Een assist met een hakje, een doelpunt na een tegenstander horendol te hebben gedraaid en nog een goal door na een sublieme loopactie ijskoud te blijven oog in oog met de keeper. Hij is door het gewonnen EK onder 19 deze zomer pas later aangesloten bij de AZ-selectie dan de meeste andere spelers, toch weet Heilooër Kees Smit in zijn eerste wedstrijd van het seizoen direct de hoofdrol op te eisen. Er is naar verluidt interesse van de grootste clubs ter wereld voor het 19-jarige talent, maar Smit wil zich eerst laten zien in Alkmaar.
Hij maakt meer en meer minuten in de hoofdmacht van AZ, en koppelt daar ook al de nodige doelpunten en assists aan – al mag het wat hem betreft nog wat meer zijn. Hoewel hij het grootste deel van afgelopen seizoen geen volwaardige basisspeler was bij de Alkmaarders, staat Smit al wel op de radar van de grootste voetbalclubs ter wereld. FC Barcelona, Real Madrid, Bayern München. De voetbalreuzen zouden allemaal wel oren hebben naar de Heilooër.
Velen zouden misschien direct toehappen, maar Smit heeft een ander pad voor ogen. Wanneer hij voor de camera van HN Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, wordt geconfronteerd met de interesse, reageert hij nuchter. “Ik wil eerst hier laten zien dat ik het kan. De interesse van Barcelona en Real Madrid is leuk, maar als ik daar naartoe ga weet ik niet hoe vaak ik ga spelen.”
De eerste meters als voetballer maakte Smit bij het Heiloose De Foresters (foto: NH Nieuws)
Toch verschijnt er wel een subtiele glimlach op zijn gezicht wanneer hij praat over de vermeende interesse van FC Barcelona en Real Madrid. “Dat zijn wel mooie dingen natuurlijk, misschien wel de twee grootste clubs van de wereld.” Toch moeten we de interesse niet al te serieus nemen, stelt Smit. “Er speelt niet concreets. Er is alleen interesse”, zegt hij.
Komend seizoen speelt Smit in ieder geval nog gewoon bij AZ. Want daar heeft hij nog genoeg te bewijzen, vindt hij. “Ik heb nog niet alles laten zien wat ik kan bij AZ. De potentie is er denk ik wel, maar qua goals en assists was het nog niet top. Ik had er wel een paar meer kunnen hebben. Dit jaar zal het wel anders zijn, maar dan moet ik wel gaan spelen.”
Het is voor iedere jonge sporter een droom: getraind worden door je idool. Voor twaalf jonge topatleten van Hylas in Alkmaar werd die droom donderdagavond werkelijkheid toen Olympisch topatlete Laura de Witte langskwam voor een clinic. De groep jonge atleten behoort tot de besten van Nederland in hún leeftijdscategorie. Even voor zeven uur staan ze in het blauwgele Hylas-tenue vol spanning te wachten op hun trainer voor vandaag.
Hun trainer van vandaag is iemand die al op atletiekpodia heeft gestaan waar zij nu nog van dromen. Met trillende handjes en open monden wordt dan ook kennisgemaakt met Laura de Witte, die haar sporen als atlete verdiende op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro en Tokyo en met het behalen van medailles op EK’s en WK’s.
Maar ook de jonge atleten, allemaal afkomstig uit de omgeving, hebben op jonge leeftijd al een behoorlijke palmares opgebouwd: de één heeft al een gouden medaille voor een nationale verspringwedstrijd op haar naam staan, de ander wist een gouden medaille voor de Nederlandse estafettekampioenschappen in de wacht te slepen en weer een ander was vorig jaar de beste kogelstootster van haar leeftijd. (tekst loopt door onder de foto)
Aan de training gaat een uitgebreide warming-up vooraf (foto: Streekstad Centraal)
“Het is heel bijzonder dat ze allemaal uit deze regio komen én ook nog eens tot de Nederlandse top behoren”, zegt trainer-voor-vandaag Laura De Witte. “Dat kan natuurlijk weleens druk met zich meebrengen. Daarom is het heel belangrijk dat ze ook plezier hebben, want dan leer je het snelst.” Plezier hebben doet Laura zelf ook nog steeds. “Ik heb dat ook al op jonge leeftijd geleerd, dus dat probeer ik ook hier weer duidelijk te maken.”
