Categorie: nieuws algemeen

In gemeenten dichter langs de Noord-Hollandse kunst komt meer huidkanker voor dan in andere gemeenten. Dat blijkt uit cijfers van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Zo hebben inwoners van Bergen 63 procent meer kans op een melanoom. Hoe eerder de huidkankersoort wordt behandeld, hoe groter de kans op genezing. Het op tijd herkennen van een kwaadaardig vlekje op de huid, kan dus levens redden.

Huidkanker kan in drie soorten voorkomen: basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom. Hiervan is het melanoom de meest agressieve vorm van de drie. Een melanoom is in feite een kwaadaardige moedervlek. Soms verschijnt het uit het niets, maar veel vaker ontstaat een melanoom uit een bestaande moedervlek. “Als je een melanoom op tijd ontdekt en weg laat halen, dan is er niet zo veel aan de hand”, legt Annemie Galimont uit aan mediapartner NH Nieuws. Galimont is dermatoloog en internationaal expert op het gebied van huidkanker.

Meestal valt een melanoom plotseling op. “Het lelijke eendje noemen wij dat”, vertelt Galimont. Hiermee bedoelt ze een moedervlek die duidelijk afwijkt van de andere moedervlekken. “Dat kan dan wel eens foute boel zijn.” Een vlek is verdacht als hij één of meer van de volgende eigenschappen heeft: de moedervlek is niet symmetrisch in vorm, heeft een onregelmatige grillige rand, verandert van kleur of is groter dan vijf millimeter. Daarnaast is een moedervlek ook verdacht wanneer de vlek jeukt, bloedt of verandert. Galimont raadt aan om foto’s te nemen van opvallende plekjes, “dan kan je makkelijk zien of er iets verandert.”

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Gelukkig heeft de dermatoloog en expert ook hier een handig ezelsbruggetje voor: “Weren, kleren en smeren!” Het allerbeste middel om huidkanker te voorkomen, is simpelweg de zon mijden. “Want zonneschade is niet meer terug te draaien. Dus als het kan, weer dan de zon.” Ontkom je er niet aan en moet je toch de zon in, draag dan goede kleren. “Het liefste echte uv-werende kleding”, legt Galimont uit. “Tegenwoordig hoeft dat helemaal niet lelijk te zijn, in tegenstelling tot vroeger.”

Mocht je toch graag willen bakken in de zon, dan is het belangrijk om goed te blijven smeren. “Echt een dikke laag”, raadt Galimont aan. “En om de twee uur.” Ook als je factor 50 gebruikt is het belangrijk om goed te blijven smeren. Als laatste wil de dermatoloog iedereen vragen een beetje op elkaar te letten. “Want we kunnen moeilijk op ons eigen achterhoofd kijken”, legt ze uit. Schroom dus niet om er iets van te zeggen als je bij iemand een raar plekje ziet. “En bij twijfel, altijd naar de huisarts!” (Foto: Julio C. Valencia, NCI Center for Cancer Research)

Beetje bij beetje ontstaat rond Schoorl een ‘Atlantisch duinbos’. Het dennenbos wordt uitgedund zodat er plaats ontstaat voor onder andere eiken, berken en beuken. Boswachter Samuelle van Deutekom: “De loofbomen die we op de plek van de naaldbomen liever zien hebben hun eigen groeitempo: dat gaat niet zo snel. Wel zie je op plekken waar naaldbomen zijn verdwenen al heel snel jonge boompje opkomen. Het begin is er!”

Staatsbosbeheer is aan de kustzijde van het duingebied bezig met het creëren van open duingebied. Het Dr. van Steijnbos moest hiervoor wijken en er staat nog meer gebied aangemerkt voor grootschalige kap, al staat dat voor nu in ieder geval even op pauze voor verder onderzoek. Veel minder controversieel is dat het duinbos meer landinwaarts alleen maar uitgedund voor meer diversiteit.

“In West-Europa is Atlantisch duinbos zeldzaam geworden”, vertelt Samuelle aan mediapartner NH Nieuws. “Overal aan de kust is gebouwd en zijn de gemengde loofbossen die daar stonden verdwenen. In het begin van de vorige eeuw zijn veel dennen geplant, die oorspronkelijk uit Midden-Europa komen. Exoten noemen we dat. We restaureren nu eigenlijk het bos dat hier van nature voorkwam.”

Waar gehakt wordt vallen spaanders. Her en der liggen bomen, takken en ook sporen van groot materieel. “We proberen de schade aan bos en bosbodem te beperken”, zegt de boswachter. “In het stuk bos waar we nu staan, zijn de takken en de boomtoppen na het omzagen op de bodem gelegd. De zware machines die gebruikt worden hebben zoveel mogelijk hier overheen gereden, zodat de toplaag van humus niet kapot ging. Het is in die voedselrijke laag dat jonge boompjes kunnen wortelen.”

Iets verderop is al te zien hoe jonge loofbomen van een paar meter hoog de plekken opvullen waar een paar jaar terug dennen zijn omgezaagd. “De dennen die hier vorige eeuw geplant zijn, houden heel veel licht tegen en de laag afgevallen naalden op de grond maakt het onmogelijk voor jonge meidoorns, berken of eiken om op te komen. Op de open en lichte plekken groeien ook weer veel planten die we lang niet hebben gezien.”