De eerste asielzoekers kunnen pas komend voorjaar terecht in het voormalige belastingkantoor in Alkmaar. Een aantal installaties in het pand aan de Robonsbosweg moet eerst worden vervangen. Het COA heeft al een vergunning voor de verbouwing, maar die wil daarmee pas beginnen nadat dat is gebeurd.
Eerder was de bedoeling dat de 150 asielzoekers deze zomer al naar Alkmaar zouden komen. Dat werd het najaar en nu blijkt hun komst dus opnieuw vertraagd. Naast de asielzoekers komt er aan de Robonsbosweg later ook plek voor 150 Alkmaarse statushouders en 150 spoedzoekers.
“Wij gaan er nu van uit dat in het voorjaar de eerste asielzoekers hun intrek nemen”, licht Heleen Slob van het COA toe aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. Ze vindt het vervelend dat het weer langer gaat duren. “Het is een beetje een dubbel gevoel. Het is natuurlijk heel jammer, maar aan de andere kant zijn we blij dat we er straks 150 mensen kwijt kunnen. De nood voor opvangplekken blijft enorm hoog.”
De technische installaties van het oude Belastingkantoor aan de Robonsbosweg moeten vervangen worden voordat het COA kan beginnen aan een grote verbouwing tot asielopvang. (foto: Streekstad Centraal)
Het COA neemt straks haar intrek op de bovenste twee etages van het linker gebouw, dat tot 2031 tot hun beschikking staat. “We hebben inmiddels de vergunning binnen om daar te gaan verbouwen, maar dat heeft weinig nut als er nog aan de installaties gewerkt wordt”, duidt Slob. “Het zou namelijk kunnen betekenen dat wat je nu opbouwt later weer gesloopt moet worden, als blijkt dat aan de achterkant nog dingen gefixt moeten worden.”
Vorige maand onderstond er door lekkages waterschade aan plafonds, wanden, vloeren, de elektra en een lift. De reparatie van deze zaken vergt ook tijd, omdat gewacht moet worden op onderdelen.
De vertraging heeft geen directe gevolgen voor asielzoekers op dit moment. “Het is niet zo dat er elders mensen zitten te wachten die nu al weten dat ze naar Alkmaar gaan”, aldus Slob van het COA. “Wie waar heen gaat, blijft een puzzel die we dagelijks moeten leggen. Het gebeurt vaker dat we door praktische zaken of bouwtechnische problemen later dan gewenst een locatie in kunnen. We kunnen daar weinig tegen doen.”
Boerderijtjes met vlechtwerk, in slappe grond, die weer opgegeven werden toen het water steeg. En later alsnóg weer deel van de stad werden. Het is één van de vele verhalen die stadsarcheologe Nancy de Jong uit haar mouw schudt als we haar spreken in het Alkmaarse stadhuis. “Als ik hier de vloer uithaal ga je zó de veertiende eeuw in.”
Hier, dat is één van de historische zalen van het stadhuis van Alkmaar. Dat die stad een rijke geschiedenis heeft, dat is hier meteen voelbaar. Maar voor Nancy de Jong is die geschiedenis op veel meer plekken zo dichtbij. Als stadsarcheologe heeft ze een goed beeld van de vele bodemschatten die Alkmaar verbergt.
De Jong is in het stadhuis om toelichting te geven bij de ‘archeologische verwachtingskaart’ die zij en haar collega’s hebben gemaakt. Daarop is ‘in bonte kleuren’, zoals ze er zelf bij zegt, in beeld gebracht waar in Alkmaar de grootste archeologische rijkdommen zijn te verwachten. (tekst gaat door onder de foto)
Nancy De Jong in actie (met de microfoon) tijdens een stadswandeling geïnspireerd door de boeken van Simone van de Vlugt (in de gele bloes). (foto: Streekstad Centraal)
“Het klinkt heel tegenstrijdig, maar als archeologen willen we eigenlijk niet graven”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “Als ik soms zie hoe dat veertig jaar geleden is gedaan, dan denk ik: oh my God. We kunnen er beter van afblijven om de geschiedenis te beschermen.” Ook daarvoor dient te kaart. Zo kunnen grondeigenaren goed inschatten of er voor een bouwproject met eventuele bodemschatten rekening gehouden moet worden.