Het jonge team ziet elkaar niet alleen op de drie dagen in de week waarop ze trainen. Na schooltijd zoeken ze elkaar regelmatig op en in het weekend vinden de nodige logeerpartijtjes plaats. “We zijn echt een vriendengroep, vooral de meiden dan”, zegt Daniela. “Dat maakt ons op de atletiekbaan ook echt beter denk ik.” (tekst loopt door onder de foto)
Onder de avondzon doen de jonge atleten hun warming-up onder toeziend oog van hun idool. (Streekstad Centraal)
“Deze groep is al een paar jaar bij elkaar en is heel hecht”, zegt oud-Tweede Kamerlid Rudmer Heerema terwijl hij toekijkt hoe zijn dochter en haar teamgenoten worden geïnstrueerd door De Witte. “Ze maken elkaar echt beter en nemen elkaar mee in hun ambities.”
Talent heeft Hylas dus in huis, en ambitie ook, maar de faciliteiten van de Alkmaarse atletiekverenigingen doen geen recht aan dat talent en die ambitie. Dat zit Hylas al enige tijd dwars. Het complex, dat inmiddels tientallen jaren in de huidige vorm bestaat, moet grondig gerenoveerd worden, vindt de atletiekvereniging. “De baan zelf is erg oud en alle faciliteiten zijn ook verouderd”, zegt Hylas-bestuurder Sergei van Exel. “Maar het is vooral een pijnpunt dat we geen indoorbaan hebben. Dat zou onze vereniging een enorme impuls geven.”
“We moeten nu in de winter vaak naar De Viaan, dat is best onhandig omdat we daar weinig ruimte hebben”, zegt Daniela terwijl ze aan het uitpuffen is van een estafetteloop. “Ik zou het echt super fijn vinden als we onze eigen sporthal krijgen.” Hylas streeft naar een hal met een ronde baan, daarmee zou dat dan meteen de enige zijn in Nederland naast die in Apeldoorn. (tekst loopt door onder de foto)
Sergei van Exel en Rudmer Heerema maken zich hard voor een indoorhal bij Hylas, waarmee de atletiekvereniging een “atletiekhotspot” moet worden. (foto: Streekstad Centraal)
Hylas – en daarmee ook Alkmaar – moet een “atletiekhotspot” worden, hoopt Rudmer Heerema. Hij is oud-Tweede Kamerlid namens de VVD en was ooit fractievoorzitter van de Alkmaarse VVD. Ook al heeft hij geen officiële functie bij Hylas, hij zet zijn politieke vaardigheden in om de grootse renovatieplannen werkelijkheid te maken. “Een windscherm bij de ringweg, een betere ruimte-indeling, een rijdbaar videoscherm en een nieuwe baan uiteraard”, somt Heerema zijn wensen op. “Maar vooral een indoorbaan is heel belangrijk voor Hylas, want daarmee kunnen de echt een hotspot worden voor atleten.”
De atletiekvereniging hoopt met de nieuwe faciliteiten een brede doelgroep aan te kunnen trekken, de eigen talenten te behouden én nieuwe talenten aan te trekken. Voor een grondige renovatie is geld van de gemeente nodig, maar Alkmaar zit na de besluiten van dit jaar om tientallen miljoenen uit te trekken voor de renovatie van het Sportpaleis en de Hoornse Vaart vermoedelijk krap in het sportbudget. Toch is de hoop bij Hylas dat er nog een paar miljoen kan worden vrijgemaakt voor de wensen van de atletiekvereniging. (tekst loopt door onder de foto)
Na de training is het tijd voor handtekeningen. Daarvoor worden alle voorwerpen tevoorschijn gehaald. (foto: Streekstad Centraal)
Voorlopig zullen de jonge topatleten van Hylas het nog even moeten doen met het Hylas-terrein in de huidige staat. Na de training van hun idool is het tijd voor vragen en foto’s, maar vooral voor handtekeningen. Schoenen, tassen, schriftjes, bidons, T-shirts, bierviltjes; alle voorwerpen worden tevoorschijn gehaald om het bewijs van de ontmoeting met hun trainer van vandaag te vereeuwigen.
De jonge Hylas-atleten vertrekken niet alleen met een handtekening en een paar goede tips van De Witte, ze hebben zich ook laten inspireren door de Olympiër. Want met of zonder indoorhal, de jonge atleten zijn na donderdagavond vastberadener dan ooit om, net als hun trainer, ooit het Olympische toneel te bereiken.
Het lijkt een onmogelijke opgave. Een voetballer die een jaar geleden nog in de eredivisie speelde strikken voor je club die uitkomt in de Derde klasse. Toch lukte het Alkmaarsche Boys. Deze week presenteerden ze oud-profvoetballer Marko Vejinović (35) als nieuwe aanwinst.
