Categorie: nieuws algemeen

Brandweerposten in de regio Alkmaar hebben problemen met de bezetting en achterstallig onderhoud. Als er nu niets gebeurt bij de vrijwillige brandweerposten zou dat in de toekomst tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Het is volgens de brandweer in Schoorl en Bergen hoog tijd voor extra geld en, gek genoeg, nieuwe woningen.

Een man staat voor een brandweerwagen.
De Bergense postcommandant Maikel Groet – Foto: Michael van der Putten/NH Media
Maikel Groet is postcommandant bij de brandweer in Bergen. Hij geeft leiding aan 27 brandweervrijwilligers. “Dat aantal is op zich prima. Het moeten er minimaal 24 en maximaal 32 zijn. Toch kennen we wel problemen, met name bij het vullen van het 24/7 rooster.”

Die gaten zijn er niet in de avonden of het weekend, maar juist overdag. Volgens Maikel werken veel vrijwilligers niet meer in het dorp, maar in bijvoorbeeld Amsterdam. “Daardoor is het lastig om overdag genoeg mensen te hebben”, legt hij uit in de kazerne aan de Elkshove in Bergen.

Ook verhuisden veel brandweerlieden na hun studie naar een andere regio omdat ze in Bergen geen huis kunnen vinden. Maikel: “Het is echt belangrijk om extra woningen te bouwen. Anders kunnen de brandweerlieden niet in Bergen blijven wonen.”

“Je doet concessies die je eigenlijk niet wilt”

Bilal El Boutakmanti – postcommandant Schoorl
De bezetting van de centrale is niet het enige probleem. Bij de vrijwillige brandweer in Schoorl hebben ze door de jarenlange bezuinigingen ook last van achterstallig onderhoud. Postcommandant Bilal El Boutakmanti: “We missen een voertuig voor de duinen. We hebben wel een combinatievoertuig, dat zowel op straat als door het zand kan rijden. Hierdoor doe je concessies, want hij rijdt trager op de weg en is minder wendbaar in de duinen. Eigenlijk wil je dat niet.”

Regionalisering
De problemen zijn begonnen in 2015, na een grote herstructering. Vanaf dat jaar is niet de gemeente verantwoordelijk voor de vrijwillige brandweer, maar de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Volgens Bilal en Maikel moeten ze daar meer naar de werkvloer luisteren en ‘niet allerlei regels en beleid bedenken wat daar niet bij aansluit’.

“Ik kwam niet door de keuring omdat ik de ladder verkeer opzette”

Marco Snijders – 25 jaar brandweervrijwilliger
Dit beaamt ook Marco Snijders, die 25 jaar vrijwilliger was bij de brandweer in Egmond aan Zee. “Je bent tegenwoordig een nummer”, vertelt hij. “Er zijn van bovenaf allemaal regels bijgekomen. Afgelopen november ben ik zelfs de keuring niet doorgekomen omdat ik de ladder verkeer opzette en een baard had. Dat was erg, je hebt er toch 25 jaar met heel je ziel en zaligheid gewerkt.”

Veiligheidsregio
De veiligheidsregio erkent dat er problemen zijn met de bezetting. Volgens hun cijfers heeft overdag ruim zeventig procent van de posten in meer of mindere mate een beschikbaarheidsprobleem. Met name de bezetting in de kuststrook (Bergen en Schoorl) is kritisch. Daar geeft honderd procent van de posten aan de uitruk overdag niet te kunnen garanderen.

Om de paraatheid te verstevigen zet de Veiligheidsregio in op strategisch gepositioneerde kazernes in hoogrisico gebieden. Die zijn in staat tot brede inzet in de regio. Daarnaast willen ze een flex-pool instellen die ingezet kan worden op vrijwillige posten die, met name overdag, niet kunnen uitrukken.

Naar verwachting is de stikstofuitstoot van Noord-Hollandse industriële piekbelasters in 2030 met 45% gedaald. Dat staat in een onderzoek dat de provincie heeft laten uitvoeren naar deze bedrijven. Vorig jaar liet de verantwoordelijk minister weten dat de industrie de stikstofuitstoot in 2030 met minstens 38% moet verminderen. De Noord-Hollandse bedrijven zoals Tata Steel en Olam Cocoa lijken dat doel te gaan halen.

Het verzoek daarvoor kwam van de deelnemers aan de Havens- en Industrietafel stikstof. Zij wilden graag weten hoe ver zij zijn in het verminderen van stikstofuitstoot en hoe hoog de lat nog ligt om de gezamenlijke doelen voor 2030 te halen.

