Bonkende muziek ergens in de Schoorlse Duinen, en dat tijdens het broedseizoen. Tijdens de actiedag ‘Groene Golf’ trokken handhavers door natuurgebieden in de Kop van Noord-Holland om mensen bewust te maken van het belang van rust in de natuur, zeker nu dieren zich voortplanten. Een boswachter en een milieuagent hoorden muziek ergens in de verte. In een duinpan troffen ze een DJ die volle bak stond te draaien. Zonder publiek. “Maar hij draaide alsof hij voor 1.000 mensen stond.”
Boswachter Theo Brouwer en de milieuagent van Politie Heerhugowaard hadden samen de bewustwordingscampagne ‘Groene Golf’ opgezet. Vrijdag trokken zo’n 35 handhavers – boswachters, boa’s van andere instanties en milieuagenten – onder andere door de Schoorlse Duinen om bezoekers bewust te maken van het belang van rust in de natuur, zeker nu dieren zich voortplanten. In deze periode is de dierenwereld het meest kwetsbaar. (tekst gaat verder onder de foto)
Boswachter Theo Brouwer en de milieu agent genieten tijdens hun actiedag even van het uitzicht. (foto: Boswachter Theo)
“Mensen hadden mijn collega al aangesproken van ‘wat is daar aan de hand?’”, vertelt Theo. Dat was ergens in het noorden van de Schoorlse Duinen. “Het volume was keihard. Hij draaide alsof hij wel voor 1.000 mensen stond. Hij had een snoer vanuit een busje met daarin een aggregaat naar zijn DJ booth. Die had hij op rendiermos gezet, iets waar we best wel zuinig op zijn. Hij leek zich er helemaal niet bewust van dat dat allemaal niet kon. Hij had ook een standaard met een telefoon erop, en met zo’n cirkel van verlichting.”
De DJ was bezig met een muziekvideo voor op sociale media. Dat is eigenlijk best een leuk idee, maar dan wel op standje stil. “Ja het plaatje zal mooi zijn, de duinen zijn een mooi gebied”, erkent Theo. “Maar plak de muziek er dan later onder. En blijf ook op het pad. Het is al druk in de duinen, dus wij willen graag ook ruimte aan de natuur geven. Maar zij draaiden gewoon keihard.”
Boswachter Theo is blij dat we aandacht aan de campagne besteden, al is het maar vanwege de nogal bizarre reden. “We willen mensen in de natuur bewust maken van waar ze zijn en wat voor schade ze kunnen aanrichten. Ik kom voor de dieren op. Ik representeer hen, zeg maar. Dieren vluchten, die hoor je verder niet.”
In het afgelopen jaar heeft Nederland een opmerkelijke mijlpaal bereikt binnen de Europese Unie. Ons land telt namelijk het hoogste percentage thuiswerkers. Met meer dan de helft van de werkende bevolking die regelmatig vanuit huis werkt, loopt Nederland voorop in een trend die de traditionele werkplek transformeert. Thuis werken staat meer flexibiliteit toe en verandert onze kijk op work-life balance. Bovendien laat het een significante verschuiving zien in hoe en waar we ons werk verrichten.
Ruim vijf miljoen Nederlanders, oftewel 52 procent van alle werkenden, hebben het afgelopen jaar vanuit huis gewerkt, soms of zelfs het merendeel van de tijd. Dit aantal illustreert niet alleen de populariteit van thuiswerken in Nederland, maar bevestigt ook dat het land daarmee de koploper is binnen de Europese Unie. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werken in totaal 5,1 miljoen Nederlanders soms of vaak vanuit hun eigen huis, waarbij de meerderheid dit minder dan de helft van de week doet. Opvallend is dat ongeveer een kwart van deze groep, ongeveer 1,3 miljoen mensen, bijna altijd vanuit huis werkt.
