Overal om ons heen is water, dus kunnen zwemmen is belangrijk. Gemeente Alkmaar lanceerde afgelopen jaar een nieuw programma: Swim is cool. Exact 1.001 kinderen van zeventien basisscholen namen het afgelopen schooljaar deel, en de reacties zijn positief.
Enkele jaren geleden besloten gemeente Alkmaar en alle basisscholen binnen de gemeente om te stoppen met het traditionele schoolzwemmen. Veel kinderen konden al zwemmen, een aantal van hen haalde geen A-diploma in zes maanden tijd, en vooral scholen die busvervoer moesten regelen vonden het de tijd en moeite niet meer waard. Om ervoor te zorgen dat elk kind toch minimaal een A-diploma heeft, werd een ‘bezemklas’ ingevoerd.
Dat vond de huidige coalitie in de gemeenteraad te karig. Een jaar geleden werd schoolzwemmen weer in het leven geroepen, maar dan in een nieuw jasje. Groepen 5, 6, 7 en 8 kunnen deelnemen aan ‘Swim is cool’, dat bestaat uit vijf verschillende zwemcursussen.
‘Red je Vriendje’ draait om jezelf en anderen veilig te houden of in veiligheid te brengen. ‘De Zee’ gaat in op de risico’s van de zee. Kinderen leren onder andere over muien en de vlaggen die de reddingsbrigade gebruikt. Ook leren ze snorkelen en kunnen ze de oceanen ontdekken met een virtual reality bril. ‘Recreatief zwemmen’ is een opfriscursus voor kinderen met A, B en C en het ‘Athletics Skill Model’ (ASM) bestaat niet alleen uit zwemmen, maar ook allerlei andere bewegingsvormen in en aan het water. Tot slot is er ‘Zwemsport’, een soort introductiecursus wedstrijdzwemmen, waterpolo, schoonspringen en synchroonzwemmen.
Red je vriendje is het meest populair en Zwemsport het minst.
Het lopende schooljaar wordt Swim is cool doorontwikkeld en verder gepromoot bij scholen.
Groene planten, planten met bloemen of besjes en zelfs een citrusboompje. Alle kinderen van groep 5/6 van Kindcentrum De Ontdekkers in Heiloo kregen maandag een plant. Het was onderdeel van de eerste les in een landelijk project om schoolpleinen te vergroenen. Daarna mochten ze buiten aan de slag om hun plein groener en fleuriger te maken.
“Het schoolplein bestond alleen maar uit stoeptegels, een paar speeltoestellen en een zandbak. In de zomer was het soms bloedheet en als het regende ontstonden grote plassen”, vertelt Susan Groot, directeur van De Ontdekkers. Speciaal voor de gelegenheid heeft ze een groen shirt aangetrokken.
“Een jaar of vijf begonnen we met vergroenen. We hadden geen geld of tijd om subsidies aan te vragen voor het hele schoolplein, dus zijn we gewoon maar begonnen met wat wilgentakken en wat plantenbakken die door ouders zijn gesponsord. En zo doen we ieder jaar een stukje.” (tekst gaat verder onder de foto)
Iedereen van groep 5/6 krijgt een plant. De besjes kleuren mooi oranje, maar zijn niet te eten. (foto: Streekstad Centraal)
Op die manier kwam ze in contact met de GreenBee Foundation, die zich inzet voor groenere schoolpleinen en groeneducatie. Die foundation heeft weer lijntjes met Royal FloraHolland, de organisatie achter de gigantische bloemenveiling in Aalsmeer. Daar waren plannen gemaakt voor een groenproject met scholen, en zo werd De Ontdekkers de allereerste school die daar van kon profiteren. De kinderen kregen al lessen rond de vergroening van het plein, maar meedoen aan zo’n project, is natuurlijk een beetje extra bijzonder.
