Categorie: nieuws algemeen

  • Horlogemaker in Grootschermer restaureert door Engelse koe gegeten oude Rolex
    Featured Video Play Icon

    Horlogemaker in Grootschermer restaureert door Engelse koe gegeten oude Rolex

    Een koe in Engeland, een uitgepoepte oude Rolex en een horlogemaker in Grootschermer. Ze vormen een bijzondere combinatie in een onwaarschijnlijk verhaal, dat zelfs door de BBC en de Washington Post werd opgepakt. De horlogemaker is Kalle Slaap en hij restaureert het horloge dat een Engelse boer vijftig jaar geleden was kwijtgeraakt.

    Half juni schreef de BBC over de vondst van een Rolex die een Engelse melkboer in 1974 was kwijtgeraakt. In een telefonisch interview vertelde boer James Steele het verhaal. Hij weet nog goed dat hij zijn horloge ’s ochtends tijdens werk was kwijtgeraakt. Een uitgebreide zoektocht leverde niets op. Maar een maandje terug vond iemand met een metaaldetector de Rolex op het land. Steele denkt dat een koe zijn Rolex met een hap gras heeft opgegeten en later in de wei heeft uitgepoept, waar het vervolgens vele jaren heeft gelegen. Tot de metaaldetector ging piepen. De nu hoogbejaarde eigenaar was dolblij toen hij zijn horloge terugkreeg, maar het moest wel grondig worden gerestaureerd.

    Steele’s kleindochter benaderde Kalle Slaap in Grootschermer. Een opmerkelijke keuze zou je zeggen, maar de vrouw kende zijn werk van YouTube, vertelt Kalle uit aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. “Wij zijn nogal actief op YouTube met ons kanaal ‘Chronoglide’. Daarmee kijkt iedereen live mee terwijl ik horloges aan het repareren ben, door mijn microscoop heen. Daardoor hebben we een hele goede naam opgebouwd met het restaureren van horloges.” Zo’n goede naam dat er regelmatig studenten vanuit het buitenland stage komen lopen. (tekst loopt door onder de foto)

    Horlogemaker Kalle Slaap geeft een korte rondleiding door zijn bedrijf in Grootschermer. (foto: NH Nieuws)

    Kalle laat de Rolex van Steele zien. Het horloge ziet er vooral aan de binnenkant slecht uit. “Alle stalen onderdelen, nou die zijn zo aangetast door de roest, die zijn onbruikbaar. We gaan originele Rolex-onderdelen zoeken uit de jaren vijftig. Alles blijft origineel en authentiek. We gaan het uurwerkje eerst ontroesten en alle messing onderdelen en alle vernikkelde onderdelen, die worden straks gewoon weer bruikbaar.”

    Normaal gesproken is er weinig haast bij het restaureren van een horloge, maar de eigenaar is op hoge leeftijd. “Meneer Steele is 95 dus we moeten ietwat opschieten. Ik heb hem beloofd, voor de kerst heeft hij hem op zijn pols, en ik denk dat dat gaat lukken. En omdat dit zo’n bijzonder verhaal is wil ik hem graag zelf komen brengen.”

  • Bijna helft kampeerplaatsen Geversduin nog steeds onbruikbaar door wateroverlast: “Hopen op beter zomerweer”

    Bijna helft kampeerplaatsen Geversduin nog steeds onbruikbaar door wateroverlast: “Hopen op beter zomerweer”

    Nog steeds kampt  camping Geversduin in Castricum met intense wateroverlast. Meer dan tweehonderd kampeerplaatsen zijn hierdoor al bijna het hele seizoen onbruikbaar. Het grondwater was al een aardig end gezakt, “maar vorige week hebben we weer enorm veel water gehad.” 

    Het is hopen op droger zomerweer, vertelt campingeigenaar Els Scholten. De hoge waterstand zorgt namelijk niet alleen voor gemiste inkomsten, maar ook voor schade die tot in de tonnen loopt. Het kampeerterrein moet hersteld worden, electriciteitskasten vervangen, en ook wegen en paden op de camping zijn beschadigd.