Vorig jaar mei dacht hij zijn laatste officiële wedstrijd op de Nederlandse velden gespeeld te hebben. Na een zestien jaar lange profcarrière in binnen- en buitenland waarin hij speelde bij onder andere AZ, Feyenoord en Heracles en zelfs werd opgeroepen voor het Nederlands elftal (hij zou echter nooit een minuut spelen), vond Marko Vejinović het mooi geweest. Hij hing zijn schoenen aan de wilgen.
Hij besloot zich te gaan focussen op het trainerschap, met als eerste klus het assistent-trainerschap bij Feyenoord onder 16. Maar hoeveel plezier hij ook beleeft aan het trainen van de Rotterdamse talenten, Vejinovic miste het dat hij zelf niet meer regelmatig een balletje kon trappen. (tekst loopt door onder de foto)
Marko Vejinovic speelde in de jeugd van AZ en van 2017/2019 een aantal wedstrijden in het eerste team (screenshot: Youtube/AZ)
Dus ging hij op zoek naar een nieuwe club waar hij kon voetballen naast zijn trainerschap bij de jeugd van Feyenoord. Bij de top van de Nederlandse amateurs had hij waarschijnlijk makkelijk terechtgekund, maar toch koos Vejinovic voor derdeklasser Alkmaarsche Boys.
“Ik miste het spelletje en wil gewoon nog een paar jaar plezier hebben in het zelf voetballen. Bij deze club heb ik vrienden en bekenden en Alkmaarsche Boys komt over als een familiaire vereniging”, licht de Nederlands-Servische voetballer zijn besluit toe. Bij het eerste elftal van Alkmaarsche Boys zal Vejinović nummer achttien gaan dragen, hetzelfde nummer waarmee hij zijn profcarrière bij Heracles afsloot.
De selectie van Alkmaarsche Boys krijgt zo niet alleen een behoorlijke kwaliteitsimpuls, maar ook een bak aan ervaring erbij. In totaal speelde de middenvelder bijna 400 wedstrijden in het betaalde voetbal. Alkmaarsche Boys promoveerde afgelopen seizoen naar de Derde klasse. Volgend seizoen zal blijken of Vejinović de Alkmaarders naar nog grotere hoogte kan laten stijgen.
Hij bracht de dames van FC Marlène afgelopen zaalvoetbalseizoen al naar de winst in de Eredivisie. Toen was Iwan de Mees ad-interim hoofdtrainer. Het bestuur heeft hem gevraagd om de vaste hoofdtrainer te worden, en kan verheugd melden dat hij die rol heeft aangenomen.
Iwan de Mees is zeker geen onbekende bij de voetbaldames van FC Marlène. In seizoen 2022/2023 was hij namelijk assistent-trainer. Daarna stapte hij over naar het eerste herenteam van de Heerhugowaardse zaalvoetbalclub. Nu keert hij dus terug naar de damestak, als hoofdtrainer.
Debbie Stammis, bestuurslid Vrouwen van FC Marlène laat weten dat het bestuur blij is dat De Mees toehapte: “Hij kent de club, de meiden en de cultuur door en door. Zijn aanstelling is een logische en welkome stap in de verdere ontwikkeling van onze vrouwenafdeling.”
De vrouwen van FC Marlène starten op vrijdag 5 september hun seizoen met de eerste wedstrijd voor de Supercup in sporthal de Waardergolf. Tegenstander is dan bekerwinnaar Os Lusitanos. (foto: Cees Verhage)
Terwijl de ene groep zwemmers druipend de kant op klimt, springt de volgende het water in voor de volgende wedstrijd. Sommigen met lichte spanning, anderen vol vertrouwen, maar iedereen heeft er zin in. Het is zondag een feestelijke dag voor zwemmend Alkmaar. Voor de eerste keer worden in de Hoornse Vaart openwaterwedstrijden georganiseerd voor zowel professionals als recreanten.