Frank Timmermans van GreenBee en tv-tuinman Tom Groot kwamen bij groep 5/6 binnen met voor ieder kind een plant. Tijdens het uitdelen vertelden ze over de planten en werd aandachtig geluisterd. Tussendoor konden de kinderen ruiken aan geurende planten en bessen, en proeven van een vrucht van een citrusboompje. Ook deden ze fanatiek mee aan een quiz over wat planten allemaal nodig hebben, en waar ze goed voor zijn: als voedsel, voor schaduw, medicijnen en nog veel meer. (tekst gaat verder onder de foto)
Iedereen wil even proeven van de vrucht van het citrusboompje. (foto: Streekstad Centraal)
Na een korte drink- en eetpauze was het tijd om naar buiten te gaan. Daar stonden een plantenbak en een aantal grote potten klaar om plantjes in te stoppen. Onder begeleiding van Frank en Tom gingen de kinderen aan de slag met kleurige planten. En er was meer dan genoeg over om een stukje gras en een strook aarde te beplanten.
Tom doet veel met groen, maar met kinderen samenwerken aan vergroening vindt hij toch wel het allerleukste. “Het is gewoon heel erg leuk om kinderen ‘groen’ mee te geven. Om ze de beleving mee te geven van wat met planten kunnen doen. Het is belangrijk dat de nieuwe generatie het oppakt. En kijk om je heen hier, de kinderen zijn heel erg betrokken. Ze zijn geïnteresseerd en ze vinden het heel erg leuk.” (tekst gaat verder onder de foto)
Een quiz over wat planten nodig hebben en waar ze goed voor zijn. Uiteindelijk heeft iedereen een viooltje ‘gewonnen’. (foto: Streekstad Centraal)
Hij merkt dat er een omslag is in Nederland. “Het gaat vaak om prestaties, het moet snel en er is druk, maar je ziet nu dat we meer terug gaan naar de basis, naar de groene beleving.” Er zijn allerlei initiatieven vanuit bewoners, organisaties en overheden om te vergroenen en om meer bewustzijn over de natuur te genereren. “Dat vind ik heel mooi.”
“Ik vind het een hele leuke dag”, zegt Jet, terwijl ze bezig is met het vullen van grote plantenpot. “Alle planten zijn heel mooi en ik vind het leuk om ze neer te zetten. En we hebben geleerd dat je niet alle plantjes overal maar neer kan zetten.” Thuis hebben ze een mooie tuin. “En ik denk dat dieren hem ook leuk vinden. We hebben twee katten, die heten Louis en Noortje, en die zitten heel vaak in de struiken. En we hadden ook eens een keer een egeltje in de tuin.” Ze is blij met haar grasplant, maar heeft er nog geen plekje voor in gedachten. “Misschien gaan we hem ophangen of doen we hem in een andere pot om neer te zetten.” (tekst gaat verder onder de foto)
Niet alleen vullen de kinderen een plantenbak en potten, er zijn meer dan genoeg planten om ook nog een stukje gras om te vormen tot een kleurig plantsoentje. (foto: Streekstad Centraal)
Mateo heeft het ook erg naar zijn zin. Hij kreeg een plant met allemaal oranje besjes. Die kan thuis mooi in de tuin bij alle andere planten. Mateo weet nog wel hoe het schoolplein er vijf jaar geleden uitzag. “Toen was het best wel kaal. Nu is het okay, maar als er nog meer groen bij komt is het nog beter.”
Feest bij Omroep Castricum. Zaterdag werd het 30-jarig bestaan van de lokale omroep gevierd. Met een open dag, mooie aankleding, live muziek, en een live uitzending. Met burgemeester Ben Tap werd tijdens de aftrap stilgestaan bij deze bijzondere mijlpaal. Voorzitter Sander Verschoor uitte zijn trots over wat alle medewerkers week in, week uit op vrijwillige basis presteren.
De middag werd vrolijk ingeleid door Backum Brass, nauw ingepast in kantine van het gebouw Geesterhage. Daarna was het woord aan Sander Verschoor en ook burgemeester Ben Tap, die overigens vroeger radio maakte bij Radio Heemskerk. “Het zijn allemaal mensen met een passie voor de lokale omroep”, lauwerde Tap het team. “U hoort en ziet soms de vrijwilligers, bijvoorbeeld achter de microfoon, maar daar achter zijn er nog veel meer actief. Dat zijn de stille krachten die er voor zorgen dat deze omroepvereniging al dertig jaar kan blijven bestaan.”
