen. Kermisexploitant. Geef het volk brood en spelen! En wat is nou meer ‘spelen’ dan de jaarlijkse kermis. Waar de golden oldies – zoals touwtje trekken – nog schitteren als nooit tevoren, is er ook ruimte voor een nieuwe vorm van vermaak.
De eerste geregistreerde Alkmaarse kermis was in 1339, maar zo lang loopt William Brunselaars attractie nog niet mee. “Zo ver ik heb begrepen is dit na de Tweede Wereldoorlog gekomen.” Achter hem staan zijn tien plastic kamelen en hun kleurrijke ruiters roerloos te wachten aan de start van de baan. “Toen kwam er veel amusement op de markt. Kijk naar de coronatijd – niet dat dit te vergelijken valt met oorlog, maar toch – toen zaten mensen ook opgesloten en eenmaal vrij wilden ze de deur uit, iets leuks doen.”
Destijds werden de tweebultige dieren nog aangespoord door aan een rad te draaien. “Maar draaide je te hard, dan ging-ie achteruit!”, zegt William lachend. “Alles was nog niet elektronisch, zoals nu, maar ze werden aangedreven met allemaal staalkabeltjes. Dat heb ik nooit meegemaakt, maar mijn opa wel.” (tekst loopt verder onder foto)
Zo’n tweehonderd meter verder, hemelsbreed, blinkt juist de allernieuwste attractie van de Alkmaarse kermis: Entia. Qua uiterlijk oogt het als de liefdesbaby van een spookhuis en een funhuis. “Je bent op aarde en je krijgt een missie”, steekt exploitant Edwin de Haan zijn mysterieuze relaas af. “Je moet de planeet Entia voorzien van zuurstof, zodat de mensheid daar kan leven.” Het grote bouwsel heeft verschillende ruimtes, waarin je op knoppen moet drukken en obstakels kunt overwinnen. Een soort escaperoom, “al kun je hier niet echt falen. Het blijft kermis en moet leuk zijn voor iedereen”, lacht Edwin.
Het hele idee voor Entia heeft Edwin zelf bedacht “En dan moet je nog een fabrikant vinden die het wil bouwen.” Vele ontwerpen, tekeningen, gesprekken en de nodige tijdstress later, loopt de Entia sinds dit voor jaar mee en nu voor het eerst in Alkmaar. Het liefst zou hij de binnenkant nóg mooier maken. Maar ja, “dan is het binnen drie dagen stuk of gesloopt. Het moet hufterproof zijn.” (tekst loopt verder onder foto)
Terug naar de kamelenrace, waar William bijna klaar is met alles opzetten. Hoe oud zijn spel ook is, ook hij vernieuwd. Zoals de knuffels. Waar piemelknuffels vorig jaar behoorlijk booming waren, verwacht hij dat de knuffel-Capibara dit jaar show gaat stelen. “Stiekem zitten de piemels wel verstopt overal, maar er zijn aanzienlijk minder piemels.”
Als eigenaar moet hij toch spectaculair goed zijn in dit spel? De exploitant kaatst ‘m direct terug, en daagt Streekstad Centraal uit voor een potje. Op een haar na verliest de kermisman en snapt Streekstad Centraal spontaan de charme van het spel. Grappig genoeg zijn het vooral de Noord-Hollanders die gek zijn op de kamelenrace, legt William uit. “Ik heb hele regio’s waar ik dit ding niet eens heen hoef te rijden. Drenthe, Friesland. Daar is het: we kennen het niet, we vinden het niks. Maar hier is het volk meer kermisminded.” (tekst loopt verder onder foto)
Waar je kermisliefde uiteindelijk ook naar uitgaat – de klassiekers of wat moderners, knuffels graaien, rondjes draaien of gewoon een flinke zak vette oliebollen – hier valt het tot 1 september allemaal te halen. Streekstad Centraal gaat in ieder geval naar huis met een nieuwe hobby én een gewonnen Capibara.