    Een verzekering voor dit soort schade heeft de camping niet, maar de lasten zijn dragelijk. “Gelukkig is Geversduin één van de drie Kennemerduin Campings”, zegt Scholten. De andere twee hebben minder wateroverlast wat het spreiden van gasten mogelijk maakt. “Ook financieel kunnen we het daardoor voorlopig opvangen.” Wie een seizoenplaats heeft, krijgt een droge plek of zijn geld terug.

  • Bijzondere vondst: inktvisgeraamten spoelen aan op strand bij Egmond

    Bijzondere vondst: inktvisgeraamten spoelen aan op strand bij Egmond

    Netty en Dick uit Kortenhoef lopen over het strand van Egmond en hebben handenvol geraamtes van de zeekat bij elkaar verzameld. Veel moeite hoeven ze daar niet voor te doen, want de geraamtes spoelen met veel tegelijk aan op het strand. “De geraamtes zitten vol met lucht, dus als het vlees eraf is gaan ze snel drijven en spoelen ze aan”, vertelt conservator Pierre Bonnet van Ecomare.

    Volgens de conservator gaat het om de geraamten van zeekatten, een inktvissoort die ook in de Noordzee en Waddenzee leeft. De zeekatten paren in mei en de vrouwtjes gaan kort daarna dood, vertelt Bonnet aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Dode zeekatten zelf vind je zelden op het strand. Het zijn weekdieren en die rotten heel snel.” Hij legt uit: “De geraamtes, zitten vol met lucht, dus als het vlees eraf is gaan ze snel drijven en spoelen ze aan.” (tekst gaat verder onder de foto)

    Het gaat om geraamten van zeekatten. (foto: NH Media)

    De inktvissen paren in mei. “In de Oosterschelde”, vult Bonnet aan. “En ook in de Waddenzee worden eieren gevonden. Het vrouwtje zet de eieren af tegen netten of een pier. Een aantal dagen later gaat ze dood omdat dit zoveel van haar heeft gevraagd.”

    Volgens de conservator kom je de eieren zeker niet elke dag tegen op het strand. “Het zijn zwarte knikkergrootte eieren”, benadrukt Bonnet. “Het ligt er maar net aan hoe de stroming is en hoe de wind staat.” Hij vindt het wel opvallend dat de paring bij deze dieren zo werkt: “Inktvissen zijn hele intelligente wezens en dit zijn echte jagers. Toch gaan de vrouwtjes na het paren dood. Mocht je een vrouwtje in gevangenschap houden zonder mannetje, dan kan ze wel vijf jaar oud worden.” (foto: NH Media)

  • Het belang van een realistisch pensioendoel [Advertorial]

    Het belang van een realistisch pensioendoel [Advertorial]

    Het pensioen is voor velen een ver-van-mijn-bed-show, iets waar ze liever niet over nadenken. Toch is het belangrijk om op tijd te beginnen met sparen voor je pensioen, zodat je straks kan genieten van je welverdiende rust. Maar hoeveel moet je eigenlijk sparen om je pensioendoel te halen? En hoe bepaal je wat je pensioendoel is? Hier gaan we dieper in op die vraag.

    Bepaal je pensioendoel

    Voordat je kan bepalen hoeveel je moet sparen voor je pensioen, is het belangrijk om eerst je pensioendoel te bepalen. Dit is het bedrag dat je nodig denkt te hebben om comfortabel van je pensioen te genieten. Hierbij kan je rekening houden met je huidige uitgavenpatroon, eventuele wensen voor later en de inflatie.

    Het is verstandig om hierbij realistisch te zijn en rekening te houden met onvoorziene omstandigheden. Denk hierbij aan mogelijke medische kosten, hobby’s die je wilt voortzetten of nieuwe activiteiten die je wilt ondernemen. Het kan ook nuttig zijn om professionele financiële begeleiding te zoeken om je doelen nauwkeurig te berekenen.