Thuiswerken kent vele voordelen
De opkomst van thuiswerken biedt talrijke voordelen die zowel het individuele welzijn als het milieu ten goede komen. Allereerst faciliteert het een betere work-life balance door werknemers meer controle te geven over hun tijdsindeling. Dit kan niet alleen resulteren in minder stress, maar ook in meer tijd voor persoonlijke activiteiten. Thuiswerkers melden bijvoorbeeld meer tijd te hebben voor sporten, tuinieren, en het nastreven van diverse hobby’s die ze voorheen moeilijk konden inpassen in hun drukke schema’s. Daarnaast biedt de flexibiliteit van thuiswerken de mogelijkheid om even te ontsnappen aan de werkzaamheden door bijvoorbeeld een spelletje te spelen op een platform als Casino777, wat zorgt voor een welkome afwisseling en ontspanning tijdens de werkdag. Dit alles draagt bij aan een gezondere balans tussen werk en privé, waardoor werknemers zich meer vervuld en minder uitgeput voelen.
Bovendien draagt de afname van het woon-werkverkeer bij aan een reductie van de CO2-uitstoot, wat thuiswerken tot een milieuvriendelijk alternatief maakt. Deze combinatie van persoonlijke en ecologische voordelen maakt thuiswerken tot een waardevolle ontwikkeling in onze hedendaagse werkmaatschappij.
De uitdagingen van thuiswerken
Hoewel thuiswerken vele voordelen biedt, brengt het ook uitdagingen met zich mee die aandacht vereisen om de werkervaring optimaal te houden. Een van de voornaamste uitdagingen is het gebrek aan sociale interactie. Thuiswerken kan isolerend werken, aangezien spontane gesprekken bij het koffieapparaat of lunchwandelingen met collega’s wegvallen. Een oplossing hiervoor is het regelmatig organiseren van virtuele koffiepauzes of teammeetings, niet alleen voor werkgerelateerde zaken maar ook voor informele gesprekken, om zo het gevoel van verbondenheid te behouden.
Een andere uitdaging is het behouden van een duidelijke routine. Zonder de structuur van een fysieke werkplek kunnen de grenzen tussen werk en privé vervagen, wat leidt tot langere werkdagen of juist afleiding door huishoudelijke taken. Het stellen van duidelijke werktijden, het creëren van een specifieke werkplek thuis, en het plannen van pauzes zijn essentiële stappen om een effectieve routine op te bouwen en te onderhouden.
Het creëren van een effectieve thuiswerkplek
De inrichting van je werkruimte speelt bij thuiswerken een bijzonder grote rol. Een goed ingerichte thuiswerkplek, die comfort en efficiëntie combineert, kan wonderen doen voor je concentratie en workflow. Het is verstandig om een rustige plek in huis te kiezen waar je ongestoord kunt werken, het liefst met voldoende natuurlijk licht. Investeer in ergonomisch meubilair zoals een verstelbare stoel en bureau om lichamelijke klachten te voorkomen. Daarnaast is het beheersen van afleidingen essentieel. Je kunt overwegen om het gebruik van sociale media of andere afleidende websites te blokkeren tijdens werkuren. Het slim inzetten van technologie, zoals het gebruik van productiviteitstools en software die je workflow ondersteunen, kan tevens een grote bijdrage leveren aan je effectiviteit.
“Ik heb het gevoel alsof ik een heel belangrijk examen moet afleggen zo.” De spanning is op Belinda Standers gezicht te lezen. Over acht minuten start haar zes uur durende crossfit work-out, waarmee ze geld inzamelt voor onderzoek naar de ziekte CADASIL, waar haar vriend Johan (47) aan en onder lijdt.
Extreme vermoeidheid, depressie, vergeetachtigheid, verminderde empathie: het zijn een paar symptomen van de nog onbekende hersenziekte CADASIL. Bij Belinda’s vriend Johan zijn deze tekenen al zichtbaar, en dat valt haar zwaar. “Er zijn momenten dat ik heel verdrietig wordt van binnen.” Johan is niet meer de Johan die hij was. “Zijn gedrag is veranderd. Soms reageert hij bot, en dan denk ik: is dit nou Johan of een symptoom van CADASIL? Hij begrijpt bepaalde dingen gewoon niet meer.”