De burgemeester zei zelf regelmatig op de website en Instagrampagina van Omroep Castricum te kijken. Hij complimenteerde de redactie voor de berichtgeving: “Wat me opvalt is dat de nieuwberichten altijd heel feitelijk en heel neutraal zijn. Het is in deze tijd, waarin we bedolven worden onder nepnieuws, heel fijn dat we kunnen vertrouwen op een club vrijwilligers die het nieuws zo feitelijk mogelijk probeert te brengen. En jullie zijn ook altijd heel snel”, stelde Tap. Hij besloot met “Keep up the good work!” (tekst gaat verder onder de foto)
Met een druk op de knop zette burgemeester Tap de lichten aan voor het 30-jarig jubileum van Omroep Castricum. (foto: Streekstad Centraal)
Sander Verschoor raakte zelf 25 jaar geleden betrokken bij Omroep Castricum. “We zaten toen nog op de zolder van Toonbeeld. Een echte zolder, niet geïsoleerd, en we werkten nog met cd’s en minidiscs. In 2004 kwam er een echte studio en automatiseerden we, konden we muziek van de computer draaien. In die periode gaf de gemeente aan ons in het nieuwe gebouw Geesterhage onder te willen brengen. Nou, daar hebben we tien jaar lang gesprekken over gevoerd. Eindelijk in april 2016 kregen we de sleutel van de ruimte waar we nu zitten.”
Dat betekende niet alleen meer ruimte en betere techniek; het scheelde volgens Verschoor ook veel gedoe. “In Toonbeeld zaten we met de tv-studio eigenlijk in de hal, dus dat was telkens alles neerzetten en achteraf weer opbreken. Het is een belangrijke stap geweest. We hebben nu ook een echte nieuwsredactie. Ja en je ziet dat online steeds belangrijker is geworden. De websites, de socials… en de bezichtigingen lopen nu op tot meer dan duizend per artikel.” (tekst gaat verder onder de foto)
Muzikale omlijsting van het 30-jarig jubileum van Omroep Castricum door Backum Brass. (foto: Streekstad Centraal)
Nu komt er opnieuw een grote verandering aan. Het Rijk schroeft het aantal zendmachtigingen van 240 terug naar 80. In 2028 is er nog maar één omroep over voor de zes gemeenten in Noord-Kennemerland.
“Er moet nog veel water door de rivier”, zegt de voorzitter. “Het moet allemaal nog georganiseerd worden, maar ik denk dat we over een ruime twee jaar trots kunnen zijn dat er een nieuwe omroep staat voor de héle streek”. Een grote reorganisatie dus, maar Verschoor ziet de grootste uitdaging niet in de techniek, de financiën of de organisatie. “De grootste uitdaging vind ik hoe je de betrokkenheid van álle inwoners van de streek bij die omroep krijgt.” (tekst gaat verder onder de foto)
Sander Verschoor, alweer heel wat jaartjes geleden aan het werk tijdens het Bierkratstapelen. (foto: Streekstad Centraal / Omroep Castricum)
Omroep Castricum kan daarin volgens Sander Verschoor een belangrijke bijdrage leveren. “Wij hebben ervaring maken met het maken van televisie, we hebben een paar goede cameramensen, een aantal goede redacteuren en we hebben ook mensen die gewoon goede radio maken. Als de vrijwilligers dat willen blijven doen natuurlijk, want het wordt allemaal anders. Een aantal komen nu lopend of op de fiets en straks moeten ze misschien verder weg. Het wordt allemaal anders, maar ik denk dat het ook heel veel kansen biedt.”