    Sparen voor pensioen

    Als je eenmaal je pensioendoelstelling hebt bepaald, kan je berekenen hoeveel je moet sparen om dit doel te halen. Er zijn verschillende manieren om te sparen voor je pensioen, zoals een lijfrenteverzekering, bank sparen of beleggen. Het is verstandig om je goed te laten informeren over de verschillende mogelijkheden en te kiezen voor een vorm van sparen die bij jou past.

    Het is ook belangrijk om regelmatig te evalueren of je nog op koers ligt om je pensioendoel te halen. Als blijkt dat je te weinig spaart, kan je ervoor kiezen om meer in te leggen of op zoek te gaan naar andere manieren om je pensioen aan te vullen.

    De rol van de overheid

    Naast zelf sparen voor pensioen, bouw je ook pensioen op via de overheid. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt AOW op. De hoogte van de AOW is afhankelijk van het aantal jaren dat je in Nederland hebt gewoond en gewerkt. Daarnaast bouw je via je werkgever vaak ook pensioen op bij een pensioenfonds of verzekeraar.

    Het is belangrijk om te weten hoeveel AOW je straks kan verwachten, zodat je kan bepalen hoeveel je zelf nog moet sparen voor je pensioen. Ook is het verstandig om regelmatig je pensioenoverzicht te checken en te controleren of alle gegevens kloppen.

  • Streekstad Centraal eerste streekomroep met strenger keurmerk: “Dat is hard werken”

    Streekstad Centraal eerste streekomroep met strenger keurmerk: “Dat is hard werken”

    Het is vrijdagmiddag en druk op de redactie van Streekstad Centraal. Heel druk. Maar liefst drie dozen gebak staan op de centrale redactietafel, terwijl driftig geprobeerd wordt om met een Senseo-apparaat iedereen tijdig van koffie te voorzien. “Mag ik even de aandacht?”, wordt er dan geroepen.

    Aan het woord is Marc Visch, directeur van de Nederlandse Lokale Publieke Omroep (NLPO). Hij is naar Alkmaar gekomen om het Keurmerk Nederlandse Streekomroepen uit te reiken aan Streekstad Centraal. “Het Keurmerk wordt je niet in de schoot geworpen. Integendeel, dat is hard werken. Dat Streekstad Centraal aan alle strenge criteria weet te voldoen is een felicitatie waard. Aan het bestuur, de medewerkers, maar vooral aan het publiek. Zij hebben een volwaardige nieuwspartij die hen lokaal informeert.”

    Visch loopt de historie van de omroep langs. Van de absolute start in 2010, langs de samenwerkingen en fusies met de omroepen in Heerhugowaard en Langedijk naar waar de omroep nu staat. “Daar heb je heel diep voor moeten graven”, reageert directeur Richard van der Veen lachend op de tekst van het allereerste bericht van wat ooit Alkmaar Centraal heette.

    Wethouder John Does van Dijk en Waard aan het woord tijdens de uitreiking van het keurmerk. Rechts Marc Visch en in het midden Richard van der Veen. (foto: Alexandra Heeremans)

    Ook wethouders John Does van Dijk en Waard en Jasper Nieuwenhuizen van Alkmaar doen een duit in het zakje en vertellen over hun ervaringen met de omroep en Van der Veen. “Uiteindelijk heeft dat geleid tot een professionaliseringsslag die niet zonder schokken tot stand is gekomen. Er zijn best wat heilige huisjes afgebroken om die kwaliteitsslag te maken“, maakt Nieuwenhuizen duidelijk. Hij heeft de omroep zich vanuit een bestuurlijke functie in zowel Alkmaar als Dijk en Waard zien ontwikkelen.

    “Door het verkrijgen van het Keurmerk toont Streekstad Centraal aan dat het voldoet aan de vereiste criteria voor kwaliteit en professionaliteit, de efficiency en het productaanbod bij lokale publieke omroepen”, meldt de NLPO in het op de uitreiking volgende persbericht. Het Keurmerk is nog in ontwikkeling en de eisen om er aan te voldoen worden strenger en uitgebreider.