Johans moeder Ineke van Nimwegen is ook aanwezig bij Sero Crossfit in Alkmaar, om Belinda te steunen. Twee jaar geleden overleed Inekes man, Johans vader, aan de erfelijke ziekte. “De kans dat het wordt doorgegeven aan je kinderen is vijftig procent”, vertelt ze met een betrokken gezicht. “En wij hadden de hoofdprijs.” Na een test blijken Inekes beide kinderen ook CADASIL te hebben. (tekst gaat verder onder foto)
Sylvester Reimers (bruine trui), eigenaar van Sero Crossfit, legt de work-out alvast uit. Johan (wit shirt) heeft zijn ogen gericht op Belinda in de donkere kleding (foto: Streekstad Centraal)
Hoe de ziekte verder verloopt is onduidelijk, al krijgt een groot deel uiteindelijk TIA’s en herseninfarcten. Een behandeling is er nog niet, alleen symptoombestrijding. Wat wel zeker is, is dat Johan niet oud zal worden. “Als ik denk aan de toekomst voel ik me machteloos”, verzucht Belinda. “We praten over kindjes, maar tegelijkertijd zegt Johan: ‘Ik wil niet dat mijn kinderen dit krijgen. Hoe zal ik zijn als vader?’”
Wat haar daarnaast enorm frustreert is de onbekendheid van de ziekte. “Zelfs artsen moet ik uitleggen wat het inhoudt”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. Daarom moet er meer onderzoek komen, vindt Belinda. Daarom zijn ze hier.
De zitruimte naast de ‘box’, de crossfitruimte, is inmiddels volgelopen met supporters. Zij sporten met Belinda mee. Als een geheel staan ze op, en volgen elkaar naar de zaal. De spanning is voelbaar. In een kring spreekt Belinda de groep toe: “Ik vind het gewoon super lief…” Ze valt stil, haar ogen vullen zich met tranen, die ze wegveegt. Meer woorden zijn er niet nodig. (tekst gaat verder onder foto)
Applaus voor Belinda van haar medesporters, vlak voordat het sportgeweld losbarst (foto: Streekstad Centraal)
Opzwepende muziek luidt de eerste work-out in. Voor het ongetrainde oog ontstaat er chaos; iedereen loopt door elkaar heen, pakt gewichten, sportmachines. Dan ineens zijn alle crossfitters op hun plek, gaan armen in rap tempo de lucht in en de benen gehurkt. Er wordt geroeid, getild en aangemoedigd. Het is nu echt begonnen.
Zes uur later, de laatste minuten gaan in. Trillende spieren zijn verzuurd. En dit onderdeel is heftig voor Belinda: hoe harder ze fietst, hoe meer weerstand de fiets geeft. Haar gezicht is vertrokken van de pijn. “Mijn spieren wilden gewoon niet meer.” Maar gewoon doorgaan, zegt ze tegen zichzelf. Het aftellen tot de laatste seconde begint. (tekst gaat verder onder foto)
Zes crossfit work-outs in zes uur tijd, maar gelukkig mag er tussendoor wel een stuk ontbijtkoek in (foto: Streekstad Centraal)
En dan: kippenvel en tranen, maar vooral: helemaal leeg. Het zit erop. Belinda: “Als je me een paar jaar geleden had gevraagd of ik dit zou doen, had ik nee gezegd. Maar ik ben zó trots op mezelf, dat ik dit heb kunnen doen.”
En nu? Met een dekentje languit op de bank. Alvast nadenken over volgend jaar, want dan gaat ze weer. Want hoe groot de aanslag op haar lichaam ook was, het was het helemaal waard voor Belinda; deze heftige ziekte verdient aandacht. “Het heeft me geïnspireerd. Alles is ineens relatief. Hoe erg is het dan om één dag alles te geven wat je hebt?”
Als je Belinda en Johan wil helpen, kun je hier doneren voor onderzoek naar CADASIL.
“Het ruikt hier niet persé lekker”, laat een jonge bezoeker voorzichtig weten. Even een lekkere frisse neus vol agrarische lucht halen, dat was maandag een alternatief voor de meubelboulevard. Boerderij Ter Coulster in Heiloo is een begrip in de regio en gooit om het jaar de deuren open voor geïnteresseerden.