Dat beetje spanning (vooral voor de temperatuur van het water), is ook van toepassing op Heilooër Harmen. Maar hij staat toch vooral vol vertrouwen te wachten tot zijn naam wordt omgeroepen. Dan mag hij beginnen aan zijn twee kilometerwedstrijd voor recreanten. “De afstand moet geen probleem zijn, maar de temperatuur van het water, daar vrees ik nog het meest voor.” (tekst loopt door onder de foto)
Eén voor één worden de deelnemers van de 2000 meter omgeroepen. Als ze zijn omgeroepen moeten we op elkaar vastgeklampt wachten tot ze te water mogen (foto: Streekstad Centraal)
Samen met naar schatting zo’n 700 andere zwemmers waagt Harmen zondag een duik in de ‘echte’ Hoornse Vaart. Het is voor de eerste keer dat hier – in natuurwater – een zwemtoernooi van deze omvang wordt georganiseerd. Normaal was de Bosbaan in Amsterdam jaarlijks een befaamd strijdtoneel voor zwemwedstrijden voor professionals en recreanten, maar de waterkwaliteit gaat daar dusdanig achteruit dat er een vervangende locatie moest worden gevonden.
De Hoornse Vaart kwam daarbij als beste optie uit de bus. “Het is een fantastische locatie omdat de waterkwaliteit goed is en we lekker de ruimte hebben hier”, zegt hoofdorganisator Hans Schoenmaker, die 400 meter van de startlocatie af woont. “Daarnaast vonden we in Alkmaar Sport en roeivereniging ARZV al snel een aantal partijen die wilden meewerken. Dat hielp enorm mee.”
Voor de wedstrijd is er twee keer gemonsterd om de waterkwaliteit te controleren. Daar kwam in beide keren een positief resultaat uit. In andere wateren in de omgeving werd zondagmiddag wel een negatief zwemadvies gegeven. (tekst loopt door onder de foto)
Alkmaar Sport Zwemambassadeur Max Delissen en organisator Hans Schoenmakers op de kade langs de Hoornse Vaart (foto: Streekstad Centraal)
Alle zwemmers starten vanaf de kade bij roeivereniging ARZV, dat naast voetbalvereniging Kolping Boys ligt. Vanaf daar zwemmen alle deelnemers eerst een stuk in oostelijke richting naar een keerpunt, waarna ze terug zwemmen. Sommigen doen dat één keer, anderen meerdere keren omdat ze een grotere afstand zwemmen. Om vervolgens hun deelnemersnummer aan de jury duidelijk te maken.
Om alles in goede banen te leiden is er een omvangrijke jury met 24 juryleden van de KNZB. Dat lijkt veel, maar is broodnodig, laat hoofdscheidsrechter André van Buiten Streekstad Centraal weten. “De een houdt de volgorde bij waarin de zwemmers binnenkomen, de ander houdt de tijden bij en weer ander schrijft ze op. Ook hebben we een aantal juryleden die op het water alles in de gaten houden.”
Bijzonder is dat zondag alle tijden naar Dubai werden gestuurd. Degene die de data verwerkt komt voor dit soort dagen meestal naar Nederland, maar dit keer niet. En dat maakte het best een beetje spannend. Want in de ochtend sputterde de internetverbinding tegen, maar heeft niet tot al te grote obstakels geleid. (tekst loopt door onder de foto)
Er is genoeg support voor de zwemmers vanaf de Halvemaansbrug (foto: Streekstad Centraal)
Het aantal recreatiedeelnemers zijn er zondag meer dan in de afgelopen jaren bij de Bosbaan in Amsterdam. Dat lijkt misschien bijzonder omdat de Bosbaan altijd de vertrouwde locatie was, maar volgens Schoenmakers is er een logische verklaring voor. “We werken nu samen met Alkmaar Sport en door hun bekendheid krijgen we ontzettend veel aanmeldingen van recreanten.” In totaal zouden het er naar schatting zo’n 450 zijn.
Het plan is dat de Hoornse Vaart de Bosbaan volledig moet gaan vervangen als locatie voor openwaterzwemwedstrijden. “Het bevalt hier ontzettend goed en we zien dit echt als de ideale locatie voor in de toekomst”, besluit Schoenmaker. Ook Delissen ziet het helemaal zitten. Hij wil het met een ‘zwemboulevard’ nog grootser aanpakken volgend jaar. Dan vinden de wedstrijden plaats op 28 juni.
Hij is klaar, is geopend, en kan dus eindelijk gebruikt worden: De nieuwe sporthal in Heiloo. Uiteraard geopend met alle toeters en bellen. Maar de daadwerkelijke bouw verliep soepeler dan die opening. De symbolische ingebruikname – door een bal in één van de baskets te gooien – vergde wat doorzettingsvermogen. Zowel wethouder Antoine Tromp als kinderburgemeester Vigo hebben meerdere pogingen nodig om raak te schieten.