Het zal niemand verrassen dat de historische binnenstad van Alkmaar op De Jongs ‘bonte’ kaart donkerrood kleurt. “Daar is héél veel te vinden”, bevestigt De Jong. „Het zit vaak echt meteen onder de vloer. Op één perceel ga je dan meteen heel ver in de tijd terug.” Het maakt die percelen in de binnenstad ook heel kwetsbaar. Daar druk je liever niet rücksichtlos een heipaal de grond in.
Hoewel ze de bodem dus het liefst ongemoeid zou laten, komt De Jong wel in actie als er gebouwd gaat worden. Het is dan ook een beetje redden wat er te redden valt – al zal ze het zo negatief niet zeggen. Het enthousiasme krijgt dan toch snel de overhand: “Toen we die huwelijksring van Maria Tesselschade vonden… Ja, dan ga je toch even voelen…” Ze bekent: “Ja, hij paste om mijn pink.”
Bij zo’n vondst komt ook het besef dat die ring vier eeuwen eerder om de vinger van Alkmaars beroemdste dichteres moet hebben gezeten. Het werk van de stadsarcheoloog heeft op zulke dagen natuurlijk wel extra glans. “Maar we zitten dus ook achter ons bureau, om zo’n kaart te maken bijvoorbeeld.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Een uitsnede uit de archeologische verwachtingskaart laat goed zien hoe de Alkmaarse binnenstad er uitspringt, maar ook de Mijzenpolder blijkt veel schatten te verbergen. (beeld: Gemeente Alkmaar)
Alkmaar heeft hart voor archeologie. Dat blijkt wel uit het feit dat er stadsarcheologen actief zijn, maar het komt ook naar voren als grondeigenaren niet ontkomen aan archeologisch onderzoek. Dan is de gemeente bereid om mee te betalen en mee te denken.
“Alkmaar doet daar echt wel meer dan veel andere gemeenten”, ziet De Jong. “En dat is ook goed.” Alkmaar is weliswaar niet het oude Athene, toch zijn er hier zeker interessante zaken te verwachten. Vooral de hoge gronden, de oude ‘strandwal’ of duinenrij waarop Alkmaar en Oudorp zijn ontstaan, is belangrijk. Die behoort tot de oudst bewoonde gebieden in wijde omtrek.
“Maar ook nieuwere dingen zijn leuk om te vinden. In Huiswaard troffen we overblijfselen van het ‘Bonanzadorp’, een woonwagenwijkje van vroeger. En bij het ziekenhuis vinden we allemaal moestuintjes. Dan kunnen we weer onderzoeken wat voor groente mensen aten” , vertelt de stadsarcheologe dankbaar.
Nieuwe technologieën, maar bijvoorbeeld ook het werk van amateurarcheologen, heeft steeds betere inzichten opgeleverd. Ook dat heeft zijn weerslag op de nieuwe kaart waarmee de gemeente nu gaat werken. “Je moet het zo zien: eigenlijk alles wat we doen laat sporen achter.” Sporen die nu in kaart zijn gebracht, sporen die het verdienen om te worden bewaard.
Er gaat mogelijk aangifte worden gedaan tegen de Castricumse wethouder Paul Slettenhaar. Daarmee gaat de politieke storm rond de VVD’er een nieuwe fase in. Vorige week leidden uitspraken van Slettenhaar al tot het uiteenvallen van het college van de gemeente Castricum.
Aanleiding tot alle ophef is een slepende kwestie in de Castricumse opvang voor statushouders. Daar is sprake van terugkerende wateroverlast. De verantwoordelijk wethouder Slettenhaar heeft over die problemen gezegd dat ze zijn veroorzaakt door de bewoners.
Volgens de beheerder van het pand is de verzegeling van de brandslang verbroken, met alle gevolgen van dien. Daarop concludeerde de wethouder dat de ‘bewoners zélf verantwoordelijk’ zijn voor alle overlast.
Dat de wethouder zonder een en ander te hebben uitgezocht, toch met zulke uitspraken kwam, dat kon niet door de beugel, stelde coalitiepartner GroenLinks. Die partij stapte daarom uit het college. Castricum heeft nu nog maar drie wethouders over en de coalitie heeft niet langer een meerderheid.(tekst gaat door onder de foto)
De bewuste brandslang, waarvan het zegel werd verbroken. (foto: Gemeente Castricum)
Maar niet alleen GroenLinks roert zich. Ook de statushouders blijken ‘not amused’. Zij ontkennen iets te maken te hebben met de gevandaliseerde brandslang en de wateroverlast. Het zijn valse beschuldigingen van de wethouder, zetten zij daar tegenover: laster.