    Omroepdirecteur Richard van der Veen krijgt het Keurmerk voor Nederlandse Streekomroepen overhandigt van NLPOdirecteur Marc Visch. (foto: Alexandra Heeremans)

    Streekstad Centraal is de tiende omroep (van ongeveer 230 omroepen) in Nederland die het keurmerk heeft, en de eerste omroep die voldoet aan de laatste en strengste versie van het keurmerk. ” Los van het feit dat je als omroep je best doet aan alle criteria te voldoen, is het wellicht nóg belangrijker dat de mindset binnen de organisatie verandert. Een volwaardige omroep volledig werkend vanuit de publieke gedachte. Een lokale omroep is niet eigendom van de leiding, het bestuur of de medewerkers, maar van de samenleving”, zegt Marc Visch daar over.

    Richard van der Veen, directeur van Streekstad Centraal, is trots op de omroep en medewerkers. “Het verkrijgen van het keurmerk voelt echt als een kroon op het werk dat de afgelopen jaren is verzet. Niet alleen is de afgelopen tien jaar door iedereen op de redactie heel hard gewerkt aan een enorme inhoudelijke kwaliteitsslag, het PBO, het bestuur en tegenwoordig ook de Raad van Toezicht hebben de organisatie naar een hoger niveau getild. Beiden zijn nodig om dit Keurmerk te kunnen krijgen, het is dus een echte teamprestatie. En daar word ik inderdaad wel warm van. We zien de komende veranderingen in de sector met vertrouwen tegemoet.”

    Streekstad Centraal is actief in Alkmaar, Dijk en Waard, Bergen en Heiloo en verzorgd naast het nieuws ook radio- en televisieuitzendingen.

  • Alkmaar heeft een Digitale Tweeling: waarom, en wat kun je ermee?

    Alkmaar heeft een Digitale Tweeling: waarom, en wat kun je ermee?

    Je wist het misschien niet, maar er zijn twee Alkmaars (Alkmaaren?). De gewone, tastbare stad die we allemaal zien en kennen, waarin we wonen en leven. Én er is een digitaal Alkmaar, waar je bijvoorbeeld kunt vinden hoeveel drempels er in Alkmaar liggen, of hoeveel vermiste katten er in een wijk zijn. Van strooiroutes tot welke huizen zonnepanelen hebben. You name it, Alkmaars Digitale Tweeling weet het.

    Maar wat moet een gewoon mens met deze informatie? Dat vroeg Streekstad Centraal zich ook af. Dus gingen we op zoek.  En wat blijkt? Je kunt er vooral mee doen wat je zélf wil.

    Alkmaars Digitale Tweeling is te vinden op de website van de gemeente Alkmaar en is toegankelijk voor iedereen. Eigenlijk is het het best te omschrijven als een soort grote kaartenbak met gegevens, met feiten. De inhoud van die kaartenbak komt werkelijk overal vandaan. Verkeersdata bijvoorbeeld – hoeveel auto’s wanneer en waar rijden – komt uit de navigatiesystemen van die auto’s. Zoekgeraakte katteninformatie komt via Amivedi, een stichting die zich inzet voor vermiste en gevonden huisdieren. Een kanttekening is natuurlijk wel dat niet iedereen zijn kat opgeeft als vermist.

    Anders dan bij gegevens in een ‘gewoon’ tabelletje, heb je in de tweeling meteen een beeld bij de informatie. Zeg dat je vaak wandelt en vindt dat er te weinig schaduwplekken zijn in jouw buurt. Op de tweelingkaart kun je het aantal bomen per wijk bekijken en zo zien of jouw straat misschien wel een stuk boomlozer is dan de rest. Klik je vervolgens ook ‘bodemkwaliteit’ aan, dan kun je meteen zien of dat misschien de reden is voor het gebrek aan groen.