Rokende schoorstenen

De bijdrage van de Noord-Hollandse industrie aan de totale stikstofneerslag op Europees beschermde natuur in Noord-Holland ligt tussen de 1,6% en 5%. De meeste neerslag komt terecht in de natuurgebieden vlakbij industrie in de regio IJmond en rond Zaanstad.

Vorig jaar liet de minister van Natuur en Stikstof weten dat de industrie hun stikstofuitstoot in 2030 met minstens 38% moet verminderen. De Noord-Hollandse bedrijven zoals Tata Steel en Olam Cocoa lijken dat doel dus te halen. Dat gebeurt op basis van huidige en toekomstige milieuwet en –regelgeving, de energietransitie en de afspraken in het schone luchtakkoord tussen Rijk, provincies en veel gemeenten.

Om te komen tot de daadwerkelijke afname van stikstofuitstoot van 45% is veel afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende elektriciteit en waterstof. De grootste klap die de industrie namelijk kan maken om hun stikstofuitstoot te verminderen is een overgang van fossiele brandstof naar elektriciteit. Dat is op dit moment nog niet mogelijk vanwege een te klein elektriciteitsnet. Dit is echter cruciaal in het halen van de doelen in 2030.

“De uitkomst van dit onderzoek is hoopgevend”, vertelt gedeputeerde Esther Rommel (Economie en Industrie). “De ambitie die deze sector uitspreekt is ook passend voor de tijd waarin we leven. Er is echter werk aan de winkel om de stikstofuitstoot daadwerkelijk te verminderen. Dat betekent dat de industrie fors moet blijven investeren en dat wij, samen met het Rijk en de netbeheerders, moeten zorgen voor onder andere voldoende stroom.”

Haven- en industrietafel
De provincie overlegt in verschillende samenstellingen over de stikstofaanpak. Naast een overkoepelende regietafel met vertegenwoordigers van onder meer landbouw, industrie, natuur en gemeenten, is er een landbouwtafel en deze Haven- en Industrietafel.

De gesprekken gaan over de bijdrage die de industrie levert om de uitstoot te verminderen. De groep komt een aantal keer per jaar bijeen om te praten over het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) en de Aanpak Stikstof. Het overleg wordt voorgezeten door gedeputeerde Esther Rommel (Havens en Industrie). Deelnemers zijn onder andere afgevaardigden van de havens van Amsterdam en Den Helder, Tata Steel, Schiphol, het ministerie van Economische Zaken en VNO-NCW.

De bekende Alkmaarse gele kranen van Jos Blom Kraanverhuur gaan over in nieuwe handen. Na 37 jaar als familiebedrijf te hebben bestaan, is de onderneming verkocht aan Mammoet Benelux, het grootste kraanverhuurbedrijf ter wereld. Alle veertig medewerkers gaan mee naar Mammoet en op 1 april is de officiële overdracht. De vestiging in Alkmaar verdwijnt, het filiaal in Heerhugowaard blijft wel bestaan.

Woensdag informeerden de directeuren Marco (48) en Richard Blom (44) het personeel formeel over deze stap. Een boodschap die voor velen als een grote verrassing kwam. „De meesten dachten eigenlijk dat we zelf weer een bedrijf gingen overnemen, dat er misschien weer nieuwe typen kranen kwamen, of dat er nieuws was met betrekking tot een verhuizing van ons bedrijf. Dat was dus allemaal niet het geval en dat hebben we de medewerkers allemaal goed uit kunnen leggen.”

De hoofdvestiging in Alkmaar wordt op 1 april opgeheven en de activiteiten worden verdeeld over de filialen in Heerhugowaard en Amsterdam. De vestigingen in Den Helder en Rotterdam blijven gehandhaafd en worden ook omgedoopt in Mammoet Benelux. Het huidige bedrijfsperceel aan de Alexander Flemingstraat blijft eigendom van de familie Blom. „Misschien kunnen wij hiermee later nog een rol spelen bij de geplande woningbouw van de gemeente Alkmaar”, aldus Marco Blom.

Iedereen heeft begrip voor de situatie waarin wij verkeerden, vervolgt hij. „Naast het behoud van alle banen biedt de overname door het veel grotere Mammoet het personeel immers ook kansen. Daar zijn per saldo veel meer groeimogelijkheden dan wij ze konden bieden. Voor iedereen die dat wil biedt Mammoet interne opleidingen. Daarover gaat Mammoet vanaf volgende week individuele gesprekken aan waarbij iedereen kan aangeven wat die wil.”

