Bunker R616 in de Alkmaarderhout wordt een oorlogsmuseum. In de voormalige telefoonbunker komen tentoonstellingen over Alkmaar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De Stichting Alkmaar ’40-’45 ontving vrijdag een flinke donatie om het vervallen brok beton op te knappen.
Op 5 mei wil de stichting de bunker gereed hebben om publiek te ontvangen. “De meeste roestige delen hebben we al geschilderd, maar we willen de bunker ook weer aansluiten op elektriciteit”, vertelt Henk Posthumus van de Stichting Alkmaar ’40-’45 aan mediapartner NH Nieuws. “De cheque van drieduizend euro die we vandaag ontvingen willen we onder andere daarvoor gebruiken.”
Van het type R616 zijn er nog zo’n twintig in Nederland te vinden. Het exemplaar in de Alkmaarderhout is van 1943 en slechts 20 vierkante meter groot. “De Duitsers gebruikten hem als communicatiecentrum. Vanuit alle bunkers van de Noord-Hollandse Atlantikwall kwamen de berichten via telefoonlijnen in de bunker bijeen.”
“Vanuit hier werd dat doorgesluisd naar de Duitse legerleiding verderop in het land. Alkmaar was dus ontzettend belangrijk voor de communicatie op telefoongebied van de Duitsers. Ze bouwden deze bunkers daarom ook niet in gevechtsgebieden, maar juist aan de rand van een stad, verscholen in een bos zoals de Hout.”
De stichting wil de bunker ook aan de buitenkant weer het aangezicht geven van toen. “Ze hadden ‘m gecamoufleerd als woonhuis met bakstenen en geschilderde ramen. Het zou zo mooi zijn als we dat weer voor elkaar kunnen krijgen”. Daarvoor is nog veel meer geld nodig. De stichting blijft daarom zoeken naar donateurs. “Het zou zo mooi zijn als het weer een nepwoonhuis is met een bunker van binnen.”
