Categorie: nieuws algemeen

Veel grachtbewoners zijn niet te spreken over het besluit van gemeente Alkmaar om tweerichtingsverkeer voor (brom)fietsers op het Verdronkenoord en een deel van de Oudegracht, laat Frank van Kalken weten. Hij woont zelf aan de Oudegracht. “Dit verkeersbesluit zorgt voor meer onveiligheid en doet verdere afbraak aan leefbaarheid voor bewoners.”

De gemeente stelde dat de situatie op de grachten niet meer is zoals in de jaren ’70, toen het eenrichtingsverkeer voor alle verkeer werd ingesteld. De stad is autoluw gemaakt. Van Kalken is het eens dat er veel veranderd is, maar in andere richting. “Grotere en bredere auto’s, sneller, veel drukker verkeer en meer asociale weggebruikers. De woorden veiligheid en leefbaarheid komen in het verkeersbesluit niet voor.”

Dat tweerichtingsverkeer voor (brom)fietsers de “meest werkbare en duidelijke situatie” oplevert, staat volgens Van Kalken “totaal haaks op wat vele bewoners al jaren aangeven”. Daarbij merkt hij op dat niet de hele Oudegracht tweerichtingsverkeer wordt, maar wél het smalste deel, tussen de Korte Vondelstraat en Oosterburgstraat. “Geen idee waarom.”

“Bewoners maken al vele jaren bezwaar tegen het illegale en boterzachte gedoogbeleid. Voor de aso’s wordt nu gecapituleerd”, aldus Van Kalken. De werkelijke reden daarvoor is volgens hem dat de gemeente intensieve handhaving te lastig vindt, iets wat het vooral aan zichzelf te danken heeft door gebrekkige handhaving.

De Oudegracht-bewoner is sowieso niet te spreken over het toezicht in de Alkmaarse binnenstad. Hij noemt Handhaving het “doodzieke kindje” van de gemeente, met als gevolg decennialang vrij veel overlast van (brom)fietsers, die lak hebben aan hun medemens. Van Kalken voorspelt ook dat de huidige stadsuitbreiding alleen maar meer drukte op zal leveren.

Voor Van Kalken is de oplossing eenvoudig: de gemeente moet door de zure appel heen bijten. “Aso’s die doorhebben dat er gehandhaafd wordt bedenken ze zich. Zodra er hier en daar bekeuringen uitgedeeld worden neemt de overlast af.”

De Alkmaarse politiek is al gevraagd om het verkeersbesluit terug te draaien en Van Kalken is bezig om grachtbewoners te mobiliseren met brieven in de buis. Hij hoopt dat media-aandacht ook helpt. De formele bezwaarperiode loopt nog een ruime vijf weken. En als bezwaar maken niet werkt, misschien dan maar een jurist erbij. (foto: archief 10 juli 2018)

De SAKS-basisscholen in Alkmaar en Bergen zijn blij dat ze vanaf 11 mei weer open mogen. Het besluit om na de meivakantie weer open te gaan, is volgens bestuurder Helma van der Hoorn erg positief. “Het is belangrijk dat de kinderen weer les krijgen en ook voor de rest van het gezin is het fijn dat er weer lucht komt”, vertelt ze mediapartner NH Nieuws.

Het besluit om op 11 mei weer open te gaan is genomen op advies van het Outbreak Management Team van de overheid. Het risico voor de volksgezondheid is volgens het OMT “beheersbaar” en het zal niet leiden tot een verdere belasting op de zorg. Het idee is om de kinderen om en om, voor de helft van de tijd, naar school te laten gaan.

Van der Hoorn heeft verschillende scenario’s. “Je kunt de ene helft van de klas in de ochtend les geven en de andere helft ’s middags. Maar je zou ook kunnen kiezen om de ene klas op maandag les te geven en de andere op dinsdag. Dat moeten we per school bekijken”.

SAKS waakt over veertien basisscholen in Alkmaar en Bergen. Volgens Van der Hoorn is het merendeel van de leerkrachten blij met dit besluit. “Natuurlijk is er ook angst bij een aantal van hen en wij proberen daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Ik ben ook wel erg blij dat leerkrachten nu ook getest kunnen worden op het virus. Het wordt nu als vitaal beroep gezien. De bereidwilligheid onder de teams is erg groot om deze klus te klaren”.

Als op 11 mei de scholen weer open gaan zal het volgens Van der Hoorn nog niet als vanouds gaan. Ze maakt zich niet druk over eventuele achterstanden die de kinderen hebben opgelopen. “Ik vind dat er vooral aandacht moet komen voor de verwerking. Ook bij kinderen zullen er angsten leven. Daar moet je eerst goed over praten voordat je de boeken weer openslaat”.

Buurtcomité Trefpunt en betrokken bewoners leggen zich neer bij de uitspraak van Rechtbank Amsterdam op 5 maart, op het beroep tegen de omgevingsvergunning voor de nieuwbouwplannen op de plaats waar de Trefpuntkerk stond. Na drie jaar strijd tegen de gemeente, hebben de leden geen energie meer om nog in hoger beroep te gaan.

Twistpunten waren de hoogte van het complex dat House of RTS wil gaan bouwen aan de Frederik Hendriklaan, en de verwachte extra parkeerdruk in de omgeving. Het bouwplan bestond eerst uit een bedrijvenplint met daarop vijf woonlagen. Na protesten bleven er drie woonlagen met totaal 23 appartementen over, maar het comité wilde de plint ook weg hebben. Die had volgens de leden (te) weinig meerwaarde en bovendien ging de oude business case uit 2016 ook uit van alleen 23 woningen.