“De bewoners hebben een brief gestuurd met het verzoek om een rectificatie”, laat hun advocaat Laas van Eijck weten aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Zonder rectificatie is de gang naar de rechter niet uitgesloten. Er kan aangifte worden gedaan van smaad en laster, zegt Van Eijck.
“Volgens het onderzoek is de tweede lekkage ontstaan door een interne oorzaak”, legt Van Eijck uit. “Heel vreemd dat de wethouder dan direct concludeert dat statushouders de schuldige zijn. Je verwacht een neutrale houding. Dat oude pand is zo lek als een mandje. Het beschuldigen van deze kwetsbare groep werkt polariserend in de samenleving en kan hen veel schade toebrengen.”
Scholen, sportclubs – maar óók de supermarkten. Alle plekken waar kinderen worden geconfronteerd met keuzes, gezonde of ongezonde keuzes, moeten zo worden ingericht dat ze nou juist die gezonde keuzes stimuleren. Daarvoor is JOGG Alkmaar in het leven geroepen. Die organisatie zoekt daarbij ook de samenwerking met bijvoorbeeld de supermarkt.
JOGG, dat staat voor: Jongeren Op Gezond Gewicht. Maar JOGG doet wel meer dan alleen aandacht vragen voor afvallen, blijkt als Streekstad Centraal spreekt met Lisette Untied van JOGG Alkmaar. “We doen echt van alles. Vloerstickers in supermarkten. Informatie over broodtrommels. En we werken samen met Alkmaar Sport.” Van gezonde schoolkantines tot het promoten van ‘op eigen energie naar school’.
JOGG Alkmaar bestaat uit een klein team, van drie mensen. Maar JOGG is ook landelijk vertegenwoordigd: “Dit is landelijk opgezet, om de omgeving van kinderen gezonder te maken.” Het werk bestaat vooral uit het zoeken van samenwerking met andere partijen, om zo een ‘gezonde eetomgeving’ te promoten.
Bijzonder is dat JOGG daarbij zeker niet alleen de samenwerking met scholen zoekt, maar ook met commerciële partijen. “Ja, dit jaar zijn we begonnen met Spar Vondelstraat, klopt! Maar we hebben ook al samengewerkt met Jumbo Paardemarkt, met AH…” (tekst gaat door onder de foto)
Ook met Alkmaar Sport wordt samengewerkt. (foto: Alkmaar Sport)
In supermarkten bestaat die samenwerking uit het promoten van gezonde keuzes. Die krijgen bijvoorbeeld opvallende schapkaartjes. Zo hoopt JOGG scholieren te verleiden om in plaats van een kaasbroodje of een frikandel, eens te kiezen voor een gezonde lunch.
“Het is voor de meeste mensen geen nieuws, mijn ervaring is: ouders weten écht wel wat gezond is”, vertelt Untied. “Maar er zijn wel misverstanden. Ouders zeggen dan tegen me: gezond, dat kost te veel tijd. Of dat is te duur. Er zijn genoeg gezonde keuzes die ook passen in een korte lunchpauze, bij een klein budget.” Dit schooljaar is er daarom extra aandacht voor de gezonde broodtrommel.
JOGG is landelijk actief. Dat betekent ook dat resultaten gemonitord worden. Er zijn al wel kritische kanttekeningen gemaakt bij de effectiviteit van JOGG. Toch is die er echt wel, ziet Untied: “De gemeente Alkmaar zet bijvoorbeeld in op waterdrinken op school. Uit de GGD-cijfers blijkt dat Alkmaar daar intussen veel beter op scoort dan andere gemeenten in Noord-Holland-Noord.” (tekst gaat door onder de foto)
Flessen waaraan ze zien hoever ze zijn met drinken kunnen kinderen stimuleren meer water te drinken. (foto: Wikimedia Commons)
Het verschil is inderdaad opvallend: in Alkmaar drinkt 67% van de basisschoolkinderen water in de pauze, en dus geen zoete frisdrank. Voor de regio als geheel komt dat getal net niet op 50% uit, blijkt uit de cijfers. Alkmaar is dus zeker een uitschieter.
JOGG Alkmaar zal zich ook de komende perioden blijven inzetten voor een gezonde omgeving voor opgroeiende Alkmaarders. Maar niet alleen daar, vertelt Untied. Er zijn ook projecten in de regio waarbij ze betrokken is. Want wat Alkmaar doet, dat willen andere gemeenten ook wel. “En wij pikken ook wel eens een idee van ergens ander hoor”, lacht ze.