“We zitten midden op een landgoed, met daaromheen de 27.000 mensen die in Heiloo wonen. De verbinding met die mensen vinden wij heel belangrijk. Kleine kinderen denken soms dat alles in de supermarkt groeit.” Wilco Brouwer de Koning maakt deel uit van de familie die al 70 jaar de bekendste boerderij van Heiloo bestiert en vertelt Streekstad Centraal waarom de open dagen belangrijk zijn. (tekst loopt door onder de foto)
Maandag stonden de deuren van boerderij Ter Coulster weer wijd open voor bezoekers. (foto: Streekstad Centraal)
Dit jaar is dus een jubileumjaar. Of er nog 70 jaren als boerderij zullen volgen durft hij niet te zeggen. Maar hij heeft wel alle vertrouwen in de toekomst: “Hoe het met de opvolging zit weet ik nog niet. Mijn kinderen mogen straks zelf bepalen of ze de boerderij willen overnemen. Zelf ben ik ook nog hartstikke jong, dus ik kan nog prima even vooruit.”
En dat er vanuit de omgeving voorlopig ook nog de nodige interesse is in hoe-het-dan-gaat-op-de-boerderij was maandag duidelijk. De open dag was een mooi succes, ondanks het ontbreken van de ‘dansende koeien’ wat meestal een grote publiekstrekker is. “Pasen is dit jaar natuurlijk heel vroeg en we hebben een nat en koud voorjaar gehad. Gisteravond was er ook nog een bak regen. Het is dus gewoon te nat en te koud om de koeien op het land te laten.”
“Maar met één of twee weken moet dat wel kunnen, dus dan kunnen de mensen weer komen kijken.” Het ziet er naar uit dat de liefhebbers van blije koeien de komende weken de website van de boerderij nog even in de gaten moeten houden
Het belang van duurzaamheid wordt steeds groter. Steeds meer mensen en bedrijven zien in dat we zuinig moeten zijn op onze planeet. Een van de manieren om bij te dragen aan een duurzamere wereld is het plaatsen van zonnepanelen op landbouwgrond. Maar waarom zou je hier als boer voor kiezen? In dit artikel zullen we de voordelen en mogelijkheden van een zonnepark op landbouwgrond bespreken.
Extra inkomen
Een van de grootste voordelen van het plaatsen van een zonnepark op je landbouwgrond is het genereren van extra inkomen. Als boer heb je te maken met verschillende variabelen die invloed hebben op je opbrengst, zoals weersomstandigheden en marktprijzen. Door een deel van je grond beschikbaar te stellen voor een zonnepark, creëer je een stabiele inkomstenbron die minder afhankelijk is van deze variabelen.
Duurzaam imago
Steeds meer consumenten hechten waarde aan duurzaamheid. Het plaatsen van een zonnepark op je landbouwgrond laat zien dat je als boer bewust bezig bent met het milieu en de toekomst. Dit kan leiden tot een positiever imago en zelfs nieuwe klanten aantrekken die waarde hechten aan duurzame producten.
Lagere energiekosten
Een zonnepark op je landbouwgrond kan ervoor zorgen dat je zelfvoorzienend wordt op het gebied van energie. Door de opgewekte energie te gebruiken voor je eigen bedrijf, hoef je minder elektriciteit van externe leveranciers af te nemen. Dit resulteert in lagere energiekosten en een verhoogde winstgevendheid.
Bijdragen aan een groenere toekomst
Door een zonnepark op je landbouwgrond te plaatsen, lever je een directe bijdrage aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Zonne-energie is een schone en hernieuwbare bron van energie en draagt bij aan het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Op deze manier draag je als boer bij aan een groenere toekomst voor zowel jouw bedrijf als de samenleving.
De mogelijkheden voor een zonnepark op landbouwgrond
Een zonnepark op landbouwgrond kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van je wensen en de beschikbare ruimte. Hier zijn enkele opties: Grondgebonden zonnepark
Bij deze optie wordt een deel van je landbouwgrond gebruikt om zonnepanelen op te plaatsen. Dit kan op verschillende manieren worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door de zonnepanelen in rijen naast elkaar te installeren. Een grondgebonden zonnepark biedt het voordeel van flexibiliteit, omdat de panelen kunnen worden aangepast aan de beschikbare ruimte.