Verschoor verwacht dat er over een half jaar een goede opzet is om aan de diverse gemeenten voor te leggen, “Dat is ook belangrijk voor wat betreft de financiering. Het wordt een slag in de professionalisering, dus er komen veel meer mensen in loondienst. Na de gemeenteraadsverkiezingen gaan we dat echt in gang zetten. 2027 wordt een soort overgangsjaar en dan – als het allemaal zo wordt besloten in de Tweede Kamer want Den Haag blijft grillig – stoppen alle omroepen op 1 januari 2028 en gaat de nieuwe streekomroep door.”
In de ruimte van Omroep Castricum een herinnering aan de jaren waarin er nog werd gewerkt vanaf de zolder van Toonbeeld. I (foto: Streekstad Centraal / Omroep Castricum)
Maar goed, de acute uitdaging tijdens de open dag was een probleem met het geluid, al zullen bezoekers en luisteraars daar waarschijnlijk niks van hebben gemerkt. Het was vooral een gezellige open dag in Geesterhage en op de radio en televisie, na dertig jaar Omroep Castricum.
Zwarte kabels over de weg. Of eigenlijk zijn het rubberen luchtleidingen. Veel Alkmaarders zullen ze al wel gezien hebben, want ze zijn door heel de stad te vinden. Er is blijkbaar een grootschalig verkeersonderzoek aan de gang. “Het is input voor een nieuw op te stellen verkeersmodel.”
“We hebben al jaren een verkeersmodel voor het autoverkeer. Nu komen daar ook andere vervoerswijzen bij”, licht een gemeentewoordvoerder toe. “In de afgelopen weken zijn op zeventig plekken in de gemeente fietstellingen gehouden.”
De tellingen worden niet alleen gebruikt om de huidige fietsverkeersdrukte in kaart te brengen, ze dienen als basis voor voorspellingen. “Bijvoorbeeld bij de toevoeging van nieuwe woningen, een nieuwe brug of juist bij afsluitingen. Op deze manier kunnen we proactief te werk gaan zodra deze toekomstige situaties zich gaan voordoen.” (tekst gaat verder onder de foto)
De telmachine voor fietsers vanaf de Willem de Zwijgerlaan richting de Vondelstraat zal geen juist getal leveren. De rubberen slang is al zeker zes dagen stuk. (foto: Streekstad Centraal)
Nog een paar dagen en dan wordt alle meetapparatuur weggehaald. Helaas zullen de getallen op minstens twee plekken niet kloppen. De leidingen op het Voormeer zijn stukgetrokken en die op de Willem de Zwijgerlaan nabij de Vondelstraat zijn al zeker sinds maandag kapot.
Een bizar ongeval heeft zaterdagochtend plaatsgevonden op de Hoeverweg in Egmond aan den Hoef. Bij een auto schoot een voorwiel los en dat rolde daarna vol tegen de voorzijde van een oldtimer die in tegenovergestelde richting reed.
Het ongeluk op de Hoeverweg gebeurde rond 10:40 uur. De bestuurder van een moderne VW Kever kreeg plotseling te maken met een losschietend wiel. Het wiel rolde vrijwel rechtuit door, terwijl er van de andere kant een automobilist in een oldtimer aan kwam rijden. Het wiel botste vol tegen de voorzijde van de auto uit 1969. De Kever bewoog zich verder voort op drie wielen en een remschijf, tot de bestuurder deze aan de kant zette.
Niemand raakte gewond, maar het ongeval zorgde wel voor pijnlijke schade. Beide voertuigen zijn afgevoerd.
Het zit er weer op. De laatste Alkmaarse kaasmarkt van het seizoen werd vrijdagochtend natuurlijk ingeluid met de bekende kaasmarktbel. Harrie Konijn kijkt als plaatsvervangend kaasvader tevreden terug. “Ik kan niet anders zeggen dan dat we een prachtig kaasseizoen hebben gehad.”
Volgens ‘De Stille’, want dat is de bijnaam van Harrie, was het kaasmarktseizoen nog wat beter dan vorig jaar, mede dankzij het weer. “Regen heeft on haast geen parten gespeeld, al was er wel een ander fenomeen: de hitte. We hebben een dinsdagavond moet afgelasten omdat de temperaturen te hoog waren.”