    Wil je bijvoorbeeld dolgraag weten wat de exacte oversteekplaatsen zijn van de Gewone Dwergvleermuis in Alkmaar, zoek dan niet verder (foto: aangeleverd)

    Daarnaast wordt de Tweeling ook gebruikt om wensen en feedback in kaart te brengen. Iedereen die door het Noord-Hollands Kanaal voer, kon recent langs de kant een QR-code scannen en een vraag beantwoorden: ‘Wat zie jij het liefst langs de oever van het kanaal?’ Later kun je op de tweeling dan ook zien wat de bouwplannen zijn langs die oever en welke wensen zijn meegenomen en welke niet.

    De ‘vader’ van de Digitale Tweeling, programmamanager Niek Hendriks, is hartstikke trots op wat er al allemaal kan. “Hiermee kun je een verhaal vertellen over de stad. Je kan losse informatie aan elkaar koppelen die je normaal niet zo snel bij elkaar krijgt. Het is een eerste stap om gezamenlijk te komen bij: wat gebeurt er in de stad en hoe kan ik dat duidelijk maken.” (tekst loopt verder onder foto)

    Niek Hendriks is adviseur Smart City bij de gemeente Alkmaar. Met deze Digitale Tweeling is Alkmaar namelijk een ‘slimme stad’. (foto: aangeleverd)

    Maar wat betekent zo’n tweelingstad nou voor de levens van Alkmaarders? Het kan een handige tool zijn voor bijvoorbeeld ondernemers, onderzoekers, makelaars, journalisten, de gemeente Alkmaar zelf natuurlijk, andere inwoners die cijfers nodig hebben en het is een spectaculaire bron voor spreekbeurten. Voor de meesten Alkmaarders die weinig te doen hebben met gegevens verandert er met de tweeling – waarschijnlijk – niet zo gek veel. Al kan het natuurlijk leuk zijn om je eigen adres op te zoeken en eens te kijken wat er allemaal bekend is over je buurt.

  • Kiezen hoeft niet meer: kinderen kunnen lid blijven van VV Egmond én Reddingsbrigade

    Kiezen hoeft niet meer: kinderen kunnen lid blijven van VV Egmond én Reddingsbrigade

    “We zijn twee ontzettend grote verenigingen in Egmond. Dan moeten we elkaar niet bijten.” De afgelopen jaren zag de Reddingsbrigade jeugdleden wegvallen. Opvallend genoeg vooral diegene die trainden op donderdagavond én als ze elf jaar waren. Wat blijkt? “Ze konden het niet combineren met hun training bij voetbalvereniging VV Egmond.” Daar komt nu verandering in.

    “We kregen steeds meer afmeldingen. Dus we moesten wel iets doen”, zegt Wendy Zentveld, woordvoerder van de Reddingsbrigade Egmond. Veel kinderen zijn namelijk zowel lid van de Reddingsbrigade als van VV Egmond. “We geven vanaf een bepaalde leeftijd allebei trainingen op dezelfde dag en op hetzelfde tijdstip. Kinderen hebben dan het gevoel te moeten kiezen. ”

    Vanaf hun achtste kunnen kinderen lid worden van de Reddingsbrigade. Maar ze gaan pas het strand op, op hun veertiende. Dat veel van hen stopten als ze elf waren, was dus een groot probleem. “Sport is heel belangrijk, maar je wilt ook lifeguards op het strand hebben, natuurlijk.”