Zonnepanelen boven gewassen
Een andere mogelijkheid is het plaatsen van zonnepanelen boven je gewassen. Dit wordt ook wel ‘agrovoltaïsme’ genoemd. Door de panelen in hoogte verstelbaar te maken, kan er voldoende licht op de gewassen vallen en kunnen beide optimaal groeien. Deze vorm van zonne-energieopwekking biedt een dubbele functie: je kunt zowel energie opwekken als gewassen verbouwen op dezelfde grond. Meer weten? Chint Solar kan je er alles over vertellen en samen met jou kijken wat de beste optie is.
Zonnepanelen op bestaande gebouwen
Naast het plaatsen van zonnepanelen op landbouwgrond, kun je er ook voor kiezen om ze op bestaande gebouwen op je bedrijf te installeren. Denk hierbij aan schuren, stallen of andere gebouwen die zich lenen voor het plaatsen van zonnepanelen. Op deze manier maak je optimaal gebruik van de beschikbare ruimte en creëer je extra mogelijkheden voor duurzame energieopwekking.
Dat doe ik wel eventjes, dacht hij. “Ik heb 30 vervelende pubers in de klas gehad en dat ging prima.” Maar toen Jelle Wittebrood (39), fractievoorzitter van Forum voor Democratie, twee jaar geleden voor het eerst het Alkmaarse Stadhuis binnenliep, voelde hij zich als een brugpieper op z’n eerste schooldag. Hoe heeft hij die tijd beleefd? En wat drijft hem? “Mijn hele leven ben ik iemand die uitdagingen zoekt.”
Hij had nooit gedacht de politiek in te gaan. Wat dat betreft is Jelle, zoals hij het zelf zegt, een typisch kind van deze generatie. “Ik studeerde voor geschiedenisdocent. Dan denk je dat je gaat werken waarvoor je geleerd hebt, maar dat gebeurde niet.”
Hij vertrok eerst naar Duitsland, waar hij werkte voor een grote food-multinational. Terug in Nederland zette hij dit werk voort. En toen kwam corona. “Iedereen werkte ineens thuis. Een flink verschil met de gezelligheid op kantoor en de vrijdagmiddagborrels. Ik heb het zeven maanden gedaan en toen was ik er zó klaar mee.” Hij trok de stoute schoenen aan en nam een kijkje voor ‘iets’ bij het Forum. Misschien met klantcontact, communicatie of zo.
Van het een kwam het ander. Begin 2022, de verkiezingen kwamen eraan. “Jelle, stuur je cv nou op, doe het nou maar”, moedigden collega’s hem aan. Twijfelen doet hij niet. “Ik wilde wat betekenen voor de mensen om me heen, voor Alkmaar. Na overleg met zijn vriendin – met wie hij in april hun eerste kindje verwacht – ging Jelle ervoor. Niet veel later had de politiek onervaren Jelle, één zetel in de gemeenteraad. (tekst gaat verder onder foto)
Jelle die zojuist de eed heeft afgelegd; nu is hij officieel gemeenteraadslid
“Ik ging erin met het idee van: dit worden heel diepgaande, inhoudelijke gesprekken, en we gaan het over alles oneens zijn, en hele grote dingen bereiken.” Want dat zie je natuurlijk in de Tweede Kamer: speeches van twintig minuten, woeste interrupties. “Dat was mijn eerste les: in de gemeenteraad ga je niet heel diep de politiek in. Er is gewoon geen ruimte voor die discussies.” Je moet je beperken tot de kern. En daar kwam meteen les 2 om de hoek kijken: “Als je dát accepteert, heeft het ook weinig zin om heel hard tegen mensen in te gaan. Want je moet toch een compromis vinden.”
Over dat laatste wordt verschillend gedacht binnen de raad, weet Jelle. Zelf ziet hij weinig nut in om er met een gestrekt been in gaan. “Omdat ik weet dat iedereen vanuit hun eigen overtuiging iets goeds wil doen voor de stad. Iedereen investeert heel veel vrije tijd hierin en is enorm gedreven.”