De zaal vult zich met gegrinnik terwijl omstanders de tel kwijtraken van het aantal pogingen. Tromp kan er zelf ook om lachen: “Zag het gewoon niet goed… had m’n bril op moeten zetten,” zei hij achteraf met een knipoog. Maar waar de bal niet direct in de basket ging, scoort de nieuwe sporthal wél direct bij sporters en liefhebbers. De moderne accommodatie biedt eindelijk de ruimte die sportverenigingen in Heiloo hard nodig hadden.
“Voor ons als hockeyclub is dit een droom,” vertelt een trainster van hockeyclub De Terriërs. “We verzorgen al jaren zaalhockey in de winter, maar moesten bijna altijd uitwijken naar Castricum of Alkmaar. Nu hebben we eindelijk een zaal direct tegenover onze eigen velden. Dat scheelt qua reistijd én voelt gewoon goed. Thuis spelen is voortaan ook echt in Heiloo.” (tekst gaat door onder de foto)
Wethouder Antoine Tromp probeerde samen met kinderburgermeester Vigo de basketbal in de basket te krijgen, maar dat verliep niet helemaal vlekkeloos. (foto: Streekstad Centraal)
Een ouder van een jeugdlid vult aan: “Het is fijn dat mijn kinderen hier nu kunnen trainen zonder dat we daarvoor het hele dorp uit hoeven. Dat scheelt echt een hoop gedoe, je stapt nu gewoon op de fiets en je bent er zo. Echt een toevoeging van het sportaanbod in Heiloo als je het mij vraagt.” Een jonge deelneemster van de clinic is het daar volledig mee eens. “Ik vind het superfijn dat we hier nu kunnen trainen. Alles is nieuw, en het voelt gewoon groot en professioneel. En het is lekker dicht bij mijn huis!”
De sporthal is niet alleen een aanwinst voor verenigingen. Ook voor recreatieve sporters, scholen en ouderen verruimt Het Vennewater de mogelijkheden. “We willen dat deze hal voor heel Heiloo is,” benadrukt wethouder Tromp in zijn toespraak. “Van jeugdteams tot seniorengym, iedereen moet zich hier welkom voelen.”
Een vrouw die samen met haar kleindochter een kijkje komt nemen is zelf ook enthousiast. “Ik hoorde dat er ook beweeggroepen voor ouderen komen. Daar wil ik me zeker bij aansluiten. Het is goed dat er gedacht wordt aan alle leeftijden. Want ik merk dat ik het zelf vaak wel moeilijk vind om ergens voor de eerste keer naar binnen te stappen.” (tekst gaat door onder de foto)
De nieuwe sportzaal stond zaterdagmiddag vol met mensen die wilden zien hoe de nieuwe zaal eruit ziet. (foto: Streekstad Centraal)
Wat zaterdag vooral voelbaar is, is dat Het Vennewater niet zomaar een gebouw is – het is een plek van ontmoeting, herkenning en gemeenschap. Het is gebouwd met het oog op de inwoners van Heiloo: voor de sporters die jarenlang pendelden naar andere dorpen, voor trainers die worstelden met volle roosters, en voor inwoners die simpelweg een toegankelijke en fijne plek zochten om in beweging te blijven.
“Het mooie aan deze hal is dat het mensen letterlijk en figuurlijk in beweging brengt,” zegt een vrijwilliger van een gymnastiekvereniging. “Sport is vaak het beginpunt van verbinding. Kinderen leren elkaar kennen, ouders raken met elkaar aan de praat, ouderen ontmoeten leeftijdsgenoten. Dat kun je niet meten in vierkante meters, maar je merkt het meteen als je hier binnenloopt.”
De reacties op de opening zijn vrijwel unaniem positief. “Dit is een investering in de toekomst van Heiloo,” aldus een trotse vader die met zijn zoon komt kijken. “De eerste hal ken ik natuurlijk wel van eerdere wedstrijden, maar dit is zo veel beter dan ik had verwacht. Daarbij komt ook dat het heel belangrijk is om in een groeiende gemeente als Heiloo in te spelen op sport. Sport is zoveel meer dan bewegen alleen. Het brengt mensen bij elkaar, zorgt voor discipline, vriendschap en plezier. En met zo’n mooie hal voelt het alsof Heiloo echt een stap vooruit zet.”
Van de velden van De Foresters naar een mogelijke toekomst bij voetbalreuzen als Bayern München, Real Madrid of FC Barcelona: het lijkt bijna onwerkelijk, maar het is het verhaal van Kees Smit (19) uit Heiloo. De jonge middenvelder is momenteel dé uitblinker bij Oranje onder 19, dat donderdagavond de EK-finale speelt tegen Spanje.