    Dus zocht Wendy contact met VV Egmond, en ging met ze om tafel. Jeugdleider Alex Houtenbos van VV Egmond wist niets van deze moeilijkheid. Veel kinderen kozen dan uiteindelijk voor de voetbal. “Ik was blij dat ze contact zocht.” Houtenbos is sinds twee jaar Hoofd Jeugd en “had begrepen dat dit eerder was aangekaart, maar dat er nog niets mee was gebeurd. Ik vind het belangrijk om dat wel te doen. De reddingsbrigade hoort bij het dorp.” (tekst loopt verder onder foto)

    De eerste paar jaar moest de Reddingsbrigade scholen afgaan om jeugdleden te werven, maar inmiddels zijn het er 110 en is er een wachtlijst. (foto: Reddingsbrigade Egmond)

    Wendy vervolgt: “Samen zijn we gaan kijken hoe we elkaar konden versterken in plaats van leden kwijtraken.” Daar kwam uit dat kinderen die zowel lid zijn van de Reddingsbrigade als VV Egmond, straks voor vijftig procent bij beiden aanwezig mogen zijn, en toch volwaardig lid blijven. Dus: de ene week voetbal, de andere week naar de Reddingsbrigade.

    “We hebben nog gekeken of VV Egmond de donderdag vrij kon laten voor de Reddingsbrigade”, zegt Wendy, “maar dat was geen optie. VV Egmond is zo’n grote vereniging, waarbij leden doordeweeks twee keer trainen en in het weekend een wedstrijd hebben. Dus dit is een tussenoplossing.” Allebei wat water bij de wijn, waarbij zowel sport als de veiligheid in het dorp van belang zijn. “Niet kiezen, maar delen.”

  • Nabestaanden berusten in vonnis voor doodrijden ‘oma Lies’ op Vondelstraat: “Hoogst haalbare”

    Nabestaanden berusten in vonnis voor doodrijden ‘oma Lies’ op Vondelstraat: “Hoogst haalbare”

    De Alkmaarder die in januari 2022 twee oudere dames doodreed op de Vondelstraat in zijn woonplaats gaat niet in hoger beroep. De 26-jarige Maarten M. accepteert zijn straf en dat doet ook het Openbaar Ministerie. En na alle boosheid, berusten ook de nabestaanden zich in het vonnis. “Hij heeft de hoogst haalbare straf gekregen.”

    Op 26 januari 2022 rijden Lies (77) en Joke (84) terug naar Heiloo van een avondje klaverjassen in Alkmaar. Rond 22:50 uur rijden ze vanaf de Arcadialaan de Vondelstraat op en worden ze vol in de zijkant geramd door Maarten M. Er zijn beelden waarop te zien is hoe een Mercedes met hoge snelheid vanaf de rotonde Kooimeer in de zijkant van een kleine auto duikt. Lies overlijdt meteen, Joke een dag later. Uit onderzoek bleek dat M. kort voor de aanrijding 120 km/u reed op de 50-weg en dat hij anderhalf keer teveel alcohol in zijn bloed had.

    Het OM had 4 jaar onvoorwaardelijke celstraf en 4 jaar rijontzegging geëist tegen M. Twee weken terug legde de rechtbank 3 jaar celstraf op, waarvan de helft voorwaardelijk, en 3 jaar rijontzegging. Toch gaat het OM niet in beroep. “De rechter heeft de roekeloosheid bewezen verklaard. Juridisch zijn we daarom tevreden met het vonnis en de verwachting is niet dat het hof tot een hogere straf komt”, licht het OM toe tegenover NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.

    Ook Maarten M. legt zich bij het vonnis neer. “Ook omdat het OM niet in beroep gaat”, aldus zijn advocaat. “Hij wil dit nu afsluiten voor iedereen, en niet nog eens de familie en zichzelf door een hogerberoepsprocedure slepen.”

    De nabestaanden van ‘oma Lies’ waren aanvankelijk boos over de uitspraak maar inmiddels niet meer. “We waren de eerste tijd nog erg pissig, maar nu is er iets van berusting omdat we weten dat hij de hoogst haalbare straf heeft gekregen voor zijn roekeloosheid”, zegt kleindochter Lara Beintema, wetende dat een hoger beroep weinig kans van slagen had en misschien juist wel tot een lagere straf had kunnen leiden. “Zijn advocaat ging voor een taakstraf. Dat had ook kunnen gebeuren. Je boos blijven maken heeft geen zin. We proberen als familie dit grote verlies en verdriet nu een plek te geven.”