Een bezoekje bij de Tweede Kamer hoort er voor raadsleden en medewerkers natuurlijk bij. Links van Jelle staat zijn commissielid Devon Zwierenberg
Natuurlijk is hij het wel eens oneens, dat hoort ook. Wat Jelle betreft kun je dan twee dingen doen: schreeuwen of kijken naar wat wel werkt. “Kijk bijvoorbeeld naar de coronamaatregelen, even los van hoe je je erbij voelt. Sommige mensen waren daar enorm boos over , gingen compleet met hun kont tegen de krib. Maar je had ook mensen die zeiden: ‘Joh, ik baal ervan, mijn vrienden gaan wel uit maar ik sta er niet achter met al die maatregelen. Weet je wat? Ik organiseer een barbecue.’ Voel je het verschil?”
Wat werkt wel, hoe ga ik mensen wel meekrijgen? Dat zijn gedachten die in Jelle omgaan. “En omdat ik dat niet met gestrekt been doe, krijg ik denk ik meer voor elkaar in de raad. Ik vind mezelf een verbinder.” Hij is ook een van de weinigen die de ene keer meestemt met het linkse blok en de andere keer met het rechtse. “Hè, wat doe jij nou?’, hoor ik dan soms. Dan vond ik een argument gewoon goed.”
“Kijk, ik ben net als elke puber ook wel eens vervelend en recalcitrant geweest, hoor”, nuanceert hij. “Maar in mijn jeugd ben ik met veel verschillende mensen in contact geweest. Mijn vader werkte op een manege en daar kwam iedereen, van havenarbeider tot kantoordirecteur. Het was, als ik het naar deze tijd trek, een plek waar veel ‘bubbels’ samenkwamen.” Daar leert Jelle dat er meerdere waarheden zijn. Dit blijft de forumman boeien. Sterker nog, zijn eerste antwoord op de vraag wat twee jaar gemeenteraad hem heeft gebracht, is: “Mensen ontmoeten die ik normaal niet zou ontmoeten.” (tekst loop verder onder foto)
Tijdens de jaarafsluiting van de raad, hielp Jelle het uitje organiseren. Hij staat hier met zijn commissieleden Tom Peetoom (l) en Devon Zwierenberg (r)
En dat is aardig gelukt de afgelopen periode. Net als het nodige meemaken binnen de raad. Wat maakt indruk op hem? “Ieder nieuw raadslid neemt de burgemeester een dag mee naar iets uit zijn leven, de mens achter het politieke, zeg maar. Ik ging naar een oude boerderij op de Helderseweg, waar een meisje zestig uur per week werkt zodat ze deze boerderij, die vroeger van haar oma was, volledig kan restaureren.”
Vergane glorie, het trekt hem. Veel mensen hebben zo’n hunkering naar het ‘mooie’ verleden, denkt Jelle. De geschiedenisdocent in hem heeft dat zeker. “Ik ben in de jaren ’80 geboren en dan romantiseer je de jaren ’90. Toen alles nog gezellig was. Vijftien miljoen mensen. Geen ruzie om kleine dingen.” Jelle gelooft juist in die kleine dingen. Het drijft hem. Op zijn basisschool in Heiloo zaten 80 leerlingen “en ik kende ze allemaal persoonlijk, net als hun ouders.” En naar die vertrouwde geborgenheid van het kleine, het lokale, blijft hij zoeken.
Al met al vraagt het best veel, raadslid zijn boven op zijn fulltime baan, Jelle levert een aanzienlijk deel van zijn sociale leven en gezinsleven in. Toch zou hij het voor geen goud willen missen. “Dat komt ook omdat ik altijd al iemand ben die uitdaging zoekt. Toen ik hieraan begon, wilde ik mensen ontmoeten, mooie gesprekken voeren, gelijk krijgen, ongelijk krijgen, mezelf laten overtuigen en verwonderd zijn. En dat is tot nu toe allemaal gelukt.”
Bij een éénzijdig ongeval op de Fluorietweg in Alkmaar zijn zaterdagavond twee mensen gewond geraakt. De bestuurder van een BMW schoot uit de haakse bocht in de weg en klapte tegen een boom.
De auto moet als total loss worden beschouwd. Op de plaats van het ongeval lagen veel brokstukken en onderdelen. Een berger heeft de auto uiteindelijk afgevoerd.