Gezond eten en genoeg bewegen is belangrijk om overgewicht tegen te gaan, daarom is JOGG in het leven geroepen. Untied wil tegelijk niet betuttelen, nuanceert ze. “Mensen moeten echt zélf bepalen, zélf weten wat ze doen. Maar we willen gezonde keuzes dus wel stimuleren. Hop, pak die druiven!”
De plannen voor een voetgangersbrug over de Westtangent, die Westpoort en het nieuwe bouwproject Urban Connection met het Luipaardpark zou verbinden, is niet haalbaar volgens het college van Dijk en Waard. Dat uit de reactie op vragen van GroenLinks/PvdA. Nu Westpoort wordt ontwikkeld als woonwijk en niet meer als locatie voor een nieuwe ziekenhuis is zo’n verbinding niet meer nodig vindt het college.
GroenLinks/PvdA wilde graag een brug zien om de nieuwe wijken Urban Connection en Westpoort beter aan te laten sluiten op het Luipaardpark. Ze vinden dat het park – ondanks dat het vlakbij is – door de drukke Westtangent moeilijk bereikbaar is voor voetgangers. “Zeker voor gezinnen met (kleine) kinderen is een korte verbinding naar groen van groot belang,” aldus de raadsleden. Een voetgangersbrug zou volgens hen een goede en veilige oplossing zijn om de vierbaansweg te overbruggen.
Het college geeft aan dat zo’n brug inderdaad nodig werd gevonden toen Westpoort nog werd overwogen als locatie voor een nieuw ziekenhuis. De brug zou zo’n 8 miljoen euro moeten kosten. Vanwege de hoge kosten en het ontbreken van echte verkeerskundige noodzaak, vindt het college dat een recreatieve voetgangersbrug geen haalbare optie is.
Wel krijgt de kruising bij de Abe Bonnemaweg een nieuw voetpad en een breder fietspad dat aansluit op de bestaande fietsroutes door Beveland. Verder komt er aan de zuidkant van de kruising een bredere fietsoversteek die met een bruggetje direct naar Westpoort leidt. Hiermee kunnen voetgangers en fietsers straks makkelijker en veiliger oversteken. (foto: Gemeente Dijk en Waard)
Het plan van de gemeenteraad om het dorpshart van Zuidschermer te redden door de Sint Michaëlkerk aan te kopen blijkt onhaalbaar. Dat heeft het college donderdag aan de raad laten weten.
Nederland is lange tijd een religieus land geweest, maar inmiddels geeft de meerderheid van de Nederlanders aan niet meer gelovig te zijn. Het is dan ook geen verrassing dat steeds meer kerken noodgedwongen hun deuren moeten sluiten, waaronder de Sint Michaëlkerk in Zuidschermer.
In juli nam de gemeente Alkmaar unaniem het voorstel aan om het dorpshart van Zuidschermer te redden door de kerk aan te kopen. Maar na onderzoek laat het college weten dat dit plan strijdig is met het gemeentelijk beleid. Er wordt verwezen naar de Kerkenvisie, waarin expliciet staat dat er géén individuele bijdragen of aankopen worden gedaan voor kerken. De aankoop van de Sint Michaëlkerk zou bovendien een precedent scheppen voor andere leegkomende kerken. Wat inhoudt dat mogelijk andere kerken in de rij komen te staan.
De basisschool in Zuidschermer moest eind vorig jaar zijn deuren sluiten. (foto: NH Nieuws)
Met de sluiting van de kerk lijkt er steeds minder van het dorpsleven over te blijven. Vorig jaar werd de enige dorpsschool al gesloten, en nu loopt ook het naastgelegen café Bij Zuid risico. Toch maakte de eigenaar zich destijds nog geen zorgen: “Ik maak me niet echt zorgen over de situatie. Het is niet heel erg concreet. We blijven hier sowieso. We hebben een contract voor tien jaar en gaan wel verhaal halen als er echt iets gaat spelen”, liet Marjolein de Reus toen aan Streekstad Centraal weten.
Hoe het verdergaat aflopen met de kerk is nog onbekend, maar de gemeente Alkmaar is dus niet in staat om hier een oplossing voor te bieden. Maar ze benadrukken wel dat ze de betrokken partijen willen ondersteunen in de gesprekken die er al zijn om het dorpshart te behouden.