Redenen
Er zijn meerdere redenen om er nu mee te stoppen, leggen de gebroeders uit, samen met de nog altijd in het bedrijf actieve vader en grondlegger Jos Blom (72). „Hier vlakbij rukt de woningbouw steeds verder onze richting op. Daardoor zouden wij ons bedrijf binnen twee tot drie jaar moeten verhuizen. Een grote stap.”

Van vier kranen in 1996 groeide Jos Blom Kraanverhuur in 37 jaar uit naar veertig machines en vrachtwagens, vijf vestigingen en veertig medewerkers. ,,De overname door Mammoet Benelux is voor alle partijen het beste.”
Van vier kranen in 1996 groeide Jos Blom Kraanverhuur in 37 jaar uit naar veertig machines en vrachtwagens, vijf vestigingen en veertig medewerkers. ,,De overname door Mammoet Benelux is voor alle partijen het beste.”
© jjfoto.nl / Jan Jong

Daarbij krijgt ook kraanverhuurder Blom steeds meer te maken met milieuzones en met voorschriften voor de uitstoot van de meestal met diesel gestookte machines, kranen en vrachtwagens. „We zouden op korte termijn nieuwe duurzamere machines moeten aanschaffen, of oude laten ombouwen dan wel weg doen. Een hele ingreep dus.”

Optelsom
Onduidelijke regelgeving vanuit Den Haag maakt het voor een relatief klein bedrijf als Jos Blom Kraanverhuur bovendien lastig om afschrijvingstermijnen vast te kunnen stellen. „Ten derde hebben we ook te maken met het probleem om aan gekwalificeerd personeel te komen. Het is dus een optelsom van factoren.”

Na lang wikken en wegen hakten ze de knoop door. ’Wij gaan de wereld eens van de andere kant bekijken’ en ’Stoppen doe je op je hoogtepunt’ zeiden Marco en Richard met een knipoog naar het kraanvak tegen elkaar. „We zagen het niet zitten om er nog eens op z’n minst tien jaar aan vast te plakken, want met alle investeringen waar wij voor stonden zou dat wel nodig zijn geweest. Maar om het goed te doen hadden we natuurlijk wel een goede overnamepartij nodig. Mammoet is de grootste, ons bedrijf doet al 37 jaar zaken met ze, dus daarmee gingen wij als eerste het gesprek aan.”

Trots
Het al 760 medewerkers tellende Mammoet Benelux en de familie Blom waren er snel met elkaar uit. „We zijn er trots op dat we ons bedrijf hebben ondergebracht bij de grootste van de wereld”, zegt Jos Blom. Zoon Richard, verantwoordelijk voor het machinepark: „Een deel van onze machines was niet zo interessant voor ze, dus dat verkopen wij aan derden. Verder neemt Mammoet behalve het personeel ook onze vestigingen over in Den Helder, Heerhugowaard, Amsterdam en Rotterdam.”

Grondlegger Jos Blom (midden) met zijn zonen Marco (rechts) en Richard, de directeuren van Jos Blom Kraanverhuur. ,,We zijn trots dat het bedrijf nu wordt ondergebracht bij de grootste van de wereld.”
Grondlegger Jos Blom (midden) met zijn zonen Marco (rechts) en Richard, de directeuren van Jos Blom Kraanverhuur. ,,We zijn trots dat het bedrijf nu wordt ondergebracht bij de grootste van de wereld.”
© jjfoto.nl / Jan Jong

Jos Blom richtte het bedrijf in juni 1987 op. Wijzend: „Toen kocht ik hier schuin tegenover een kraan over van scheepswerf Nicolaas Witsen. Met die kraan heb ik acht jaar op hun terrein gewerkt.” Er kwam een tweede kraan in 1990 en drie jaar later een derde kraan. Toen het in 1996 tijd was voor een vierde kraan was dat ook aanleiding om te verhuizen naar het huidige adres aan de Alexander Flemingstraat op hetzelfde bedrijventerrein Oudorp.

„Kort daarna kwamen Marco en Richard in de zaak”, zegt Jos Blom. Het bedrijf maakte snel furore in de bouw- en utiliteitswereld en groeide steeds verder, ook qua machinepark. Momenteel telt het bedrijf veertig kranen en vrachtwagens. Jos Blom Kraanverhuur groeide uit tot een begrip en kreeg mooie klussen onder handen, zoals werk als onderaannemer aan de Noordzuidlijn, Tata Steel en het Afas-stadion van AZ waar Blom de zogenaamde ’mega truss’ voor het nieuwe stadiondak plaatste.