  • “Ja, kom op!”: Zomerfestival Egmond is afgetrapt met traditionele paardenrace

    “Ja, kom op!”: Zomerfestival Egmond is afgetrapt met traditionele paardenrace

    “Ja, kom op!”, roept Daisy enthousiast terwijl ze vol spanning toekijkt hoe de paarden razendsnel langs haar draven. Het zand vliegt in de lucht en de toeschouwers leunen over de reling van het hek om de paarden te kunnen zien. Met afkeur schudt ze haar hoofd: “Hij heeft gesprongen. Dus is hij gediskwalificeerd.”

    Wanneer een paard in galop gaat, krijgt de tegenstander een punt, legt Daisy uit aan Streekstad Centraal. We staan op de zonnige donderdagmiddag langs de kant van het 300 meter lange parcours op de Herenweg in Egmond aan den Hoef. Het is dit jaar alweer de zeventiende editie van Kortebaan Egmond. Hiermee is het Zomerfestival van start gegaan, een jaarlijks evenement met een weekend vol activiteiten. Van de draverij tot de Bankoe Games.

    Tijdens de Kortebaandraverij Egmond mogen de paarden alleen draven, anders worden ze gediskwalificeerd. (foto: Streekstad Centraal)

    “Het doel van de draverij in Egmond is om de mensen in het dorp bij elkaar te brengen,” vertelt Joost van Dam voorzitter van de organisatie. “Toen de kermis in het café begin 2000 doodbloedde, moest er iets nieuws komen. Iemand vertelde ons over de kortebaandraverij en dat vonden we eigenlijk wel interessant klinken.” Ze gingen naar Heemskerk en Beverwijk om het kunstje af te kijken en al gauw sloeg de draverij ook in Egmond aan.

    Met biertjes in de handen en stoeltjes uitgeklapt langs de kant kijken ook donderdag de honderden toeschouwers toe hoe de paarden één tegen één over de zandbaan sjezen tijdens de afvalrace. Er doen dit jaar zestien paarden mee. Wat minder dan voorheen vertelt toeschouwer Derk Schekkerman. En dat vindt hij jammer.

    Links op de foto staan Daisy en Derk. Als paardenliefhebbers gaan ze samen met hun vrienden al jaren naar dit evenement. Derk heeft zelfs een eigen stal in Heiloo. (foto: Streekstad Centraal)

    Samen met Daisy en hun vriendengroep komen ze al ruim tien jaar naar de race. “Normaal stond het helemaal vol met toeschouwers, nu valt dat eigenlijk ook wel mee”, zegt Derk terwijl hij naar de lege plekken langs het hek wijst.

    Hij geniet van dit evenement, maar snapt ook dat er steeds minder mensen naar toe gaan. “Er is veel aan de hand in de paardenwereld. Dieren mishandeling wordt steeds minder geaccepteerd.” En dat is natuurlijk goed, want nog steeds worden paarden soms te hard aangepakt om ze te trainen, legt hij uit.

    Volgens organisator Joost van Dam worden de paarden bij de kortebaan goed behandelt. (foto: Streekstad Centraal)

    Derk is ervan overtuigd dat de paarden bij de draverij goed worden behandeld, maar vindt het vervelend om te zien als een paard stress ervaart. “Met alle mensen langs de kant en het geluid kan het soms toch best spannend zijn. Maar ach, het is maar een paard”, merkt hij op. Iemand anders vult snel aan: “Dat moet je niet zeggen, maar wij mensen ervaren ook stress. Dat hoort erbij.”

    Organisator Joost bevestigt dat de paarden inderdaad goed worden verzorgd. “Als ik zou merken dat dat niet zo zou zijn, zou ik dit natuurlijk helemaal niet doen. De pikeurs hebben maar één doel: hun paard goed verzorgen, want als ze dat niet doen, presteren ze ook niet.”