Het college van Heiloo vreest het ‘ravijnjaar’ 2026 en de jaren erna, maar heeft voor komend jaar in ieder geval nog wel een sluitende begroting. “Een flinke klus”, volgens financiënwethouder Rob Opdam, “maar het is gelukt.” Om toch uit de rode cijfers te blijven moeten de beoogde inkomsten omhoog, en de uitgaven omlaag.
“We moesten behoorlijk wat stappen zetten om de begroting voor 2025 sluitend te krijgen. En dan zijn er twee ‘knoppen’ waar je aan kunt draaien: de inkomsten en de uitgaven”, vertelt Opdam. Het college besloot om aan beide knoppen wat te draaien om gaten te dichten: de onroerende zaakbelasting gaat omhoog naar het landelijk gemiddeld en er wordt beknibbeld op het wegenonderhoud en de mantelzorgregeling.
Speerpunten blijven vooralsnog buiten schot, waaronder woningbouw en verduurzaming van bestaande huizen. “We willen een tandje bijzetten waar het gaat om het isoleren van woningen. Ook de zorg voor veilige wegen voor automobilisten en fietsers houdt onze aandacht. In de portefeuille openbare orde en veiligheid investeren we extra in veiligheid bij crisissituaties. En we zijn verheugd dat de tweede sporthal er nu komt”, licht de wethouder toe. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Wethouder Opdam is blij dat Sporthal Het Vennewater nu flink wordt uitgebreid. (foto: gemeente Heiloo)
Maar ja, dat ‘ravijnjaar’… Jarenlang schroefde het Rijk de bijdrage aan gemeenten op. Een onhoudbare situatie, besloot het vorige kabinet. De coronacrisis en de piek in de energiekosten liggen achter ons, dus de geldkraan moet in 2026 weer een stuk dicht.
Zet het huidige kabinet door, dan krijgt Heiloo bijna 3 miljoen euro minder op de begroting van 60 miljoen euro. Bovendien moet ernaar verwachting 2 miljoen euro extra opgehoest worden voor de BUCH-werkorganisatie, de GGD en de Veiligheidsregio. Het verklaart de terughoudendheid wat betreft grote investeringen in Theater De Beun en Het Baafje.
Zoals in maart al voor werd gewaarschuwd, zijn ‘reële opties’ het innen van 1 miljoen euro extra aan ozb, het herintroduceren van hondenbelasting en de invoering van betaald parkeren in het centrum. Daarnaast wordt uitstel of schrappen van de herinrichting rond winkelcentrum ’t Loo en de ombouw van wegen naar 30km-zones overwogen. Dat scheelt 0,5 miljoen. Voor wat betreft de A9-aansluiting kan de gemeente niet meer terug.
De gemeenteraad buigt zich op 22 oktober over de Begroting 2025en hakt de knoop door op 11 november. (foto: gemeente Heiloo)
De overheid, dat zijn we eigenlijk allemaal. Al lijken we dat ook allemaal wel eens te vergeten. Wantrouwen bij burgers, wantrouwen bij overheden: vaak is er over bericht, in landelijke én lokale pers. Het college van Alkmaar ziet het als één van zijn hoofdtaken om dat wantrouwen te doorbreken. “Het is niet altijd pais en vree, nee.”
In gesprek met wethouder Anjo van de Ven komt het ideaal van een betrouwbare, open overheid al gauw op tafel. Het is voor haar een belangrijk punt uit het coalitieprogramma van het college waar ze wethouder van is. Maar het is óók een wens van de raad, benadrukt ze. “Kijk: Alkmaar maken we samen, staat hier. Maar dat is mooi gezegd hè. Het gaat om hoe je het dóét.”
Want dat gaat niet vanzelf. De dagelijkse politieke praktijk is nu eenmaal een wereldje op zich, van vergaderzalen en lange debatten achter de komma. Dat er bij burgers vaak weinig enthousiasme bestaat over het openbaar bestuur, dat merkt de wethouder ook. (tekst gaat door onder de foto)
Een participerende wethouder, letterlijk met de voeten in de klei. (foto: Streekstad Centraal)
Om daar ‘handen en voeten’ aan te geven wordt samenwerking van gemeente en inwoners de standaard. Dat is de ‘participatievisie’. “Een participatieplan wordt verplicht”, legt de wethouder uit. “We hebben dat wel versimpeld. Het gaat erom dat we vóór een voorstel naar de raad gaat, participeren.” Samenwerken dus, samen praten, samen overleggen.