Smit groeide op in Heiloo en zette zijn eerste voetbalstappen bij de lokale trots De Foresters. “Hij was pas zeven, maar je zag het meteen: dit is een bijzondere jongen”, herinnert oud-jeugdtrainer Milo Blei zich in gesprek met NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Hij was stil, maar liet zijn voeten spreken. Zijn balcontrole was toen al uitzonderlijk.”
Al snel werd zijn talent opgemerkt door AZ. Op tienjarige leeftijd maakte hij de overstap naar de Alkmaarse jeugdopleiding. Daar ontwikkelde hij zich verder tot een creatieve en scorende middenvelder. Tijdens dit EK in Roemenië is hij met vier doelpunten de topscorer van het Nederlands elftal onder 19.
Toch is Kees zijn geboortedorp Heiloo nooit vergeten. “Hij komt nog vaak langs bij De Foresters”, vertelt Blei. “Veel van zijn vrienden spelen in het eerste elftal en hij staat geregeld langs de lijn.” Dat maakt hem niet alleen een sportief talent, maar ook een betrokken dorpsgenoot.
Hoewel grote Europese topclubs hem inmiddels volgen, heeft Kees al aangegeven dat hij zich voorlopig op AZ wil blijven richten. Zijn eerste doelpunt voor de Alkmaarders, eind 2024 tegen Fenerbahçe in een Europese wedstrijd, smaakte duidelijk naar meer. Maar een vaste basisplaats is nog toekomstmuziek.
Donderdagavond om 20.00 uur kan heel Heiloo live op televisie zien hoe ‘hun’ Kees Smit probeert Europees kampioen te worden.
Een Zwem-APK voor kinderen. Dat klinkt serieus. Want zonder Algemene Periodieke Keuring voor je auto mag je er niet mee rijden. Maar nee, het gaat er vooral om dat kinderen in Heiloo aan hun zwemvaardigheid werken en plezier hebben, stelt initiatiefnemer Eddie Bakker, terwijl leerlingen van obs Meander ijverig zwemoefeningen doen. “Dit is natuurlijk een feestje.”
De Zwem-APK komt uit Bakkers hoge hoed. Als manager accommodaties van Holland Sport is hij betrokken bij de invulling van de programma’s van diverse sportfaciliteiten en zelf komt hij nog wel eens met ideeën. Zo zette hij ook de ‘IJs-lig Challenge‘ op in het Alkmaarse Sportcomplex De Meent. “De Zwem-APK heb ik vorig jaar bedacht en nu ben ik het aan het fine-tunen, wat dingetjes verbeteren, betere materialen.”
Onder toeziend oog van stagiairs en natuurlijk de supervisie van Eddie Bakker en juf Esther van den Berg, doen groepjes kinderen van obs Meander oefeningen waarmee ze hun zwemvaardigheid en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Bijvoorbeeld geblindeerd zwemmen op aanwijzing van een klasgenootje en om dat zelfstandig langs de rand te doen, en achterover van een rubberboot rollen en er onderdoor zwemmen. “Het zijn oefeningen die zich bewezen hebben. En niet te makkelijk, niet te moeilijk”, zegt Bakker. (tekst gaat verder onder de foto)
Juf Esther van den Berg kijkt toe hoe kinderen van obs Meander oefenen met rollen van de rubberboot en er onderdoor zwemmen. (foto: Streekstad Centraal)
Juf Esther is blij met de Zwem-APK. “Ik vind het heel nuttig. Vorig jaar hadden we pech met echt slecht weer, al kwamen de kinderen wel, nu is het beter. Ze zijn lekker bezig, de opdrachten zijn leuk en ze zijn lekker buiten. Aan het einde van de les zien we allemaal blije koppies.” Dat ze er zelf even op uit is vindt juf Esther ook helemaal niet erg. “Ja en ik hoop dat het de kinderen aanzet om vaker naar het zwembad te gaan. Ze hebben abonnementen en ze kunnen zelfstandig gaan.”
Verhoging van het bezoekersaantal is ook de diepere gedachte achter de Zwem-APK, zegt Eddie Bakker. “Er zijn door de tijd heen aardig wat buitenbaden verdwenen. We moeten zuinig zijn op de baden die er nog zijn. Maar ze zijn prijzig, dus je moet de gemeenschap maximaal uitdagen om te komen. De Zwem-APK is een betaalbare manier, en ook te kopiëren naar andere zwembaden. Je hebt één instructeur, de juf die eindverantwoordelijk is, en de jongens die de groepjes begeleiden zijn stagiair. Het kan ook prima met ouders. En inderdaad, ik word toch al betaald vanuit Holland Sport.”