“Het was ook een léuk seizoen”, vervolgt hij. “Dat komt onder andere omdat we dit jaar zes jubilarissen hebben. Vier daarvan zijn 25 jaar lid van het gilde, twee mensen 40 jaar en één 50 jaar. Dat bewijst wel hoeveel passie er is. Het is natuurlijk ook de bedoeling ook dat we gepassioneerd deze traditie voortzetten die nu al 433 jaar bestaat.” (tekst gaat verder onder de foto)
Het laatste rondje van het kaasmarktseizoen 2025 met iemand van de pers op een berrie. (foto: Streekstad Centraal)
En er is inmiddels ook weer voldoende aanwas. Het kaasdragersgilde heeft noodteam van drie, te herkennen aan de witte hoed met wit lint. Vooral op de dinsdagavonden draaien ze mee, tijdens de kaasmarkten waaraan de kaasdragers op vrijwillige basis meewerken. De drie zitten in een soort kweekpoule, waaruit ze formeel ‘noodhulp’ kunnen worden. Noodhulpen dragen een witte hoed met een lint in de kleur van het veem waarbij zij zijn ingedeeld, en waarin ze uiteindelijk ‘vastman’ worden, een echte kaasdrager.
Ook wat betreft de belangstelling voor de kaasmarkt zit het goed, vertelt Konijn, die zelf in 1983 betrokken raakte. Toen was de eerste markt van het seizoen redelijk druk en verder lagen de pieken in de schoolvakanties. “Nu is het vanaf het begin tot de laatste kaasmarkt overweldigend qua publiek.” Er zijn ook dit jaar weer een geschatte 200.000 toeschouwers geweest. (tekst gaat verder onder de foto)
Henk van Wonderen, met de bijnaam De Vrije Vogel, heeft dit jaar álle kaasmarkten meegedraaid en kreeg daarom de ‘kampioensmedaille’ van het gilde. (foto: Streekstad Centraal)
Dat heeft er mede voor gezorgd dat de kaasmarkt twee toeristische Michelinsterren heeft verworven. Die zijn vrijdag symbolisch overhandigd door kaaswethouder Jan Hoekzema en economiewethouder Christiaan Peetoom. “Een unicum”, stelt Konijn. “En Alkmaar heeft er nóg twee gekregen.” De ene is voor de binnenstad, de andere voor De Rijp. “Het geeft wel aan dat er verder ook genoeg te zien is. Maar de kaasmarkt is volgens mij wel een van de belangrijkste pijlers voor Alkmaar.
Toch ziet De Stille nog wel een beetje ruimte voor verbetering. Regen en storm houden de kaasmarkt niet zomaar tegen, hitte wél. Treedt het nationaal hitteplan in werking, dan gelast de gemeente de kaasmarkt af. Dat kan nog kort van tevoren gebeuren. “Daar moeten we nog wel iets op vinden. De kaasdragers kunnen wel wat hebben en als ze genoeg drinken is het te doen. Maar als mensen die van verre voor de kaasmarkt komen niet de meest actuele informatie hebben, dan komen ze voor niks. Dat is niet goed voor de kaasmarkt.” (tekst loopt verder onder de foto)
Kaaswethouder Jan Hoekzema overhandigt een Michelinschildje met daarop twee toeristische sterren aan plaatsvervangend kaasvader Harrie Konijn. (foto: Streekstad Centraal)
Noodhulp Mitchel Dieke kent voorlopig geen zorgen, hij heeft het enorm naar zijn zin. “Dit is mijn derde jaar en het is nu voor het eerst dat ik op de dinsdagavonden ook loop. De kaasmarkt hoort nu helemaal bij mijn wekelijkse routine, heel erg leuk gewoon.”
In het dagelijks leven werkt Mitchel in het kaascafé Jong Belegen om de hoek. “De afwisseling is fijn”, zegt hij. Al moest hij in het begin wel even wennen. “Het is best pittig. De eerste maanden heb je aardig wat spierpijn. Ja, elk jaar weer, dus het is wel handig om voor ieder seizoen wat te trainen.”
