Een kind loopt met een soort skibril op en een lange witte stok met rode strepen vóór zich, heel voorzichtig een stukje door de bibliotheek van Castricum. Een beetje bijzonder gezicht, maar wel een veel voorkomend tafereel op woensdagmiddag. Allemaal in het kader van de Internationale Dag van de Witte Stok.
De dag draait – het zal maar weinigen verbazen – om de veiligheid van blinden en slechtzienden op straat. “We gebruiken de witte stok niet alleen om ons te oriënteren, maar ook voor bijvoorbeeld om een oversteekgebaar te maken”, vertelt Annemarie de Hoogt van de Oogvereniging Noord-Holland aan Streekstad Centraal. “Die gebaren zijn vrij onbekend bij het grote publiek, dus vooral daarover geven we vandaag uitleg.”
Leden van de Oogvereniging hebben zich in de bibliotheek genesteld met een uitgebreide stand. We zitten met Annemarie even verderop om rustig te kunnen praten. Annemarie is niet blind, maar het scheelt weinig. Zelfs de fel oranje stoel waar ze op zit kan ze vrijwel niet zien. (tekst gaat verder onder de foto)

“Er zijn drie stappen bij het oversteken met de witte stok”, legt Annemarie vervolgens uit. Ter illustratie toont ze een parkeerschijf die bij de stand wordt uitgedeeld, met achterop de drie stappen. “Je steekt eerst je arm uit met de stok nog verticaal naar beneden. Zodra je merkt dat het rustig is of het verkeer stopt, dan steek je de stok recht vooruit. Het verkeer wordt dan geacht al te zijn gestopt, het is een officieel stopteken. En dan na twee seconden steek je over. Je moet niet nog lang aarzelen anders denken mensen van: wanneer ga je nou eens oversteken?”
“Vooral jongeren weten niet dat je moet stoppen”, vervolgt Annemarie. Die zoeven dan op hun fiets voor- of achterlangs. Maar niet alleen jongeren. Zelf maakte ze ook wel mee dat automobilisten doorreden, en zelfs dat er eentje netjes stopte maar dat de achterligger diegene inhaalde en haar bijna aanreed. “Dan schrik je je natuurlijk wild.” (tekst gaat verder onder de foto)

Of er veel ongelukken gebeuren durft ze niet te zeggen, maar ze denkt van niet. “Ik denk dat blinden en slechtzienden doorgaans heel voorzichtig zijn. Je moet als je gaat oversteken heel goed luisteren of het wel echt kan.” Overigens is de boete voor het negeren van zo’n stopteken 410 euro. Een ander vult Annemarie aan. “Maar ja, wanneer is er nou een agent in de buurt die het zou zien?”
Annemarie woont sinds twee jaar in Castricum, maar kent haar omgeving onderhand goed. Ze heeft de routes leren kennen aan de hand van reliëfkaarten en een telefoonapp die nauwkeurig aanwijzingen geeft. Over de straatinrichting is ze best tevreden, al is het vooral bij de Soomerwegh wel extra oppassen.
Ze benadrukt nog even dat mensen niet zomaar een blinde of slechtziende bij de arm moeten pakken om ze de straat over te helpen. “Vraag altijd eerst even of iemand geholpen wil worden, en zo ja hoe.”(tekst gaat verder onder de foto)

Ann Lammens grapt dat ze met haar vijf procent zicht koning Eenoog in het land der blinden is. Ze is blij met de belangstelling voor de dag en geeft enthousiast uitleg, vooral aan kinderen. “Ik laat ze zo’n bril opzetten en dan zeggen ze: ik zie bijna niks!” De oogvereniging heeft meerdere brillen mee, die ieder een andere oogaandoening simuleren. “Met zo’n bril op zeggen ze dat ze blij zijn dat ze goed kunnen zien.”
Rudi heeft zo’n bril op en loopt voorzichtig een stukje met de witte stok, en met wat begeleiding. Hij vindt het een leuke en leerzame ervaring. “Ja, en het is ook wel een beetje spannend.” Wij proberen het ook nog even en beamen: ook wij zijn blij dat we goed kunnen zien.