Het Baafje is zeker prijzig. Te prijzig, vond de gemeente, door al het (achterstallige) onderhoud dat nodig was. Inwoners kwamen in actie en kregen de raad toch nog overstag. Maar de toekomst is niet zeker want er is nog eens 600.000 euro extra nodig, bovenop de reguliere kosten. “Ja de oude installatie moet vervangen worden, dat weten we allemaal. Maar ik las deze week dat gemeente Heiloo een meevaller heeft van een paar miljoen euro en Het Baafje werd meteen genoemd. Ik heb goede hoop.” (tekst loopt door onder de foto)
Met een geblindeerde zwem- of duikbril zwemmen de kinderen langs de kant naar de trap een meter of acht verderop. (foto: Streekstad Centraal)
Dan komt Bakker nog met een nieuwtje: de nieuwe installatie is er volgende zomer nog niet. “Dat lukt qua tijd niet, dus ik denk dat we in 2026 weer open gaan met een oude machinekamer, maar voor daarna heb ik goede hoop.”
De kinderen van obs Meander zijn helemaal niet bezig met diepere motivaties. Zij hebben gewoon een zwemuitje. “Ik vond het echt hartstikke leuk”, zegt Daniel kort na de Zwem-APK. En hij vond het ook wel leerzaam. “Hoe je bijvoorbeeld in het water moet springen om iemand te redden, en wat je moet doen in het donker, en hoe je achterover in het water moet vallen.”
“Leuk!”, reageert Thamer, ook al had hij weinig nieuws geleerd. “Ja, alleen het zwemmen zonder iets te zien. En dat was ook wel een klein beetje spannend”, bekent hij. En wat vond hij het leukste? “Van de duikplank!” Okay, maar van de oefeningen? “Van de rubberboot afrollen en er onderdoor zwemmen.”
“Ik vond het ook heel leuk. Maar ik had niet echt iets geleerd, dit heb ik vorig jaar ook al gedaan”, zegt Joep terwijl hij een beetje rillend op de kant staat. “Ik vond het oefenen met de boot ook het leukst. Maar de duikplank is het allerleukst”, lacht hij.
Wat begon als een seizoen waarin lijfsbehoud eigenlijk het enige doel was, eindigt als een mooie droom. De mannen onder 25 van AMHC – de Alkmaarse Hockeyclub – staan aanstaande zondag op het NK in Schiedam. “Als je er dan toch staat, kun je er maar beter voor gaan”, zegt aanvoerder Tom Witjes strijdvaardig.
De Alkmaarders zijn één van de acht beste teams van Nederland in hun categorie. Het Heren onder 25-1-team, zoals het officieel heet, neemt het aankomende zondag op tegen Mezen, Oosterbeek en Victoria. “Het zijn drie grote clubs, maar we hebben geluk want aan de andere kant van het schema zitten juist de grote jongens”, vertelt aanvoerder Witjes tijdens de laatste training voorafgaand aan het toernooi.
Het team kwalificeerde zich door tweede te worden in de Noord-Hollandse lentecompetitie. “Onze regio is zo sterk qua niveau, dat naast de kampioen ook de nummer twee door mag naar het NK.” “We hebben in de afgelopen seizoenen meerdere klassen doorlopen en we hebben veel ontwikkeling meegemaakt”, vult verdediger Chaim Bookelman aan. “In de herfst overgangscompetitie speelden we nog tegen degradatie, maar in de lente overgangscompetitie ging het echt heel erg goed.” (tekst gaat verder onder de foto)
Afgelopen week is er uiteraard nog druk getraind door de heren onder 25 van de Alkmaarse Hockeyclub. (foto: Streekstad Centraal)
De kern van het team bestaat uit acht spelers die al jaren samenspelen. “Dat deze groep nog steeds bij elkaar is, vinden wij heel bijzonder,” zegt Tom tegen Streekstad Centraal. “Dat zijn de verdiensten van onze huidige trainer, maar ook een verdienste van onze vorige trainer.”
