Het is niet meer vanzelfsprekend dat de kinderen van ondernemers de zaak overnemen, maar bij Schildersbedrijf J. Schipper is dát nooit een probleem geweest. Behalve tijdens de opstart en de tijdens de oorlog heeft het bedrijf niet echt moeilijke tijden gekend. En zo staat inmiddels de vierde generatie aan het roer van een florerend Alkmaars schildersbedrijf dat al honderd jaar bestaat.
In 1924 ging grondlegger Jan Schipper sr. – na twee jaar partnerschap – voor zichzelf verder vanaf de Koningsweg. Het was een zware tijd voor de jongeman uit Amsterdam. Veel werk was er niet, laat staan voor een schilder en klusjesman die pas twee jaar in het Alkmaarse werkte. Bovendien kon er in de winter nauwelijks buiten gewerkt worden, daar was de verf – die schilders toen nog zelf maakten – niet geschikt voor. Met de handkar of bakfiets ging hij naar zijn klanten. Nadat hij zijn draai vond in de stad, verhuisde hij naar de Oudegracht, waar het bedrijf deels nog altijd gevestigd is. (tekst gaat door onder de foto)
Hoe anders is het nu voor Pascal en Vincent Schipper en hun vader Han, anno 2024. Die laatste is inmiddels twee jaar met pensioen, maar springt nog wel eens bij, het bloed kruipt waar het niet kan gaan.
Streekstad Centraal wordt ontvangen in het bedrijfspand aan de Oudegracht. Inmiddels met achterin een bed & breakfast. We nemen plaats in een kleine ruimte die sfeervol is ingericht als Oostenrijkse Stube. Met een minibar, kleine hertengeweien aan de muur en al. Zelfs de suikerpot is in stijl. Vooral vader Han heeft ‘wel wat met Tirol’, waar hij een huis heeft laten bouwen. (tekst gaat door onder de foto)
Gedurende de vijftig jaren dat Han volop werkte is veel veranderd. “De materialen zijn heel erg verbeterd”, zegt hij. “En we hadden ooit hele hoge ladders. Dat was eigenlijk levensgevaarlijk. Maar mijn vader zei ‘je gaat maar omhoog’. Dat heb ik Pascal en Vincent nooit opgedragen.” Later werkten Han en zijn vader Jan jr. op houten steigers. “Op- en afbouwen was heel zwaar werk. En geen leuningen, ook niet op vier meter hoog. Nee dat is nooit fout gegaan, maar ik heb wel eens plank op mijn hoofd gehad”, lacht Han. “Gelukkig viel ie schuin langs me heen. Als je zo’n plank recht op je hoofd krijgt, dan is het klaar.”
“De koekoeksklok!”, roepen Han, Vincent en Pascal vrijwel tegelijk als we vragen om mooie anekdotes. Het is eigenlijk een verhaal van een medewerker, maar de lol is er niet minder om. Kees werkte voor een dame die erg gesteld was op haar koekoeksklok in de gang, dus graag voorzichtig! “Na het werk hing hij die klok weer op, hij hangt de gewichten er weer aan en hij draait zich om en RRRANG, toen lag die op de grond. Helemaal kapot”. Terwijl vader Han het verhaal vertelt, grijnzen Pascal en Vincent mee. Maar Kees zou hem wel fiksen, geen probleem. “Hij heeft hem gelijmd en je zag er nagenoeg niks van. Weer opgehangen en…. de klok deed het niet meer. Wat deed ie toen, iedere keer dat ie langsliep verzette hij de wijzers. En dan riep ie soms ‘koekoek! koekoek!’. Ik heb trouwens nooit meer wat van die vrouw gehoord.”
Koffie die niet te zuipen is. Ook daar hebben alle Schippers mee te maken gehad. “Die gaat dan bij de plantjes”, vertelt Vincent. “Mijn opa heeft zijn koffie eens in het plaksel gegooid, die kon het echt nergens anders kwijt. Hele plaksel bruin natuurlijk.” (tekst loopt door onder de foto)
Het gaat het schildersbedrijf voor wind. De vierde generatie moppert een beetje op het gemeentelijke vergunningsbeleid rond het gebruik van een stukje straat, natuurlijk valt het weer soms tegen en ze vinden het jammer dat leerlingen niet meer zonder schilderstape leren werken maar ach… vergeleken met de moeilijke beginjaren zijn het kleinigheden.
En inmiddels zijn Pascal en Vincent zelfs ‘Hofleverancier bij Koninklijke Beschikking’. Dat predicaat kregen ze tijdens de viering van het honderdjarig jubileum eind september via burgemeester Anja Schouten. Het bijbehorende schild hangt fier aan de gevel.
Als hofleverancier kregen ze het alleen maar drukker. “Buitenwerk moet je ver tevoren inplannen. Dat is voor iedere schilder zo, maar bij ons is het nu wel extreem”, licht Vincent toe. “Ik durf het bijna niet te zeggen, maar de wachttijd is anderhalf à twee jaar. We krijgen nu véél meer offerteaanvragen.”
Op naar het tweehonderdjarig bestaan dus.