Beleid heeft nu eenmaal vaak impact. Er iets over kunnen zeggen doet dan veel. “Zeker als het bij je in de buurt is, dan is de betrokkenheid heel groot”, merkt wethouder Van de Ven. “Het is goed om daar rekening mee te houden.” (tekst gaat door onder de foto)
Participatie in de praktijk: de opvang aan de Robonsbosweg. (foto: NH Nieuws)
Op participatiebijeenkomsten kunnen mensen met ideeën komen, of kritiek geven op ideeën van de gemeente. En dat mag schuren, vindt de wethouder. “Het is niet altijd pais en vree, maar dat hóéft ook niet. Je zal nooit maximaal draagvlak krijgen. Maar je kunt wel met elkaar in gesprek gaan.”
Het schrikbeeld van eindeloze vergaderingen en bijeenkomsten, waardoor bijvoorbeeld woningbouwprojecten nóg verder vertraagd worden, wijst de wethouder van de hand. “Die participatie komt vóór het raadsvoorstel. Door op dat moment al te investeren, win je juist tijd terug, want de kans wordt kleiner dat mensen ná het raadsvoorstel met zienswijzen komen. Omdat we dat al hebben besproken met elkaar.”
Daarbij moet de overheid ook eerlijk zijn, vindt wethouder Van de Ven. “Niet alles kán. Daar moet je vooraf ook duidelijk zijn. Het is een complexe wereld met heel veel belangen.” Ook in de kwestie over de Robonsbosweg was al duidelijk dat de asielopvang er echt moest komen, maar dat er tegelijk wel overleg met de buurt mogelijk was. (tekst gaat door onder de foto)
Ook in de raadszaal kunnen inwoners hun zegje doen. (foto: Streekstad Centraal)
Participatie kan processen ook versimpelen. Maar het belangrijkste is het herstel van vertrouwen, vindt wethouder Van de Ven. “Het gaat erom dat burgers vertrouwen hebben in de democratie. Maar ook het omgekeerde: dat de overheid vertrouwen heeft in haar burgers.”
Dat dat wel eens verkeerd is gegaan, ook landelijk, dat ziet de wethouder ook. “Daar kunnen we lang over filosoferen, zeker. Ik heb daar veel gedachten over.” Alleen: niet nu, want nu is er eerst de participatievisie ‘Alkmaar maken we samen’ . “En die moet naar de raad. Ja, dat moet eerst.”
De gemeente Alkmaar is grootgrondbezitter. En over al dat grondbezit betalen de gebruikers erfpacht, ‘canon’. Tenzij die erfpacht is afgekocht. Dat is het geval in Alkmaar Noord, Koedijk, Oudorp… Totdat die afkoop afloopt en huizenbezitters alsnog moeten gaan betalen. Voor een aantal van hen speelt dat al in 2027. “Ja, voor die mensen was de verrassing het grootst.”
Wethouder Anjo van de Ven is inmiddels ‘een halve expert’ als het gaat om erfpacht, zegt ze. En misschien zelfs een hele, want in gesprek met Streekstad Centraal heeft ze bíjna geen hulplijnen nodig. “Wist je dat op transformatorhuisjes ook vaak erfpacht wordt betaald?”
Toen Alkmaar in de jaren zeventig en tachtig flink bijbouwde, eerst in Oudorp en daarna in Koedijk en andere delen van Alkmaar Noord, werd daarvoor grond aangekocht. Die grond is altijd eigendom van de gemeente gebleven. De huizen op die grond waren veelal van woningbouwcorporaties, die de erfpacht bij de gemeente afkochten. (tekst gaat door onder de foto)
Wethouder Anjo van de Ven. (foto: Streekstad Centraal)
“Daar was toen een voordelige regeling voor”, weet Van de Ven. “Voor vijftig jaar is de erfpacht toen afgekocht. Dat is dus wel wat in het bewustzijn weggezakt, dat begrijp ik.” In een halve eeuw kan er een hoop veranderen. Die corporatiewoningen bijvoorbeeld, die zijn vaak in de tussentijd aan huurders verkocht en intussen ook weer doorverkocht.
Het gaat in Alkmaar om zo’n 6.000 objecten. Daar vallen die transformatorhuisjes dus onder, maar de meeste objecten zijn toch wel woningen. “En tussen de 2.500 à 3.000 woningen zijn nog van de corporaties, die worden verhuurd. Ik vraag het precieze getal even na.” Ook die éne hulplijn blijft niet nodig: 2.600, komt via de telefoon binnen. “Nou, dat had ik dus eigenlijk wel goed”, lacht de expert.
