Het zit er weer op. De laatste Alkmaarse kaasmarkt van het seizoen werd vrijdagochtend natuurlijk ingeluid met de bekende kaasmarktbel. Harrie Konijn kijkt als plaatsvervangend kaasvader tevreden terug. “Ik kan niet anders zeggen dan dat we een prachtig kaasseizoen hebben gehad.”
Volgens ‘De Stille’, want dat is de bijnaam van Harrie, was het kaasmarktseizoen nog wat beter dan vorig jaar, mede dankzij het weer. “Regen heeft on haast geen parten gespeeld, al was er wel een ander fenomeen: de hitte. We hebben een dinsdagavond moet afgelasten omdat de temperaturen te hoog waren.”
“Het was ook een léuk seizoen”, vervolgt hij. “Dat komt onder andere omdat we dit jaar zes jubilarissen hebben. Vier daarvan zijn 25 jaar lid van het gilde, twee mensen 40 jaar en één 50 jaar. Dat bewijst wel hoeveel passie er is. Het is natuurlijk ook de bedoeling ook dat we gepassioneerd deze traditie voortzetten die nu al 433 jaar bestaat.” (tekst gaat verder onder de foto)

En er is inmiddels ook weer voldoende aanwas. Het kaasdragersgilde heeft noodteam van drie, te herkennen aan de witte hoed met wit lint. Vooral op de dinsdagavonden draaien ze mee, tijdens de kaasmarkten waaraan de kaasdragers op vrijwillige basis meewerken. De drie zitten in een soort kweekpoule, waaruit ze formeel ‘noodhulp’ kunnen worden. Noodhulpen dragen een witte hoed met een lint in de kleur van het veem waarbij zij zijn ingedeeld, en waarin ze uiteindelijk ‘vastman’ worden, een echte kaasdrager.
Ook wat betreft de belangstelling voor de kaasmarkt zit het goed, vertelt Konijn, die zelf in 1983 betrokken raakte. Toen was de eerste markt van het seizoen redelijk druk en verder lagen de pieken in de schoolvakanties. “Nu is het vanaf het begin tot de laatste kaasmarkt overweldigend qua publiek.” Er zijn ook dit jaar weer een geschatte 200.000 toeschouwers geweest. (tekst gaat verder onder de foto)

Dat heeft er mede voor gezorgd dat de kaasmarkt twee toeristische Michelinsterren heeft verworven. Die zijn vrijdag symbolisch overhandigd door kaaswethouder Jan Hoekzema en economiewethouder Christiaan Peetoom. “Een unicum”, stelt Konijn. “En Alkmaar heeft er nóg twee gekregen.” De ene is voor de binnenstad, de andere voor De Rijp. “Het geeft wel aan dat er verder ook genoeg te zien is. Maar de kaasmarkt is volgens mij wel een van de belangrijkste pijlers voor Alkmaar.
Toch ziet De Stille nog wel een beetje ruimte voor verbetering. Regen en storm houden de kaasmarkt niet zomaar tegen, hitte wél. Treedt het nationaal hitteplan in werking, dan gelast de gemeente de kaasmarkt af. Dat kan nog kort van tevoren gebeuren. “Daar moeten we nog wel iets op vinden. De kaasdragers kunnen wel wat hebben en als ze genoeg drinken is het te doen. Maar als mensen die van verre voor de kaasmarkt komen niet de meest actuele informatie hebben, dan komen ze voor niks. Dat is niet goed voor de kaasmarkt.” (tekst loopt verder onder de foto)

Noodhulp Mitchel Dieke kent voorlopig geen zorgen, hij heeft het enorm naar zijn zin. “Dit is mijn derde jaar en het is nu voor het eerst dat ik op de dinsdagavonden ook loop. De kaasmarkt hoort nu helemaal bij mijn wekelijkse routine, heel erg leuk gewoon.”
In het dagelijks leven werkt Mitchel in het kaascafé Jong Belegen om de hoek. “De afwisseling is fijn”, zegt hij. Al moest hij in het begin wel even wennen. “Het is best pittig. De eerste maanden heb je aardig wat spierpijn. Ja, elk jaar weer, dus het is wel handig om voor ieder seizoen wat te trainen.”
Dat Mitchel gefascineerd raakte door de kaasmarkt lag bijna voor de hand. “Mijn ouders hebben hier op het plein een zaak, dus ik loop hier al dertig jaar rond.” Twee weken terug kreeg hij het fantastische nieuws dat hij volgend jaar vastman mag worden. “Daar ben ik wel trots op. Het is een eer.”(tekst gaat verder onder de foto)

Zijn maat Max Vink zit er even lang bij. Ook hij was al goed bekend met de kaasmarkt door jaren horecawerk aan het Waagplein. Max werd vorig jaar al vastman en kreeg toen De Raaf als bijnaam. Bijzonder is dat het een soort familienaam is. “De opa van mijn oma is kaasdrager geweest en die heette De Raaf.”
Nog een memorabel moment voor Max is de straf die hij in zijn eerste jaar kreeg. “Ik had me de week ervoor nogal verslapen na een uitje met de kaasdragers. Het was toen graskaasdag en ik werd door het hele veem ingepeperd met gras, tot in mijn onderbroek aan toe.”
Om 12:30 uur is de laatste kaasmarkt echt ten einde, en daarmee het seizoen. In de kaasdragerskamer in de Waag barst dan het ‘eindfeestje’ los. mensen worden bedankt en er wordt ‘een glaasje’ gedronken. En alvast uitgekeken naar volgnd jaar en het 434ste kaasmarktseizoen.