Een belangrijk moment in de voorbereiding voor het NK was het trainingskamp in Valencia. “We zijn daar afgelopen zomer naartoe gegaan. Het was eigenlijk een vriendenvakantie, maar ook keihard trainen. We speelden wedstrijden, deden pubquizzen, gingen padellen en haalden alles uit die trip. Daar hebben we als team echt stappen gezet”, vertelt de aanvoerder trots. Toch is ook nog een tegenslag
“Vlak voor de laatste wedstrijden viel een speler uit met een gescheurde kruisband. Hij is er zondag nog niet bij, maar hopelijk wel weer tijdens de teamtrip volgend jaar.” Ook tijdens de laatste training voorafgaand aan het toernooi raakte er nog een speler geblesseerd aan zijn schouder. Het is nog maar de vraag of die zondag kan spelen. (tekst gaat door onder de foto)
Stel je toch eens voor dat zondag onder zo’n regenboog het kampioensgoud te vinden is… (foto: Streekstad Centraal)
“De overige 17 spelers zijn gelukkig volledig fit”, vertelt hockeytrainer Pieter Saal die al druk nadenkt over zondag. “De bal is rond, hè. Met vier punten kun je al een eind komen. We zouden niet moeten rekenen, maar gewoon goed beginnen. Tactisch kunnen we het dan verder uitbouwen.” Over de tegenstanders weten ze weinig. “We hebben tegen Pinoké uit Amstelveen gespeeld, dat wordt misschien wel de sterkste van het NK.”
Het team reist zondag per bus richting Schiedam. En die zit vol. “We nemen vijftig man mee, inclusief staf en supporters. Daarnaast komen er nog mensen met eigen vervoer. We verwachten zo’n 65 man,” vertelt de aanvoerder lachend. “Iedereen kijkt uit naar het NK en de terugreis wordt hoe dan ook een feestje.”
Hoewel de sfeer los en ontspannen is, ontbreekt ambitie zeker niet. En een doelstelling is er ook. “Het doel is landskampioen worden, maar als we alles hebben gegeven en trots kunnen zijn op ons spel, is het ook goed,” zegt Tom. “Het wordt hoe dan ook een mooie afsluiting van een bijzonder seizoen, waar we allemaal heel erg naar uitkijken.”
Het is een uniek Alkmaars verhaal, dat van de allereerste vrouwelijke scheidsrechters in het voetbal – wereldwijd. Een verhaal dat nu verteld wordt in een boek, ‘De vrouwen van ’61’. Het verhaal ook van een misstand, die vrijdag werd rechtgezet in de kantine van Alcmaria Victrix. “Een ode aan ongehoorzaamheid.”
Dat er nu zo’n vijftig vrouwelijke scheidsrechters actief zijn bij de KNVB, dat heeft de bond toch maar te danken aan die Alkmaarse ongehoorzaamheid. Iets wat Michael ter Riet, hoofd arbitrage bij de bond, vrijdag ook erkende: “Dit is allemaal door ú in gang gezet.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
De vrouwen van ’61 (foto: Regionaal Archief)
Zoveel lof had de KNVB er in 1961 anders niet voor. “De verhoudingen tussen Alkmaar en Den Haag werden zeer snel zeer slecht”, verhaalde Van der Vooren bij de boekpresentatie in de warme Alkmaarse kantine. Met ‘Den Haag’ is hier de KNVB bedoeld, die daar toen nog z’n hoofdkantoor had. Vrouwelijke scheidsrechters, dat kon toch eigenlijk niet, vond men daar toen.
Maar er was gewoon een enorm tekort aan scheidsrechters, oordeelde Alkmaarder Teun Bakker. Hij benaderde Ineke Boom, Nel Rentenaar en Klaziena Laan en zo werden zij de allereerste drie. Over hun geschiedenis en die van hun opvolgers gaat ‘De vrouwen van ’61’, het boek waarvoor Van de Vooren naar Alkmaar was gekomen.
Ook Nel Rentenaar en Ineke Boom waren aanwezig bij de presentatie, net als de familie van de vorig jaar overleden Klaziena Laan.(tekst gaat door onder de afbeelding)
Het bewaarde tenue van Klaziena Laan (foto: Regionaal Archief)
Laan hield het fluiten nadien het langst vol, zij ontving zelfs nog een diploma. De tijden wáren veranderd. Maar zo’n diploma, Rentenaar en Boom hadden er nooit één gekregen, bekenden ze vrijdag in de volle sportkantine van Alcmaria Victrix. “Eigenlijk zijn we nog steeds illegaal.”
Dat moest maar eens afgelopen zijn. De KNVB had Michael ter Riet niet met lege handen naar Alkmaar gestuurd. “Nu is het dan officieel”, sprak hij, terwijl hij Rentenaar en Boom beide een diploma in de handen drukte. En daarmee werd nóg eens sportgeschiedenis geschreven in Alkmaar.