Maar die corporatiewoningen zijn dus het probleem niet. Er zijn enkele duizenden woningen particulier bezit geworden en voor de eigenaren daarvan was het bericht dat er erfpacht moest worden opgehoest toch niet zo’n prettige verrassing. (tekst gaat door onder de foto)
Voor eigenaren van een koopwoning is de ‘canon’ een extra kostenpost, waar veel weerstand tegen was. (foto: Streekstad Centraal)
“Er zijn participatieavonden geweest en daar was toch wel veel weerstand. Daar hebben we goed naar geluisterd.” Een eerste voorstel van de gemeente ging van tafel. Het bedrag dat aan erfpacht moet worden betaald, de ‘canon’, zal niet over de WOZ-waarde worden berekend.
“Dat ervoeren veel mensen echt als oneerlijk, hebben we gemerkt. Als je bijvoorbeeld veel aan je huis hebt verduurzaamd is de WOZ-waarde hoger, daar betaal je dan ook extra canon door”, legt de wethouder uit. “We stappen daarom af van die WOZ-waarde. We komen met een grondprijs van 425,- euro per vierkante meter en daarover berekenen we de canon. Dat bedrag ligt onder de gewone marktwaarde van grond.”
In de historische binnenstad, waar bewoners vaak al langer erfpacht betalen, is er een maatwerkoplossing. “Voor die mensen wordt het waarschijnlijk ook iets voordeliger. We willen dat het voor iedereen duidelijk en betaalbaar is.”
De opbrengsten zijn voor Alkmaar wel noodzakelijk, de begroting moet natuurlijk wel kloppen. Toch kiest de gemeente zeker niet voor het grote geld (zie grafiek). “Ja, mensen reageerden wel met ongeloof. Ze verwachtten dit niet. Maar wij gaan echt geen mensen in de afgrond storten.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Ongewijzigd beleid zou miljoenen méér opleveren, maar Alkmaar wil ‘geen mensen in de afgrond storten’. (grafiek: gemeente Alkmaar)
Van de Ven is bevlogen als het gaat om ‘behoorlijk bestuur’. “Wij moeten als overheid betrouwbaar zijn, rekening houden met ieders belangen. Dat is voor dit college heel wezenlijk. Daarom hebben we zo goed geluisterd.”
Typerend is dat de gemeente Alkmaar bereid is onkosten te vergoeden als het gaat om een afkoopregeling. De nieuwe regeling gaat het afkopen van erfpacht mogelijk ook goedkoper maken, maar sommige bewoners waren al bezig met een hypotheek om erfpacht af te kopen volgens de oude regeling. De gemeente schiet dan te hulp.
De huizenbezitters waar het om gaat, dan zijn ook niet bepaald villabewoners, heeft Van de Ven gemerkt. “Het zijn oude corporatiewoningen hè. Er zitten misschien wat twee-onder-éénkappers tussen, maar de meeste huizen zijn kleiner dan dat. Dit gaat óók om mensen die rondkomen van een AOW-uitkering. Voor die mensen is maatwerk mogelijk.”
Bij het bepalen van een eerlijk erfpachtbeleid heeft Alkmaar ook gekeken naar andere gemeenten, zoals Groningen en Amsterdam. Maar uiteindelijk is er dus een unieke, echt Alkmaarse oplossing gevonden. Die Alkmaarse aanpak kan op zijn beurt ook weer een voorbeeld zijn voor andere gemeenten: “Dit gaat om vertrouwen.”
De problemen die inwoners van Koedijk en Sint Pancras na de fusie van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard nog hebben met hun lokale overheid, kunnen allemaal worden aangepakt door de nieuwe fusiegemeente Dijk en Waard. Een grenscorrectie waarbij beide dorpen tot de gemeente Alkmaar gaan behoren, is daarom – volgens onderzoekers – nergens een oplossing voor.
Tijdens een druk bezochte commissievergadering van de raad van de gemeente Dijk en Waard werden dinsdagavond de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de ervaringen van de inwoners van beide dorpen met de nieuwe fusiegemeente. Het onderzoek werd verricht door bureau Necker in opdracht van de provincie Noord-Holland.