Dat Mitchel gefascineerd raakte door de kaasmarkt lag bijna voor de hand. “Mijn ouders hebben hier op het plein een zaak, dus ik loop hier al dertig jaar rond.” Twee weken terug kreeg hij het fantastische nieuws dat hij volgend jaar vastman mag worden. “Daar ben ik wel trots op. Het is een eer.”(tekst gaat verder onder de foto)
Noodhulp Mitchel Dieke en vastman Max ‘De Raaf’ Vink genieten nog even van de laatste kaasmarkt van het seizoen 2025. (foto: Streekstad Centraal)
Zijn maat Max Vink zit er even lang bij. Ook hij was al goed bekend met de kaasmarkt door jaren horecawerk aan het Waagplein. Max werd vorig jaar al vastman en kreeg toen De Raaf als bijnaam. Bijzonder is dat het een soort familienaam is. “De opa van mijn oma is kaasdrager geweest en die heette De Raaf.”
Nog een memorabel moment voor Max is de straf die hij in zijn eerste jaar kreeg. “Ik had me de week ervoor nogal verslapen na een uitje met de kaasdragers. Het was toen graskaasdag en ik werd door het hele veem ingepeperd met gras, tot in mijn onderbroek aan toe.”
Om 12:30 uur is de laatste kaasmarkt echt ten einde, en daarmee het seizoen. In de kaasdragerskamer in de Waag barst dan het ‘eindfeestje’ los. mensen worden bedankt en er wordt ‘een glaasje’ gedronken. En alvast uitgekeken naar volgnd jaar en het 434ste kaasmarktseizoen.
De bestuurders van een auto en een bestelbus zijn vrijdagavond met elkaar in botsing gekomen op de Huygendijk (N508) in Heerhugowaard. Het ongeluk gebeurde rond 21:15 uur op de kruising met de Jan Glijnisweg. Eén van de twee bestuurders is na controle door ambulancepersoneel naar het ziekenhuis gebracht.
De oorzaak van het ongeluk is niet bekend. Vermoedelijk gaf één van de twee bestuurders geen voorrang. Wel duidelijk is dat de schade aanzienlijk is. Er lagen brokstukken op de weg en bij de auto was de ophanging van het linker voorwiel afgebroken. De auto stond door de klap een slag gedraaid.
De kruising werd door de politie volledig afgesloten voor de hulpverlening. Een berger heeft de voertuigen afgevoerd.
’s Winters warm en droog atletieken in Alkmaar. Toen duidelijk werd dat er geen indoorbaan in het nieuw te bouwen Sportpaleis zou komen, was dat een flinke tegenslag voor atletiekliefhebbers. Maar bij Hylas gaven ze niet op. De Alkmaarse atletiekclub heeft sportwethouder Christiaan Peetoom inmiddels plannen aangeboden voor een volwaardige 200 meter indoorbaan.
“In Nederland heb je één goede indoor atletiekbaan van 200 meter rond. Die is in Apeldoorn”, licht voormalig Tweede Kamerlid en sportconsultant Rudmer Heerema toe. “Maar die is maar beperkt beschikbaar en sowieso is de reisafstand groot. Voor de rest heb je iets van twaalf andere indoorhallen met rechte baantjes, maar niet met een 200m rondebaan er omheen. In Alkmaar is nou net de mogelijkheid om zo’n baan te bouwen.”
De dichtstbijzijnde atletiekhal is in Assendelft, een particulier initiatief waar flinke baanhuur moet worden betaald. De volgende hal is in Amsterdam, goedkoper maar verder weg. ‘Bovendien is de beschikbaarheid voor clubs van buiten de steden beperkt’, zegt Heerema. Het is één van de redenen dat clubs in de regio talenten kwijtraken aan clubs die wel een indoorbaan hebben.