De prut wordt van de bodem geveegd en geschept. Stenen en rotzooi worden uit het bad gehaald. De tegels krijgen een flinke schoonmaakbeurt. Het groen wordt aangepakt. Overal ‘wapperen handjes’ en wordt gewerkt. En het resultaat van de schoonmaakdagen in het Baafje mag er zijn. “Supermooi om te zien hoeveel mensen zich hebben aangemeld om te komen helpen.”
“We hadden een intekenlijst, maar er zijn zelfs mensen spontaan binnengelopen”, vertelt Lotte Blesgraaf van ‘Red het Baafje’ aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Met wat we nu allemaal kunnen we doen, kunnen we zeker 1 mei open.” De gemeente trok de portemonnee, maar ook door de rest van het seizoen heen zijn er vrijwilligers nodig. Zo’n 150. Vrijwilligers kunnen zich aanmelden op de website van Red het Baafje.
Overal op het complex wordt gewerkt om het Baafje ‘openingsklaar’ te krijgen. (foto: NH Media)
De mooie opkomst van vrijwilligers laat ook nieuwe exploitant Holland Sport alvast vooruit kijken. “Alle energie die de vrijwilligers en wij er nu insteken is niet voor één jaar. Die is voor vijf of tien jaar.” Ook financieel ziet Eddy Bakker van Holland Sport het wel zitten: “Het enthousiasme wat ik nu zie, als mensen in Heiloo straks ook zo enthousiast abonnementen gaan kopen gaan we een rooskleurige toekomst tegemoet.”
Als de schoonmaak vordert worden ook zaken gevonden waarbij reparatie noodzakelijk blijkt. Onder meer door vandalisme. Daarom wordt ook een beroep gedaan op sponsoren. “Dus als er ondernemers zijn die ons willen helpen: meld je gerust”, aldus Lotte Blesgraaf.
Volop brandweer in de Huigbrouwerstraat in Alkmaar op donderdagavond. Wat is er aan de hand? Bij een open raam op de eerste verdieping zijn twee jongedames te zien. Er komt rook naar buiten, de muren kleuren oranje. Een hoogwerker blokkeert het smalle straatje bijna volledig. Collega’s kijken toe terwijl een brandweerman het bakje behoedzaam over een kabel heen naar het raam stuurt. Het is Marcel Polderman, die zijn twee dochters moet ‘redden’, omdat hij er na 35 jaar trouwe dienst mee stopt.
De brandweer van Alkmaar vormt een hecht team. Ook de vrijwillige brandweer. Als een teamlid er na vele jaren mee stopt, dan moet er aan een ludieke oefening mee worden gedaan, en nu is Marcel aan de beurt. De redding van zijn dochters verloopt vrijwel vlekkeloos. Omhelzingen, lachende gezichten en alvast een biertje. Maar de 57-jarige vrijwillige bevelvoerder is nog niet klaar. Op het Waagplein moet hij leiding geven bij zijn allerlaatste oefening, en daarbij zelf drie pionnen vanaf de overkant van een bankje spuiten. Er klinkt gejuich als de laatste om gaat. (tekst gaat verder onder de foto)
Marcels allerlaatste oefening: een team aansturen en dan zelf vanaf de overzijde drie pionnen omver spuiten. De middelste werkt niet echt mee. (foto: Streekstad Centraal)
“Bijzonder en uniek”, zegt Marcel even later. “Je weet dat het eraan gaat komen en hiervoor heb ik het een aantal keren zelf mogen organiseren, onder andere voor mijn broer, en Max Delissen die er vanavond ook nog bij was. Dan weet je dat er iets gaat gebeuren. Zeker mijn dochters uit het raam halen was bijzonder. En dat was nog best een uitdaging met de kabels die tussen de huizen hangen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Een lastige eerste oefening: Marcel moet zijn dochters afhijsen in de smalle Huigbrouwerstraat, zonder kabels van de huizen te rukken. (foto: Streekstad Centraal)
“Het is mooi geweest”, motiveert Marcel zijn stoppen. “Weet je, ik ben postcommandant geweest van meerdere ploegen, ik heb alles meegemaakt. Ik heb al een stapje terug gedaan als postcommandant, om de nieuwe mensen de kans te geven. Ik heb wel een beetje toegewerkt naar dit moment. Stapje voor stapje wat minder activiteiten doen, zodat anderen dat over gaan nemen. Nu moeten ze zelf verder gaan.” Met veel plezier was hij mentor en motivator.
