De zware wateroverlast in Alkmaar en omgeving op 18, 19 en 20 juni had anders moeten worden aangepakt. Dat blijkt uit een analyse van de situatie door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). De crisisorganisatie had onder andere beter moeten worden geïnformeerd en sneller moeten optreden, zo las mediapartner NH Nieuws in het onderzoeksrapport.
Er viel in drie dagen tijd extreem veel regen in onder meer Alkmaar, Bergen en de Egmonden. Straten kwamen daardoor blank te staan: kelders, tunnels en akkers liepen onder. Zowel tijdens als na de wateroverlast kreeg het hoogheemraadschap forse kritiek op de aanpak ervan. De communicatie met inwoners zou niet goed zijn geweest, het hoogheemraadschap was, volgens inwoners, slecht bereikbaar en te weinig zichtbaar. Verder was er kritiek op het functioneren van gemalen en waterbergingsgebieden en het aanleveren van waterpompen in het getroffen gebied.
Het hoogheemraadschap concludeert, op basis van het onderzoek, dat de wateroverlast niet had kunnen worden voorkomen. Het watersysteem was ‘wettelijk op orde’: de bestrijding was ‘over het algemeen effectief’, staat er in het rapport. De meeste poldergemalen hebben het water ‘maximaal afgevoerd’.
Wel erkent het hoogheemraadschap dat mensen op kantoor, onder wie leidinggevenden, niet steeds een actueel beeld hadden van de situatie. Ze kozen niet voor centraal aansturen van personeel, maar voor het direct inzetten van medewerkers in het getroffen gebied. Coördinatoren hebben de alarmfase niet opgeschaald, omdat ze inschatten dat de situatie voldoende onder controle was. Bij een eventuele volgende crisis moeten leidinggevenden sneller optreden, beter geïnformeerd worden en de hulp meer centraal aansturen, aldus het hoogheemraadschap.
Om een betere zichtbaarheid voor het publiek te creëren en inwoners sneller en beter te woord te kunnen staan, is het advies, na dit onderzoek om ‘veldposten’ in te richten. Vanaf die posten zou de crisis beter ter plekke kunnen worden bestreden. Verder adviseren de onderzoekers om meer mensen in het desbetreffende getroffen gebied bij het bestrijden van de crisis te betrekken. Daarbij valt te denken aan buitendienstmedewerkers, adviseurs en hydrologen. Maar ook inwoners zouden in de toekomst een rol moeten krijgen bij de aanpak van de overlast.
Tenslotte zou het hoogheemraadschap beter moeten samenwerken met ‘veiligheidspartners’, zoals de veiligheidsregio, zo valt in het rapport te lezen. Kennis zou meer moeten worden gedeeld: ook moet er in het vervolg samen met de veiligheidsregio een strategie worden bepaald om de wateroverlast te bestrijden, is het advies.
Eerder kwam de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord al met een evaluatierapport, naar aanleiding van de crisissituatie. Een volgende keer moet de Veiligheidsregio inwoners actief afraden om in het neergekomen hemelwater te gaan zwemmen, zo staat er in dat rapport. Mensen waren zich, tijdens de wateroverlast, te weinig bewust van de risico’s van het lopen en zwemmen in ondergelopen straten en tunnels, vindt de veiligheidsregio. Op veel plekken liep het riool onder: daardoor kwamen rioolwater, menselijke uitwerpselen en mogelijk ook ziekmakende bacteriën in de straten terecht.