Het college van Bergen heeft voor komend jaar een sluitende begroting gepresenteerd, met een omvang van 98,5 miljoen euro. Met deze begroting zet het college de voornemens uit het raadsbrede akkoord om in concrete doelen voor 2024 en verder. De gemeentelijke lasten gaan wel wat omhoog.
“Bij die uitwerking, ook in de begroting, staat het draagvlak en het vertrouwen van de inwoners centraal”, vertelt wethouder financiën Marco Wiesehahn. Uitgangspunt is dat Bergen ook in 2024 een aantrekkelijke gemeente blijft om in te leven, te werken en om te bezoeken. Sociale betrokkenheid is daarbij een speerpunt. Wiesehahn: “Onze jeugd heeft daarbij extra de aandacht. Uiteraard werken we ook door aan het steeds beter organiseren van welzijns- en WMO-voorzieningen waar ook andere doelgroepen veel baat bij hebben.”
Voor woningzoekenden wordt in de kernen een diversiteit aan woningen bijgebouwd. Een woon- en woonzorgvisie zijn in de maak. Er wordt verder gewerkt aan vergroting van het veiligheidsgevoel in de kernen. Onlangs waren er drie informatieavonden over Veiligheid. Burgemeester Lars Voskuil: “Er zijn vier aandachtpunten benoemd: verkeersveiligheid, sociale overlast, jeugd en (verboden) middelengebruik en ondermijning. Daarnaast hebben we aan de inwoners gevraagd wat zij belangrijk vinden op veiligheidsgebied.” De inbreng wordt verwerkt in een integraal veiligheidsbeleidsplan voor de komende vier jaar.
Ook is een Mobiliteitsvisie in de maak. “Met deze visie gaan we antwoorden op de vraag hoe we de dorpen, welzijnsinstellingen en het strand en de daar actieve bedrijven ook in de toekomst bereikbaar houden”, licht wethouder Ernest Briët toe. “De aanpak van de parkeerdruk en fietsveiligheid zijn hier voorbeelden van.” Ook bij het opstellen van de Mobiliteitsvisie worden inwoners en ondernemers betrokken. De wethouder met tevens Verduurzaming in zijn portefeuille, geeft bovendien aan dat er in 2024 veel projecten worden uitgevoerd voor een schonere en duurzamere gemeente.
Dan de lokale lasten. Zoals al eerder vastgesteld, wordt de rioolheffing 201 euro per huishouden, een stijging van 8,5 procent. Gezien de hoge inflatie en de lage indexatie van 2 procent OZB in 2023, stijgt de onroerendezaakbelasting met 6 procent.
Daarentegen gaat de afvalstoffenheffing omlaag. Bij de vaststelling van het grondstoffenbeleidsplan is besloten om komend jaar een variabele heffing in te voeren, met een basistarief van 87 procent en een variabel tarief van 13 procent van de kosten. De basis wordt voor een meerpersoonshuishouden 312 euro en voor iemand alleen 235 euro. Het gemiddelde tarief komt inclusief variabele kosten uit op respectievelijk 358,62 en 270,11 euro. Dat houdt in een daling met zo’n 3 procent.
Het college kijkt alvast vooruit naar wat het ‘Ravijnjaar 2026’ wordt genoemd. Na jaren met extra bijdragen aan gemeenten, schroeft het Rijk deze in 2026 weer wat terug. Wiesehahn: “Het Rijk heeft nog niet aangegeven om hoeveel geld het gaat, maar voor de gemeente betekent dat wel dat raad en college voorzichtig moeten zijn met het aangaan van grote structurele verplichtingen.”
De begroting wordt op 19 oktober besproken in de Algemene raadscommissie en op 2 november in de gemeenteraad.