    Gerrit Mens (met papiertje in de hand) staat alweer in de rij om op een paard te wedden. Hij wil dit jaar naar 22 kortebaandraverijen. (foto: Streekstad Centraal)

    De organisatoren willen gewoon een spektakel bieden. Er komen allerlei mensen op af, van nieuwsgierige vakantiegangers tot ervaren gokkers zoals Gerrit Mens. Sinds 1985 reist hij door Noord-Holland om bij de races aanwezig te zijn en hij kan er maar geen genoeg van krijgen. “Ik ken alle paarden. Vorige keer won ik 350 euro door de winst van Nevio Boko, en natuurlijk heb ik daar nu weer op ingezet.”

    Ook Karin Welp weet waar ze over praat. Ze heeft twintig jaar bij kortebanen gewerkt op de stal. “Ik ging altijd overal mee naartoe om de paarden te verzorgen en met ze te stappen.” Inmiddels is ze gestopt en kijkt ze toe, maar ze blijft het wereldje heel bijzonder en mooi vinden. “Je kent iedereen.”

    Over één ding zijn alle toeschouwers het eens. Uiteindelijk draait het niet zozeer om het winnen van weddenschappen, maar vooral om het gezelschap en de sfeer tijdens de kortebaandraverij. “Dit is toch geweldig.”

  • [UPDATE] Picknicktafel Roode Leeuw moet weg na klacht uit de buurt: “Heb dat ding neergezet als mooi gebaar”

    [UPDATE] Picknicktafel Roode Leeuw moet weg na klacht uit de buurt: “Heb dat ding neergezet als mooi gebaar”

    [UPDATE: de tafel mag blijven staan!]
    “Als het bankje voor overlast zou zorgen, dan had ik ‘m al weggehaald. Maar veel mensen eten er aan, rusten even uit tijdens het wandelen en zijn hartstikke blij ermee.” Mark Kroon, eigenaar van restaurant De Roode Leeuw in Langedijk, had een mooie picknicktafel over. Die zette hij tegenover zijn restaurant, op een stukje kaal terrein, voor de wandelaars. Tot de gemeente voor de deur stond: óf het bankje weg, óf een vergunning aanvragen.

    Mark hoorde het al vaker in zijn dorp Langedijk:  “Er zijn bankjes tekort, mensen missen plekjes om te zitten.” Dus toen hij nieuw meubilair kreeg voor zijn restaurant en een picknicktafel over had, hoefde hij niet lang na te denken. “Tegenover ons restaurant zit een stukje kaal terrein, waar eerst een glasbak stond. Dus ik zeg tegen de mensen: weet je wat we doen, we zetten ‘m lekker daar neer!” Zo gezegd, zo gedaan. Twee maanden werd de tafel intensief gebruikt door de omgeving.

    De Roode Leeuw mag uitbreiden én barbecueën op het terras
    De Roode leeuw is voor vele passanten een rustpuntje tijdens de fiets- of wandeltocht. (foto: Streekstad Centraal)

    “En gisteren kwam er ineens iemand van de gemeente naar me toe. Of die tafel van ons was.” Er was een klacht gekomen uit de buurt. De tafel moet weg. Of Mark moet een objectvergunning aanvragen. “Ik wist niet eens dat zoiets bestond.” Mark schrijft erover op Facebook en de verontwaardigde reacties stromen binnen.

    Of hij zo’n vergunning gaat aanvragen weet Mark nog niet. “Ik heb dat ding als mooi gebaar neergezet, voor de mensen, en zo’n objectvergunning kost 162,50 euro.” Mark neemt het de gemeente niet kwalijk, “die doen ook maar hun werk, ze moeten een klacht behandelen. Maar het is jammer dat de klager het niet op een andere manier kon laten weten.”

    De picknicktafel weghalen gaat hij in ieder geval níet doen. “Heel veel mensen zijn blij met die tafel, kijk maar de reacties op Facebook. Als één klacht uit de buurt meer waard is dan honderd anderen die er wel blij mee zijn, dan weet ik niet zo goed meer hoe de wereld in elkaar zit.”