Een ander heikel punt voor omwonenden was het aantal extra parkeerplaatsen in de omgeving. Volgens de berekeningen van Movaris zou er voldoende plek zijn, maar het comité betwiste de berekeningen. De rechter bepaalde dat de uitkomst van die berekening correct was, maar tikte het Alkmaarse college wel op de vingers over de handelswijze.

“Vastgesteld wordt dat de ruimtelijke onderbouwing naar aanleiding van het parkeeronderzoek niet is aangepast”, aldus de rechter. “Uiteindelijk onderschrijft de samenvatting van het parkeeronderzoek de conclusies in de ruimtelijke onderbouwing ten aanzien van de parkeerdruk wel, maar de onderliggende motivering hoe tot de conclusies wordt gekomen verschilt”. Volgens de rechtbank mocht de gemeente niet beide parkeerrapporten zonder nadere motivering aan het besluit ten grondslag leggen. Maar daar schieten de bezwaarmakers uiteindelijk niets mee op.

De uitspraak van de rechter wordt als bewijs gezien dat het college een ‘ondoorzichtige puinhoop’ van de procedure maakte, met “vele fouten” telkens ten nadele van de buurt, ondanks dat daarop gewezen was. “Dat u dit heeft gedaan heeft volgens ons grote consequenties gehad op het verdere verloop van de procedure.”

Buurtcomité Trefpunt en de andere betrokkenen laten weten zich “zwaar benadeeld” te voelen en hoopt dat de gemeente dit inziet. Het vraagt dan ook om een reactie, en over wat er verder gaat gebeuren. (foto: Wikimedia / Emmanuel Huybrechts)

De stroomstoring die in de nacht van zondag op maandag vanaf 01:45 uur plaatsvond in delen van Alkmaar, was voor een groot deel na zo’n tien minuten weer verholpen, maar de straatverlichting wilde daarna nog niet overal meewerken. De meldingen stroomden binnen onder andere bij Stadswerk072. Ook werd overdag een aantal keren gemeld dat wel weer werkende verlichting aan bleef staan.

Er wordt hard aan de problemen gewerkt. “Wij hopen dat de verlichting vanaf vanavond weer brandt op de juiste momenten”, laat Stadswerk072 weten. “Is dit nog niet het geval? Maak dan een melding via stadswerk072.nl/openbare-ruimte.”

De maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus raakt veel stadsdieren in hun dieet. Vooral de meeuw heeft het zwaar. “Maar zoals altijd zijn er winnaars en verliezers”, vertelt stadsecoloog Auke-Florian Hiemstra van Naturalis aan mediapartner NH Nieuws. Een woordvoerder van gemeente Alkmaar verwacht dan ook dat meeuwen tijdens hun broedseizoen minder overlast veroorzaken.

“Duiven, meeuwen en ratten, stadsdieren die afhankelijk zijn van mensen en de horeca, vallen toch wel echt onder de verliezers”, begint Hiemstra. “Meeuwen vinden zeer veel voedsel op plekken als de markt, daar staan ze op gezette tijden met zijn allen te wachten, maar veel markten zijn momenteel afgelast.”

De dieren zoeken volgens Hiemstra nu alternatieve voedselbronnen, zeker dieren die aan hun broedseizoen zijn begonnen. “Meeuwen trekken alles uit de vuilnisbakken bij afhaalrestaurants, in de hoop dat zij nog ergens een bakje patat vinden – wat weer voor meer zwerfafval zorgt. Daar profiteren de ratten en duiven weer van.”

Gemeente Alkmaar denkt dat het evengoed rustiger zal blijven, simpelweg vanwege het lage totaalaanbod. Een woordvoerder: “Het zijn bovenal opportunistische vogels. Ze schakelen weer over op het natuurlijke voedselaanbod. De hoeveelheid daarvan is uiteraard bepalend voor hun broedsucces. Maar het is dus niet zo dat meeuwen agressiever worden door het veranderde aanbod.”

Hiemstra ziet nog wel degelijk zwerfafval in steden, maar dan vooral handschoenen, mondkapjes en boodschappentassen. “We vinden zelfs verpakkingen van toiletpapier in de grachten. Wat wij in dat water tegenkomen, is altijd een mooie weerspiegeling van wat er leeft op straat.”

De echte winnaars onder de dieren zijn amfibieën als salamanders, kikkers en padden. “Op dit moment zijn de padden bezig met de paddentrek, de zoektocht naar een geschikte sloot om eieren in te leggen. Je moet je maar eens bedenken hoe het is om kruipend een weg over te steken. Nu het zo rustig op de weg is, met minder auto’s en fietsers, hebben de dieren veel meer kans het te halen. Het gaat best slecht met de amfibieën in Nederland. Dus eigenlijk is de coronacrisis enorm fijn voor deze groep.”

Vanuit steden komen berichten van mensen die ‘de vogels weer horen fluiten’. Maar dat is volgens Hiemstra niet omdat er ineens veel meer zijn. “De brommende onderlaag van het verkeer die we zo gewend zijn, is nu verdwenen. Dat is eigenlijk het beste nieuws – de natuur was er altijd al. We kunnen het nu alleen beter zien en horen.”

Momenteel doet Hiemstra onderzoek naar de meerkoet, een echte stadsvogel. “Meerkoeten maken vogelnesten van wat er voorhanden is. Komend seizoen mag ik weer nesten verzamelen, als alle eieren zijn uitgebroed. Ik ga ongetwijfeld een heleboel ‘coronanesten’ vinden, gemaakt van handschoentjes en mondkapjes.”