Hylas vond een goede partner in de Atletiekunie. Daar zit veel expertise, én de unie wil het aantal atletiekhallen in Nederland richting 2032 liefst verdubbelen. “Hoofdcoach Laurent Meuwly zei het nog het na wereldkampioenschap: we hebben nu een goed WK gehad, maar om dit vol te houden zijn er geld én ook goede accommodaties nodig”, vertelt clubadviseur Patrick van Balkom. “Het weer in Nederland is te slecht in de winter. We móeten in de winter gewoon naar binnen kunnen, maar de indoorbanen die we hebben zitten overvol.”(tekst gaat verder onder de foto)
Clubadviseur Patrick van Balkom, atletiekvader Rudmer Heerema en bestuurslid Sergei van Exel op de atletiekbaan van Hylas, met al zijn tekortkomingen. (foto: Streekstad Centraal)
Bovendien is indoor atletiek echt iets anders dan atletiek buiten. Van Balkom weet dat zelf maar al te goed. Hij won tijdens het WK Indoor 2003 brons op de 200m sprint. En dat was hem nooit gelukt zonder regelmatig te trainen op de kombochten die een buitenbaan niet kent. Hij moest dan wel telkens vanuit Utrecht naar Gent, want tussen 2000 en 2008 was er zelfs geen enkele volwaardige indoorbaan in Nederland.
Die situatie is nu beter, maar volgens de de oud-international blijft het enorm schipperen. “We hebben nog een aantal blinde vlekken in het land en Omnisport Apeldoorn is niet goed beschikbaar omdat de hoofdbestemming van de hal eigenlijk baanwielrennen is.”
Het ideaalplaatje van Hylas is een atletiekhal met zes banen rondom, direct naast de buitenbaan. Maar dat is aan de Havinghastraat – waar de baan van Hylas nu ligt – waarschijnlijk niet mogelijk. “Er loopt een grote gasleiding langs het terrein, we hebben hiernaast handboogschietvereniging Achilles en we hebben daar de Viaanse Molen”, wijst Heerema aan. “Die heeft een molenbiotoop van 400 meter, en binnen die 400m meter mag je daarom minder hoog bouwen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Omnisport Apeldoorn. Op de foto zijn vier banen rondom te zien. Slechts een paar weken per jaar worden daar twee banen aan toegevoegd. (foto: Omnisport Apeldoorn)
“Gelukkig zijn er andere plekken in Alkmaar.” Heerema noemt het evenemententerrein aan de Olympiaweg en de plek waar de KNVB misschien haar nieuwe voetbalcampus zou gaan vestigen. “Dan heb je een groot terrein voor indoor en outdoor bij elkaar, en zit je ook heel mooi in de sportboulevard van Alkmaar.”
Verhuizen zou Hylas bovendien niet slecht uitkomen, vult bestuurslid Sergei van Exel aan. “Onze baan is versleten, lelijk, vies en op een aantal plekken verzakt. En we hebben hier nauwelijks beschutting omdat de bomen rond de Viaanse Molen laag moeten blijven. Het waait hier altijd. En het clubgebouw is veertig jaar oud.”
Alkmaar steekt al tientallen miljoenen in nieuwe sportaccommodaties, dus is de vraag of er wel geld is voor óók nog een indoor atletiekbaan. “De bouwkosten zijn iets meer dan 12 miljoen”. Dat is volgens Heerema wel een kale versie. Maar eentje met ruimte voor een tribune zou niet veel duurder moeten zijn. “Die 12 miljoen is exclusief alle subsidies die je kan gebruiken vanuit landelijke overheid en de provincie. Er zal dus nog een aantal miljoenen af gaan.” (tekst gaat verder onder de foto)
Patrick van Balkom was nog nooit bij Hylas geweest. Sergei van Exel en Rudmer Heerema leiden hem langs de gebreken, terwijl een groep jonge atleten traint. (foto: Streekstad Centraal)
De exploitatie zou volgens Heerema geen probleem moeten zijn. “Van de zeventien clubs in de Kop hebben er al een stuk of negen aangegeven dat ze uren zouden afnemen. En wat je ziet bij andere atletiekhallen is dat vele andere takken van sport er gebruik van maken. Dat zal hier niet anders zijn. Een indoorhal zorgt ervoor dat kinderen in de winter blijven sporten, gehandicaptensport door kan blijven gaan en dat mensen die het lastig vinden om te beginnen een lagere drempel hebben. ”
Verder denkt hij aan scholen. Die maken al gebruik van de buitenbaan. AZ is nog niet benaderd, maar Heerema verwacht daar ook interesse. “Ja en je zou in de zomer een gymvloer in de indoorhal kunnen leggen voor andere sporten en evenementen.”