Marcel beleefde mooie tijden, maar als groentjes duurde het niet lang voor hij en zijn broer de rouwe, hartverscheurende kant van het vak meemaakte. Op het Waagplein nota bene. “Hier achter was mijn eerste grote brand, helaas met dodelijke slachtoffers. Dat waren de zus van Karin Bloemen en twee van haar kinderen. Dat was in ’89. Ik was net een half jaar bij de brandweer. Dat was heftig.”
“Stop toch eens met ouwehoeren man!”, roept een van de collega’s, terwijl ze naar ’t Hartje kuieren. Misschien klopt wat er op één van brandweerwagens staat: ‘Zonder Marcel aan het roer minder geouwehoer’. Lachende collega’s. “Aan de andere kant staat ‘meer geouwehoer!’”, klinkt er. Marcel retourneert: “Hey we zijn hier aan het opnemen! Jullie zijn allemaal ruis op de lijn!” (tekst loopt door onder de foto)
Een speldenprikje van zijn collega’s? Marcel erkent dat hij makkelijk praat. (foto: Streekstad Centraal)
Marcel pakt zijn verhaal weer op. “Dit was een dag waar ik wel naartoe geleefd heb. Ik wilde sowieso 35 jaar vol maken. Dat is gelukt, en met héél veel plezier. Gehuild en heel veel gelachen. Vrienden gemaakt. Het is een club, zeker de vrijwillige brandweer, die je steunt door dik en dun. Een bruiloft, een begrafenis of een verhuizing, dan zijn we er allemaal.” (tekst gaat verder onder de foto)
De aftredende bevelvoerder vertelt uitgebreid over de veranderingen binnen de brandweer. Goede veranderingen, maar soms ook lastige en pijnlijke. Tot slot de vraag of hij betrokken blijft. “Jaaa, dat brandweerhart zit erin en dat gaat er zeker niet uit. En we hebben vaste activiteiten zoals op 8 oktober en de jaarvergadering, daar word je ook voor uitgenodigd.” Of hij erelid wordt weet hij nog niet. Hij hoopt van wel.
“Én we hebben nog een hele oude brandweerauto staan. Die moet opgeknapt worden. De Veiligheidsregio wil er vanaf. Waarschijnlijk gaan we een clubje oprichten, zodat we die auto kunnen onderhouden. Dan blijven we ook nog een beetje betrokken.”
Nog even poseren voor een foto, voordat hij naar ’t Hartje gaat om met zijn collega’s na te borrelen. (foto: Streekstad Centraal)
Zeg je Alkmaar, dan zeg je natuurlijk kaas. Alkmaar is tot in september weer de kaashoofdstad van de wereld. Want vrijdagochtend is voor de 431ste keer een nieuw kaasmarktseizoen afgetrapt. En daar was voldoende enthousiasme voor: “Ik denk dat we allemaal vanmorgen wakker werden met: Yes, we mogen weer”, zegt burgemeester Anja Schouten.
De kaasdragers en hun gilde zijn immaterieel erfgoed en omgeven door tradities. Volgens kaasvader Willem Borst is dat zeer belangrijk. “Dat de kaas op traditionele wijze van de markt naar de weegschaal en daarna naar vrachtwagens wordt gebracht”, benadrukt de kaasvader, ook wel bekend onder zijn bijnaam ‘voorzanger’.
En nu we het toch over de tradities hebben. De Alkmaarse markt kan pas echt beginnen als de beroemde kaasbel wordt geluid. Slechts één keer in zijn of haar leven mag een gast de bel luiden. Deze eerste keer was die bijzondere taak voor Hamza Othman, onder andere bekend van Goede Tijden Slechte Tijden.
“Het is een jongetjesdroom die uitkomt”, vertelt hij enthousiast voor de camera van Streekstad Centraal. “Het is een soort stempel van: je bent acteur, maar ook trotse kaaskop. Blij dat ik hier mocht zijn.”