Waar de gemeente Alkmaar graag zou zien dat inwoners van beide dorpen zou worden gevraagd of zij niet liever tot die gemeente zouden willen behoren, blijken zowel de provincie Noord-Holland als de gemeente Dijk en Waard die vraag met een grote boog uit de weg te gaan. En daarmee werd de hoop bij voorstanders van aansluiting bij Alkmaar op een nieuwe discussie over een grenscorrectie definitief de grond in geboord. (tekst gaat verder onder de foto)
Onderzoeker Marcel Boogers van bureau Necker presenteert de uitkomsten van het onderzoek onder inwoners van Sint Pancras en Koedijk. (foto: Streekstad Centraal)
De hoop was ontstaan, doordat de Tweede Kamer bij de goedkeuring van de fusie van beide gemeenten had afgedwongen dat er binnen twee jaar na de fusie een evaluatie zou volgen of een grenscorrectie een duurzame oplossing zou kunnen zijn voor de dorpen Sint Pancras en het Langedijker deel van Koedijk.
De vage formuleringen in de motie van de Tweede Kamer bleken de minister, de provincie en fusiegemeente Dijk en Waard allerlei speelruimte te bieden om de evaluatie een andere kant op te sturen. En die wilden zo ver mogelijk wegblijven van een nieuwe discussie over een grenscorrectie met Alkmaar. Daardoor leverde het onderzoek veel interessante resultaten op, maar niks wat een discussie over een grenscorrectie zou kunnen aanwakkeren.
Zo blijkt dat de fusiegemeente Dijk en Waard nog niet helemaal is ingesteld op dorps- en wijkgericht werken. In Sint Pancras en Koedijk is die beloofde werkwijze van de fusiegemeente zelfs nog niet eens uit de startblokken gekomen. De bestuurlijke en ambtelijke organisatie heeft bij de pilots in andere wijken vooral moeite met initiatieven die vanuit de inwoners komen. Beter gaat het met participatie van inwoners als de gemeente het voortouw neemt, bijvoorbeeld als de toekomst van het terrein van SV Vrone op de agenda staat. (tekst gaat verder onder de foto)
Drukbezochte commissievergadering in De Binding waar de onderzoeksresultaten werden gepresenteerd. (foto: Streekstad Centraal)
Dorpsbewoners identificeren zich in de eerste plaats met hun eigen dorp, en pas daarna met hun eigen gemeente of regio. Bijna iedereen vindt dat het eigen dorp een eigen karakter heeft, en eenderde van de inwoners vindt dat die eigen identiteit zwakker is geworden na de fusie.
Daar komt bij dat veel inwoners na de fusie het idee blijken te hebben dat meedenken in de grotere gemeente nu moeilijker is geworden. Er zijn ook inwoners van Sint Pancras en Koedijk die vinden dat de gemeente na de fusie moeilijker bereikbaar is geworden.
De onderzoekers concluderen echter ook dat een nieuwe fusiegemeente een aantal jaar nodig heeft om goed te functioneren. De onderzoekers zien daarom nog veel ruimte voor verbetering in de organisatie van Dijk en Waard. De vraag of inwoners liever tot de gemeente Alkmaar zouden willen behoren, hebben ze niet gesteld omdat ze daar geen opdracht toe hadden gekregen. “Dan wordt het al heel snel politiek, waarop campagne gevoerd zal worden. Dan kun je beter meteen een referendum houden”, hield onderzoeker Marcel Boogers de zaal voor. (tekst gaat verder door onder de foto)
Actievoerder Daan Kroese en zijn medestanders zagen af van het aangekondigde protest met Alkmaarvlaggen na een strenge waarschuwing van de gemeente Dijk en Waard. (foto: Streekstad Centraal)
Actievoerder Daan Kroese was zichtbaar teleurgesteld in de uitkomsten. Volgens hem waren de juiste vragen niet gesteld. ’s Middags had hij al van de gemeente Dijk en Waard te horen gekregen dat demonstratief vlagvertoon met de Alkmaarvlag in strijd was met het reglement van orde. De Alkmaar-vlaggen die toeschouwers hadden meegenomen, bleven daarom braaf opgevouwen en het aangekondigde protest bleef uit.
Burgemeester Maarten Poorter van Dijk en Waard nam het rapport in ontvangst. Hij vond het fijn dat de onderzoekers geen aanleiding zien voor een grenscorrectie. Volgens hem maakt het onderzoek duidelijk dat na de gemeentelijke herindeling de inwoners van beide dorpen vinden dat het best wel aardig gaat na de fusie. “Het kan nog veel beter, maar we kunnen met elkaar vooruit.”