Sportwethouder Christiaan Peetoom buigt zich nu over de plannen van Hylas en de Atletiekunie. De gemeente laat zelf ook onderzoek doen. “En de politiek heeft interesse in de plannen en ambitie van Hylas getoond”, heeft Heerema ervaren. “We hebben een aantal partijen gesproken en die zijn ook langs geweest. Ze gaven toen zelf ook aan dat deze locatie onhandig is voor atletiek omdat je hier geen hoge bomen mag hebben.”
Zowel de plannen van Hylas als het rapport komen dit najaar naar de gemeenteraad met een reactie van de wethouder erbij. Hylas hoopt dat de raad dan besluit om verder onderzoek te laten doen naar de financiën en mogelijke locaties.
Een vrouw uit De Rijp is vorige maand slachtoffer geworden van een babbeltruc. De politie is op zoek naar de oplichter en heeft nu een foto van hem gepubliceerd, in de hoop dat mensen hem herkennen en contact opnemen.
Op vrijdag 15 augustus is een vrouw, die aan de Driemaster woont, slachtoffer geworden van een bekende vorm van oplichting: een “bankmedewerker” belde haar op om te vertellen dat ze haar bankpas en pincode moest geven aan iemand die aan de deur zou komen. Haar bankrekening was zogenaamd geïnfecteerd met een virus. De vrouw werkte mee en daarna is bij een pinautomaat in het dorp 1.800 euro van haar rekening geplukt.
Er zijn beelden van degene die het geld pinde. Het gaat om een lichtgetinte man van van ongeveer 20 tot 25 jaar oud. Hij heeft een slank postuur en zwart halflang haar plat, naar achteren gestreken. Hij droeg een wit t-shirt van Under Armour, een grijze korte broek met lichtblauwe accenten mogelijk van hetzelfde merk, en lichte sneakers of hardloopschoenen.
Wie meer over deze oplichter denkt te weten, wordt verzocht de politie te bellen via 0900-8844, of anoniem via 0800-7000. Het zaaknummer is 2025188800. (foto: Politie Alkmaar)
De vernieuwing van Station Heiloo vordert gestaag. De grootste klus was de vervanging van de perronkap, maar er is nog veel meer gedaan. Twee keer was er een treinvrije periode en er is nu nog eentje te gaan. Die gaat aanstaande vrijdagavond van start.
Zeven maanden lang, van april tot en met oktober, wordt Station Heiloo verbouwd. De perronkap was hoognodig aan vervanging doen en verder kon het station ook wel een opfrisbeurt gebruiken. Bovendien was er op het perron beperkt plek voor reizigers. Streekstad Centraal bezocht in juli een bijeenkomst waarin ProRail een update met een rondleiding gaf over de werkzaamheden. Die verlopen volgens schema, en dat betekent dat het derde en laatste treinvrije weekend voor de deur staat.
In juli werd de perronkap in delen op zijn plek gehesen. (foto: Streekstad Centraal)
Van vrijdag 21:00 uur tot maandag 05:00 uur is er geen treinverkeer langs station Heiloo. In de tussentijd worden er dag en nacht gewerkt. De perronkap wordt afgebouwd, de entree opnieuw ingericht en wordt er gewerkt aan de bestrating. Niet alleen is het station dicht, ook de overweg voor voetgangers en een groot deel van het P&R-terrein.
Voor treinreizigers zet de NS bussen in tussen Alkmaar en Uitgeest. De intercity tussen Alkmaar en Zaandam rijdt om via Hoorn.
Op prorail.nl/stationheiloo is meer informatie te vinden over het project. Voor meer informatie over treinreizen, ga naar ns.nl/reisplanner. (archieffoto: Streekstad Centraal)